Sony KDL-40X2000


Patrick van den Bergh | 11 oktober 2007 | Fotografie Patrick van den Bergh | Sony

Wie tegenwoordig een elektronicawinkel binnen stapt, wordt al snel overspoeld met allerlei LCD en plasma schermen. Plasma fabrikanten en eigenaren zullen u vertellen dat plasma het beste is wat u kunt kopen en ongetwijfeld vertellen de LCD fabrikanten en eigenaren u precies hetzelfde. Zoals wel vaker het geval is, ligt de waarheid ergens in het midden. Plasma en LCD schermen hebben beide hun voor en nadelen waardoor het uitroepen van een van beide technologieen tot de absolute winnaar al haast een ondoenlijke zaak is. Welke voor en nadelen wegen voor u het zwaarst?

In tegenstelling tot een plasmascherm, waarbij oplichtende pixels gebruikt worden om het beeld te tonen, fungeren de pixels bij een Liquid Crystal Display als blokkerende elementen. Het beeld wordt opgebouwd doordat kristallen, bestaande uit drie subkristallen in de kleuren rood, groen en blauw, welke onder spanning het doorschijnend licht van een constante lichtbron blokkeren.

Het principe van een liquid crystal werd min of meer per toeval ontdekt door Friedrich Reinitzer in 1888. Tijdens het smelten van een cholesterolachtige substantie ontdekte hij het fenomeen van veranderingen in oplichtende intensiteit van de substantie onder de invloed van tempratuur. In 1968 was het de voormalig Amerikaanse elektronicagigant RCA die de eerste experimentele prototypes van een LCD ontwikkelde en sindsdien hebben de ontwikkelingen niet meer stop gestaan. LCD’s vindt men in allerlei vormen en maten terug in allerlei apparatuur, van simpele common-plane based LCD’s zoals de klokjes op bijvoorbeeld een magnetron tot de active matrix LCD’s zoals een TFT (thin film transistors).

Plasma en LCD, beide een plat scherm maar tweemaal een compleet verschillende benadering voor wat betreft beeldopbouw. Theoretisch heeft LCD enkele nadelen ten opzichte van een plasma display. Doordat er bij een LCD gewerkt wordt met een lichtbron welke geblokkeerd moet worden is het veilig stellen van een goede contrastratio een stuk bewerkelijker, het gevaar van restlicht welke de zwartwaarde om zeep kan helpen ligt altijd op de loer. Dat een plasmascherm gebruik maakt van oplichtende elementen wil echter niet automatisch zeggen dat deze techniek dan ook per definitie in staat is om diep zwart weer te geven. De lichtende elementen worden eigenlijk altijd actief aangestuurd, ook al moeten ze zwart weergeven. Naast nadelen kent een LCD ook theoretische voordelen, inbrandperikelen zoals diverse plasma-eigenaren ervaren zijn bijvoorbeeld haast non-existing. Individuele specificaties zoals contrastwaardes of bijvoorbeeld de lichtopbrengst vertellen echter weinig over hoe een product in totaliteit presteert. Over hoe de som der delen optellen is toch vaak een ietwat meer holistische aanpak vereist. “The proof of the pudding is in the eating”, zoals de Engelsen het zo mooi kunnen verwoorden, met andere woorden: het wordt tijd om de KDL-40X2000 eens nader te gaan bekijken.

Design en features

Sony’s X-serie binnen het Bravia LCD assortiment is wat de ES-serie binnen hun audiolijn is, de toplijn vol met technische knowhow van Sony. Kosten noch moeite zijn gespaard gebleven om de X-serie dan ook qua uiterlijk iets speciaals mee te geven ten opzichte van de overige Bravia toestellen. Toegegeven, hoewel een beeldweergever op de eerste plaats gekocht dient te worden aan de hand van de beeldkwaliteit is het toch ook het voorkomen geweest welke een flinke boost heeft gegeven aan de populariteitswinst van dergelijke platte schermen. Het design moet u aanspreken, over smaak valt immers niet te twisten, maar persoonlijk vind ik dat Sony de KDL-40X2000 meer dan genoeg eigen karakter heeft meegegeven in het design. Strak en eigentijds, gemakkelijk te integreren in uiteenlopende interieurs.

