PS Audio Quintet Power center


Bert Dekker | 18 juni 2009 | Fotografie Bert Dekker | PS Audio

Goede stroom vormt een belangrijke basis voor een uitgebalanceerde muziekweergave. Als het fout gaat met de stroomvoorziening in de set zal immers de hele keten hieronder te lijden hebben. Is muziekkwaliteit een belangrijke eis dan dient er dus ook veel aandacht aan de stroomkwaliteit besteed te worden en daarbij geldt: hoe beter de kwaliteit van de muziekapparatuur, hoe hoger de eisen die aan de stroomkwaliteit gesteld worden. Een muziekcomponent kan dan immers naar beste kunnen presteren als de voedingsspanning van de best mogelijke kwaliteit is.



Een heldere constatering maar helaas is schone stroom in onze dagelijkse woonsituatie geen vanzelfsprekendheid. Daarvoor staan er in en om ieder huisgezin teveel PC’s, laptops, mobiele telefoons, zendmasten, Daarnaast worden we omringd door een nog grotere schare aan stroomvervuilers. De netstroom die uit onze stopcontact komt heeft eerder het karakter van afwaswater dan dat van helder bronwater…

Het heeft me daarom altijd verbaasd dat de AV industrie zo laat tot het inzicht kwam dat schone stroom aan de basis staat van de uiteindelijke muziekkwaliteit die uit de luidsprekers komt. Dit is echter snel veranderd: terwijl de industrie ongeveer 10 jaar geleden nog nauwelijks aandacht aan het fenomeen schone stroom besteedde heeft tegenwoordig vrijwel elke kabelfabrikant een programma stroomkabels in het assortiment.

Ondanks het enorme aanbod aan dit soort producten zijn er wereldwijd slechts een handvol echte specialisten die zich al geruime tijd bezighouden met het fenomeen schone stroom. In de loop van de tijd  hebben deze specialisten steeds duidelijker inzicht gekregen in alle verschijnselen die met dit onderwerp te maken hebben en dit succesvol vertaald hebben in hun productrange.

Eén van die specialisten is het Amerikaanse bedrijf PS Audio dat naast een assortiment hoogwaardige AV-apparatuur ook sinds jaar en dag een uitgebreid en uitgekiend assortiment aan powerconditioners voor stereo, home cinema én voor opnamestudio’s heeft.


Luistershow

De Quintet is de nieuwste loot aan de stam van PS Audio, maar niet mijn eerste kennismaking met dit merk. Ongeveer twee jaar geleden was ik te gast bij een demonstratie van PS Audio in een audiozaak in het zuiden des lands. Star of the show was de UPC-200 powercenter die thans geen deel meer uitmaakt van het programma. Die demonstratie vond inmiddels al weer een hele tijd geleden plaats en ik weet ook niet meer welke set er stond opgesteld. Ik kan me echter wél nog herinneren welke indruk de UPC-200 bij me achterliet. Ik was destijds al overtuigd van het nut van schone stroom en had er in mijn set al de nodige zorg aan besteed. Dat het effect zó groot zou kunnen zijn kwam voor mij als een volslagen verrassing en daarom ook belangrijke aanleiding om meer te weten te komen van de UPC-200.



Een paar maanden na mijn eerste kennismaking met de UPC-200 powercenter werd deze ter recensie aangeboden aan Hifi.nl, voor mij een reden om direct “ja” te zeggen op het verzoek deze te beluisteren. Door omstandigheden in de privesfeer is het hier helaas nooit van gekomen, en leek een nadere kennismaking met PS-Audio van de baan … tot het moment dat mij gevraagd werd het PS Audio Quintet Power center te recenseren. Later in dit verslag zal blijken dat ik hier helemaal geen spijt van heb gehad…


PS Audio Quintet Power center

Niet zomaar een stekkerblok. Dit mag wel gezegd worden van de Quintet die bij mij in een stevige kartonnen doos thuis wordt afgeleverd, hetgeen nogal wat verwachtingen wekt. Maar eerlijk is eerlijk: dan heb je ook wel wat. Gebouwd als een tank, met de looks van een BMW (zoals ze zelf schrijven) en een dito gewicht van ongeveer maar liefst 4 kilo schoon aan de haak: je kunt van PS Audio zeggen dat ze er veel aan hebben gedaan om de Quintet te voorzien van een fraai uiterlijk en een solide karakter. Wat mij betreft zijn ze daar wel in geslaagd. Toch: good looks can only carry you so far: het zal uiteindelijk gaan om de vraag welke meerwaarde de Quintet brengt als we het over de sound hebben.

