V.Y.G.E.R Timor


René van Es | 20 april 2006 | V.Y.G.E.R.

Is er leven in de platenspeler te vinden sinds het tussenwiel een zachte dood is gestorven na de opkomst van de snaar? Heeft een vast loopwerk met een plateau van massa nog bestaansrecht naast de moderne acryl lichtgewichten? Hebben we niet een ernstige fout gemaakt met onze platenspelers door ze te precies en te analytisch te maken? Door te vergeten dat muziek voornamelijk met emotie te maken heeft? Wanneer raakt muziek u eigenlijk?

Op het moment dat u tranen in de ogen krijgt en kippenvel van een stem of wanneer u bij u zelf denkt “wat een mooi stereobeeld”? Vragen die rijzen en waar ik antwoorden op kan geven die lang niet altijd stroken met huidige denkbeelden. Ik weet mijn opponenten te vinden. Gelukkig voor hen en voor mij is er en tussenweg. Met nadruk geen compromis want dat is een overeenkomst waarvan niemand echt gelukkig wordt. De tussenweg die mijn luisterruimte siert telt plussen op en schrapt minnen. Synergie tussen Italiaanse mechanica, Brits vermogen armen te bouwen en Japanse micro techniek. Met een verrassende uitkomst.

De Timor is de goedkoopste speler die Vyger produceert. Daarboven zit de Baltic-M en je kunt stijgen tot eenzame hoogte met types als Indian en Atlantis. De Timor bestaat uit een aluminium plaat die in een driehoek is gefreesd. De plaat is 3 cm dik en vormt de basis voor de rest van de speler. Om de arm te monteren wordt een 2 cm dikke armplaat met een standaard Rega boring tegen de “driehoek” geschroefd (bij de Timor wordt een standaard Rega RB300 geleverd) In het midden van de basis bevindt zich de lagerbus. Opmerkelijk is dat Vyger niet kiest voor een rond lager uit één geheel maar in de lagerbus zo hoog mogelijk en zo laag mogelijk bronzen cups monteert om de as stabiel te houden. Per keer drie cupjes die samen de as voor minder dan de helft omsluiten. De gehele bus moet nadat de as in het lager is gezet gevuld worden met siliconenolie. Op de as rust een 3 cm dik plateau dat uit één stuk aluminium is gehaald en 5,5 kilo weegt. Aan de bovenkant ingelegd met een kunststof ring. Ligt de plaat stabiel op het plateau dan zet je daar de meegeleverde puck bovenop. Het geheel rust op drie in hoogte verstelbare voeten waarmee de speler heel simpel waterpas te zetten is. Van vering is geen sprake, of je moet daar de O-ringen voor aanwijzen in de voeten. Een zware losse motorunit drijft via een snaar het plateau aan. Vyger geeft aan dat de afstand van motorspindel tot lageras 30 cm moet zijn, metingen met een wow & flutter meter laten betere waarden zien als de afstand ongeveer 22 cm bedraagt. De motor is een elektronisch gestuurde 3-fase motor met een (binnen grenzen) regelbaar toerental om de snelheid te varieren. 33 1/3 en 45 toeren zijn te kiezen. De Timor is leverbaar in vier metallic kleuren: antraciet, zilver, rood en blauw en weegt in totaal 22 kilo. De afmetingen zijn fors, 51 x 43 x 18 cm (b x d x h). Een stofkap is niet leverbaar.

