Bluenote Phono 1 mkII phonovoortrap


Eric de Boer | 30 november 2006 | Bluenote

Sinds jaar en dag staat Italie bekend om zijn passie voor schoonheid, zijn temperamentvolle volk en goede wijn en voedsel. Daarnaast zal menigeen bij het noemen van dit land gelijk de associatie maken met merken als Ferrari, Lamborghini of menig beroemd kledingmerk. Een hifi-liefhebber zal sneller denken aan Unison Research of Sonus Faber. Sinds vorig jaar importeert Sneek Hifi B.V. het merk Bluenote, dat dit laatste rijtje zeker mag completeren.

Voor mij staat een marineblauwe doos, die doet vermoeden dat er een paar dure dameslaarzen in zou kunnen zitten.

Het label van Bluenote, de schoonschrift letters Villa en een met de hand ingevulde – en eveneens zilverkleurige, wat een aandacht voor uiterlijk! – Phono 1 en het serienummer verzekeren mij er echter van dat het onder het deksel gaat om een phonovoortrap, die de analoge tonen van mijn platenspeler de komende tijd mag gaan doorvoeren naar mijn versterker.


Blauwe aandachtstrekker

Na de doos geopend te hebben kom je direct een enveloppe, een Engelstalige gebruiksaanwijzing en een strak en zorgvuldig verpakt zwart kastje tegen. De enveloppe herbergt een door de koper in te sturen garantiecertificaat. Hoewel de zeer lange doos dus anders doet vermoeden, valt het kasje qua omvang alleszins mee, de omvang betreft 13 x 11 x 24 centimeter, terwijl het gewicht toch een drie kilo bedraagt. Het geheel voelt zeer stevig en solide aan, en ook hier komt de Italiaanse aandacht voor uiterlijk weer duidelijk naar voren; de voorzijde is van een glanzend zwart acryl gemaakt, hetzelfde uiterlijk dat Bluenote ook toepast voor zijn draaitafels en geïntegreerde versterkers. Geen grote belettering, maar alleen vier imbusschroefjes in de hoeken, en een wederom zilverkleurig naamplaatje voor het merk. Boven in het midden zit een klein gaatje, waarvan ik weet dat er een helderblauwe LED achterzit, die het zwarte glimmende front van de voorversterker alleen maar accentueert.

Hier is écht aandacht aan geschonken. Als ik het toestel omdraai, prijken aan de achterzijde een ronde aan/uitschakelaar, vier symmetrisch vergulde tulpstekkeraansluitingen en precies hiertussen gecentreerd een groene aardedraadverbinding me toe. Linksonder zit een vast netsnoer (geaard) die eveneens zwart is en zwaar en goed afgeschermd oogt. Als ik de Phono 1 openschroef, om de vier interne jumpers goed te zetten voor mijn MC-element kom ik een zeer overzichtelijk geheel tegen. Twee printplaten, één voor de voeding, en één voor het geluidssignaal. De Phono 1 is voorbereid voor praktisch alle MM- en MC-elementen, en de vier jumpers kunnen worden ingesteld voor lage en hoge inputwaarden. De aparte voeding zit voorin de voortrap, zover mogelijk verwijderd van het geluidssignaal om interferentie te voorkomen. Deze voeding is volgens de maker van een dermate hoog niveau, dat hij evengoed gebruikt zou kunnen worden als voedingsbron voor een eindversterker. Nou lijkt me dit wat overdreven, maar degelijk oogt het geheel wel. Alle interne componenten zijn verbonden met een gedraaide bekabeling, duidelijk met de hand zorgvuldig vastgesoldeerd aan de vergulde printplaten.

