Brown / Ghetto Priest


Dr. Longbeard & Marja | 27 mei 2003

Barry Brown - Rich Man Poor Man 1978 - 1980

Ghetto Priest - Vulture Culture

De legende wil dat Jamaica in 1492 door Christofer Columbus is ontdekt. Maar in de woorden van de Jamaicanen is Chris C. een " dyam liar". Volgens hen waren de Arawaks de eersten. Maar de Spanjaarden die Chris C. volgden maakten daar korte metten mee. Genocide was toen geen vies woord blijkbaar. De Spanjaarden heersten over het zonovergoten eiland tot 1670 toen Oliver Cromwell het innam. De originele bevolking is dan geheel verdwenen en in hun plaats wonen er Afrikaanse slaven, voornamelijk afkomstig uit Ghana. En raad eens wie daar dik aan verdienden? Juist onze Hollandse voorouders. Deze slaven waren door de Spanjaarden wel voorzien van wapens om tegen de invallende Engelsen te vechten, terwijl de Spanjaarden zelf op de vlucht gingen.

De Ghanezen hadden uiteraard helemaal geen behoefte om te vechten en trokken zich dus tactisch terug in de heuvels. Afstammelingen van hen leven er nog steeds en staan bekend als de Maroons. Hun muziek is een aparte stijl met veel percussie die vooral bedoeld is om in trance te komen.

De Engelse kolonisatie brengt plantages naar het eiland met de bijbehorende slavernij. Ook al werd deze in 1838 afgeschaft, het ging gewoon door. Door de slechte omstandigheden sterven er meer slaven dan er worden geboren.Verse "medewerkers" worden gezocht en gevonden in Angola. Zij vormen de Bongo Nation met hun eigen Kumina muziek. De twee genoemde bevolkingsgroepen, de Maroons en de Bongo Nation, vormen maar een klein deel van de bevolking. De rest bestaat voornamelijk uit de nakomelingen van slaven en hebben een heel gemengde maar zeer gebroken etnische achtergrond.De in deze bevolking onstane volksmuziek kent invloeden net zo divers als de bloedlijnen van hun makers. Afrikaanse, Engelse Ierse en Spaanse invloeden zijn allemaal te vinden in de rijke traditie. Voor ieder type werk is er een speciaal lied met bijpassend ritme.

Hoe vreemd het ook eigenlijk klinkt, de plantage houders zijn zeer gelovig. Deze overtuiging brengen ze over op hun "personeel" en door de tijd ontstaan er ruwweg twee stromingen. De op het christendom gebaseerde Revival Zion en het meer Afrikaanse Pocomania. In beiden komt veel muziek voor en zeker de Pocomania afdeling kent sterke ritmes. Een derde, maar kleine geloofsgemeenschap is die van de Rastafaris. Er is geen echte enkele Rasta kerk. Iedereen heeft een eigen interpretatie op basis van het grondbeginsel dat Jah een levende kracht is die de mensheid bijeen brengt. De eenheid van de mensheid uit zich bijvoorbeeld in het woordgebruik van de Rastas door elkaar "I", ik, te noemen. Ik ben ik, jij bent ik, wij zijn ik. Rastas hechten veel belang aan het gesproken woord en ze maken dan ook nieuwe woorden. Het woord "unity" wordt "inity" en speelt een belangrijke rol. De vijand, de onderdrukker van de vrije Rasta en met hen alle zwarten kan enkel door inity worden bestreden. De vijand heet: Babylon.

Brown / Ghetto Priest

Een belangrijke muziekstijl die voortkomt uit de zaterdagavond dansavonden is de mento. Een op calypso geente hete dansmuziek waar de nadruk op seks sterk aanwezig is. Het slot van een mento avond is .... Daarna is het de komst van Amerikaanse radio stations die de stijlen bepalen.

Na een periode waarin diverse muziekstijlen zich over het eiland verspreiden die allemaal sterk gebaseerd zijn op de overlevering en vermenging en aanpassing van stijlen zoals ska dat eigenlijk jaren `60 R&B is waar de even beats zijn uitgehaald zodat er een hoekig ritme overblijft, komt begin `70 een nieuwe stijl boven: reggae.