De meegeleverde Rega RB300 arm is mooi en betrouwbaar, maar vind ik een beetje gewoontjes op zo’n mooie speler als de Timor. Navraag leerde dat Vyger het op dit moment zo druk heeft met produceren van Timor’s en Baltic’s dat men niet in staat is armdragers te leveren voor andere armen dan de standaard Rega of op de Baltic een SME. Vervelend ook dat de Rega armen niet anders in hoogte instelbaar zijn dan via opvulplaatjes. Voor het meegeleverde element moet een forse opvulring gebruikt worden. Daarna zit de Phase Tech P-3 op de juiste hoogte. Over Phase Tech is weinig bekend. De enige documentatie die ik kon vinden staat op de Japanse site. Daar kan ik uit opmaken dat de spoelen van de P-3 gewikkeld zijn uit 6N koper en een inwendige weerstand hebben van 4 Ohm. De uitgangsspanning is 0,27 mV (1 kHz 5 cm/sec snijsnelheid). De compliance is laag met een waarde van 7,3 x 10 -6 cm/dyne. Frequentiebereik is 10 Hz tot 30 kHz, binnen welke dB waarde blijft onbekend. Kanaalscheiding is 30 dB bij 1 kHz. Het eigengewicht van het element is 10,9 gram. De diamant heeft een Line Contact afronding van 0,03 x 0,003 mm en zit aan het einde van een boron cantilever. Het element dat de bijnaam Alexandrite heeft (een donker juweel) is de eenvoudiger versie van het circa tweemaal zo dure P-1 element van Phase Tech en is onlangs geïntroduceerd. Zowel Vyger als Phase Tech worden geïmporteerd door Sound E-motions. Logisch dat een Phase Tech in de Vyger gemonteerd zat.

Opstelling

De Vyger staat met zijn stoere poten op de bovenste glasplaat van een Spectral audiomeubel te glimmen naast een Ayon 300B buizenversterker. Phono versterker is eerst een Van Medevoort PHM3 (transistor, afsluitweerstand 400 Ohm) en in een later stadium een Edgar TP-305 (buizen, afsluitweerstand via Lundahl trafo 100 Ohm). De kabeltjes van phono naar versterker zijn Crystal Cable Piccolo. Luidsprekers zijn Focal-JMlab Electra 927 Be en Electra SW900 actieve subwoofer. Aangesloten via Crystal Cable Speak Reference. De gehele stroomvoorziening is geoptimaliseerd met Kemp Elektroniks producten. Standaard referentie draaitafel is een Garrard 301/Pro-ject/Benz Micro combinatie. Meer dan 600 LP’s staan te wachten in de kast op een beurt.

Vrijwel alle aantekeningen zijn gemaakt terwijl de vM PHM3 phono versterker was aangesloten. Zodat optimaal te beluisteren is hoe de Vyger/Phase Tech presteert in mijn set. Zou ik gelijk met een andere phono versterker zijn gaan werken dan zou ik dat geheel als combinatie moeten beoordelen. Nu kan ik vaststellen welke invloed de Vyger heeft op het eindresultaat. Dat is natuurlijk in orde, al is het jammer dat de prestaties met de Edgar nog een forse stap stijgen en die ervaringen pas later aan de orde komen.


Draaien

Uit de 600 LP’s kies ik als eerste voor Sara K. “Waterfalls” omdat de opname en de muziek mij aanspreken. Komend van een fraaie maar altijd lawaaiige Garrard 301 met tussenwiel valt als eerste de stilte van de Vyger op. Het loopwerk gedraagt zich als de perfecte steun voor het stuk vinyl. Daardoor is de muziekbeleving dieper, enig bijgeluid is er gewoon niet. De weergave van de lage tonen is schoon en strak en gaat ontzettend diep zonder een vorm van resonantie of kleuring. Direct al klasseer ik het element als schitterend terwijl het nog wel enige draaiuren mag hebben voor het echt los komt. Harpspel op de plaat is prachtig te volgen, de tweede stem is net zo mooi als die van de soliste. Het is liefdevol hoe de Vyger speelt, teder en begripvol.

