Scan Speak Maxima


Bert Oling | 01 maart 2007 | Scan-Speak

(eerder gepubliceerd in HVT maart 2006)

Het zelf bouwen van luidsprekers is voor velen een plezierige en zinvolle vrijetijdsbesteding. Ik kan er uit ervaring over meepraten. Mijn eerste luidsprekers waren kleine gesloten systemen op basis van de befaamde KEF T27/B200-combinatie met een eigen scheidingsfilter.

De kast werd gebouwd door mijn vader met verlijmde stukken spaanplaat en multiplex, op basis van een van de BBC monitor model: smal en heel diep. Dat is inmiddels lang geleden en de tijd heeft niet stilgestaan. In de testkamer van HVT werd door Speakerland een top-zelfbouw-systeem neegezet. Tsja, da’s andere koek.

Luidsprekers zelf bouwen vraagt een beetje gevoel voor techniek. En kennis van houtbewerking is meegenomen. Maar het gaat natuurlijk om het uiteindelijke resultaat. Er zijn geen betere luidsprekers dan die je zelf gebouwd hebt. Luidsprekers waar je je eigen ziel en zaligheid in hebt liggen. Maar, zoals altijd, de volgende zijn wéér beter. Het aanbod van onderdelen is onoverzichtelijk groot en bestaat voor de gevorderden uit losse luidspreker- en filtercomponenten van bijna alle fabrikanten. Samengestelde kits inclusief houtpakketten zijn meer voor de beginner. In de zelfbouwwinkels kunnen de meeste systemen wel beluisterd worden. Handig, want dan weet je in elk geval wat je gaat bouwen, nietwaar? Vroeger viel het aanbod van de zelfbouwwereld op door veel grote veelwegsystemen, maar daar is ook de kunst van het beperken doorgedrongen. Veel is niet per definitie beter. En dat weten ingewijden maar al te goed.


Beperkingen

Is de zelfbouwluidspreker anders dan een kant en klare luidspreker? Wat zijn functie betreft natuurlijk niet, als we ervan uitgaan dat de taak van de luidspreker een heel complexe is: het omzetten van de aan de luidsprekerklemmen aangeboden elektrisch muzieksignaal in akoestische informatie. Als het om een hifi-luidspreker gaat, voegen we er nog een voorwaarde aan toe: de muzikale informatie die we uiteindelijk horen, moet geen storende bijproducten (voor de technisch onderlegden onder ons: lineaire en niet-lineaire vervorming) bevatten, noch essentiele muzikale informatie weglaten of maskeren.
Dat hoeft in principe niet mooi, maar alleen correct te gebeuren. Juist is nog steeds het adagium voor HiFi. En vooral die laatste toevoeging is de welbekende adder onder het gras.

Kortom: er is nog steeds geen luidspreker die aan die eis van honderd procent kan voldoen, daarvoor is het principe van de dynamische luidspreker veel te beperkt.
Toch zie ik vaak verschillen in zowel technisch als klankmatig gedrag tussen beide kampen. De ‘kant-en-klare’ luidspreker is in de meeste gevallen een compromis tussen de inzet van hardware en menskracht. En zeker niet te vergeten de factor marketing. Dat wil zeggen de gewenste positie in de markt (prijs/kwaliteitsverhouding). De zelfbouwer hoeft zich daar allemaal niet om te bekommeren. Hij kan voor een MaxiMax oplossing kiezen. De maximale inzet van maximale middelen voorzover zijn portemonnee het toestaat.


Eigenrichting

Dus die laatste oplossing is altijd beter? Nou niet altijd, want er spelen in ons vak allerlei emotionele en andere factoren een rol. Natuurlijk kun je een Avalon-kast nabouwen. Met wat pijn en moeite kom je aan vergelijkbare chassis, maar het filter wordt al een stuk moeilijker, want Neil Pattel is niet zo scheutig met informatie. Dus wat uiteindelijk in je kamer staat, is geen Avalon of iets gelijkwaardigs. Het is het gewoon een zelfbouwluidspreker die op een Avalon lijkt. Maar klankmatig is het gewoon een andere luidspreker.
Dat is dan ook de reden dat de zelfbouwwereld de afgelopen twintig jaar een eigen weg is ingeslagen. De aangeboden kits in het middenprijsklasse segment zijn zonder uitzondering doorwrochte ontwerpen die, mits aangestuurd door een goede versterker, alleszins muzikale resultaten geven. Eventueel voorzien van een persoonlijke touch in de vorm van wat klankmatige balansaanpassingen en natuurlijk de kastafwerking.


Ruud Jansen van Speakerland

De top is een ander verhaal, omdat men dan moet concurreren tegen ingespeelde fabrikanten met soms indrukwekkende research budgetten. Toch is Ruud Jansen van Speakerland die uitdaging aangegaan. Ruud is van bouwjaar 1964, heeft een achtergrond waarin HTS Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde als rode draad fungeren. Als doel had hij een carrière bij DSM Research voor ogen, maar uiteindelijk heeft het HiFi-virus en het avontuur van het zelfstandig  ondernemerschap hem te pakken gekregen, waardoor hij van zijn hobby HiFi en luidsprekers bouwen zijn beroep heeft gemaakt.

