Manley Steelhead/Snapper


René van Es | 24 januari 2008 | Fotografie René van Es | Manley Labs

Het tellen van zegeningen is een genoeglijke bezigheid terwijl ik achteruit kijk naar 2007. In dat jaar heb ik de nodige audio ervaringen achter de rug met meer dan fraaie producten, waaronder luidsprekers, versterkers, een platenspeler en cd spelers. Wat ontbrak in de rij was een topklasse phonoversterker en als altijd was er ruimte voor buizen mono blokken. Op de rand van 2007 en 2008 maakte de importeur van Manley Audio producten dat gebrek goed met de levering van een Manley Steelhead phonoversterker en een set Snapper 100 Watt mono blokken, gebaseerd op EL34 buizen. Mijn jaar kon niet meer stuk.

Manley Laboratories Inc, zoals het bedrijf voluit heet, heeft vooral onder de bezielende leiding van EveAnna Manley een enorme reputatie opgebouwd met het fabriceren en leveren van op elektronenbuizen gebaseerde audio apparatuur voor de huiskamer en de professionele geluidstudio. Het in Chino (geen China) Californie gevestigde bedrijf maakt zich sterk alles in eigen huis te ontwerpen en zoveel mogelijk te bouwen. Daaronder valt plaatbewerking, printplaat etsen, wikkelen van transformatoren, printplaten solderen, spuiten, belettering van kasten en afbouw.

Manley heeft een eigenzinnig uiterlijk dat mij doet denken aan meetinstrumenten uit de jaren 50. Erg retro en bovendien erg industrieel. Met het Manley logo groot verlicht op de voorkant. Een design dat lang niet iedereen aanspreekt, bleek uit reacties. Over het innerlijk waren vriend en vijand het wel eens, topklasse geluidweergave met als absolute ster de Steelhead phonoversterker.

De Steelhead is een unieke phonoversterker die voor zover ik mij kan bedenken geen gelijke heeft. Op de Steelhead zijn drie phono ingangen te vinden, twee stuks geschikt voor MC elementen, één voor MM elementen. Daarnaast is een lijningang beschikbaar. De MC ingangen werken met door Manley zelf ontworpen en gewikkelde step-up transformatoren. De afsluitweerstand van het MC element kan ingesteld worden via de MC autotransformer op 25, 50, 100, 200 en 400 Ohm. De afsluitweerstand van MM elementen kan ingesteld worden (via weerstanden) op 25, 50, 100, 200 Ohm en 47 kOhm.

Om het element optimaal aan te passen op de gewenste capaciteit, rekening houdend met de opgave van de fabrikant en de kabel, is afsluitcapaciteit van de Steelhead per kanaal in stappen van 10 picofarad in te stellen tussen 0 en 1100 picofarad. De versterking is instelbaar op 50, 55, 60 en 65 dB, gemeten tussen de ingang en de vaste uitgang, op 1 kHz. Een rij druktoetsen heeft de volgende functies: mute (stilte), dim (-20dB), sum (mono), line (lijningang) en sleep (standby).

Tenslotte op de voorzijde de bronkeuze schakelaar en een volume regelaar, waarachter een Noble potentiometer schuilgaat. Op de achterkant vinden we de in totaal vier ingangen, variabele uitgangen en een enkele set vaste uitgangen. Wie naast zijn platenspeler(s) maximaal slechts één andere bron heeft kan de Steelhead direct op een eindversterker aansluiten via dubbele variabele uitgangen. Bij gebruik van de Steelhead als phono voorversterker via de vaste uitgang, werken de volumeregelaar en de diverse functies onder de druktoetsen niet.

Het inwendige is indrukwekkend gevuld. Veel phonotrappen bevatten een handjevol IC’s, wat weerstandjes en condensatoren, samengepakt op een klein printplaatje. Manley werkt met buizen in de signaalweg. De versterking geschiedt met 6922 buizen, de kathodevolgers die ervoor zorgen dat veel stroom beschikbaar is bij een lage uitgangimpedantie zijn 7044 dubbeltriodes. Om de Steelhead van zijn benodigde stroom te voorzien is een losse voeding bedacht die met een dikke kabel en forse stekker wordt aangesloten.