Als ik weken later dezelfde plaat draai met een Edgar phono is het laag nog veel dieper en intenser. Het stereobeeld is stukken breder en de emotionaliteit neemt nog een stapje toe. Terug naar eerdere tijden. Eva Cassidy legt met “Songbird” haar heerlijke stem neer in de luisterruimte. Het is een ode aan haar geluid wat de Vyger/Phase Tech ermee doet. Veel spelers brengen teveel rust in het geheel, waardoor ze sloom worden en op den duur saai. Of ze zijn wild en baldadig als een Garrard, waarbij wel eens details en precisie verloren gaan maar je niet lang stil kunt zitten. De Vyger maakt een mooie mix tussen rust en speelsheid. Hij maakt muziek opwindend en meeslepend. Haast tastbaar met een enorm gevoel voor ritme en timing. Het is niet alleen de stem van Eva die iets extra te bieden heeft, het zijn ook de instrumenten achter haar, vooral percussie, die bijdragen aan het heerlijke geheel.

Uit de Sheffield hoek heb ik platen van Thelma Houston en Lincoln Mayorga. Niet altijd uitgelezen musici, wel perfecte opnames met veel dynamiek. Beide platen spelen fris en helder. Vrijwel onvervormd zijn ze levendig en transparant. Steeds is elke tik op een drumkit snel en puntig, wat nooit leidt tot overmatige briljantheid. Het brede stereobeeld staat goed op hoogte, een mens die zingt doet dat niet door een brievenbus, nee stemmen staan daar waar je ze verwacht. Zo’n 160 cm boven de vloer. Blazers vormen een feest op zich. Geweldig hoe instrumenten individueel te volgen zijn terwijl ze onderdeel blijven van een groter geheel. Snelheid en ritme zijn steekwoorden. Deze Vyger komt samen met een ooit eerder beschreven Bluenote draaitafel als één der weinigen in het territorium dat beheerst wordt EMT, Thorens 124 en Garrard 301/401. Hij heeft drive en pit in zijn donder, iets wat ik als essentieel in een speler beschouw en nauwelijks kan vinden in moderne snaaraangedreven draaitafels. Die zijn wellicht preciezer maar leveren niet de X-factor van plezier. Het maakt de Vyger voor mij een begeerlijk object. Want nu koppel ik plezier aan precisie en lever niets in. Dat maak ik net zo mee via een klassieke opname die is uitgebracht onder de naam “Bestseller Classic Nr. 1” door Clearaudio. “Für Elise” wordt heel subtiel gespeeld en blijft desondanks krachtig en vol vuur in de ruimte staan. Linker en rechterhand spelen hun eigen spel met de toetsen en vullen elkaar aan. De klank van de piano is vol en harmonieus. Klanken sterven langzaam uit nadat ze lang zijn aangehouden. Je “proeft” het instrument en je ervaart de rijkdom van de klankkast van een vleugel. In een daarop volgend menuet van W.A. Mozart heeft de viool een strakke echtheid. Het intense van de viool komt heel erg tot leven. Het “piepende” van het instrument wat zo kan irriteren voor een niet vioolmuziek liefhebber blijft in essentie bestaan vanaf de speler en het element, is echter nooit overdreven waardoor een bijsmaak zou kunnen ontstaan voor hen die viool op waarde schatten. Het is heftig, soms subtiel, het is bijna echt. Wie dit werk op waarde kan waarderen zal aan een Vyger/Phase Tech heel veel plezier beleven.