Reggae is de aloude mento vermengt met de opvolger van de ska, rock steady. Dus een beetje terug naar de Jamaicaanse eigen muzikale wortels, de roots. Het bezoek van toenmalig keizer van Ethiopie, Haile Selassi is helemaal een extra stimulans voor de Rastas. Zij beschouwen hem als de beloofde prins die hen, en alle zwarten, naar het beloofde land Afrika zal leiden; hun Zion. Om dit streven kracht bij te zetten wordt reggae de basis van de woorden van vrijheidsdrang.

En een van de vertegenwoordigers van de reggae is Barry Brown. Geboren in 1962 in Kingston komt hij als klein jongetje al vaak in de vele platenstudios die Kingston rijk is. Tussen het doen van boodschappen en klusjes leert hij het vak van producer. Daarnaast zingt hij ook en richt zelfs een eigen label, Jabba Roots op. Van de vele opnames, niet allemaal grote successen, heeft het Duitse Moll-Selekta een compilatie gemaakt onder de titel Poor Man, Rich Man. In dertien nummers plus een toegift volgt een overzicht van wat Barry Brown tussen 1978 en 1980 op de plaat heeft gezet. Voornamelijk politiek getinte teksten gelardeerd met het voor Rastas zo belangrijke bezingen van hun tweede geloof, de ganja. De muziek is heerlijk relaxed en vraagt om een warme zomeravond. Producer Rodguel Sinclair laat Brown begeleiden door de topmuzikanten van die jaren. Sly Dunbar en Robbie Shakespeare in de Aggrovators, Roots Radics, The Revolutionairies en High Time Players leggen het fundament.

Helaas is de informatie op het fraai uitgevoerde CD hoesje niet erg uitgebreid. Niet uitgebreid voor een "best of" in ieder geval. De muziek maakt gelukkig veel goed. Hoogtepunt is "Burial" van de hand van Peter Tosh gevolgd door "Bad Girl" waar een lekker gitaartje onder zit. Rich Man, Poor Man is voor liefhebbers van rusitige roots reggae een CD die beluisterd moet worden.

Een heel andere soort reggae vinden we op de CD Culture Vulture van Ghetto Priest. Na veel te hebben bijgedragen aan het werk van Asian Dub Foundation, Groove Armada en ook Sinead O`Connor is er nu een eigen CD met hulp van een flink aantal muzikanten als wederdienst voor Priest`s  inzet.

Veel heavier dan Barry Brown is de stijl van de Engelsman Ghetto Priest, maar ook veel gevarieerder. Het openingsnummer "Dungeon" bekend van de Singers & Players krijgt een funk sausje. Diverse electronica in overdrive begeleidt "Masters of Deception" waarna "Dry Bone" weer wat meer terug gaat naar de roots terwijl de instrumentatie hier leuke onverwachte dingen doet. Een slide gitaar en drum `n bass tracks, dat kom je niet vaak tegen en Priest doet hier de achtergrondzang en Simon Bogle de lead.

Er zitten wel meer bijzonderheden op de CD. De teksten zijn onverbloemd kritisch. Schandalen die onder het tapijt worden geschoven, "geuniformeerde massa moordernaars zijn helden" en 27 miljoen mensen  leven in slavernij. Soms zijn de ritmes dance/trance met tropische fluitjes dan weer de recht op en neer rootsy. De bijdragen van de forse lijst medemuzikanten maken van het solo debuut van Ghetto Priest een zeer gevarieerd palet. Wat te denken van Sly en Robbie, Skip `Little Axe` McDonald en Carlton `Bubblers` Ogilvie? En dan een heerlijk plat Iers rappende Ri Ra in "Show Them" met een ondeugend ska-achtig loopje en een soort tin whistle. In het volgende stuk "Boom Fire" blijft Priest nog even bij rap of is het toch trance, celtic, of is het een ode aan de band Gong. Boeiend is het in ieder geval.

De hele CD is een welkome afwisseling in een genre dat soms wel erg voorspelbaar is. De mix van stijlen, klanken, stemmingen en culturen gaat weer terug naar het onstaan van reggae. Ghetto Priest is er in geslaagd een fraai, sprankelend stuk muziek neer te zetten dat zowel muzikaal als tekstueel staat als een huis. 


Over de CD`s :
Barry Brown - Rich Man Poor Man 1978 - 1980
Moll-Selekta 7

Ghetto Priest - Vulture Culture
On-U Sound ONUCD 1003

Meer informatie ook via: www.konkurrent.nl