De Steelhead is niet bepaald klein en meet 48 x 40 x 10 cm. De voeding komt op 34 x 32 x 12 cm. Tel daar bij een ruimte van minimaal 15 cm achter de apparaten op om de dikke voedingkabel weg te werken. Een simpel kastje tegen de muur biedt geen plaats aan een Steelhead. Ik kon zelf niet anders dan de Steelhead dwars in het rek plaatsen. Wat jammer is van het uiterlijk en het verlichte logo. Prijs voor de Steelhead is 8370 euro en daarmee de duurste phonoversterker die ik ooit in huis had.

Meegeleverd om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen is een set Snapper mono eindversterkers. De Snapper is een 100 Watt monoblok. Gemeten bij 10 Hz! Vanaf 15 Hz tot 40 kHz levert de Snapper 110 Watt. Daarvoor worden in een Ultra Linear schakeling vier EL34 eindbuizen ingezet, gekoppeld aan een door Manley in eigen huis ontworpen uitgangstransformator. De versterking komt van een 12AT7 (ECC81) gevolgd door een 7044 kathodevolger. De versterker is volledig gebalanceerd en kan aangesloten worden via cinch (RCA, 475 kOhm) of XLR (gebalanceerd afgesloten met 15kOhm of 600 Ohm).

De versterking is ingesteld op 31 dB. Via de cinch ingang is 750 mV voldoende om 100 Watt uit te sturen. Hij heeft een dempingfactor van 4,7 bij 8 Ohm. Het instellen van de bias stroom moet met de hand per buis gedaan worden op de Snapper. Dat gaat eenvoudig met een universeelmeter omdat de Snapper speciale meetpunten heeft. De Snapper meet 34 x 38 x 21 cm. Een kap over de buizen is er niet. Een set Snapper’s kost u 5050 euro. Een zeer concurrerende prijs voor buizenversterkers van deze bouwkwaliteit.

Wie graag nog meer leest over Manley verwijs ik om reden van leesbaarheid naar de zeer uitgebreide website, waar alles te volgen is over het bedrijf Manley, eigenaresse EveAnna Manley, de producten en alle specificaties. De daar te downloaden handleidingen zijn zeer informatief en in geval van de Snapper leerzaam en…zelfs vermakelijk.

mooi, mooier, mooist

Jheena Lodwick’s “Getting to know you” wordt vooral in Duitsland bestempeld als één der mooiste opnames op zowel vinyl als cd. Om het daar mee eens te zijn is een Manley Steelhead versterker niet eens nodig. Artistiek gezien in de plaat niet veel meer dan de zoveelste vertolking van evergreens, al weet Jheena een zekere sensualiteit aan de muziek toe te voegen met haar stem. Wat de opname blootlegt is hoe fraai de Steelhead in staat is om menselijkheid te combineren met detailweergave. De stem van Jheena staat op enige afstand van de band en is gekleurd met alle geluidjes die nodig zijn om een stem om te vormen van een opname tot “echt”. De microfoon belicht mondbewegingen en maakt ze haast visueel. Daaromheen speelt de band op een losse manier. Waarmee de Steelhead zoveel informatie prijsgeeft dat duidelijk is dat de opnametechnici zich meer hebben gericht op een technisch hoogstandje dan op een lp met gevoel. Hoe mooi Lodwick ook probeert te zingen.

De Steelhead is tot veel meer muziek in staat en dat haal ik onder meer uit de laatste lp van Holly Cole. Het korte “Be carefull, it’s my heart” waarop Holly slechts begeleid door een piano zingt, ontlokt iedereen die hier ten tijde van de aanwezigheid van de Steelhead langskwam dezelfde woorden: “Er staat een mens en er staat een piano”. De stem kruipt volkomen in je, daaraan is geen ontsnappen mogelijk.