Opvallend is naast het correct weergeven van muziek dat de plaatruis zo laag blijft. Wat niet ten koste gaat van detail, in tegendeel, details zijn volop aanwezig. De speler zelf is doodstil en mogelijk werkt de kunststof ondergrond dempend op de plaatruis en mee geperste rumble. Het is een pakkende emotie die los komt en het moeilijk maakt op een technische manier te luisteren en aantekeningen te blijven maken. Telkens betrap ik mij erop dat ik alsmaar muziek speel en niets opschrijf. Dat wordt nog een potje erger als ik een Edgar TP-305 phono versterker weet los te peuteren van de importeur. Plaat na plaat volgt in de dagen dat die zijn werk in een aangename warmte doet. De klank van de Vyger past hier heel goed bij. Blijvend zijn elementen als ritme, snelheid en natuurlijkheid. Iets minder is het vergrootglas op details. Waar de pure winst ligt is het in breedte en vooral diepte toegenomen stereobeeld. Er gebeuren dingen in de ruimte die je ogen naar punten tussen en buiten de luidsprekers trekken alsof de musici zelf aanwezig zouden zijn. De impact van de muziek wordt nog groter en mijn bewondering voor het Phase Tech element stijgt bijna per LP. Het duurt niet lang voor het op mijn verlanglijstje staat. Genoteerd direct na de buizen phono versterker waarnaar ik zoekende ben. Het maakt ook niet uit wat ik draai. Klassiek, pop, jazz, oud werk of nieuw werk, de Vyger slikt het zonder probleem. Ik krijg van een vriend op LP Dead Can Dance, Patricia Kaas, Amanda McBroom, Clair Marlo, Ulla Meinecke en Diane Schuur. Uiteenlopende muziek op platen die door de vorige eigenaar met meer liefde zijn behandelt dan een moeder haar kind geeft. Geen stofje, geen krasje, alleen maar stemmen en instrumenten die mijn geest beheersen. Als mijn vrouw aankondigt de avond naar haar dochter te gaan juich ik in stilte. Platen draaien en blijven draaien. LP na LP komt uit de kast.

Natuurlijk ook mijn geliefde Julliete Gréco. Ik probeer mij keer op keer in herinnering te roepen hoe zij op haar best klonk. Ooit in Berlijn op een La Musica set, ooit op een Bluenote/Jan Allaerts, een Linn/Dynavector, een Transrotor/Goldring en al die anderen die bij mij thuis of elders stonden. Ik weet dat de Berlijn ervaring nooit meer is overtroffen en dat de Bluenote er het dichtste bij wist te komen. De Vyger is met een foto finish derde achter de Bluenote. Zowel met een vM als een Edgar phono voorversterker. Speler en element geven de ruimte aan Gréco, injecteren haar niet altijd aangename stem recht in mijn hart. Waarbij alles klopt. Stereobeeld, hoog laag midden, stem, instrumenten en vooral emotie, gedrevenheid en liefde. Van teder tot ruw, u vraagt: de Vyger draait. Uit eerdere ervaringen met platenspelers en elementen denk ik dat het Vyger Timor loopwerk verantwoordelijk is voor de beschreven: ruimtelijke afbeelding, plaatsing, gemak waarmee wordt weergegeven, grootsheid van het geluid, oplossend vermogen voor de lage tonen, stabiliteit, ritme, drive en dynamiek. Terwijl de arm en het element verantwoordelijk zijn voor: dynamiek (wederom), natuurlijkheid van de klankkleur, echtheid en verfijning tot in details.

Geschokt

Op het moment dat de Vyger het huis binnenkwam had hij nauwelijks draaiuren gemaakt. Net zo min als het element. Ik sloot hem aan en genoot toen al van de muziek. Niet veel later kreeg ik de Edgar phono versterker aangeleverd. Die had nog niet eens aangestaan en kwam zo uit de kist. Wetend dat een element speeluren moet hebben en een buis moet inbranden luisterde ik eerst meer uit nieuwsgierigheid dan voor een recensie. Ik merkte dat ik steeds vaker tijd en een excuus zocht om een plaat op te zetten naarmate de tijd verstreek.