De KDL-40X2000 heeft een beelddiagonaal van ongeveer een meter maar is, ondanks deze toch wel bescheiden beelddiagonaal, een stuk breder dan menig 42” plat scherm. Het forse formaat van het scherm wordt veroorzaakt door de twee luidsprekers aan weerszijde van het paneel en de glazen omlijsting. In deze omlijsting zit het Bravia en Sony logo verwerkt, waarbij het Sony logo oplicht wanneer het scherm wordt aangezet waardoor het als het ware trots zwevend onder het scherm hangt. Mocht het oplichtende logo u storen tijdens het film kijken? Dan kunt u het ook vrij eenvoudig weer dimmen via het menu. Het framewerk rondom het paneel wordt standaard in grijs geleverd. Verschillende kleuren frames zijn echter optioneel verkrijgbaar waardoor het uiterlijk van het scherm ook naar uw voorkeur aan te passen is. Hier hangt uiteraard wel een prijskaartje aan. Het scherm wordt standaard met een tafelvoet geleverd. Ophangen aan de muur kan met behulp van de optioneel verkrijgbare muurbeugel. Ook biedt Sony een optionele vloervoet welke weer in een compleet AV-rack zit verwerkt.

Het paneel, met WCG-CCFL verlichting, kent een resolutie van 1920*1080 pixels en verdient daarmee het ‘Full-HD’ predicaat. Hoewel het goudkleurige ‘Full-HD’ predicaat geen officieel erkend logo is, onderscheidt het zich hiermee wel duidelijk van alle ‘HD-ready’, welke wel een officieel uitgeroepen standaard is, toestellen die in resolutie beperkt zijn tot veelal 1024*768 pixels. Uitgerust met een verbeterde versie van de Bravia Engine en Live Colour Creation welke een verbeterde kleurenweergave ten opzichte van andere LCD schermen moet garanderen. Met een tweetal HDMI inputs, drie Scart aansluitingen, twee component ingangen waarvan een aan de zijkant van het toestel geplaatst is, een S-video en een composietingang biedt het toestel verschillende mogelijkheden voor het aansluiten van allerlei randapparatuur. Over component worden resoluties tot 1080i geaccepteerd, HDMI is compatibel met 1080p maar helaas niet op 24fps. Een PC of mediacenter kan worden aangesloten met een 15 pins D-sub connector. Via de CAM module kunnen digitale televisie-uitzendingen ontvangen worden maar uiteraard is het ook mogelijk om een analoog televisiesignaal, of een externe DVB-module aan te sluiten, via de antenne-ingang. Audio kan zowel digitaal, via een optische link, alsook analoog worden uitgevoerd om zo het televisietoestel te kunnen aansluiten op de eventueel aanwezige geluidsinstallatie.

Installatie en instelling

De KDL-40X2000 wordt standaard met een tafelvoet geleverd waarmee het stabiel geplaatst kan worden. De strakke vormgeving van de voet past prima bij het design van het toestel. Het plaatsen van de KDL-40X2000 met de standaard voet is geen moeilijk karweitje doch door het behoorlijke gewicht van het toestel is het aan te bevelen om de hulp in te schakelen van minimaal een tweede persoon. Wanneer het toestel voor de eerste maal wordt ingeschakeld kan men de gewenste taal voor het menu kiezen waarna verder gegaan kan worden met de automatische set-up. Een wizard begeleidt de gebruiker snel door de programmering en het toestel is dan ook al snel klaar voor dagelijks gebruik.

