Oracle Audio Technologies Delphi Mk VI SME 345 Oracle Corinth


Eric de Boer | 20 juni 2010 | Fotografie Eric de Boer | Oracle

Soms, heel soms zie je in het hogere audio segment een product dat een lange geschiedenis kent en toch steeds met zijn tijd is meegegaan. Denk hierbij maar aan de steeds vernieuwde versies van versterking, cd-loopwerken of weergevers. Ook onder platenspelers blijven innovaties ervoor zorgen dat een beproefd product toch nog verbeterd kan worden.

Onder het motto ‘Never change a winning product’ bestaat de Delphi draaitafel van het Canadese Oracle Audio Technologies al dertig jaar. Hoewel de bevlogen ontwerper Jacques Riendeau en eigenaar van het merk Stéphane Nadeau de grondbeginselen van hun visie op het gebied van high end audio nog steeds na trachten te leven, maakt ook Oracle Audio Technologies gebruik van de nieuwste grondstoffen en technieken om hun producten te laten rijpen tot hun standaard van perfectie.

Qua uiterlijk lijkt er op het eerste gezicht niet erg veel veranderd aan de Oracle Delphi MkVI ten opzichte van zijn voorganger. Maar wie ze naast elkaar ziet en dan gaat vergelijken komt toch wel tot een opsomming van wat feiten. Het grootste optische verschil met de MkV is dat het subchassis groter en langer is geworden. Dit komt niet alleen de esthetica ten goede, maar zorgt volgens Riendeau ook voor een betere gewichtsverdeling. Het armboard is ook verstevigd door er zo’n 35 procent meer volume aan te geven. De voeding eigenlijk ongewijzigd gebleven, de motor wordt na 20 jaar nog steeds synchroon aangestuurd.

Qua verdere technieken hebben ze in Canada zeker niet stilgezeten. Hoewel het lager nog steeds op zes punten wordt ondersteund, maak de nieuwe MkVI gebruik van een nieuwe precisie schroevenset om de afstelling nog accurater te kunnen maken. Voordeel is dat het lager hierdoor geen enkele afhankelijkheid meer heeft van omgevingstemperaturen. De bodemplaat van het lagerhuis is ook vernieuwd, Oracle maakt nu gebruik van het zeer stijve polyamide-imide (PAI), een thermoplastisch materiaal dat bijna onslijtbaar is. Samen met de eveneens nieuwe MVSS technologie levert deze nieuwe constructie een flinke verbetering op in de geluidskwaliteit, aldus de ontwerper.

MVSS?

Ja, weer een nieuwe term in hifiland. MVSS staat namelijk voor Micro Vibration Stabilizer System en is volgens de Canadezen de beste verbetering die de Oracle Delphi sinds het eerste ontwerp van dertig jaren geleden heeft gezien. De drie verende ophangingpunten (torens) waar draaiplateau en arm vrijelijk op kunnen bewegen zorgen voor de eliminatie van omgevingstrillingen. Iedere toren is opgebouwd uit onder andere een veer, omgekeerd vilt, Delrin, Sorbothaan en rubber. Het geheel is door een subchassis wel weer meer gevoelig voor microvibraties, die het meest tot uiting komen in de samenwerking tussen cantilever/ naaldtip en draaiplateau, precies de plaats waar de muziek wordt gemaakt.

De toepassing van MVSS bestaat uit niets meer dan het toevoegen van drie evenwijdig aan de veerhuizen geplaatste ‘vibratieopvangers’. Dit zijn eigenlijk drie met siliconen (zeer laag van viscositeit) gevulde cups op de plint met daarin vrijelijk bewegend een stelbare omgekeerde soort spike (ook vervaardigd uit Delrin) die aan het bovenste gedeelte van de platenspeler is gemonteerd. Er is dus altijd contact met de plint van de draaitafel, maar op een gecontroleerde manier en met siliconen als geleider. Het grote voordeel is dus dat er meer synergie wordt bereikt tussen de naald en het draaiplateau, omdat zelfs de kleinste trillingen worden geëlimineerd. De gebruiker kan de diepte van het contactpunt in de cups bepalen door te draaien aan de zwarte spike. Eén volledige rotatie betekent een dieper contact van 1,27 millimeter. Geadviseerd wordt om de kalibrering tussen de 2 ¼ en 3 ¼ draai te geven, alledrie gelijk natuurlijk. Deze stand kan met gemak verankerd worden door de bovenste draairing in tegengestelde richting vast te draaien.