Het frequentiebereik dat Bluenote opgeeft is groot, van 1Hz tot 100Khz bij een plus of min van 3dB. Vervorming is laag te noemen met 0,1% binnen 20Hz tot 20KHz, het brede aansluitbereik van de verschillende soorten elementen loopt voor MM van 0,9 tot 5,0 mV (micro Volt) en voor MC van 0,3 tot 0,8 mV. De signaal/ruisverhouding ligt respectievelijk op -80dB en -70dB. Ik plaats de Phono 1 mkII apart naast mijn set, in plaats van mijn NAD PP-2 pre, op een setje Masterbase dempers, om zo min mogelijk hinder te ondervinden van in de buurt zijnde storingsvelden van stroom en andere “vervuilers” want een gevoelige voortrap pikt dit op en geeft dit weer in het geluidsbeeld, wat erg hinderlijk kan zijn. Het betreft hier een reeds ingespeeld model, en de jumpers staan dus al netjes in de MC-stand. Na het aansluiten zet ik de schakelaar op “on” en de voorkant van de Phono 1 wordt verlicht door een blauwe LED, die vrij fel de kamer in schijnt. Een zeer lichte brom van de spanningstrafo valt me op, en deze brom blijft na het checken van de fase op de stroomtoevoer. Hopelijk is die niet hoorbaar als ik mijn versterker aansluit, hoor ik mezelf denken. De gebruikershandleiding van de Phono 1 maakt me duidelijk dat de Phono 1 het beste werkt na een flinke inspeelperiode, en op een plek geplaatst dient te worden waar het toestel niet of het minst onderhevig is aan grote schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid. De blauwe LED zal er de komende weken nog een paar keer voor zorgen dat ik aan bezoek moet uitleggen wat een phonovoorversterker precies doet, en misstaat zeker niet, te horen aan de vele opmerkingen die het kleine zwarte kastje in mijn huis teweegbrengt.

Luisteren

Tijdens een eerdere gelegenheid bij een dealershow heb ik de Phono 1 al in actie gezien en gehoord. Het leuke van toen was de vergelijking met andere phonotrappen. Er werden verschillende voorversterkers verbonden met een Transrotor Fat Bob S met een Rega arm en een Benz Micro Ace MC-element. Toen werd al duidelijk dat de Bluenote Phono 1 een gedegen concurrent vormde voor de gevestigde merken in de prijsklasse tot zo’n achthonderd euro. Bluenote heeft nog meer phonotrappen, de Phono II (met een virtuele accuvoeding en een prijs van net geen duizend euro), en de Pamphili (een rond buismodel met een nog hoogwaardiger afwerking, toen nog niet leverbaar, met een prijsstelling van rond de achttienhonderd euro).

Indertijd werd steeds hetzelfde nummer gespeeld: Phil Collins’ I don’t care anymore van het album Hello I must be going. Als instap werd een NAD PP-2 gebruikt, die ik goed kende. Tevens stonden een Van Medevoort, een Sphinx en een ASR Basis ter beschikking. In het hogere segment de Roksan Phono Reference DXP SE. Al vrij snel stonden de NAD, de vM en de Sphinx buitenspel, want in deze combinatie werd het redelijk digitale geluid van de opname erg rommelig en vermoeiend om naar te luisteren.

De Van Medevoort vertoonde vooral een wat tam geluid. De ASR, die toch een segment hoger in prijs is dan de Phono 1, had vooral moeite met het neerzetten van stage en muzikaliteit, maar gaf wel erg goed weer dat de originele opname uit de beginjaren tachtig niet erg goed waren, en specifiek bedoeld waren voor CD.

De Bluenote wist tóch een samenhangend geheel te vormen, eerlijk en open, maar veel neutraler dan eerdergenoemde merken. Er was een soort emotie hoorbaar, die alleen de Roksan met nog meer verve kon weergeven, maar dat is dan ook logisch met een bijna viervoudige prijskaart. Daar komt dan ook nog bij dat de Phono 1 een veel “jonger” product is dan de andere voortrappen, en de techniek in de loop der jaren ook niet stil heeft gestaan. Er wordt nog steeds doorontwikkeld omdat er gewoon een markt voor is. Gelukkig maar.

In mijn thuissituatie staat de Phono 1 aangesloten op een Bluenote Piccolo met een B5 mkII arm en een Goldring Eroica LX MC-element. Als versterking gebruik ik een Denon AVR-3803, de verbinding tussen de voortrap en de versterker is in eerste instantie een Monster interlink uit de M-600 serie, en later een Audio Selectief L100 interlink. Als weergevers gebruik ik monitor Audio Monitor3 speakers, verbonden met QED Silver Profile 12 kabel, en soms een JBL LX-2000 subwoofer, die eveneens met QED bekabeling wordt aangestuurd.