Langzaam, zonder het direct te beseffen groeide de Vyger, de Phase Tech en de Edgar in geluidskwaliteit. Dat besef kwam als een schok op het moment dat de importeur van Vyger zijn speler weghaalde en ik mijn Garrard/Pro-ject/Benz op de Edgar aansloot. Toen realiseerde ik mij pas ten volle welk een geweldige performance de Vyger/Phase Tech neerzet. Zoals ik aan een mede recensent schreef: van Vyger naar Garrard is geen stapje achteruit maar een wandeltocht achterstevoren lopen. Ik hoop dat u die uitspraak op de juiste merites weet te schatten. Gelooft u mij dat ik het gevoel kreeg alsof er een slechte equalizer in de set meespeelde. Bovendien verkeerd afgesteld, weg was het grote stereobeeld, weg was de dramatiek, weg het volle overtuigende geluid, weg high end. Natuurlijk zal ik weer wennen aan de Garrard maar voorlopig draai ik alleen CD’s. Ik heb de tijd nodig om de schok te verwerken. In de tijd dat de Vyger thuis heeft gestaan bloeide hij op van een mooie speler die goed muziek maakt tot een topper die node gemist zal worden over een lange periode. Het doet bijna fysiek pijn dat hij meegenomen is.


Stoer

De Vyger Timor oogt stoer en zwaar. De Rega arm steekt er vervaarlijk buiten uit en soms houd ik het hart vast om de cantilever van het element. Het is geen draaitafel die je moet neerzetten in de buurt van zwaaiende stofdoeken of grijpgrage kinderhandjes. Het is wel een draaitafel die ontzettend veel muziekplezier geeft. De reïncarnatie van de gedrevenheid van tussenwielspelers, gecombineerd met de detaillering en precisie van een moderne snaaraangedreven speler. Het is één van de weinige platenspelers die snapt dat muziek uit meerdere dimensies bestaat. Ik merk vaak dat er een behoorlijke discrepantie is tussen liefhebbers van hoorns, buizenversterkers en tussenwiel ten opzichte van de pace en rhythm volgers die snaar, transistor en basreflex in het hart sluiten. Emotie versus analyse.

Er zijn maar weinig spelers die beide kampen op de wenken kunnen bedienen. Die een optelsom kunnen maken van positieve eigenschappen uit beide kampen in plaats van een slap aftreksel. In mijn ogen is de Vyger Timor met zijn Rega arm en het los aan te schaffen Phase Tech P-3 element een dergelijke speler. Geen moment heeft hij mij verveeld. Geen moment heb ik iets gemist. Alle momenten heb ik genoten van muziek. Die zo natuurlijk en gemakkelijk tot mij kwam dat ik in weken geen CD heb gehoord. Wat een heerlijk beest is deze speler. Speelt zo strak als hij eruit ziet en hoort thuis in de top. Zeker en vast een aanrader om te gaan beluisteren, mede omdat hij in de top tot de “betaalbaren” gerekend kan worden.


Prijzen:
Vyger Timor loopwerk incl. Rega RB300 arm 2999 euro
Phase Tech P-3 element 1499 euro


Importeur:
Sound E-motions b.v.
Poel 7
4007 RD Tiel
Telefoon 06 46736557 of 06 55113771
E-mail: info@soundemotions.com
Web: www.soundemotions.com

Gebruikte Hardware: 

Analoog:

Garrard 301 motor unit (in DIY console) Transrotor puck The Funk Firm Achromat mat Pro-ject 9” carbon fiber arm Benz-Micro Glider L2 low output MC element Vyger Timor loopwerk Rega RB300 arm Phase Tech P-3 moving coil element Van Medevoort PHM3 phono versterker Edgar TP-305 phono versterker

Versterking:

Ayon Audio 300B geïntegreerde versterker

Luidsprekers:

Focal-JMlab Electra 927 Be

Subwoofer:

Focal-JMlab Electra SW900 actieve subwoofer

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Kemp, Crystal Cable Power Reference Netspanning: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source, gescheiden audiogroep, AHP glas + Neozed zekeringen

Kabels en accessoires:

Interlink analoog: Crystal Cable Connect Piccolo Interlink subwoofer: Sharkwire LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference Meubel: Spectral Straight TV915