Helaas komt het zelden voor dat een beeldweergever af-fabriek al optimaal staat afgesteld voor wat betreft beeldkwaliteit en bij deze KDL-40X2000 is dat niet anders. Direct uit de doos was het met de beeldweergave eigenlijk dramatisch gesteld. In het geval van dit Sony LCD toestel is dat ronduit jammer want de beeldkwaliteit na afregelen is domweg zoveel beter dan de standaard instellingen dat wellicht veel consumenten, tijdens een wandeling door de showroom, ten onrechte aan deze LCD zijn voorbij gelopen. Hoe jammerlijk de KDL-40X2000 direct uit de doos ook presteert, het is een genoegen om te zien dat Sony kosten noch moeite gespaard heeft om de gebruiker te voorzien van een uitgebreid aanbod aan instellingen welke nodig zijn om tot een gedegen beeldweergave te komen. Naast de gebruikelijke standaard instellingsmogelijkheden zoals helderheid, contrast of bijvoorbeeld een keuze aan verschillende kleurtemperaturen en een pallet aan digitale ruisonderdrukkers vinden we in het submenu ‘advanced instellingen’ nog diverse mogelijkheden om tot een betere beeldweergave te komen. Wanneer men een natuurlijke kleurweergave en correcte grey-scaling nastreeft dan kan men onder ‘witbalans’ de afstellingmogelijkheden vinden voor de bias en gain-regeling van de kleuren rood, groen en blauw en kan men tevens de gammacurve aanpassen. Vooral groen en blauw weken sterk af en moesten behoorlijk gecorrigeerd worden om tot een natuurlijke weergave te komen. Het verdient overigens niet de aanbeveling om de witbalans zo maar aan te gaan passen ondanks dat men er de mogelijkheid toe heeft. Voor dergelijke calibraties kunt u beter de dienst inschakelen van een professionele ISF-calibrateur.

In hetzelfde submenu kan een zwart- en witcorrectie alsook een contrastoptimalisatie worden uitgevoerd. Hoewel topwit en het diepste zwart middels de correcties worden benadrukt, verliest u tevens de fijnere schaduw en witdetails. Net zoals veel digitale ruisonderdrukkers de entropie van het beeld aantasten en het beste uitgeschakeld kunnen worden, verdiend het dezelfde aanbeveling voor deze correcties en optimalisatie. Onder ‘kleurenbereik’ kunt u kiezen uit twee colorspaces geheel volgens de standaarden ‘ITU601’ voor standaard definitie en ‘ITU709’ voor high definition. Een meer dan welkome aanvulling, welke niet terug te vinden is op elk ‘HD-ready’ of ‘Full-HD’ toestel!

De KDL-40X2000 maakt gebruik van een hernieuwde DRC (Digital Reality Creation) processing waarmee detail en scherpte geoptimaliseerd kunnen worden. Via een matrix kan er een balans tussen natuurgetrouw en scherpte gezocht worden waarmee de algehele scherpte van de beeldweergave, naast de gebruikelijke scherpte-instelling, aangepast kan worden. Afhankelijk van de kijkafstand is het verstandig om deze functie met beleid uit te voeren aangezien het op pixelniveau aanzienlijke gevolgen kan hebben. Instabiliteit in resolutie is duidelijker zichtbaar naarmate u dichter bij het toestel zit en ondanks dat het beeld scherper lijkt te zijn, is het veelal valse scherpte welke u waarneemt. Van valse scherpte spreekt men wanneer de scherpte zoals weergegeven feitelijk niets meer van doen heeft met de daadwerkelijke beeldinformatie vanaf de bron. Interferenties zorgen voor een verlies aan detail en resolutie en dat terwijl het beeld juist scherper lijkt te zijn.

Aspect ratio controle is bij de KDL-40X2000 redelijk uitgebreid en de manier waarop het scherm een 4:3 aspect ratio behandeld, behoort tot een van de betere welke ik tot nu toe ben tegengekomen. Naast de diverse mogelijkheden om afwijkende aspect ratio’s te tonen is bij de meeste settings ook nog eens de positie en het formaat aanpasbaar. Ook de overscan is aanpasbaar en dit is een absoluut aangename feature daar bepaalde bronnen meer gebaat zijn bij een overscan dan andere bronnen.

