Lyra Argo i Moving Coil


Kilian Bakker | 05 april 2007 | Lyra

In 1985 ging het Japanse merk Lyra van start. De volledig met de hand gebouwde en pure Low Output Moving Coil elementen vonden al gauw gretig aftrek bij audiofielen en audio-recensenten, met name in Engeland. Het oude type Clavis werd uiteindelijk zelfs een soort audio-legende.

Jonathan Carr was en is ontwerper van alle Lyra elementen (Carr is een geboren Amerikaan maar woont al vele jaren in Japan). Het in 1983 opgerichte bedrijf Scan-Tech was jarenlang vooral druk in de weer met het fabriceren van op-maat ontworpen en handgebouwde elementen voor bekende fabrikanten als Audio-Quest, Spectral en Linn en de distributie van de Lyra producten.


Jonathan Carr

De Lyra elementen die als altijd door Yoshinori Mishima werden (en worden) vervaardigd waren op een gegeven moment zó succesvol dat de eigenaar van Scan-Tech (Stig I. Bjorge) in 2002 besloot om zich geheel op het merk Lyra te gaan richten. De recente naamsverandering van Bjorge`s bedrijf `Scan-Tech` naar `Lyra Co. Ltd.` onderstreept die verschuiving van perspectief binnen dit in Tokyo gevestigde bedrijf.


Argo i

De Argo is het tweede model uit de Lyra-lijn en kan worden gezien als een `scaled-down` Helikon. Qua technologie heeft de huidige serie Lyra elementen weinig overeenkomsten met de voorgaande modellen (Lydian, Clavis en Parnassus), wat mede komt door de toepassing van ringmagneten (komen we zo op terug) en de geheel open behuizingen die uit één stuk zijn vervaardigd. De nieuwe uitvoering van de Argo draagt trots een `i` van improved achter zijn naam en die verbetering zit hem in de nieuwe ophanging van het cantilever.

Stig Bjorge legt het ontstaan van de Argo i (en Titan i) als volgt uit: Verschillende klanten vroegen hem, of de `Tracking Ability` (correct sporen, zonder aftastvervorming bij grotere amplitudes) nog beter zou kunnen omdat bij sommige test-LP`s zoals de Image HiFi Test Record (en de HiFi News Test Record 2) de oudere versies niet altijd de testgroeven met de grootste amplitudes probleemloos konden aftasten. Bjorge geeft daarbij de (terechte) kanttekening, dat de Tracking Ability mede afhankelijk is van de compatibiliteit van de gekozen toonarm met het (in dit geval Lyra) element.

Bij het ontwikkelen van de `i` versies werd er daarom gekeken naar zowel de spandraad als de demper (rubber ring) omdat men bij Lyra een soepeler werkende ophanging wilde creeren zodat het (amplitude-) aftastbereik groter zou worden. Een spandraad met een hogere flexibiliteit en een bijpassende demper werden gevonden, waarna Yoshinori Mishima het systeem een nieuwe afstemming heeft gegeven. De soepelere ophanging en de nieuwe afstemming hebben naast een groter aftastbereik ook gezorgd voor een klankverbetering, aldus Lyra. Bjorge benadrukt nogmaals, dat de oudere Lyra ontwerpen (in combinatie met de juiste toonarm) nog altijd tot bijzonder goede klankmatige én aftastprestaties in staat zijn maar dat de huidige versies breder toepasbaar zullen zijn.

De Lyra Argo i wordt verpakt in een compacte doos met de modelkleur (in dit geval blauw) en een schuimrubber binnenverpakking met een perfect passende uitsparing voor het element. Het `survivalpakket` bestaat uit imbusboutjes van verschillende lengtes, een imbussleuteltje en een vel met duidelijke (Engelstalige) instructies en lijntekeningen.
De naaldbeschermkap is niet alleen fraai maar ook praktisch omdat hij tijdens het monteren (en dus hanteren) op de behuizing kan blijven zitten.
De Argo i is, zoals altijd bij Lyra, bijzonder mooi afgewerkt, van het uit één stuk blauw geanodiseerd aluminium chassisblok tot de opbouw van de `generator` (met de kleinst denkbare stelschroefjes).

Een bijzonder kenmerk van de Lyra generator is dat het magnetisch veld wordt gegenereerd door twee ringmagneten, één achter de demper en één in de witte kunststof poolplaat die zich voor de spoelen bevindt. Deze constructie zorgt voor een meer direct en beter gebundeld magneetveld (minder onnodige strooivelden of ‘lekkage` door overgangen) én een meer solide constructie omdat de generator direct met het chassis is verbonden. De naaldtip is als altijd de `PA Ogura` Line Contact versie die dankzij een zeer klein profiel dieper in de groef kan aftasten, waar de groefwanden meestal minder beschadigd zijn en wat resulteert in een meer ruis- en tikarme weergave. Het cantilever bestaat uit een massieve boron staaf met een extra metalen kraag en de spoelen hebben een eigen impedantie van slechts 4 Ohm. De spoelen zijn opgebouwd uit zuiver koperdraad en zijn gewikkeld rond een chemisch gezuiverd ijzeren spoelkern. De aansluitpennen van de Argo i zijn van een laag Rhodium voorzien en het aluminium chassis is van getapt schroefdraad voorzien, zodat moertjes niet meer nodig zijn.

