Graham Slee Revelation & Dynavector DV 10X5


Kilian Bakker | 14 augustus 2008 | Graham Slee (GSP Audio)

Graham Slee maakt al meer dan 25 jaar apparatuur voor de Pro-audio markt maar hij ontwikkelt ook consumentenelektronica waarbij hij zich voornamelijk richt op Phonotrappen en hoofdtelefoonversterkers. De heer Slee is daarom goed op de hoogte van de problematiek van het correct afspelen van analoge geluidsdragers. Hij heeft naast audiofielen veel professionals als klanten en vanuit beide kampen werd hem gevraagd of hij een Phonotrap met een instelbaar de-emphasis circuit zou kunnen maken. Audiofiele platenverzamelaars, professionele archivarissen en mastering-technici willen zeldzame pre-RIAA LP`s of schellak-schijven natuurlijk zo accuraat mogelijk kunnen weergeven of omzetten naar een ander format.



De RIAA-curve is slechts één van de vele curves die ooit zijn toegepast bij de productie van platen. Om een werkbaar systeem te krijgen worden de LP masters gesneden met een via pre-emphasis aangepast bronsignaal (het gaat hier om een aanpassing van de toonbalans, ook wel als `EQ` aangeduid). Ongecomprimeerde lage frequenties zouden praktisch onaftastbaar zijn maar ook teveel ruimte in beslag nemen; de groef zou met een grotere spoed moeten worden gesneden met als gevolg een minder lange speelduur. De oorspronkelijke toonbalans wordt tijdens het afspelen door het de-emphasis (EQ-correctie) circuit in de Phonotrap hersteld.

Wanneer de curve waarmee de plaat in kwestie is vervaardigd niet het exacte tegendeel is van het correctienetwerk in de Phonotrap zal er een vertekend klankbeeld ontstaan. Dit is overigens niet alleen van toepassing op uitgaven uit de jaren `50. Alhoewel de meeste moderne LP`s volgens de RIAA curve zullen zijn gesneden kan men zelfs bij eind jaren `80 vinyl nog schijven aantreffen die met afwijkende curves zijn gemaakt. De afwijkingen bij moderne (microgroef) LP`s zijn relatief klein maar de stempels van vroege minigroef LP`s en 78 toeren platen kunnen volgens sterker afwijkende systemen zijn gemaakt. Wanneer die schijven in combinatie met een RIAA Phonotrap worden gebruikt ontstaat een weergave die in toonbalans afwijkt van wat het zou moeten zijn en zal men dus iets anders waarnemen dan wat de producent voor ogen (oren) had. Platenverzamelaars met een eclectische collectie zullen vaker tegen dit probleem oplopen dan bezitters van (overwegend) modern vinyl.

Als typisch eigenwijze Brit biedt Graham Slee een zowel praktische als relatief betaalbare oplossing met zijn Jazz Club en Revelation Phonotrappen die beiden instelbare curves hebben waarmee zelfs antieke schijven met een correcte toonbalans kunnen worden weergeven, aldus de fabrikant. De Revelation is gebaseerd op de GSP Era Gold Reflex Phonotrap en is een hoogwaardigere uitvoering van de lager geprijsde Jazz Club. Het versterker-circuit is ultra-breedbandig (maximaal 1.6 MegaHertz) wat volgens Graham Slee zelfs bij oude opnames -met een beperkte bandbreedte- voordelen met zich meebrengt, zoals toegenomen `lucht` en verstaanbaarheid.



De Revelation wordt gevoed uit de externe PSU1 voeding. De ingangsgevoeligheid van 4 milliVolt is niet aanpasbaar en ook de afsluitimpedantie heeft een vaste waarde van 47 kiloOhm wat betekent dat men ofwel voor een MM/MI of high Output MC moet gaan of een pre-pre (of step-up trafo) zal moeten inzetten, zoals de Graham Slee Elevator EXP. Bijzonder is een Mono-schakelaar (die zich vreemd genoeg op de achterzijde bevindt) waarmee men Stereo elementen kan inzetten voor Mono-weergave. De handleiding is vrij rudimentair maar gelukkig bevat het een filter-schema voor de meest bekende platenlabels. Aan de voorzijde van de zeer compacte aluminium behuizing bevinden zich drie kleine `toggle` schakelaars (die elk drie standen hebben) waarmee verschillende filter-instellingen kunnen worden gemaakt. De blauwe-LED mode is blijkbaar nog niet overgewaaid naar Barnsley -waar Graham Slee Products is gesitueerd- want de Revelation is van een bescheiden oplichtende rode LED voorzien. De signaal/ruisafstand ligt op 68 dB, hij meet 4,5 bij 16,5 bij 10,7 centimeter (HXBXD) en weegt 0.7 kilo.