Alle beeldinstellingen zijn per ingang apart in te regelen en daarbij beschikt elke ingang tevens nog eens over drie presets die alle drie aanpasbaar zijn. Hiermee heeft de gebruiker een uitgebreide controle over de optimale instelling per ingang en de mogelijkheid om onder diverse kijkcondities de instellingen verder te optimaliseren. Het behelst even wat werk en de gemiddelde gebruiker zal er wellicht weinig gebruik van maken, maar voor de tweakers biedt de KDL-40X2000 werkelijk een uitgebreid aanbod aan mogelijkheden om onder diverse condities toch te kunnen genieten van een, voor die conditie, optimale beeldweergave.

Objectieve en subjectieve kijkervaring

De KDL-40X2000 is beoordeeld in een omgeving waarin het toestel door de meeste bezitters ook dagelijks gebruikt zal gaan worden, namelijk de huiskamer. Voor standaard definitie signalen is gebruik gemaakt van bronnen zoals het digitale televisieaanbod van de plaatselijke kabelexploitant en een Marantz DV8400 DVD-speler. Voor High Definition bronsignalen is gebruik gemaakt van een HTPC en een Sony Playstation 3 met Blu-ray drive. De interne videoprocessor van het Sony LCD-scherm is vergeleken met de interne deinterlacer van de Marantz DVD-speler en een externe videoprocessor van Lumagen.

Met behulp van de testbeelden afkomstig van de bekende ‘HQV Benchmark DVD’, een schijfje welke ik eigenlijk steevast voor elke beoordeling van beelweergevers gebruik, is bekeken hoe de KDL-40X2000 omspringt met standaard definitie signalen gevoerd via de analoge ingangen. Onder andere de deinterlacing en upscalingkwaliteiten van de interne videoprocessor kunnen zo op eenvoudige en gestructureerde wijze bekeken en beoordeeld worden. Overall stelde de kwaliteiten van de interne videoprocessor zeker niet teleur, zowel deinterlacing alsook upscaling verliepen netjes zonder echt noemenswaardige artifacts te veroorzaken. Wanneer een videoprocessor de resolutie van het inkomende signaal gaat herschalen naar een paneel eigen resolutie, de native resolutie, dan gaat dat vrijwel altijd gepaard met scherpteverlies. Zo ook bij deze Sony, echter in een geringe mate en beduidend minder dan bij veel toestellen welke met een matige videoprocessor zijn uitgerust. Lichte jaggies waren waarneembaar bij enkele testpatronen ten gevolge van het deinterlacen maar ook hier geldt weer dat het van een nauwelijks noemenswaardig kaliber was. De 3/2 pulldown detectie verliep minder soepel, in film mode waren flinke moiré verschijnselen te zien en het pannen verliep met horden en stoten. Omdat dit eigenlijk alleen bij NTSC materiaal speelt zal het voor de meesten echter geen groot probleem vormen.
De interne videoprocessor weet goed om te gaan met diverse bronsignalen en sterk afwijkende kwaliteit hierin. Naarmate het signaal slechter is, bijvoorbeeld door een grote hoeveelheid analoge ruis of simpelweg oud materiaal dat veel van haar fidelity heeft verloren, kan een videoprocessor het moeilijker krijgen om tot een bevredigend resultaat te komen. De Sony KDL-40X2000 houdt zich echter goed staande in het grote aanbod van diverse kwaliteiten. Hoewel een schoner bronsignaal logischerwijs ook tot een beter eindresultaat gebracht kan worden, waren het ook de kwalitatief minder goede bronsignalen die toch nog tot een prima beeldweergave worden omgezet. Valse contouren zoals vaak te zien is bij schermen met een afwijkende resolutie, zijn bij deze Sony nagenoeg afwezig, natuurlijk geheel afhankelijk van de instellingen die vooraf gemaakt zijn. Opvallend was dat rood iets meer valse contouren kende dan de overige kleuren, iets wat ook tijdens een ‘banding’ testpatroon te zien was. Hoewel de externe videoprocessor in de vorm van een Lumagen tot nog betere resultaten in staat was, is de interne videoprocessor van de Sony KDL-40X2000 zeker goed te noemen en weet het haast elk bronsignaal, mede afhankelijk ook van de gemaakte instellingen, tot een prima eindresultaat te brengen.

