Exposure 2010S serie


Rene Smit | 21 februari 2008 | Fotografie Rene Smit | Exposure

Onderwerp van beluisteren is ditmaal een complete set van het Engelse merk Exposure. Via de nieuwe importeur Top Hifi heb ik de beschikking gekregen over drie 2010S producten: een geïntegreerde versterker, een losse eindversterker en een cd-speler.

Genoeg speelgoed om een paar weken mee te stoeien in diverse configuraties. De producten van Exposure zijn mij niet onbekend, in het verleden heb ik de 2010S cd-speler al een keer solo aan de tand gevoeld. De conclusie van die recensie viel toen positief uit. Ik hoop dat de complete set in eenzelfde mate weet te overtuigen.

Uitvoering en techniek

Omdat de 2010S cd-speler onveranderd in productie is ten opzichte van de destijds door mij geteste versie behoeft deze hier slechts een korte uitleg. Die test gaat uitgebreid in op de gebruikte techniek en geluidskwaliteit. De basis van de Exposure 2010S wordt gevormd door een in eigen beheer gebouwd CD loopwerk. Als het digitale signaal is uitgelezen komt het terecht bij een PCM 1716 24-bit dac, werkend binnen het CD Red Book formaat van 16 bit/44,1 kHz. Het digitale signaal is aan de uitgang beschikbaar via een 75 Ohm BNC connector en via Toslink. Door een jumper te verwijderen op het systeembord kunnen deze uitgangen afgesloten worden. De analoge uitgang is opgezet met een paar NE5534AN op-amps en een mute relais.

Het uitgangssignaal bedraagt, geheel volgens de norm, 2 Volt. Een dubbelzijdige printplaat is nauwelijks voorzien van draadbruggen, wat meestal een doordachte component lay-out verraadt. Ook naar de onderdelen buiten de print (loopwerk en display) zijn de signaalwegen kort gehouden met flatcables. De gebruikte voeding is zwaar overbemeten met een forse ringkerntrafo. Vanaf daar zijn er drie gescheiden circuits gevormd met afzonderlijke trafowikkelingen en eigen zekeringen. Eén circuit is voor de motor en het display, twee circuits zijn er voor audio, opgedeeld in een digitale een analoge voeding. De voedingen zijn fors gebufferd met meerdere kleine elco’s.

Blijven over de 2010S geïntegreerde versterker en separate eindversterker. Bij het uitpakken blijkt dat beide over een forse voeding beschikken, het grootste gedeelte van het gewicht (elk 7 kilogram schoon aan de haak) zit aan één kant van de kast. Bij het doorlezen van de (beknopte) brochure blijkt dat ze beschikken over een 200VA toridal trafo. Het vermogen dat geleverd kan worden is voor beide apparaten gelijk: 2x75 Watt aan 8 Ohm. Ruim voldoende dus om luidsprekers met een gemiddeld rendement, in de ‘gemiddelde’ woonkamer, lekker aan het spelen te krijgen. De 2010S eindversterker kan met een schakelaar aan de achterzijde “omgebouwd” worden tot monoblok voor nog meer vermogen. Er wordt intern gebruik gemaakt van hoogwaardige onderdelen en korte signaalwegen. Exposure vertelt zelf niets over de schakeling. Bij Exposure staat eigenlijk alles in dienst van de muziekweergave en wordt gezwegen over hoe ze dit resultaat bereiken. Op www.exposurehifi.com is wel uitgebreid te lezen welke filosofie de fabrikant hanteert.

Alle apparaten uit de 2010S serie maken gebruik van een nagenoeg identieke kast, waarbij alleen het frontpaneel verschilt. Dat zorgt voor een mooie visuele eenheid wanneer de apparaten in een kast of rek geplaatst worden. De kast is volledig aluminium en voorzien van een dik massief geborsteld frontpaneel. Het gebruikte materiaal zorgt voor een goede afscherming tegen elektromagnetische straling en voorkomt tevens dat trillingen van buitenaf de werking kunnen verstoren.

Alle frontpanelen zien er strak en opgeruimd uit. Op de eindversterker zit slechts een aan/uitschakelaar en een led die aangeeft of de versterker ingeschakeld is. De geïntegreerde versterker is daarnaast voorzien van twee draairegelaars aan de rechterkant. Deze dienen respectievelijk voor het regelen van het volume en bronkeuze. Ook zit daar het “oog” voor het ontvangen van de commando’s van de meegeleverde afstandbediening. De cd-speler heeft eenzelfde opgeruimd front met centraal geplaatst de lade en daarnaast het display. De achterzijdes maken een opgeruimde indruk. De geïntegreerde versterker is voorzien van 6 cinch aansluitingen waarvan er één door het inbouwen van een phonoboard geschikt gemaakt kan worden voor een draaitafel met MM of MC element. Dit inbouwen kan worden verzorgd door een dealer; de versterker hoeft dus niet opgestuurd te worden. Er is een tape-monitor aanwezig.