De volgende track “It’s allright with me” is veel meer een druk uptempo nummer dat op een niet uitgebalanceerde set druk en irritant kan zijn. Met de Steelhead is het “slechts” boeiend en fascinerend. Mooie blazers op saxofoon, trombone, klarinet en hoorn. Holly Cole heeft vele kanten, voor mij is deze plaat een hoogtepunt in haar carrière. Mede omdat ze hiermede uit het keurslijf van haar trio stapt. Meer instrumenten om haar stem geeft de ruimte haar zangtalent in een groter bereik te etaleren. De Steelhead laat dat op een meesterlijke wijze blijken. Geen moment mechanisch, geen moment onecht. Wat de luidsprekers laten horen is een cumulatie van kwaliteit, detail en muziek. Wat tot gevolg heeft dat de muziek spannender is dan ooit, dat de stem meer en meer indruk maakt, dat de band op enige afstand achter Cole aan te raken is.

Het idiote is dat mijn standaard repertoire aan audiofiele opmerkingen mij niet in gedachten wil schieten. Het is uitermate moeilijk te beschrijven wat de Steelhead precies doet met muziek. Hij gaat verder dan precisie, transparantie, vermogen details weer te geven. De Steelhead transformeert een lp tot een beleving, Een mini concert. Een reis naar een zaal waar wordt opgetreden. Het woord “weergeven” dekt de lading eenvoudig niet. Herscheppen is wellicht beter. Omdat de Steelhead dat doet binnen de context van de set die hier staat, vraag ik mij oprecht af hoever je nog kunt gaan met nog betere componenten dan mij ter beschikking staan. Ik prijs mij niettemin gelukkig met het resultaat van mijn speler, versterkers en luidsprekers rondom de Steelhead.


Als u net als ik uw exemplaar van Fleetwood Mac’s “Tango in the night” uit de 2e hands bakken hebt gevist zit u ook niet te wachten op ruis en tikken. Het mooie van de Steelhead is dat hij zo zuiver weet weer te geven dat hij ondanks zijn enorme transparantie in staat is de aandacht bij de muziek te houden. Waardoor een ruisje en een tikje lijken te verdwijnen in het geheel. Mocht ik al een punt van kritiek hebben op de Steelhead dan kan dat hoogstens zijn dat Fleetwood Mac iets te lief uit de luidsprekers komt en een tikje in gedrevenheid te kort schiet. De plaat is aan de scherpe kant en dat aspect vind ik niet terug via de Steelhead. Op zich is dat heel prettig, aan de andere kant mag het niet leiden tot valse romantiek.

Over ritme, snelheid, directheid heb ik geen klagen. Op deze lp is percussie sterk aanwezig, ondersteund door een basgitaar, waarop de zang en gitaar drijven. Ik bedenk dat de Steelhead meer een versterker is die doet luisteren dan een versterker waarmee je luchtgitaar gaat spelen. Eens kijken of dat gevoel blijft met Dire Straits. Van “Love over gold” kies ik eerst “Private investigations”. Elk woord dat Knopfler uitspreekt is verstaanbaar. Dat is vaak anders op phonoversterkers, die de tekst half doen verdwijnen in de getokkelde gitaar, bas en drum. Tijdens de gehele track verbaas ik mij over de enorme snelheid en transparantie van de Steelhead. Wat een geweldige phonoversterker is dit. Zo wijd open, zoveel inzicht in de muziek en telkens opnieuw boeiend.

Nieuwsgierig

Nieuwsgierig of het nog beter kan sluit ik de Steelhead rechtstreeks aan op mijn Ayon via de HT ingang. Immers, de Steelhead heeft een volwaardige eigen ingebouwde voorversterker waarmee ik de “Het Audio Team” LA2 Mk II kan overslaan. Het resultaat is haast beangstigend goed. Wat ik nog miste aan gedrevenheid komt nu tot volle bloei. Puntigheid komt nog meer naar voren. Wat afneemt is, naast de diepte in het stereobeeld, de impact die de HAT in de muziek legt. Het laag is daardoor minder krachtig aanwezig en lijkt minder diep te gaan. Mogelijk is dat terug te leiden tot de aanpassing van de Steelhead op de Ayon 300B. Ik weet niet wat ik prefereer; de HAT in de keten of de Steelhead rechtstreeks aan de eindversterker.