Maxima(al) haalbaar

Ik zal geen toespelingen op de naam maken, laten we het er maar ophouden dat de Maxima een groot systeem is die een plaats in een grote ruimte verdient. De Maxima’s die in onze HVT luisterruimte stonden waren zéér netjes afgewerkt. Of hij een plaatsje in één van de interieurs van Schöner Wohnen zal krijgen, waag ik te betwijfelen. Naar ik heb horen verluiden, luisteren designgoeroes toch niet naar muziek. Een losse LP-hoes zou het strakke interieur eens bederven…
De Maxima is een systeem dat twee kasten gebruikt: één voor het laag met daarin een actieve aansturing voor de LF sectie en één voor het hoog met twee middenlaageenheden in een d’Appolito opstelling met de tweeter in het midden. De gebruikte componenten behoren tot de beste die de luidsprekerwereld kan leveren.


Hollands glorie

De bijzondere 25 cm lagetoneneenheid komt net als de andere eenheden uit de stal van Scanspeak. Het is een ontwerp dat hele grote conusbewegingen aankan dankzij een grote rolrand, die bijna naadloos aansluit op de gecoate aluminium conus. De motor, een grote ringmagneet en vermogensvaste 4 ohm’s spreekspoel met lange slag, helpen mee aan het mooie lineaire gedrag van deze superbe eenheid. Hij wordt actief aangestuurd door een klasse D versterkermodule die in een apart compartiment zit. Hij komt uit de vaderlandse Hypexkeuken. (Voor de nieuwsgierigen, Ruud Jansen gebruikt de UCD400 module die zo’n 400 watt aan 4 ohm kan leveren, binnenkort in deze pagina’s aandacht voor deze bijzondere versterkermodules van eigen bodem).
De kast mag er zeker ook zijn. Er is niet bezuinigd op wanddikte noch op de loodbitumen wanddemping. De frontplaat en achterwand zijn dubbel, de wanden zo’n 25 mm dik en de kast is bovendien inwendig geschoord. Jansen koos voor een gesloten kast. En bij deze keuze sluit ik me volledig aan.

Levenspartner

Ja, omdat mijn naam eerder werd genoemd, voeg ik graag mijn luisterervaringen hierbij toe. En zo je weet, doe ik ook nog wel eens wat met microfoons in de concertzaal. Wat dat betreft ben ik van de ‘oude’ stempel. HiFi is nog steeds een streven. De apparatuur is een middel en, niet onbelangrijk: luisteren naar muziek het doel. En om te weten wat er zich in de concertzaal afspeelt, is er geen betere methode om hierachter te komen dan het zelf opnemen van livemuziek. Zet maar eens twee microfoons ergens neer en ga maar eens luisteren naar het resultaat… Op deze plaats en in dit kader wil ik dat graag nog eens gezegd hebben, want als ik de reclamekrantjes van de grootgrutter en andere winkelbedrijven moet geloven is álles tegenwoordig HiFi. Nou niet dus, de meeste luidsprekers in die folders zijn meer geschikt om in het voorjaar kleurige vogeltjes een onderkomen te bieden…

En dan stip ik graag een ander punt aan: natuurlijk zijn specificaties belangrijk, maar als je niet weet wat er mee te doen of hoe te interpreteren, heb je er niet veel aan. Een vroegere werkgever zei het heel kernachtig: “Je neemt toch ook geen levenspartner op doktersadvies?”, of woorden van gelijke strekking. Toch stip ik hierbij ook graag nog even een bezoek aan DST aan. DST staat voor Danish Sound Technology, de moederfirma voor Scanspeak. Bijna twee jaar geleden was ik daar op fabrieksbezoek op uitnodiging van Audio Components, de importeur van onder andere de drivers van dit Deense huis.

Ik heb gezien met welke precisie de dubbelmembraan-units werden vervaardigd, we kregen toen de primeur te zien die je nu her en der op ziet duiken in andere top-systemen maar, als gezegd, ook in deze Maxima’s. In tegenstelling tot wat velen als imponerend ervaren bij het beluisteren naar luidsprekers, is het willen luisteren naar ‘majestueus’ laag. Nou ontbeer ik deze ‘lage lusten’ om de eenvoudige reden dat ‘laag’ voor mij een ondersteunende functie moet hebben. De muzikale informatie staat wat mij betreft in het stemgebied.

Tot slot nog even dit. Kernwoorden voor mij bij het luisteren naar deze Maxima’s zijn ‘levensechte afbeeldinggrootte’ en ‘symfonisch’. Dat laatste in de letterlijke zin van het woord: harmonisch geheel.


De MF/HF sectie

Deze kast is eveneens zonder compromis gebouwd en staat goed ontkoppeld op de baskast. De twee mid/woofer eenheden hebben een gecoate papieren conus met verstevigingen om conus break-up tegen te gaan. Ze zijn op de baffle gemonteerd in een d’Appolito-opstelling en zitten elk in hun eigen behuizing. De eenheden hebben een aantal bijzondere eigenschappen; ze kunnen een lange slag maken en krijgen daarbij de hulp van een gepatenteerde ophanging. Er zitten geen parallelle vlakken in de kast om staande golfvorming tegen te gaan. De ring-emitter tweeter zit tussen beide LF/MF eenheden in zijn eigen behuizing. De LF/MF eenheden worden in het laag niet afgefilterd, waardoor de baskast kan fungeren als ‘toevoeger van het ontbrekende’.