Nogmaals, we hebben hier niet zomaar met een stekkerblok te maken. Dit realiseer ik me weer als ik de uitvoerige user manual doorlees. Voordat ik hem in gebruik ga nemen besluit ik hem eerst goed te lezen. Ik wil er immers zeker van zijn dat ik alles juist aansluit om zodoende optimaal gebruik te kunnen maken van het volle potentieel van de Quintet.

Connect and … go!

Al lezende krijg ik de indruk dat men bij PS Audio zeker niet over één nacht ijs is gegaan bij het ontwikkelen van de Quintet. Heel fraai zijn de 5 zogenaamde IsoZones die elk van Nano Crystalline filters zijn voorzien. Iedere uitgang is daarmee volledig afgeschermd van de andere. Hierdoor wordt het onmogelijk dat elke aangesloten muziekcomponent in de set de andere via het blok kan beïnvloeden, een prima uitgangspunt. Tevens functioneert de Quintet als een microprocessor gestuurde “surge protector” waarmee de set beveiligd is tegen ondermeer piekspanningen, te hoge of te lage spanning en te hoge stromen die schadelijk voor de set kunnen zijn. Maar dan zijn we er nog niet: Ook telefoon en een AV signaal kan op de Quintet worden aangesloten. Daarbij zijn er twee 12 Volt gelijkstroom uitgangen te vinden op de Quintet, ideaal om eventueel aangesloten (AV) apparatuur zoals een surround processor of receiver mee te kunnen bedienen.




Connect and … go!

De tijd is aangebroken mijn Supra verdeeldoos waar ik overigens altijd zeer tevreden over ben geweest te vervangen door het PS Audio Quintet Power center. Ook over het laatste stuk, de ingebruikname ervan, is nagedacht. Men kan kiezen uit drie manieren waarop de outlets op het blok van spanning worden voorzien. Men kan kiezen uit “Allways on” waarmee de aan/uitknop wordt gepasseerd. Dit is de aanbevolen instelling als de apparaten die verbonden zijn met de Quintet altijd onder spanning moeten staan. De “Switched” mode is de standaard instelling waarmee de componenten aan de Quintet aan- en uitgeschakeld kunnen worden. Tot slot is er nog de “Delayed” mode, waarmee de aangesloten apparaten met een vertraging van drie seconden na elkaar van stroom worden voorzien. Een prima keuze als het gelijktijdig inschakelen van bijvoorbeeld zware eindversterkers een te grote stroombelasting voor het net vormt zodat voorkomen wordt dat de stoppen uit de meterkast vliegen. Ik kies voor de standaard instelling.

Zoals ik al reeds aangaf heb ik al veel aandacht besteed aan schone stroom in mijn set. Een aparte stroomgroep ontkoppelt mijn set van alle overige apparatuur. Daarnaast bevind ik ook me nog eens in de gelukkige omstandigheid dat de meterkast direct aan de andere kant van de muur van mijn luisterruimte te vinden is. Dit is op nog geen meter afstand van het stopcontact waar de Quintet op is aangesloten. Een aantal Siltech netkabels uit de Classic- en Signature lijn voorzien de componenten van stroom. Vandaar dat ik een glimlach niet kon onderdrukken toen bij het uitpakken de bijgeleverde netkabel ontdekte ... Onbegrijpelijk dat een dergelijk geavanceerd product wordt geleverd met een standaard houtje-touwtje netkabel. Dat dit niet tot de meest optimale performance zal leiden snapt men ook bij PS Audio, zoals te lezen is in de user manual van de Quintet. Men geeft daarin aan dat het standaard netsnoer goed genoeg is (“will do the job”) maar dat een betere netkabel tot nog betere prestaties zal leiden. U kunt zich natuurlijk wel voorstellen dat dit een mooie uitnodiging is om de proef op de som te nemen. Omdat ik echter niet 1-2-3 een beter netsnoer voorhanden had  besloot ik dan maar zelf een goede DIY kabel te maken. Ik besluit de Quintet echter eerst met het bijgeleverde netsnoer te beluisteren.



Na ongeveer een week werd het tijd voor een nadere kennismaking met de Quintet. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: dit is even schrikken. Ik ben nooit ontevreden over mijn Supra stekkerblok geweest. Toch gaat de weergave er op nu alle fronten met sprongen op vooruit. Natuurlijk, er hangt dan wel een geheel ander prijskaartje aan de Quintet vergeleken met het Supra blok. Toch vallen de bijzondere eigenschappen van de Quintet direct in het gehoor op een wel bijzonder aangename wijze. Let wel: Ik heb de Quintet in eerste instantie aangesloten op het lichtnet met het bijgeleverde standaard netsnoer. Enkele weken later zal daar mijn DIY netkabel voor in de plaats komen puur omdat ik benieuwd was hoe ver de prestaties van het eindresultaat nog te verbeteren zijn. Daarover later meer.


So!

