Music Line/Naim Powerigel


Kilian Bakker | 09 augustus 2007 | Naim Audio

De meeste audiofabrikanten richten zich bij het ontwikkelen van een lichtnetverdeler in eerste instantie op zware, audiofiele bekabeling en een rits hoogwaardige stopcontacten met de grip van een bankschroef. Dat klinkt ook logisch want we willen een goede stroomtoevoer naar onze gekoesterde apparatuur.

Bij Naim denkt men meestal anders over de dingen, vandaar dat ze in Salisbury ook hun eigen kijk op lichtnetdistributie hebben. Hun systeem is op twee punten gebaseerd: ten eerste zijn alle Naim apparaten van zogeheten IEC lichtnetingangen voorzien en worden ze geleverd met een standaard ogende maar specifiek gekozen aparte lichtnetkabel (Naim raadt het gebruik van `High End` lichtnetkabels in combinatie met hun apparatuur af).

Ten tweede wordt alle Naim apparatuur ontwikkeld met steraarde in gedachte (vandaar Din-interconnects met één aardeverbinding voor beide kanalen). De meeste conventionele lichtnetstrippen zijn van koperen `rails` (doorverbindstrippen) of bedrading voorzien waarbij de stopcontacten sequentieel parallel zijn geschakeld. Enkele fabrikanten zoals Kemp Elektroniks maken strippen met quasi ster-parallel geschakelde uitgangen, waarmee het vervelende effect van `intercomponent vervuiling` sterk afneemt en een steraarde dicht wordt benaderd. Toch hebben alle High End strips weer stopcontacten wat naast contactovergangen extra kosten met zich meebrengt. Bij Naim kwam men daarom al jaren geleden op het idee om een eigen lichtnetverdeler te maken waarbij er sprake zou zijn van steraarde en een meer directe overgang van de wandcontactdoos naar de verschillende apparaten, zonder doorlus bedrading of extra stekkerverbindingen. Het resultaat was een even simplistisch als buitenaards ogend geval. Typisch Naim.

De Duitse Naim distributeur Music Line realiseerde zich dat de Naim ster-lichtnetverdeler klankmatig goed maar constructueel minder jofel was; meerdere IEC outlet kabels, direct met een korte lichtnetkabel verbonden en met krimpkous geïsoleerd. De CE commissie zou daar natuurlijk niet echt happy mee zijn waardoor Music Line in eerste instantie besloot om een Brennenstuhl lichtnetstrip te voeren als de Duitse `Naim` lichtnetverdeler. Gezien dat dit een conventionele sequentiele verdeler was en dus niet voor optimale resultaten zorgde ging men aan het werk om een hoogwaardige versie van Naim`s originele ster-lichtnetverdeler te ontwikkelen.

Stroomegel (wat?!)

Het resultaat van Music Line`s werk is een oerdegelijk gebouwde maar nog steeds buitenaards ogende contraptie die de naam Powerigel (stroomegel) heeft meegekregen van zijn makers omdat zij vonden dat hij wel wat van een egel weg had. Zo’n vreemde rasta-egel zou men niet graag in het wild tegenkomen, maar vooruit. Onze `eigen` Naim importeur heeft de Powerigel opgenomen in hun pakket en gezien men Bij Latham Audio niet zonder goede reden een nieuw product opneemt werd de stroomegel voor een recensie aangevraagd bij Saskia van Oirschot.

Een 11-voudige powerigel arriveerde enige dagen later, keurig verpakt in een `double carton`; een bruin kartonnen verzenddoos om een in zwart glanskarton uitgevoerde doos met daarop in grote zilveren letters trots de naam: Powerigel! Dat beloofde wat. Binnenin de doos zijn de verschillende delen (het huis en de kabels) goed van elkaar gescheiden door kartonnen schotten waarvan één van meerdere sleuven is voorzien om de verschillende outlet-kabels uit elkaar te houden (je zou het als een kam voor de kabel-dreadlocks kunnen zien). In dit geval was dat zeker nodig want de 11-voudige versie heeft een hele grote bos kabels.