Ik leg als eerste een LP met Mozarts Requiem op de draaitafel. Het gaat hier om een oudere persing op het label Deutsche Grammophon Gesellschaft. Als de eerste tonen van de opening van dit stuk mijn luisterruimte vullen, valt me op dat er een zekere rust uitgaat van het geheel. Hoewel ik normaal rust als een pré betitel, wordt het geheel me iets té rustig, en kan ik niet echt genieten van het gebodene. Tam is de correcte benaming. Ik leg dan ook een andere LP op de speler, in de hoop dat het geluidsbeeld wat wijzigt, wat uitwijst dat het euvel ligt aan de opname en niet aan een van mijn componenten. Omdat ik deze trap eerder heb horen spelen, gebruik ik nu ook weer Phil Collins’ Hello I must be going. Wederom ervaar ik niet wat ik wel had verwacht en ook eerder had gehoord op de show. Het gehele geluidsbeeld is wel aanwezig, maar minder muzikaal en mist veel spreiding en diepte. Daarbij komt het bij deze LP wat rommelig over. Navraag bij de importeur hierover levert op dat ik het beste de interlink van Monster kan vervangen, de importeur zendt mij dan ook een andere toe, die na een weekje inspelen mag bewijzen wat hij kan. Een weekje inspelen later besluit ik de kabel te laten zitten, want deze Audio Selectief L100 doet alles wat ik mag verwachten, en combineert prima met de voortrap. Opnieuw Phil Collins op de speler, en nu krijg ik eindelijk het geluidsbeeld dat ik ook op de show had gehoord. Rust en emotie komen als eerste woorden in mijn gedachten op. De drums, die duidelijk digitaal zijn, hebben meer impact en in plaats van een rommelig digitale kakofonie word ik getrakteerd op een evenwichtig stuk muziek.

Benieuwd of de Phono 1 ook een verschil weer kan geven met een groter dynamisch bereik. Ik zet The Anthony Wilson Trio op, met de LP Savivity (uitgevoerd op 45 toeren 180 grams vinyl). En jawel, het geluid is aanzienlijk verbeterd ten opzichte van de NAD PP-2, die ik eerst gebruikte. De verandering is zo helder, dat mijn vriendin er ook voor gaat zitten, en komt meegenieten van het spel van deze gitarist, die ook Diana Krall begeleid. Een glas wijn erbij, en we worden meegevoerd door de muzikale emotie die ons wordt voorgelegd. In mijn thuisopstelling is dit met een LP eigenlijk niet eerder voorgekomen, mijn partner laat me meestal maar begaan, het boeit haar nou eenmaal niet zozeer. Nu is dat anders. Als ik haar daarna vraag wat ze nog meer wil horen, trekt ze Robbie Williams’ Swing When You’re Winning uit de kast en schenkt ze nog eens bij. Mr. Bojangles begint met een soort fluisterende Robbie, die de kamer inkomt met alle helderheid die een stem natuurlijkerwijs kan hebben. Het laag in deze opname is wat harder, en ook dit wordt door de Phono 1 feilloos weergegeven. Omdat het al wat later op de avond wordt, gaat dus de subwoofer uit, die ik ook totaal niet meer mis. Vanaf dit moment staat de subwoofer dan ook bijna op zijn zachtst als ik een LP draai, de Phono 1 geeft weer wat hem wordt aangeboden door de speler die erop staat aangesloten.

Weer alleen

Als ik later alleen kom te zitten, de wijn werkt altijd goed bij mijn vriendin, zet ik Fiona Apple’s Extraordinary machine op. Het eerste nummer is de titelsong, een apart en vooral vocaal nummer in een voor mij niet te plaatsen genre. De bellen die in dit nummer worden gebruikt, klinken ver en diep door, en de stem wordt pal voor mijn neus geplaatst. Het tweede nummer van deze plaat is een met laag doorspekte song, maar wordt ook met alle mogelijke emotie en verve weergegeven. Het hoog staat hoog, er heerst rust en spreiding tot ver buiten mijn luidsprekers en de stem hangt op ongeveer één meter zestig in de lucht, waar je hem ook live zou verwachten.