Time to get serious. Het album “So” van Peter Gabriel (Virgin, 1986) verdwijnt in de lade van mijn good-old Marantz CD14 cd-speler. Tijdloos en bijzonder fraai opgenomen. Aan de andere kant herken ik ook telkens mixed feelings als ik de cd opzet. Hoe mooi de opname op vinyl klinkt, hoe vlak, dun en futloos op cd. Tenminste, tot voor kort. Don’t give up: hoe toepasselijk denk ik … nu pas na jaren draaien ervaar ik weer hoe mooi het nummer klinkt. Nee, hier is geen sprake van een “upgrade”. Hier staat feitelijk een nieuw systeem te spelen. De stap is groot, enorm groot  … ik besluit dan ook dat ik even wacht met recenseren tot ik volkomen gewend ben aan de nieuwe geluidservaring. Ik ervaar immers plots kwaliteiten die ik niet eerder kende van mijn set. Ik ben weliswaar zeer onder de indruk, mijn luisterindrukken zijn op dit moment echter veel te gekleurd, te subjectief. Ik ben immers nog niet gewend aan de geheel nieuwe klankindrukken die rechtsreeks het gevolg zijn van het plaatsen van de Quintet in mijn set. Even een time-out dus.

Luisteren

Het is inmiddels ongeveer een week later als ik hetzelfde nummer op dezelfde cd nogmaals draai. Dezelfde indrukken blijven, ik ben echter down to earth en beter in staat te omschrijven wat ik ervaar. Reeds eerder schreef ik dat het muzieksignaal er op alle fronten op vooruit ging. Een paar zaken vallen direct in het gehoor:

Het valt op dat de afbeeldingsgrootte enorm is toegenomen. Ondanks dat mijn bescheiden vloerstaanders, de ProAc Studio 150, nooit echte krachtpatsers in het laag zijn geweest (met het –3db punt bij 55Hz) heb ik dit nooit daadwerkelijk als een probleem ervaren. De fenomenale afbeelding en de betoverende tonaliteit maken dit meer dan goed. Dit is de reden waarom ik ze al bijna tien jaar in mijn bezit heb en heb nog nooit de wens gehad ze te vervangen. Maar toch, soms, bij sommige opnames uit de jaren 80 en begin jaren negentig bekruipt me wel eens het gevoel dat mijn trouwe Proacs ballen te kort hebben en alles net iets te lief en te vlak weergeven. Dit geldt zeker voor de cd van Peter Gabriel. Maar het lijkt nu alsof ik naar een geremasterde uitvoering aan het luisteren ben. Van een tekort aan laag is opeens niets meer te merken. Hier staan opeens grotere luidsprekers te spelen die wél in staat lijken om het laagfundament zonder valse bescheidenheid weer te geven. Zowel in kwantiteit maar ook in kwaliteit, zo is ook te horen op het openingsnummer Red Rain . Bas en percussie hebben veel meer body gekregen zonder ook maar enigszins traag of wollig te klinken. Integendeel, het laag wordt bijzonder fraai gearticuleerd en met scherpere contouren dan voorheen de luisterruimte in geprojecteerd. Welke opname ik ook draai, keer op keer valt de extra adem op die mijn Proacs hebben gekregen. Ze klinken daardoor groter dan dat ze in feite zijn en projecteren de muziek meer levensecht, op ware grootte dan voorheen.



Gaandeweg gaan me nog meer zaken opvallen. Zoals ik al aangaf ben ik altijd zeer tevreden geweest over de afbeelding van mijn muziekset. Welke opname ik nu ook draai, het hele muzikale speelveld wordt een paar meter verder naar voren geprojecteerd dan voorheen. Dit geldt dan weer niet voor instrumenten die meer op de achtergrond staan te spelen, deze worden juist een paar meter verder naar achter geplaatst vergeleken met eerder. De diepteafbeelding is daarmee enorm toegenomen alhoewel het aanvankelijk leek dat het beeld alleen naar verder voren werd geprojecteerd.

Dit is goed te horen op de Vier Jaargetijden (zomer – Allegro non Molto) op de cd “The World Of Vivaldi” (Decca, 1992). De oorspronkelijke opname dateert weliswaar uit 1970, maar is één van de mooiste uitvoeringen die ik ken. Heel fraai is het gekwetter van de vogels dat zacht op de achtergrond te horen is. Dit schenkt het fraaie spel wellicht geheel onbedoeld net iets extra’s en heel natuurlijks. Deze aparte en aangename ervaring wordt plots veel intenser dan voorheen. Terwijl het lijkt alsof de zaal waarin de opname is gemaakt veel groter lijkt dan ooit voorheen lijken de achtergrondgeluiden nu veel meer deel uit te maken van het geheel. In mijn “oude” luistersituatie stonden de musici nog enigszins in het schemerlicht zogezegd. Nu lijken felle zonnestralen door de grote ramen naar binnen te vallen en geven het orkest die extra glans die het verdient. Het spel wordt intenser, de interactie tussen de strijkergroepen komt meer uit de verf dan voorheen. Ook de weergave in de breedte lijkt immens te zijn toegenomen. De soms felle interactie tussen de instrumentgroepen aan de linker- en rechterzijde van het orkest wordt daarmee aanzienlijk geïntensiveerd waardoor het spel extra vuur en passie krijgt.