Uiteraard is er een pre-out aansluiting en zijn de luidsprekeraansluitingen dubbel uitgevoerd, zodat bi-wire aansluiten van luidsprekers een optie is. De aansluitingen zijn gemaakt van kunststof en accepteren uitsluitend 4mm banaanstekkers. Aansluiten met spades of blanke draad is helaas niet mogelijk. Wel zijn alle apparaten voorzien van een afneembaar netsnoer zodat upgraden met betere exemplaren tot de mogelijkheden behoort. De eindversterker is voorzien van één stereo input en de al eerder genoemde stereo/mono switch. Ook hier zijn de luidsprekeraansluitingen dubbel uitgevoerd. Gelukkig heeft Exposure ingezien dat in een mooie set een tuner niet mag ontbreken. Vanaf april 2008 zal er een Exposure tuner met DAB functionaliteit leverbaar zijn.

Luisteren naar de Exposure 2010S

De producten werden in twee verschillende opstellingen gebruikt. Ik ben begonnen met de 2010S geïntegreerde versterker gecombineerd met de 2010S cd-speler. Pas later werd daar de 2010S eindversterker aan toegevoegd, om zo een bi-amp set te creëren. De apparaten werden bijgeprikt op de gescheiden audiogroep, waarbij analoog en digitaal ieder hun eigen Inakustik verdeeldoos hebben. Netsnoeren waren de standaard meegeleverde exemplaren. De versterker en cd-speler zijn aan elkaar gekoppeld met een Sharkwire SC-L03 zilveren interlink. Eenzelfde interlink is gebruikt om de twee versterkers aan elkaar te koppelen in de bi-amp configuratie. Luidsprekerkabels waren de meegeleverde Exposure kabels en vM SC3R. Achterop mijn Audiovector M3i Super speakers werden tijdelijk de tri-wire terminals doorverbonden met Inakustik draadbruggetjes. Alhoewel Exposure er volgens de folder de voorkeur aan geeft om de versterkers precies andersom te gebruiken, is de geïntegreerde versterker bij het bi-ampen voor het laag gebruikt en de eindversterker voor midden en hoog. Voor beide set-ups valt iets te zeggen. Zelf uitproberen is dus het devies.

Alle apparaten waren door de importeur  verschillende malen eerder ingezet, op beurzen en bij dealers zodat echt inspelen niet noodzakelijk was. Voor de zekerheid is de complete set wel een dag voor het eerste luisteren onder stroom gezet met de cd-speler op repeat.
       

Luisteren

Om eenvoudig te beginnen maak ik bij de eerste luistersessie alleen gebruik van de geïntegreerde versterker en cd-speler. Wat direct opvalt, is de snelheid waarmee de cd-speler de cd’s inleest en gereed is om af te spelen: een groot voordeel van een dedicated speler ten opzichte van multi format spelers. Wat ook opvalt, maar dan in negatieve zin, is de verscheidenheid aan verlichting bij de apparaten. De lichtjes die aangeven of een apparaat stand-by of uit staat zijn rood van kleur, de led’s in de bronkeuzeschakelaar en volumeregelaar zijn blauw en het display van de cd-speler neigt weer naar groen. Juist wanneer je als fabrikant een compleet systeem wilt aanbieden is het wenselijk hier eenheid in aan te brengen. Let wel, aan de geluidskwaliteit doet het allemaal niets af, het is het toefje slagroom op de taart.

Ray Charles mag met zijn album Genius Loves Company de spits afbijten. De track Fever met Natalie Cole is een goede eerste test, en de set slaat zich er met verve doorheen. Het hoog is transparant en het geheel klinkt schoon en open. Ten opzichte van de vM bi-amp set wordt wat ingeleverd op het gebied van laagcontrole maar dat is gezien de set-up logisch.

Singer/songwriter James Blunt is de volgende die zijn kunsten mag vertonen. Van zijn album Back to Bedlam kies ik voor het liedje “Tears and Rain”. Ook nu stelt de Exposure set niet teleur. Er zijn veel details te horen, niet alleen in het hoog maar ook in het midden en laag is het prima voor elkaar. Grote verdienste is de muzikale en relaxte manier waarop de muziek gepresenteerd wordt.

Na de heren wordt het tijd om te luisteren naar een damesstem. Met “The closest thing to crazy” wist Katie Melua mij al een aantal keren te raken. Dat is overigens sterk afhankelijk van de gebruikte apparatuur. Soms neigt de ijle stem van Katie naar een kinderstemmetje en weet ze niet te boeien. De Exposure set heeft er geen moeite mee de gevoelige snaar te raken. De s en t klanken klinken alleen een fractie meer aangezet ten opzichte van wat ik normaal gesproken gewend ben. Er wordt een mooie brede, diepe stage neergezet die al voor de speakers begint en tot ver daarachter doorloopt. Mijn eigen vM set begint met opbouwen van een stage tussen de speakers en plaatst het geheel wat verder naar achter toe. De manier waarop de Exposure set opbouwt zorgt er wel voor dat je als luisteraar goed betrokken bent bij de muziek.