Gisteren draaide ik “Brothers In Arms” en het is een goed idee die nog eens op te leggen. Weer is er de winst in directheid, in puntigheid. De weergave is anders, meer luchtgitaar, minder romantisch. In kwaliteit durf ik geen waardering te geven. Accenten liggen anders en het is maar net waar een luisteraar de voorkeur aan geeft. Met beide opstellingen zou ik tot in den treuren kunnen leven.

Een oplettende lezer weet nu dat met de aanschaf van de Steelhead de aanschaf van een losse regelversterker vrijwel overbodig is, tenzij u meer dan één lijngang nodig heeft. Zoals ik, met mijn tuner, cd speler, dvd speler en HT processor. Klein nadeel van de directe koppeling is een lichte toename in plaatruis en het bewuster worden van onvolkomenheden in het plaatoppervlak. Ik wissel nog een aantal keren tussen “direct en via de HAT” om tot het besluit te komen dat, zelfs als ik een Steelhead zou kunnen aanschaffen, de HAT blijft staan als centraal regelorgaan. Gewend (verwend?) als ik ben met mijn HAT-Ayon combinatie. De HAT voorversterker voegt een element toe dat u wat mij betreft onterecht mag omschrijven als kleuring, maar waarmee ik de stap maak van reproductie naar origineel. Een stap waarbij de Steelhead als phonoversterker onmisbaar lijkt te zijn.

Het ooit illustere audiomerk Gale Electronics van Ira Gale bracht in 1977 een plaat uit met het London Early Music Ensemble, gedirigeerd door Christopher Hogwood, met 17e eeuwse Italiaanse renaissance/barokmuziek. Barok spreekt mij erg aan, bovendien heeft Ira Gale kans gezien op de lp twee unieke elementen te combineren: hoogstaande muziek en uitmuntende opnametechniek. Een informatief boek beschrijft elk aspect van de opnametechniek. Hogwood heeft een voorkeur voor het bespelen van instrumenten die zijn gemaakt in dezelfde periode als de muziek is geschreven, om authenticiteit te behouden. De Steelhead lijkt als geen andere phonotrap in staat Hogwood te steunen in zijn streven naar perfectie. De klank is loepzuiver en laat niets te wensen over.


Veel van de muziek wordt gespeeld op een “sack”, de oude Engelse benaming van de trombone. De sack heeft dunnere wanden dan een moderne trombone, een minder wijde mond en een kleiner mondstuk. Dat maakt de toon zachter, en passend in de muziek aan het einde van de renaissance en het begin van de barok periode. Ik bespaar u de lijst van overige instrumenten, ik kan wel melden dat ik de gehele lp ademloos heb beluisterd, en diepe spijt heb van het feit dat ik destijds slechts één enkele Gale lp heb aangeschaft. Wat de Steelhead helpt neerzetten is niet in woorden te vangen. Het is een emotioneel muzikale beleving van de eerste orde.

In een ver verleden ben ik in het bezit gekomen van een Franse opname van een klavecimbel, opgenomen op 45 toeren om vooral de dynamiek te bewaren. De plaat was - en is - op veel installaties haast niet te draaien omdat de klank van het klavecimbel dan verloren gaat in hardheid. Eens te meer blijkt welke invloed een phonoversterker kan hebben. Hardheid? Totaal geen sprake van, het geluid is onmiskenbaar van een klavecimbel dat met dichtbij geplaatste microfoons is opgenomen, waardoor weinig van de omgevingsakoestiek is geregistreerd. Het is heerlijk om te beluisteren. Rijk aan klank, in een optimaal formaat neergezet, metalig zoals het behoort te zijn, toch melodieus, ontdaan van elektronische aspecten ontstaan in een weergaveketen.