DV 10X5

Gezien de Revelation een ingang met MM-gevoeligheid heeft en er op dat moment geen MM of high-output MC element voorhanden was, werd er eerst gezocht naar een geschikte kandidaat. De keuze viel op een hoogwaardige Japanse aftaster waar wij reeds mee bekend waren; de Dynavector DV 10X5 high output MC die door Saskia van Oirschot van Latham Audio ter beschikking werd gesteld, waarvoor wij haar bij deze nogmaals willen bedanken. De eerste DV 10X werd in 1978 geïntroduceerd en sindsdien is het een wereldwijd geliefde High Output Moving Coil (HOMC) aftaster.



De `5` versie is voorzien van Dynavector`s Flux Damping en Softened Magnetism systemen die hij heeft georven van zijn duurdere familieleden. Die systemen en een nieuwe Neodymium magneet elimineren de typische slankheid/hardheid waarmee veel HOMC`s worden geplaagd, aldus Dynavector. De DV 10X5 wordt geleverd in een degelijke en goed verzorgde verpakking en het survival-pakket bestaat uit een handleiding, imbusboutjes van verschillende lengtes, headshell-draadjes en nylon ringen. De laatste versie van de DV 10X5 heeft een rood geanodiseerde aluminium montageplaat die van getapt schroefdraad is voorzien (de foto laat nog de eerdere kunststof plaat met uitsparingen zien).

De generator bevindt zich in een behuizing van half doorzichtig rood kunststof en de algehele styling zou kunnen worden omschreven als `Star Trek`. De bijzondere vormgeving zorgt voor een praktisch voordeel: de body-tot-plaat afstand is de grootste die wij ooit bij een Moving Coil element hebben gezien. Armen met een negatieve (naar achteren aflopende) VTA -zoals veel Rega`s- of hobbelige LP`s zullen dus geen probleem zijn voor deze Dynavector. De DV 10X5 ziet graag een afsluiting van meer dan 1000 Ohm aan de ingang van een Phonotrap. Hij heeft een uitgangsspanning van 2,5 miliVolt en weegt 6,6 gram.


Luisteren

Zowel het Dynavector element als de Graham Slee Phonotrap werden een geruime tijd ingespeeld met verschillende LP`s en 12 Inch maxi-singles. De DV 10X5 presteerde het beste bij een VTF (naalddruk) van 2,1 gram en een neutrale VTA. Voor de Revelation werd de juiste polering van de lichtnetstekker en een optimale opstelling gekozen, waarbij de voeding zo ver mogelijk van de Phonotrap werd opgesteld. De Revelation werd eerst beoordeeld op zijn filter-merites en dus werden er vele oude en originele Decca, Columbia en RCA schijven uit de jaren `60 en `70 tevoorschijn gehaald. Elke oude schijf werd eerst gedraaid in de RIAA stand, waarna de Revelation werd omgeschakeld zodat de muziek kon worden beluisterd met de juiste filter-EQ.

Een 1960 London (UK) persing van John Coltrane`s Giant Steps mocht de spits afbijten. In de RIAA stand kwam de piano met een goede soliditeit naar voren terwijl het saxspel flink energiek maar ook vrij rauw overkwam (iets wat met deze plaat al gauw gebeurt). De percussie was ritmisch meeslepend maar kwam wat iel over terwijl de baspartij juist rond en stevig klonk. De Decca/London filterslope werd ingesteld en meteen kwamen de bekkens duidelijker maar ook natuurlijker over, met een luchtigere metaalruis. Het saxspel bleef beter onder controle; de luide passages klonken nog altijd pittig maar niet meer rauw of scherp. Het toetsenspel van de pianist was met meer gemak te volgen en de bas kwam tonaal beter uit de verf. Het geheel klonk niet alleen tonaal meer uitgewogen maar de zeer sterke `swing` van deze top-formatie werd beter gecommuniceerd waardoor de Giant Steps LP langer -en luider- kon worden gedraaid.

Luisteren

Een originele USA Columbia persing van The Dave Brubeck Quartet At Carnegie Hall werd in de RIAA stand en de Columbia stand beluisterd. De oude Columbia slope wijkt in feite minder sterk af van de RIAA slope dan die van Decca of RCA, vandaar dat men enkel de middelste schakelaar van -13,7 dB naar -16 dB hoeft om te zetten. In muzikale zin had dat zeker zijn gevolgen; door de Columbia-aanpassing kwamen de contrabas en de piano duidelijker naar voren en kwamen de drums qua energie beter in balans met de rest. De bassolo werd tonaal rijker van klank en zelfs wat spannender om naar te luisteren.