En hoorbaar is deze werking ook. Een stand lichter dan de door de importeur ingestelde 3 draaiingen, dus de stand op 1 ½ á 2 zorgde voor minder detail in het geluidsbeeld en vooral de lagere regionen neigden wat minder coherentie te vertonen. Nu praat ik hier niet over hele grote verschillen, maar duidelijk aanwezig is de werking dus wel. Wie wil kan trouwens de cups niet vullen en de draairingen weglaten, hierdoor komt het geluid wat meer richting de voorganger, de MkV.

Plaatsen en…. Luisteren maar!

Zoals je eerder op deze site hebt kunnen lezen heeft de Oracle Delphi MKVI zijn eerste officiële intrede in de wereld gemaakt tijdens de Analoge Meeting in Sneek, eerder dit jaar. Hier stond de draaitafel naast zijn voorganger te spelen op een set van VTL, Crystal Cable en met de schone Arabesque weergevers van hetzelfde kabelmerk. De MkV heb ik al verscheidene malen gehoord in diverse combinaties en settings.

Importeur Top Hifi leverde de Oracle Delphi MKVI netjes bij mij thuis af in dezelfde configuratie als een tijdje geleden in Sneek, dus met een door SME vervaardigde arm type 345 (een 309 met monokristal zilveren armbekabeling) en het al ingespeelde Oracle Corinth low-output MC element. Deze laatste laat Oracle Audio vervaardigen door niemand minder dan Albert Lukaschek van Benz Micro en is opgebouwd met een donker ebbenhouten behuizing. Audio Selectief stelde voor de recensie een Kimber Cable Tak Ag afgemonteerd met WBT Next-Gen tulppluggen beschikbaar om de armbekabeling met mijn eigen set te kunnen verbinden. De draaitafel wordt door de importeur standaard geleverd met de Oracle Audio Turbo-voeding. Omdat Jacques Riendeau zelf verantwoordelijk is geweest voor de optimale afstelling van de speler was het letterlijk een kwestie van ‘plug and play’ en kon de luxe draaitafel meteen zijn kunsten vertonen in mijn luisterruimte. Handig dat er nog steeds een waterpas op de platenspeler zit, even aan de drie pootjes draaien en binnen een minuut was ik klaar met de optimale afstelling. De enige kanttekening die ik moet maken is dat de draaitafel, hoewel voorzien van een heldere (Engelstalige) gebruiksaanwijzing toch echt door een vakkundige dealer gemonteerd dient te worden, alleen al de vering bestaat uit zoveel precisieonderdelen dat een foutje gemakkelijk gemaakt kan worden, met een verminderde werking tot gevolg.

De speler neemt plaats op mijn Spectral meubel en wordt verbonden met mijn Goldenote Phono2 voorversterker met externe voedingsupgrade (PSU) van hetzelfde merk. De versterking komt voor rekening van mijn Blacknote DSA 150 Signature die uiteindelijk met QED Silver Profile 12 verbonden wordt met Goldenote Reale weergevers. De stroomvoorziening komt van een aparte groep met een PS Audio Quintet als verdeler.