Nu komen we op het eventuele struikelblok van het Powerigel concept, ten minste wanneer het in een non-Naim systeem wordt toegepast; gezien de outlet-kabels vast zijn en allemaal in dezelfde fase staan (ten opzichte van de ingang) zullen in multi-merksystemen altijd één of meer apparaten de dupe zijn, omdat die dan niet met de gewenste fase aan het lichtnet worden gekoppeld. Dat bleek ook het geval bij het eigen systeem, van de `IEC` apparaten waren alleen de Heed Orbit loopwerkvoeding en de Exposure XXV versterker het eens, wat betekende dat de Powerigel met de analoge bron zou worden beoordeeld. In dit geval viel dat positief uit omdat zowel de hoofdbron als de versterker samen van dezelfde fase konden genieten maar het is dus wel aan te raden om eerst de fasewensen van de verschillende apparaten in het systeem te controleren voordat een Powerigel wordt aangevraagd bij de Naim dealer. Wellicht in tegensteling tot een conventionele lichtnetstrip is het beter om een niet té grote Powerigel uitvoering te kiezen gezien men dan met enkele ongebruikte en los bungelende kabels blijft zitten (de ongebruikte kabels zijn moeilijk weg te werken, zoals bleek met deze 11-voudige versie).

Music Line levert naast de 6, 8 en 11-voudige versies ook custom versies met zowel minder als meer outlets. De behuizing van de Powerigel bestaat uit een zware en mooi afgewerkte (helder geanodiseerde) aluminium cilinder met 2 eindkappen uit zwart kunststof (één fungeert als de ingang, de ander draagt het Music Line logo). De cilinder is van strakke `screenprinting` voorzien en heeft op zijn rug verschillende trekontlastingen waar de kabels uit komen. Zowel de ingang- als de uitgangkabels zijn van zwarte nylon kousen voorzien en aan de uiteinden met krimpkous afgewerkt. Wellicht het meest opvallende aan de Powerigel is zijn mechanische ontkoppeling. Die bestaat uit twee verenstalen beugels die elk van twee piepkleine metalen kegels zijn voorzien. De beugels zijn compliant en samen met de vier kegelpunten zorgen zij voor een effectieve ontkoppeling en energiedissipatie. Heel opmerkelijk en het past visueel uitstekend bij het geheel, wat als een soort laboratorium experiment oogt. De powerigel wordt geleverd met een dubbelzijdig bedrukt instructievel met veiligheidsadviezen en algemene instructies. Hij is CE goedgekeurd en krijgt van de fabrikant een garantieperiode van 60 maanden mee.

Luisteren

Volgens Music Line heeft de Powerigel ruim de tijd nodig om op zijn maximale performance te komen dus werd hij twee dagen voor de eerste luistersessies tevoorschijn gehaald en aangesloten. Gezien Naim correcte timing hoog in het vaandel heeft werd de debuut-LP Riverside van Luka Bloom tevoorschijn gehaald om de track `Delerious` te beluisteren. De lach van Bloom in het begin van deze track kwam los en luchtig over en het percussieve snarenspel op de akoestische gitaar kwam goed gepunctueerd naar voren, met meer nadruk op de bassnaren dan met de eigen Lapp/Popp lichtnetstrip. De snelle `strums` werden op plastische wijze gepresenteerd en de stem kreeg meer `body` mee. De zang klonk tegelijkertijd opvallend ontspannen en werd met veel lucht afgebeeld. De sibillance weergave werd in lichte mate afgerond waardoor de articulatie wat minder duidelijk was (ook werd Bloom`s stem met minder scherpe focus afgebeeld). Met name het gitaarspel werd met een aanstekelijke timing en drive weergegeven. De harder geplukte snaren kwamen telkens met tamelijk grote en energieke sprongen naar voren waardoor het dynamisch contrast en daarmee ook de cadans van deze muziek goed werd overgebracht.

De 180 grams LP Call Me van Hans Theesink mocht op het Schots vilt zodat de track `Soul Of song` kon worden afgetast. Het mandolinespel werd met veel `presence` en rijke tonaliteit gepresenteerd terwijl de tuba op ronde wijze en met een rollend vibrato naar voren kwam. De sonore stem van Hans Theesink werd zowel met autoriteit als rust weergegeven. De piano werd duidelijk groter afgebeeld dan met de eigen lichtnetstrip waarbij de klankbodem beter hoorbaar was. De rechterhand partijen klonken soepel, bijna parelend en de blazers werden wat klein afgebeeld maar kregen een natuurlijke bekerklank mee. De drums klonken droog en behoorlijk strak en de harde slagen op de bekkens kwamen flink energiek over. De diepte afbeelding was iets meer beperkt, wat met name bij de blazers merkbaar was maar het geheel kreeg een bijzonder goede `flow` mee.