Tijdens het bekijken van film materiaal in zowel standaard definitie alsook high definition vielen eigenlijk direct een aantal zaken op welke tekenend zijn. Ten eerste het geometrisch kloppende aspect ratio. Hoewel het nut van een ‘Full-HD’ resolutie voor schermen kleiner dan 42” op veel internet fora in twijfel wordt getrokken, waarbij vaak wordt gerelateerd naar het Snellen 20/20 aquity van het menselijk oog en discutabel is, vind ik het persoonlijk toch erg aangenaam om een beeld te aanschouwen waarin de pixelverhouding geometrisch kloppend is. Veel ‘HD-ready’ schermen hebben een 4:3 resolutieverhouding in breedbeeldjasje. Niet alleen een afwijkende resolutie maar ook een afwijkende pixelvorm wat voor onnodige problemen in de weergave zorgen. ‘Full-HD’ panelen zoals deze Sony hebben met hun 1920*1080 resolutie een verhouding welke zowel in getal alsook in geometrie klopt en dit vertaald zich direct terug in het beeld.

Een ander aspect dat direct opviel tijden het bekijken van diverse beeldmaterialen, zowel standaard definitie alsook high definition, was de degelijke zwartwaarde welke dit LCD toestel weet neer te zetten. Veelal zijn LCD’s door hun techniek beperkt in het weergeven van diep zwart en topwit, het contrastbereik wordt vaak doelbewust afgevlakt waardoor er in het diepste zwart en het helderste wit vaak sprake is van een ‘crush’. Hoewel het contrastniveau van deze Sony KDL40X2000 achterblijft op de contrastratio’s van de betere plasma’s op de markt is de belangrijkere ANSI-contrast van goed niveau. De, verder pretentieloze, film `The Transporter 2` opent met een fraai ogende, pas gewassen, zwarte Audi geëtaleerd in een overdekte parkeergarage. De Audi lijkt direct vanuit de showroom te komen, een diepe doortekening van de weerspiegeling in de zwarte lak wordt moeiteloos door de KDL40X2000 tot leven gewekt. Veel hoeft dit LCD scherm op dit gebied niet onder te doen voor de betere plasmaschermen die momenteel verkrijgbaar zijn en waarbij het vooroordeel van de diepe zwartwaardes al haast tot een feit zijn bestempeld. Een diepe zwartwaarde is slechts een aspect en eigenlijk vrijwel nutteloos wanneer een toestel niet in staat is om kleine gradaties binnen de zwartwaarde weer te geven. Op dit gebied presteert de Sony KDL40X2000 meer dan prima, schaduwdetails blijven grotendeels gewaarborgd en slechts zelden verhuld in de donkere passages. Een degelijke afstelling is echter wel een vereiste want met al een kleine verandering in de set-up kan zwart en schaduwdetail verloren gaan in een grijzige, monotone weergave. Natuurlijk is enkel de zwartweergave niet het enige dat een goed beeld maakt maar met een goede greyscaling kennen veelal de overige kleuren ook een goede saturatie. En op dit gebied valt dan ook weinig aan te merken, eenmaal goed afgesteld toont de KDL-40X2000 een groot pallet aan kleuren met een diepe saturatie waarmee de sfeer welke een filmmaker aan zijn of haar werk probeert mee te geven volledig tot leven komt. De ‘koude’ sfeer tijdens de oorlogsscene’s en de warme, sepia-achtig gekleurde, beelden tijdens de hartstochtelijke zoektocht uit de film `Un Long Dimanche de Fiançailles` zouden volkomen verloren zijn gegaan wanneer het toestel niet in staat was om deze diversiteit aan kleuring te reproduceren. Zonde aangezien deze kleuring een wezenlijk onderdeel van de film is, en daarmee het nut van een ISF-calibratie temeer duidelijk is.