Ik heb de Oracle Delphi MkVI geruime tijd in mijn set mogen gebruiken en dit bood mij de gelegenheid om veel, heel erg veel vinyl te draaien. Het leven van een recensent kent ook zo zijn voordelen. De kostbare platenspeler is qua uiterlijk vergelijkbaar met mijn vaste draaitafel, zij het met veel meer aluminium en gewicht. Smaak is subjectief, maar de speler misstaat geheel niet in mijn setup. Qua geluidsreproductie is een objectieve mening geven echter een stuk lastiger, niet alleen is de combinatie arm/element/draaitafel evident voor de uiteindelijke conclusie, ook de omgeving en neutraalheid van de rest van de set speelt een grote rol. Nu hoef ik me over die twee laatste punten weinig zorgen te maken en richt ik me volledig op de combinatie van de eerste drie.

De sessie

Het struinen door mijn eigen muziekcollectie en de ervaringen van de afgelopen weken levert me meer referentiemateriaal dan voor de lezer interessant is. Laat ik me dus beperken tot enkele sleuteltracks die je hopelijk voorzien van een goed beeld van deze combinatie.

Wat me in Sneek al opviel van deze combinatie is het wat ‘zwaardere’ karakter in het tonale beeld. Op de heldere Arabesque weergevers tijdens die show werd dat iets verbloemd, maar in mijn setup met de warmere diepere klanken van een Italiaanse set wordt dat meteen duidelijk. Hoewel het laag strak en diep (erg diep) wordt weergegeven krijgen stemmen en sublaag (akoestische gitaar en baslijnen) een enigszins aangezet karakter. Een goed voorbeeld hiervan is Fink, met de van de LP Sort Of Revolution afkomstige track Six Weeks. De emotionele klanken van Fink’s stemgeluid zijn diep en liggen wat naar achter. De klankkast van zijn gitaar krijgt een wat diepere klank mee, wat de muziek wat droeviger maakt. De plaatsing van het geluid en de rust om de instrumenten heen (audiofielen spreken vaak van ‘zwart’) zijn positieve zaken die me opvallen. In rustige tracks zoals (ja, daar is hij weer) Misty van het Tsuyoshi Yamamoto Trio met zijn felle opname –de microfoons waren in de vleugel geplaatst tijdens de opname- valt me ook op dat de draaitafel geen enkel bijgeluid produceert. Rust en stilte alom, puur muziek luisteren dus. Dat houdt in dat de toegepaste demping en microdemping in de vorm van MVSS hun werk erg goed doen. De plaat wordt goed op het draaiplateau gedrukt door de vastgeschroefde platenklem op de spindel. Ik kan me alleen deze plaat herinneren met een meer natuurlijke klank in de vleugel, meer openheid en een stuk pakkender dan de combinatie me nu voorschotelt.

Goed, over een andere boeg dan maar. Pearl Jam heeft naar mijn mening één echt hoogtepunt in hun muzikale carrière bereikt, en wel in de vorm van hun debuutalbum Ten. De track Black is een rustige grungetrack met redelijk veel dynamiek. De stem van zanger Eddie Vedder krijgt minder kleuring mee van de combinatie en loopt ook verder door de luisterruimte in. De gitaren zijn erg goed hoorbaar, van schelheid of onnatuurlijke hardheid in het middengebied is geen enkele sprake. Wel lijkt het alsof de baslijnen wat buiten de muziek vallen, doch storend is dit geenszins. Ook Alternative4 van Anathema (helaas het enige op vinyl verkrijgbare album van deze band) komt prettig op me over. Als de stem van Vincent Cavanagh op indringende wijze mijn weergevers uit wordt getoverd kan ik deze goed herkennen en de daaromheen opgebouwde stage, zij het ietsje meer naar achteren geplaatst dan ik gewend ben, is rustig maar duidelijk. Qua breedteplaatsing levert deze combinatie een prima sound, de instrumenten op het album Newport Rebels (Pure Pleasure Records) met onder andere Charles Mingus zijn los van elkaar te onderscheiden en treden links en rechts ver buiten mijn weergevers. De track Mysterious Blues met Mingus op bas en Roy Eldridge op trompet klinkt warm maar aangenaam.