Hetzelfde gebeurt met een Denon opname uit Japan. Een PCM opname gemaakt in de tijd dat men dacht dat digitaal heilig was. Hard opgenomen in de zin van te transparant. De Steelhead legt exact bloot waarom digitaal in die tijd (1974!!) nog een lange weg had te gaan. De muziek van Telemann en Bach is schitterend, de musici van hoog niveau, maar het geheel ontbeert leven. Het is dat de Steelhead in staat is in deze keten leven te herscheppen, anders verdween de plaat fluks terug in de kast.

De keten

Muziek weergeven vanaf lp is alleen mogelijk als er een keten is gevormd tussen element en luidsprekers. Zo is het element gemonteerd in een SME/Transrotor 5009 arm, die staat op een Transrotor Super Seven speler. Achter de Manley Steelhead staat een “Het Audio Team” LA2 Mk II lijnversterker met afwisselend een Ayon Audio 300B versterker en een set Manley Snapper monoblokken. Gebruikte luidsprekers zijn Focal Electra 937Be types, ondersteund door een Electra SW900 subwoofer. Bekabeling is merendeels Crystal Cable Reference of Ultra. Ter vergelijk stond een E.A.R. 834P phonoversterker klaar. Stroomvoorziening gefilterd en getransformeerd met Kemp Elektroniks Powersource en Balanced Isolator Source. Stroomkabels opnieuw Crystal Cable en Kemp, maar ook Lapp en Hanze Hifi.


Een deel van de tijd speelde ik met de Ayon 300B als eindversterker. Een 2 x 20 Watt Single Ended triode versterker met een enkele, zwaardere 300B buis per kanaal. In deze opstelling toont de Steelhead ten volle zijn subtiliteit, al zijn nuances, en zijn ongelofelijke transparantie. De Ayon 300B is mijn referentie wat dat betreft. De Snapper is een eindversterker met een totaal ander karakter dan de 300B. De Snapper is minder verfijnd en minder in staat tot in de diepste nuances te graven. Hij is daarentegen wel veel krachtiger dan een 300B en zet een imposantere stage neer.

De gewenning duurde een paar dagen, pas daarna begon ik de Snapper echt op waarde te schatten. De Snapper heeft een karakter waarbij druk in het laag hoort, zonder controle te verliezen. Laag is meer aangezet dan met de 300B, dat wel. Het gaat te ver om de Snapper romantisch te noemen, daarvoor is hij recht door zee. Heel mooi uitgewogen. Ten opzichte van bijvoorbeeld een McIntosh 275 met KT-88 buizen is een Snapper subtieler, levendiger, beter in staat muziek te benaderen als kunst, aangenamer. Wilde ik destijds mijn 300B niet ruilen voor een 275, een set Snapper’s mag wel blijven staan. Mogelijk met dank (namens Manley) aan de nu wel en destijds niet beschikbare H.A.T. voorversterker die zoveel goeds doet in de set.

Een zijstap is, zoals beschreven, ook gemaakt door de Steelhead rechtsreeks aan te sluiten op de Ayon, en de H.A.T. over te slaan. In dat geval kruipen de Snapper en de 300B meer naar elkaar toe. Duidelijk blijkt hoe Manley denkt over muziekweergave. Het karakter van de Steelhead komt terug in de Snapper’s. Een gegeven dat een filosofie verraad en trouw van de fabrikant aan zijn eigen creaties. Bovendien bewijst deze consistentie dat de fabrikant en ontwerpers exact weten wat ze maken, waardoor de Steelhead of Snapper geen toevalstreffer zijn.

Op uw vraag: waarom niet de Steelhead rechtstreeks aan de Snapper en wel aan de 300B? Simpelweg ruimtegebrek om alle apparatuur goed te positioneren, van stroom te voorzien en met topkabels aan te sluiten. Met als tweede achterliggende gedachte dat ik de H.A.T. in de keten wil houden om niet helemaal de weg kwijt te raken tijdens het recenseren.