De uitgangsspanning is 0,45 millivolt en het frequentiebereik loopt van 10 Hertz tot 50 kilohertz. De kanaalscheiding is een indrukwekkende 30 dB en de Argo i weegt 6,5 gram. De compliantie ligt op 12 cu en het naalddrukbereik ligt tussen de 1,7 en 1,8 gram, wat betekent dat er een accurate toonarm-calibratie of een nauwkeurige naalddrukweger zoals de Digital Stylus Pressure Tool nodig zal zijn.

Set-up en Luisteren

Het recensie-exemplaar van de Argo i was reeds ingespeeld maar kreeg toch eerst de kans om `bij te komen` met verschillende LP`s. De naalddruk was aanvankelijk ingesteld op 1,74 gram (Lyra adviseert altijd om van de lagere opgave uit te gaan en in dit geval bleek een niet al te hoge druk ook beter) maar uiteindelijk werd er gekozen voor 1,72 gram.

Overigens werd de Argo i aan de Wilson Benesh A.C.T. 0.5 toonarm gemonteerd met de schroefjes van het Dynavector DV 20X L element omdat het schroefdraad van de Lyra imbusboutjes een fractie te dik was voor de sleuven in de W.-B. carbon fibre armbuis waardoor het element niet meer in de sleuven kon worden verschoven (de sleuven bleken overigens ook te krap voor de kruiskopschroeven van een Shelter element).

De VTA (verticale aftasthoek) werd zo ingesteld dat de bovenkant van het Argo i chassis parallel met het plaatoppervlak stond met een 160 gram zware persing als ondergrond.

Lyra`s waren vroeger al VTA-gevoelig en ook bij dit model bleek, dat bij een iets te positieve (voorover hellende) VTA het hoge midden al gauw een wat scherp en `forward` karakter kreeg terwijl bij een te negatieve VTA de focus duidelijk afnam en er zelfs een minder impulsief karakter ontstond. Wat extra geduld bij het instellen van de VTA kan daarom (bij alle Lyra`s) zeker worden aanbevolen. De Argo i werd afgesloten met een `load`-impedantie van 68 Ohm.


Luisteren

Van Tracy Chapman`s debuut-LP werd de track `She`s Got Her Ticket` gedraaid, om te beoordelen hoe de Lyra met de combinatie van fel gespeelde drums en het rustige gitaarspel van Miss Chapman zou omspringen. De drumintro kwam met een verfijnde nagalm en veel lucht naar voren, waarbij de tikken zelf wat slank maar wel pittig overkwamen. Tracy Chapman`s stem klonk soepel en helder en werd met een goede focus afgebeeld.

De weergave van de kickdrum-stoten maakten de meeste indruk omdat ze op uiterst solide wijze werden gepresenteerd en een stevige impact meekregen terwijl de Argo i ook een goede grip op het geheel wist te houden. De koebellen kwamen met een volle klank naar voren en werden los afgebeeld. De elektrische gitaar werd op vrij plastische wijze weergegeven alhoewel de klank tonaal wat rijker had gemogen. De Hi-hats kwamen flink impulsief maar wel wat `wit` over. De bas kwam op droge en krachtige wijze naar voren waarbij de melodielijn van de baspartij goed te volgen bleef.

Hans Theesink`s mooie LP Call Me (in 180 grams Blue Groove persing, ter beschikking gesteld door Synfonique) werd tevoorschijn gehaald om de track `Soul Of Song` te beluisteren. Het dynamische mandolinespel van Theesink in de intro kwam met een rijke klankkleur en flink expressief naar voren. De tuba werd op rollende en bijna `ademende` wijze weergegeven. De melodielijn van het tubaspel was met groot gemak te volgen en kwam met een gearticuleerd vibrato naar voren. De sonore stem van Hans Theesink klonk rustig en werd daarbij groot en los afgebeeld. De drums kwamen op knallende maar ook strakke wijze naar voren, waarbij de hi-hats met een natuurlijke metaalruis werden weergegeven. De piano werd met veel lucht afgebeeld terwijl het toetsenspel een mooie hoeveelheid `gewicht` meekreeg in het lagere bereik. De blazers klonken wat `bescheiden` maar werden met een goede focus en vrij ver in de diepte afgebeeld.

De 180 grams Analogue Productions heruitgave van The Weavers Reunion At Carnegie Hall 1963 ging onder de PA Ogura tip om de track `Traintime` te beluisteren. Bij het (akoestisch) gitaarspel van Pete Seeger kwamen zowel de aanzetten als het natrillen van de snaren op bijzonder gedetailleerde en heldere wijze naar voren.

De zeer subtiel gespeelde zachte passages werden op luchtige en puntige wijze weergegeven. Bij de kortstondige `losbarsting` van het gitaarspel kwamen niet alleen de snaren maar ook de klankkast goed uit de verf. Peter Seeger`s stem klonk wat slank maar werd op gearticuleerde en transparante wijze gepresenteerd. De LP Puttin` It Down van de onvergelijkbare Terry Evans werd op de Wilson-Benesh viltmat gelegd om de track `Too Many Ups And Downs` te beluisteren.