Benieuwd hoe akoestische gitaar klinkt op de voortrap, leg ik A fridaynight in San Fransisco live van de heren Al Di Meola, John McLaughlin en Paco De Lucia op het draaiplateau. Een oude opname op het Philips-label uit 1980, die ik vorig jaar tweedehands heb bemachtigd op de Koninginnedagmarkt hier in mijn woonplaats. Het album verkeert in zeer goede staat en voor mij wordt een podium weergegeven met een breedte die mijn luisterruimte ver overtreft. Ik kan de heren gitaristen tot op de snaar nauwkeurig volgen, en hen letterlijk voor me uittekenen op hun eigen podium. Het geheel doet me denken aan een jamsessie ergens op een hete zomeravond in Spanje of Mexico. Duidelijk hoorbaar is dat deze artiesten met ontzettend veel plezier hun spel beleven, en dit graag met iedereen delen, die het maar horen wil. Dit is genieten! De dagen erop volgen nog vele LP’s en eigenlijk laat ik mijn cd-speler de eerste tijd volkomen met rust. Niet bewust, maar gewoon omdat ik zoveel herontdek aan mijn LP-collectie.


Conclusie

Een draaitafel kan heel mooi en vol klinken. Dit is volgens mij dan ook de reden dat de LP nog lang niet verdwenen is van het toneel, en eigenlijk ook niet geëvenaard kan worden qua klank. Een CD geeft toch weer een heel ander geluid.
Op het moment dat je een goede investering wilt doen aan het analoge gedeelte van je set, doe je er misschien goed aan om te kijken naar de phonotrap. Die doet werkelijk veel aan de totale beleving van het geluid van een platenspeler, mits de gebruikte combinatie goed is. Zelf uitproberen is dus ook hier een must.

Ik heb werkelijk genoten van de kunsten van de Bluenote Phono 1 mkII, en hoop dit nog lang te kunnen blijven doen. Wil je een uitgebreid scala aan instellingsmogelijkheden, dan kun je beter wat meer geld uitgeven aan de Roksan, maar qua geluid komt de Bluenote hier wel heel erg dicht in de buurt. En dat voor maar een fractie van de prijs. Sleutelwoorden zijn rust, controle en emotie, maar met passie! Iets wat Italianen eigenlijk altijd willen hebben. Het is Bluenote hiermee in ieder geval gelukt!




Aanvullende informatie:
Bluenote Phono 1 mkII MM- en MC voorversterker 599 euro
Voor informatie: http://www.sneekhifi.nl of http://www.bluenote.it

Gebruikte Hardware: 

Analoog

Bluenote Piccolo mkII Bluenote B5 mkII Titanium arm Goldring Eroica LX Moving Coil element Nad PP-2 Bluenote Phono1 mkII

Digitaal

Denon DCD725 cd-loopwerk Denon DVD2900 DVD-Video/ Audio/ SaCD loopwerk Sony RDR-GX3s Dvd-recorder Samsung DCB-9401R DVB-tuner

Versterker

Denon AVR-3803

Luidsprekers

Monitor Audio Monitor3 Rosewood afgevuld met loden korrels (voorluidsprekers) Monitor Audio Monitor3 Cherrywood (achterluidsprekers) Infinity HCS-center (centerluidspreker)

Subwoofer

JBL LX-2000 subwoofer

Stroom, kabels en accessoires

Kemp Power Source netfilter Belkin SurgeMaster2 gemodificeerd Audio Selectief L100, Monster M-850i, M-600 en PrifiGold PGV Interlinks Qed Sub-cable Qed en Tasker luidsprekerkabels Vibrapods, Masterbase en Nutters Audio dempers/schotels DIY “Vlechtsneek” stroomkabel Empire meubel