“The Ghost Of Tom Joad” is niet het meest vrolijke album van Bruce Springsteen, maar de opname is gelukkig vele malen beter dan die van zijn onlangs uitgebrachte album “Magic”. Bij het beluisteren van de titeltrack staat het kippenvel op mijn armen. Het klinkt direct, dynamisch en natuurlijk. Het gitaarspel klinkt open met de juiste snelheid en de mondharmonica is snijdend en scherp, zoals het hoort.

Om niet in een depressie te geraken schakel ik snel over naar Bette Midler’s Miss Otis Regrets. Hoewel de boodschap van deze song quasi zielig is klinkt het erg vrolijk. Het geheel is swingend, los, open en transparant. De blazerssectie toetert er vrolijk op los, kortom gewoon lekker genieten van de muziek!

Nog diverse cd’s passeren de revue waaronder het nieuwe album van Trijntje Oosterhuis waarop haar samenwerking met grootheid Burt Bacharach een vervolg krijgt. Hoogtepunten zijn het gitaarspel in I Just Don’t Know en On My Own en echt geweldig is de weergave van de harp in Painted From Memory. Ik betrap mezelf erop gewoon lekker muziek te luisteren in plaats van analytisch en kritisch te luisteren. Een compliment voor de set. Eens kijken of de positieve indruk die de versterker en cd-speler maakten nog overtroffen wordt na het toevoegen van de 2010S eindversterker.

Na alle extra kabels te hebben aangesloten verdwijnt wederom het album van Ray Charles in de speler. De verwachtingen die ik had worden volledig waargemaakt. Stemmen krijgen meer body en winnen aan echtheid. De breedte- en diepteplaatsing neemt toe en de controle over de woofers van de Audiovector speakers is weer op het niveau van mijn eigen bi-amp set. Ik vergeet al het audiofiele gebabbel en kom er pas vijf liedjes verder achter dat ik een set aan het beoordelen ben. Nog even snel naar Katie Melua die nu bijna lijfelijk in de luisterruimte aanwezig lijkt te zijn. De muziek komt nog makkelijker de speakers uit rollen met een merkbaar groter beeld dan zonder de extra eindtrap. Het is duidelijk dat de eindversterker een positieve bijdrage levert aan het luistergenot. Doordat Exposure niet jaarlijks met nieuwe apparatuur op de markt komt is het goed mogelijk te beginnen met de geïntegreerde versterker en cd-speler om op een later tijdstip een extra eindversterker toe te voegen. Of zelfs twee: elk geschakeld als monoblok.

Exposure 2010S: uitstekende geluidskwaliteit

Na een aantal weken met de Exposure set is het klip en klaar dat de ingenieurs van het Engelse merk tot meer in staat zijn dan alleen mooie cd-spelers bouwen. Ook de versterkers zijn de moeite waard en kennen een specifiek geluid. De set is vergaand neutraal en neigt licht naar de koele kant. Grote verdienste is de grote muzikaliteit waardoor je blijft luisteren.

Beginnend met een geïntegreerde versterker en een cd-speler kun je later, zonder de essentie van de set te beïnvloeden, doorgroeien naar een bi-amp set of zelfs monoblokken. Zelf heb ik na de recensie periode nog met veel plezier geluisterd naar de versterker en cd-speler in combinatie met een set PMC DB1+ monitor speakers. Laat u niet misleiden door het eenvoudige uiterlijk van de Exposure apparatuur, tijdens een luistersessie zult u waarschijnlijk, net als ik, aangenaam verrast worden door hun uitstekende geluidskwaliteit.


Prijzen:

 2010S  cd-speler  999 euro
 2010S  geïntegreerde versterker  999 euro
 2010S  eindversterker  999 euro
 2010S  DAB/FM tuner (vanaf medio april `08)  999 euro


Importeur:
Top Hifi
Slangekruid 24
2681 XC Monster
 

Gebruikte Hardware: 

vM MA240 geïntegreerde versterker vM PA535 eindversterker vM PHM3 phonotrap vM SA230 SACD speler NAD T585 multispeler Clearaudio Champion platenspeler met Shelter 201 element Bekabeling en accessoires: Siltech SQ88G5 Classic, Sharkwire SC-L03 interlinks, Inakustik Black&White LS1002 luidsprekerkabels, Inakustik AC1502-6 stekkerblok, Supra Lorad netsnoeren, AHP klankmodule, Quadraspire QX25 voetjes, Alphason audiorack