De passieve filtering maakt gebruik van de beste componenten zoals dubbelgewikkelde inductievrije MKP + condensatoren en met Tritec litze draad gewikkelde spoelen. Datzelfde geldt voor de aansluitingen (WBT). Uit deze componentkeuze is op te maken dat er veel oog voor detail is. Maar de afwerking van de Maxima is sowieso subliem. Wat mij betreft had Maxima ook wel ‘Statement’ mogen heten, maar dan liefst in mijn moers taal.

De kerk in de kamer

Zowel Theo (Wubbolts - HVT, red.) als ik hebben in onze luisterruimte ons licht over de Maxima’s laten schijnen. In muzikale zin welteverstaan. De beschikbare elektronica was van Arcus en NAD. We merkten dat de Maxima op dat vlak niet overdreven gevoelig was. En dat is natuurlijk niet zo gek als je bedenkt dat het laag actief wordt aangestuurd. Wel moet de elektronica een schoon karakter hebben, maar dat spreekt voor zich. Dit soort systemen gebruik je nu eenmaal niet met een honderd euro DVD-spelertje en bijpassende AV-receiver met ingebakken ademhalingsproblemen.
Mijn eerste indruk was die van autoriteit en rust. Neen, niet overweldigend, want dan gaan bij mij alle haren recht overeind staan. De Maxima heeft juist een bescheiden en onopvallend karakter. Voor mij begint het dan pas echt; een goede luidspreker valt niet op…

Mijn eigen criteria zijn op die middag ruimschoots de revue gepasseerd. De verleiding bestaat natuurlijk om zo’n groot systeem te laten aansturen door stevige volumineuze muziek. Dat doe ik dus bewust niet. Ik ben begonnen met de kleine vorm: een eigen opname van een viola da gamba en een mooi klavecimbel in sonates voor gamba en basso continuo. Dit stuk is opgenomen in een Romaans kerkje buiten Groningen. De echte kwaliteit van de Maxima werd meteen duidelijk: ruimtelijke afbeelding. Ik keek via de luidsprekers in die kerkruimte met zijn merkwaardige akoestische toevoeging door het ronde koor. Het klavecimbel kreeg geen extra laagregister mee, zoals dat zo vaak door grote systemen gebeurt. De gamba stond mooi slank en harsig in de ruimte voor het klavecimbel. De volgende opname was een groter koorwerk: Strawinsky ‘Les Noces’. Mijn oren waren gespitst op kleuring, neuzigheid, keligheid.

Niets van dat alles. De luidspreker heeft een mooie neutrale balans. Hij is wel ietsepietsie teruggetrokken. Maar daardoor doet de Maxima het waarschijnlijk in een harde ruimte ook netjes goed. De slagwerkinstrumenten en de piano’s bereikten nergens de pijngrens, terwijl de grote trommen veel echt sublaag onze luisterruimte lieten inrollen. Overigens wel met veel ‘stofuitdrukking’: de slagwerkstok raakte vel. Datzelfde geld voor het sublaag van een orgel (in dit geval de organist Dirk S. Donker op het Maarschalkerweerd orgel van de Martinuskerk te Sneek in werken van César Franck, Hecro HRCD 0410). Als er één kwalificatie is die ik vaak tegenkom in HiFi-land dan is het wel het misverstand over het orgel. Bulderende volwerk registraties worden gebruikt om de argeloze luisteraar van de kwaliteiten van deze of gene laagweergever te overtuigen.

Mis, helemaal mis. De lage orgelregisters (16 voet en groter) in hun pure vorm, zijn pas écht te horen in zachte passages waar de lange lage tonen goed kunnen uitklinken. Bedenk dat 2% harmonische vervorming van een toon van zo’n grondtoon van zo’n 40Hz al luider is dan de grondtoon zelf.
Complimenten voor de Maxima. Geen verdubbeling gehoord, strak en onwaarschijnlijk diep voorzover onze luisterruimte dat toestaat. De voordelen van een actieve aansturing van het laag zijn dan heel evident. Nee de muziekliefhebber die niet voor effecten gaat maar voor echte kwaliteit, is met de Maxima uitstekend geholpen. Wel moet de keten ervoor van goede kwaliteit zijn, zo transparant mogelijk.
Tja, de zelfbouwer die hier voor gaat heeft nog een aantal mogelijkheden tot variatie: actieve filtering, bi-amping. Maxima maximaal zou ik willen zeggen. Veel succes!

 

product:
luidspreker Maxima

prijs:
vanaf zo’n 6.500 euro per paar (er zijn diverse uitvoeringen, ook leverbaar als zelfbouwpakket,vanaf 4.200 euro per paar)

fabrikant:
Speakerland
tel. +31 (0)412 647 650
www.speakerland.nl