Het derde, en een voor mij niet onbelangrijke, aspect dat direct opviel was het geheel ontbreken van digitale ruis, een kwaal waarmee bepaalde plasmaschermen nog wel eens opgezadeld willen zijn. Het beeld zoals de KDL-40X2000 wist neer te zetten gedurende de recensieperiode kwalificeer ik als ‘filmisch’ of ‘cinematografisch’. Een eigenschap welke bepaalt of het beeld kunstmatig of juist natuurlijk vloeiend overkomt. Een toestel kan veel positieve punten hebben zoals een gitzwarte weergave of een behoorlijk contrastrijk beeld maar pas wanneer alle facetten op een juiste wijze met elkaar samenwerken, kan die dynamische beeldweergave bereikt worden waarin je als kijker meegesleept wordt. Digitale artifacts weten mij echter vaak uit deze illusie te halen en het was dan ook een genoegen om in de KDL-40X2000 een partner te vinden die mij op dit gebied ongemoeid liet en het getoonde beeld liet spreken. Uiteraard speelt de kwaliteit van het bronsignaal enorm mee in de uiteindelijke beeldweergave en zo is het voor deze LCD niet anders. Standaard definitie van middelmatige kwaliteit wordt echter nog prima weergegeven zonder al te veel storende neven- artifacts zoals je ze wel vaker wilt zien bij moderne displays. Neemt de kwaliteit van het bronsignaal toe, dan zul je dit ook direct terugzien in het scherm. DVD’s van goede kwaliteit werden op hoog niveau weergegeven maar echt genieten was het pas toen de KDL-40X2000 gevoerd werd met High Definition bronsignalen. Zowel via de Playstation 3 alsook via de HTPC werd het beeld uiterts dynamisch. Detail en diepte namen enorm, kleurweergave werd dynamischer en met een degelijkere saturatie dan het geval was bij standaard definitie. Het beeld lijkt te leven zonder echter het filmische aspect te verliezen. Soms kan scherp ook te scherp zijn, maar daarvan heeft deze Sony weinig last. Wellicht dat sommigen het karakter ‘soft’ zullen noemen maar dat houd ik dan maar op puur smaakverschil.

Conclusie

Hoewel de KDL-40X2000 geen kinderachtige adviesprijs kent en veel geduchte concurrentie moet dulden, zet Sony met dit toestel een goed presterende LCD op de markt welke met gemak kan wedijveren met de betere plasma schermen. Direct uit de doos geeft het toestel zijn ware aard nog niet bloot maar eenmaal goed afgesteld wordt de kijker op een filmisch rijkelijk beeld getrakteerd. De interne videoprocessor is van degelijke kwaliteit, scaling-softness bij bepaalde bronsignalen is bij te sturen middels de verschillende, vrij instelbare DRC pallets maar voorzichtigheid bij deze digitale beeldverbeteraar is geboden! Een typische LCD kwaal, iets waarin de plasma technologie een voorsprong heeft, is de zichtbare retentietijd. De vertraagde reactietijd van de pixels veroorzaken een lichte ‘judder’ tijdens snelle bewegingen in het beeld en ook deze Sony is niet geheel vrij van deze kwaal. Storend is een groot woord maar geheel onzichtbaar is het in ieder geval ook niet.

Het toestel vergt aandacht, veel aandacht, om goed afgesteld te krijgen en is dankzij de veelvuldigheid aan mogelijkheden geen gemakkelijk scherm voor de doorsnee consument. Is men echter bereidt om het scherm de aandacht te geven die het vraagt dan krijgt men daarvoor een LCD terug welke haast alle vooroordelen die de techniek kent, van de tafel veegt. Diep zwart, een goede ANSI-contrast en een detail en kleurrijk beeld zonder overprocessed te lijken. Jammer van de zichtbare retentietijd maar of dit nadeel dan ook direct het zwaarst zal wegen?