Objectief bekeken -oftewel beluisterd- was het geen verschil van dag en nacht maar subjectief bleek het wel van muzikaal belang te zijn. Er werden nog meer oude Columbia`s gedraaid, zoals de LP E.S.P. van Miles Davis, waarvan de gelijknamige track werd beluisterd. Bij deze schijf zorgde de Columbia-stand voor een duidelijke toename in rust en overzicht, met name voor wat betreft de blazers. Wayne Shorter`s solo was beter te volgen en leek zelfs voller van klank. De bekkens kwamen meer subtiel over maar het drumspel zelf klonk gearticuleerder. Het geheel kwam beduidend minder opdringerig over en werd meer als muzikaal geheel gepresenteerd. Wanneer een oude opname (te) veel energie in het hoge midden heeft zal men met name bij blazer-secties vooruitgang boeken met het Revelation filter.



Er werden nog veel andere Decca en Columbia opname`s beluisterd en -afhankelijk van de opname- waren de resultaten steeds goed vergelijkbaar met andere schijven van hetzelfde label, met name wanneer ze uit dezelfde periode kwamen. Er werden ook oude RCA LP`s gedraaid zoals de LP Dizzy Moods van Charles Mingus. Deze vrij psychedelische maar spannende Jazz sessie kwam met de RCA aanpassing (die gelijk is aan de aanpassing voor latere Decca`s) meer full-bodied en tonaal rijker naar voren. De presentatie was zelfs ruimtelijker en meer omarmend. De muzikale humor van Mingus werd goed gecommuniceerd en het geheel werd door de Dynavector/Graham Slee combo dusdanig meeslepend weergegeven dat het voor een brede grijns op het gezicht van deze schrijver zorgde.

Er werden natuurlijk ook LP`s gedraaid die reeds aan de RIAA-norm voldoen. De 45 toeren heruitgave van Ry Cooder & V.M. Bhatt`s LP A Meeting By The River liet niet alleen horen dat de DV 10X5 en de Revelation hoogwaardige componenten zijn, maar ook dat ze een uitstekende combo vormen. Bij het beluisteren van de fascinerende track Ganges Delta Blues klonk het snarenspel meteen bijzonder soepel. De `losbarsting`, met een harde trommelslag was indrukwekkend; het kwam met een flinke punch en een volle, ronde klank naar voren. Aan het laag viel tonaal veel te beleven, de percussieve klanken kregen niet alleen een goede plastische aanwezigheid mee maar de trommelvellen werden ook met een rijke en zuivere toon gepresenteerd. De diepte afbeelding was goed en de instrumenten werden op stabiele wijze in een ruim stereobeeld geplaatst. De expressieve weergave van de harde trommelslagen zorgde voor het gevoel van een bijna fysieke aanwezigheid van de instrumenten en dat is ook de bedoeling van deze top-opname.

Conclusie

De Graham Slee Products Revelation en Dynavector DV 10X5 vormen een uitstekend analoog duo. GSP apparaten klinken vaak luchtig en helder terwijl Dynavector elementen behalve vloeiend ook flink expressief kunnen zijn. Samen zorgden ze voor een zowel energieke als soepele weergave. Het instelbare correctienetwerk bleek bij verschillende oude LP`s een duidelijk merkbare invloed op de weergave te hebben. De souplesse en ritmische drive waarmee de DV 10X5 en de Revelation te werk gaan maken dat deze twee analoge componenten zowel bij oude als `moderne` RIAA schijven voor veel luisterplezier zorgen. Door de moeiteloze weergave van vrij uitdagende opname`s had de Revelation op indirecte wijze bewezen dat hij behalve een veelzijdig apparaat bovenal een hoogwaardige Phonotrap is.



Importeur Graham Slee Products: Symphony Audio Import; www.symphonyaudioimport.com
Verkoopprijs Graham Slee Revelation (incl. PSU1): 1010 euro.

Importeur Dynavector: Latham Audio; www.latham.nl
Verkoopprijs Dynavector DV 10X5: 357 euro.

Toegepaste apparatuur:

Analoge Bron:

loopwerkvoeding:   HEED Orbit 2 loopwerk:          Linn Sondek LP12 toonarm:           Linn Akito element:           Dynavector DV 10X5

Phonotrap:         

Graham Slee Revelation

Versterker:        

Exposure XXV rc

Weergevers:        

Monitor Audio Studio 2SE

Kabels:            

Linn, QED Qunex 2, QED Profile 4X4

Lichtnet:          

Lapp/Popp strip, Belden IEC, Kemp SNS Plug