Ik moest zeker wennen aan de weergave van de hoogste octaven. Niets geen helder of briljant hoog. Scherpte ontbreekt volkomen en toegegeven, het “gemis” aan hoog was wel even vreemd. Totdat ik na een bezoek aan een klassiek concert (Brahms) in de Doelen in Rotterdam een paar maanden geleden in dat opzicht weer met de voeten op de grond terecht kwam. Zo horen de hoogste octaven dus in het écht te klinken: naadloos geïntegreerd in het gehele tonale spectrum zonder ook maar één moment de aandacht op te eisen, in feite onhoorbaar aanwezig ... precies die hoogweergave die ik nu ervaar met de Quinten in mijn set en krijgt wat mij betreft het predikaat “levensecht” mee.



Welke muziek ik vervolgens ook kies, de indrukken die ik hierboven schets blijven hetzelfde. Daarbij word ik me steeds meer gewaar van de hoeveelheid low-level informatie die de Quintet aan mijn set weet te onttrekken naarmate ik er langer naar luister. Gaandeweg ervaar ik de enorme rust die de Quintet in mijn muziekset introduceert. De noisefloor is behoorlijk verlaagd. Dat is te merken aan het enorme gemak waarmee essentiële details zoals de enorm toegenomen ruimte-ambiance worden weergegeven. Dit was goed te horen op de opname van Vivaldi: de onzichtbare contouren van de opnameruimte worden plots wel heel duidelijk voelbaar. Bijna paradoxaal: iets dat er niet “is” verraadt zijn dynamiek door de stilte die het schenkt aan het muzikale spel…

Follow up & conclusie

Tijd voor een experiment. Gedurende de gehele testfase is de Quintet via het bijgeleverde netsnoer verbonden met het lichtnet, overigens naar volle tevredenheid. Het is tijd om de aanbeveling op te volgen die reeds in de gebruiksaanwijzing te lezen is: de Quintet zal beter presteren naarmate de aangesloten netkabel ook van betere kwaliteit is. Ik neem de proef op de som: het standaard netsnoer gaat eraf en maakt plaats voor mijn doe-het-zelf kabel.

Wat reeds goed was wordt met deze upgrade nog wat beter maar ook de andere kant is waar: de Quintet presteert al meer dan uitstekend met het standaard gewone netsnoer. Mijn zelfbouw netkabel zorgt voor nog wat meer “punch” in het laag en een nog iets vloeiender weergave van het middengebied en in het hoog. Toch verandert er niet zo heel veel alhoewel ik me kan voorstellen dat er de weergave met een nog betere kabel op een nog hoger niveau zal komen. Uitproberen is hier ook weer het devies.

Conclusie

Het blijkt maar eens des te meer dat schone stroom essentieel is voor de weergavekwaliteit van een muzieksysteem. Ondanks dat ik in mijn eigen set hier behoorlijk veel aandacht heb geschonken was ik behoorlijk verrast over de toegevoegde waarde van de Quintet in mijn set. Dit was geen stap vooruit maar een hele sprong. Als ik er één ding van het geleerd is dat de Quintet niet alleen goed werk zal verrichten in een systeem dat gevoed wordt met “vuile” stroom maar dit ook in een “schone” omgeving zal presteren. Wat mij betreft zet de Quintet hier een statement neer. De verkoopprijs van 859 Euro staat wat mij betreft in geen verhouding tot de meerwaarde die het schenkt aan een kwalitatief hoogwaardig audio- of AV systeem. Wat mij betreft de ontdekking van 2008 en ook de reden om de Quintet na het recenseren definitief op te nemen in mijn set.

Gebruikte apparatuur:

Cd-speler:

Marantz CD-14

Versterking:

Densen B-200 voorversterker en 2 x Densen B-300 eindversterkers in Bi Amp configuratie

Luidsprekers:

ProAc Studio 150 luidsprekers

Netsnoeren:

3 x Siltech SPX 30 Classic Mk II voor de Densen versterkers Siltech Ruby Hill voor de Marantz CD 14 Zelfbouw netkabel

Interlinks:

Tara Labs RSC Air3 Mk II Siltech SQ-88 Harmonic Tech Pro Silway II

Luidsprekerkabel:

MIT 750 Shotgun BiAmp modificatie.

Overig:

Target Stand Vibrapod dempers