Conclusie

Vooral de Manley Steelhead heeft een diepe indruk achtergelaten. Ik geloof niet dat iemand op deze aardbol alle phonotrappen heeft beluisterd, zodat niemand kan stellen dat de Steelhead de allerfraaiste is. Ik durf die stelling evenmin neer te schrijven. Wat ik wel beweer is dat de Steelhead met voorsprong de fraaiste phonoversterker is die ik ooit mocht beluisteren. De prijs is hoog, iets dat verwachtingen schept en maakte dat ik de Steelhead met enig cynisme begroette. Dat cynisme verdween als sneeuw voor de zon toen de Steelhead speelde. De weergave is ongekend natuurlijk, vrij van vervorming in elke zin, detailrijk, ruim, ruimtelijk en geplaatst in een super stereobeeld. De Steelhead is een voorbeeld voor muziekweergave.

Daarnaast is de Steelhead de droom voor elke vinyl fanaat die of over meerdere armen/elementen beschikt, of over meerdere draaitafels. Wie daarnaast slechts in bezit is van een enkele lijnbron als cd speler of tuner is met de Steelhead klaar. De ingebouwde lijnversterker stuurt met gemak een eindversterker aan. Een gehoorde klacht is dat de Manley Steelhead zoveel instellingen toelaat dat de eigenaar blijft zoeken naar het optimum. Ik zou dat eerder als een positief element naar voren schuiven. De Steelhead is eenvoudig in staat het element zo af te sluiten dat een topcombinatie ontstaat. Zelf was ik na een paar uur klaar met instellen en bereikte de beste combinatie. Klaar en spelen vanaf dat moment.

Resteert uiteraard een woord over de Manley Snapper monoblokken. Probleemloos, open, krachtig, zuiver en aanvullend aan de Steelhead met behoud van het Manley karakter. Is de Steelhead stevig aan de prijs voor een phonoversterker (met nadruk stel ik dat de prijs/kwaliteit verhouding wel erg hoog is!), een set Snapper’s is een super aanbieding waar menige buizenversterker een puntje aan kan zuigen. Het was even wennen, de overgang van Single Ended 300B naar push-pull EL34, met als eindresultaat dat ik met beide overgelukkig kan leven. Manley geniet een reputatie in kringen van muziekliefhebbers, in high end kringen en in studio’s. Dat lijkt me volkomen terecht. Ik heb met volle teugen kunnen genieten van alle muziek die weerklonk aan het eind van 2007 en het begin van 2008. Zoals Manley zelf zegt: Tubes rule!


Prijzen:
Manley Steelhead phonoversterker incl. voeding:  8370 euro
Manley Snapper mono eindversterker (2 stuks):  5050 euro


Leverancier:
Beta Audio
Televisieweg 105
1322 BD Almere
Tel. +31 (0)36 5350047
Web: www.betaaudio.nl
Mail info@betaaudio.nl


Gebruikte Hardware: 

Analoog:

Transrotor Super Seven 40/60alu/TMD platenspeler Transrotor SME 5009 pickup arm Phase Tech P-3 Alexandrite low output MC element

Digitaal:

Lua Cantilena SEL CD speler (Mullard buizen), Tentlabs gemodificeerd

Radio:

Magnum Dynalab MD-90 tuner Magnum Dynalab ST-2 FM antenne

Versterking:

H.A.T. LA2 Mk II lijnversterker EAR 834P DeLuxe phonoversterker (JJ Electronic ECC803S buizen) Ayon Audio 300B versterker Manley Steelhead phonoversterker Manley Snapper mono eindversterkers

Luidsprekers:

Focal-JMlab Electra 937 Be

Subwoofer:

Focal-JMlab Electra SW900 actieve subwoofer

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Kemp, Läpp (DIY), Crystal Cable Power Reference, Crystal Cable Power Ultra, Hanze Hifi Netspanning: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source, Kemp Elektronics Quantum Approach plug, gescheiden audiogroep, AHP glas + Neozed zekeringen

Kabels en accessoires:

Interlinks analoog: Crystal Cable Connect Ultra, Crystal Cable Connect Reference, Crystal Cable Connect Interlink subwoofer: Sharkwire LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference Meubels: Spectral Straight TV915, Target VW1 wandbeugel Overig: Acoustic Analysing TVA dempers, Quadraspire QX25 voetjes