De conclusie

En dan ben ik je een conclusie schuldig… Zoals eerder aangegeven behelst deze recensie een combinatie van een draaitafel, arm én element. Verander één van die drie componenten en het geluidsbeeld zal evenzo mee veranderen. Wat me meteen al opviel aan de nieuwe MkVI ten opzichte van zijn voorganger is dat de platenspeler wat fundamenteler klinkt, hij is het dus niet alleen qua gewicht. Een absoluut pluspunt is de stijfheid van de constructie en de eigenschap van deze draaitafel dat iedere omgevingsvariabele compleet wordt genegeerd. Al tik je tijdens het spelen van een LP op de plint, de hierdoor veroorzaakte trilling is in het geheel niet hoorbaar vanuit de luidsprekers. De zwevende ophanging van het chassis werkt dus prima. Daar komt bij dat het strakke uiterlijk en de kwalitatief erg hoge mate van afwerking mijn respect voor dit ontwerp van Oracle Audio Technologies heeft doen stijgen. Een dergelijke platenspeler koop je niet voor een tijdje, het is meer een eindstation. Een soort heilige graal, die slechts voor weinigen is weggelegd vanwege het flinke prijskaartje dat vaak met een dergelijk einddoel gepaard gaat.

Ik spreek echter wel het duidelijke advies uit om je goed te laten voorlichten over arm/element combinaties. Met als reden dat de gerecenseerde combinatie van het Oracle Corinth element in de SME arm kleuring aan het geluid gaf. Houd je van die wat warmere sound met een voller (aangezet) laag en sublaag dan zal ik de laatste zijn om je deze combinatie af te raden. Persoonlijk denk ik dat een wat lichtvoetiger element met meer verfijning en sprankeling in het hoog zoals bijvoorbeeld een Lyra, v.d. Hul of ertussenin zoals de neutrale klanken van een Jan Allaerts deze speler naar een nog hoger niveau kunnen tillen, de basis ligt er immers. Goed luisteren en gedegen advies inwinnen is dus het devies, zeker als het gaat om een kostbare aanschaf als deze. Dat de know how, kennis van grondstoffen, techniek en het oog voor schoonheid bij Oracle Audio Technologies aanwezig is, geldt na dertig jaren Oracle Delphi wat mij betreft nog steeds en wie het kan betalen koopt aan deze speler een levenspartner.

Aanvullende informatie

www.tophifi.nl
www.oracle-audio.com

Prijzen:

Oracle Delphi MKVI: 9500 euro (inclusief Turbovoeding)
SME 345: 2100 euro
Oracle Corinth MC-element: 2000 euro
Kimber Cable Tak Ag: 840 euro 

Gebruikte Hardware:

Analoog Oracle Delphi MKVI met Turbovoeding Oracle Corinth MC element Oracle/ SME 345 arm

Digitaal

Denon DVD2900 DVD-Video/ Audio/ SaCD loopwerk

Versterking

Denon AVR-3803 Blacknote DSA-150 Goldenote Phono2 mkIII met externe Goldenote PSU

Luidsprekers

Goldenote Reale Dark Wengé Monitor Audio Monitor3 Rosewood afgevuld met loden korrels Dali Suite 0.7C

Subwoofer

JBL LX-2000 subwoofer (gemodificeerd)

Stroom, kabels en accessoires

Kemp Power Source netfilter Supra LoRad en PS Audio Quintet stekkerblokken Audio Selectief, Goldenote, Monster, InAkusik, Ixos en OxyPure PGV Interlinks Qed Sub-cable Weber und Maurer LS-01, Qed en Tasker en Vivanco luidsprekerkabels Quadraspire, Vibrapods, Masterbase, CA en Nutters Audio dempers/schotels De Mat van ArtSpeak Supra, Cassiopeia X1 en Essential Audio Tools Current Conductor stroomvoorziening Spectral, Empire en Ikea meubels