De melodielijn van de bas werd ook hier weer op zeer duidelijke en tonaal correcte wijze weergegeven, waarbij de baspartij wat minder `gewicht` meekreeg dan met enkele andere Moving Coils het geval was geweest. De elektrische gitaar kwam met een subtiele en verfijnde weergave van het snarenspel naar voren. De zware gromstem van Evans werd op plastische wijze en groot afgebeeld. De weergave van het pianospel was niets minder dan schitterend, met een rijk timbre en parelende hoge tonen. De drums kwamen met veel drive en een solide impact naar voren. De met `brushes` gespeelde partijen kwamen op ademende wijze naar voren, terwijl het trommelvel op bijna fysieke wijze merkbaar was. De shakers kregen een bijzonder gearticuleerde "shhhk" klank mee en kwamen op zowel luchtige als expressieve wijze naar voren.

Van K.T. Tunstall`s LP Eye To The Telescope werd de track `Black Horse And The Cherry Tree` gedraaid. De akoestische gitaar werd op droge wijze en met een plastisch klinkend snarenspel weergegeven K.T.`s zang kwam op open wijze en met een goede scheiding van haar double`s naar voren terwijl die double`s op levendige wijze en met veel presence werden gepresenteerd. De drums klonken strak en lekker knallend terwijl de rim-shots op impulsieve wijze werden weergegeven en een mooie hout-op-staal klank meekregen. Het geheel klonk flink levendig en werd met een aanstekelijke ritmische `drive` weergegeven. Het bleek dat de Argo i zijn diamanten tand graag in levendige muziek met stevige baspartijen en knallend percussiewerk zet, om het geheel vervolgens op moeiteloze wijze te ontrafelen. Met zware (180 gram, 200 gram) kwaliteitspersingen onderstreepte de Argo i dat Lyra elementen van huis uit meesters in hoge resolutie en ruimtelijke afbeelding zijn, maar ook dat ze gevoelig zijn voor minimale verschillen in de verticale aftasthoek (iets wat onvermijdelijk is, gezien persingen soms wel 80 gram van elkaar kunnen verschillen). Gezien de Wilson Benesh A.C.T. 0.5 toonarm (en vele andere armen met hem) geen traploos instelbare VTA-kraag heeft zoals de duurdere Graham modellen, was het praktisch ondoenbaar om voor elke plaat de VTA opnieuw in te stellen. Mede omdat de VTA werd ingesteld met een 160 grams persing (op zich een goed uitgangspunt voor eigenaren van veel 180 grams én standaard persingen), waren de dikkere schijven daarom wat in het voordeel (overigens: dik is niet altijd beter, een werkelijk goede 120 grams persing kan verbluffend goede resultaten geven). Bij 12 Inch lange toonarmen zullen dikteverschillen tussen LP`s overigens minder invloed hebben. Het moet gezegd dat de Argo i minder gevoelig was voor "ski-schans" oploopgroeven (met holle rand), hobbelige plaatoppervlaktes of groeven met grote amplitudesprongen dan enkele oudere Lyra`s, zodat de `i` versie kan worden beschouwd als een geslaagde upgrade.


Conclusie

Ontwerpers van `super` Moving Coils willen zich nog wel eens blind staren op één enkel designaspect, omdat ze denken dat daarmee de ultieme aftaster kan worden geschapen. Lyra is een `high-tech` bedrijf, waar men zich in eerste instantie richt op een systeem waar de verschillende onderdelen elkaar aanvullen. Bij elk nieuw Lyra ontwerp kijkt Jonathan Carr weer naar andere materiaaltoepassingen, omdat er bijna altijd met een andere samenstelling van behuizing, ophanging, demping, cantilever, etc. zal moeten worden gewerkt. Je zou kunnen zeggen dat bij Lyra alleen de PA Ogura tip een `heilig` onderdeel is. De Argo i blinkt vooral uit in transparantie, snelheid (impulsiviteit) en focus. Hij heeft dus een toepasselijke naam meegekregen van zijn makers maar naast die focus weet deze felblauwe aftaster baspartijen en percussie met veel detail en duidelijke tonaliteit neer te zetten waarbij hij in staat is tot een meeslepende weergave. De voorwaarde is dan wel, dat hij met veel zorg en aandacht wordt ingebouwd en afgeregeld zodat de beste prestaties naar boven kunnen komen.


Aanvullende informatie:
Importeur Lyra: Dynamic Solutions,  0347-322705

Verkoopprijs:
Lyra Argo i: 1450 Euro


 

Gebruikte Hardware: 

Loopwerk: Wilson-Benesh Circle Toonarm: Wilson-Benesh A.C.T. 0.5 Platenspelervoeding: Heed Orbit 2 Phonotrap: Moth 30 Series RIAA Versterker: Exposure Super XXV rc Luidsprekers: Monitor Audio Studio 2SE Interconnects: QED Qunex 2 Luidsprekerkabels: QED Profile 4X4+