Van Mighty Sam McClain`s tweede Audio Quest LP Keep On Movin` werd de track `Who Made You Cry` beluisterd. De rustig gespeelde elektrische gitaar klonk lekker soepel en kwam met een goede vibrato naar voren terwijl de subtiele tikken op de hi-hats met een verfijnde `ting` werden weergegeven (geen klankloze droge tik, maar mooie messingklank). De rimshots klonken droog en kregen een bijna zuchtende uitsterving (TAKhhhh) mee, heel mooi. Mighty Sam`s stem werd op rustige en vriendelijke wijze gepresenteerd en kwam tijdens de luide passages met grote, moeiteloze dynamische sprongen naar voren. Alhoewel met de Lapp/Popp strip aan het systeem de kenmerkende gorgelende klank van McClain`s stem wat duidelijker naar voren kwam was de weergave met de Powerigel qua dynamiek levensechter en zelfs spannender. De luide passages kwamen met veel energie en `push` naar voren, met een duidelijk grotere `headroom`.

Van de prachtige 180 grams DCC uitgave van Paul Simon`s (solo) debuut album werden de tracks `Peace Like A River` en `Papa Hobo` gedraaid. De tom-toms kwamen met elastisch klinkende trommelvellen naar voren terwijl de bas-trom met een sonoor en ver doorlopend laag werd weergegeven. De door Paul Simon in fingerpicking-stijl bespeelde akoestische gitaar klonk `snel`, puntig en energiek. Zijn zang werd op heldere wijze en met veel presence weergegeven en de bas kwam met een behoorlijke dosis soliditeit en `bloom` naar voren. Bij Papa Hobo werden met name de bassnaren van de akoestische gitaar op plastische wijze gepresenteerd. Het harmonium kwam met een rijke tonaliteit naar voren terwijl de basmondharmonica met een prachtige knorrende en donkere klank werd weergegeven. De aanblaasgeluiden en ook de ademhaling van de muzikant waren zeer goed te volgen. Paul Simon`s stem klonk tonaal uitgewogen en het geheel werd met veel gemak en lucht gepresenteerd. Exposure is altijd een goede klankcollega van Naim geweest en de Heed Orbit/Sondek combo met zijn uitstekende timing sluit zeker aan op Naim`s uitgangspunten maar toch zijn deze apparaten niet rond Naim’s steraarde idee ontworpen. Desondanks was er sprake van een zekere `Naim signature` in de weergave met de Powerigel als stroomverdeler en dat is toch wel opmerkelijk.

Conclusie

Men heeft bij Naim de dingen altijd net even anders aangepakt en hun unieke kabelverbindingen behoren tot de meest besproken Naim-onderwerpen, zowel door de eigenaren als in de pers. Het Powerigel systeem van direct verbonden en zuiver ster-parallel geschakelde lichtnetdistributie heeft zijn eigen klankmatige voordelen. Twee minpunten blijven echter bestaan: de niet per outlet omkeerbare fase en het kostenplaatje.

Tegenover de praktische beperkingen staan echter een flinke portie common sense, een zeer goede `build quality` en de mogelijkheid van een verbeterde weergave. De Powerigel is in principe het meest geschikt voor systemen waarbij alle apparaten van één fabrikant komen en (hopelijk) elk apparaat dezelfde lichtnetfase-voorkeur heeft. Voor eigenaren van een complete Naim set is de Powerigel een heel interessante upgrade-optie en de moeite van het beluisteren waard.


Verkoopprijzen Music Line Powerigel:

6 voudig: 850 euro 8 voudig: 900 euro 11 voudig: 950 euro andere uitvoeringen op aanvraag

 

Gebruikte Hardware: 

Analoge bron:

Heed Orbit 2 Turntable Powersupply Linn Sondek LP 12 loopwerk & Akito toonarm Ortofon MC 15 Super II element

Versterker:

Exposure XXV

Phonotrap:

Moth 30 Series RIAA