PIOSound - Slimme Elektrostaten Uit De Lage Landen


Max Delissen | 14 februari 2012 | Fotografie Max Delissen

Ik kan me nog heel precies het moment herinneren waarop superieure muziekweergave zich voor het eerst aan me openbaarde, en ook de omstandigheden: Andreas Vollenweider en een paar full-range elektrostaten ter grootte van een deur...

Mijn levensdoel was vanaf dat moment om ooit een paar elektrostaten te bezitten, maar al snel leerde ik over de `aandachtspunten` van elektrostaten en zocht ik mijn heil in gewone dynamische luidsprekers. Nu, vele jaren later, zegt een nieuw Nederlands merk dat ze de bekende problemen van elektrostaten hebben opgelost. En weet je wat? Ik geloof dat ze gelijk hebben.

Het principe van een elektrostatische luidspreker is een stuk eenvoudiger dan een goede toepassing ervan. Bij veruit de meeste elektrostaat-ontwerpen werkt het zo: Een zeer dunne maar sterke folie waarop een geleidende laag is aangebracht wordt op een stijf frame gespannen en tussen twee elektroden gemonteerd die dezelfde afmeting hebben als de folie. Deze zogenaamde Statoren zijn gemaakt van metaal of van kunststof met een geleidende laag. Voor de veiligheid zijn ze voorzien van een isolerende coating en om geluid door te kunnen laten zijn ze geperforeerd.

De folie krijgt een constante spanning en het muzieksignaal wordt door een hoogspanningstrafo opgeslingerd tot een paar duizend volt en naar de statoren geleid, elk een deel van de fase. Dat wil zeggen dat de ene stator wordt verbonden met de positieve luidsprekeruitgang van de versterker, en de andere met de negatieve. Omdat het muzieksignaal voortdurend positieve en negatieve spanning in beide statoren veroorzaakt wordt de folie afwisselend door de voorste en de achterste stator aangetrokken of juist afgestoten. Zo ontstaat een beweging van de folie met de frequentie en de ‘energie’ van de muziek. Luide passages veroorzaken een grotere beweging dan een zachtere en klinken dus ook harder.

PioSound pakt het anders aan. Bij hen hebben de statoren juist een constante spanning en wordt het door de step-up trafo opgeslingerde muzieksignaal afwisselend in gewone en tegengestelde fase op de voor- en de achterkant van de folie gezet, die aan beide kanten van een aparte geleidende laag is voorzien. Deze ‘inverted drive’ technologie is een vrij recente Nederlandse innovatie die voor het eerst werd toegepast door het merk Final.

Het principe van een bewegende folie tussen twee open panelen draagt ook een paar inherente nadelen in zich: omdat voor en achter evenveel geluid wordt afgestraald moet een elektrostaat ver van de achterwand worden opgesteld, en bestaat tevens het risico van akoestische kortsluiting; het uitdempen van het geluid doordat signaal van voor en achter de luidspreker elkaar in tegengestelde fase ontmoet. En tot slot heb je door de beperkte uitslag van de folie een nogal fors oppervlak nodig om voldoende lage tonen te kunnen weergeven.

Ik was dan ook blij verrast toen ik ruim een jaar geleden op een woonbeurs in Eindhoven een prototype van een set gloednieuwe Nederlandse elektrostaten aan het werk hoorde. Ze verkeerden nog in een bèta-stadium, maart wat ik hoorde was al erg goed. Nederland heeft een opmerkelijk rijk gevulde historie op het gebied van elektrostatische luidsprekers, en een aantal merken heeft zelfs internationale roem weten te vergaren.

Het blijft echter een forse technische uitdaging om een nieuwe elektrostaat te ontwikkelen, en het is dan ook niet verwonderlijk dat dit nieuwe bedrijf zijn oorsprong vindt in Eersel, een fraai dorp in de periferie van de Eindhovense Hi-Tech campus (onlangs nog uitgeroepen tot slimste regio ter wereld), en logischerwijs dan ook samenwerkt met bedrijven die deel uitmaken van die slimste regio.

Techniek

PIOSound zegt een oplossing te hebben gevonden voor de bekende problemen die vrijwel alle elektrostaten in meerdere of mindere mate hebben. Tijdens de periode van ruim drie jaar dat er gewerkt is aan nieuwe technieken heeft PIOSound naar eigen zeggen maar liefst zeven patenten verworven, en voor een aantal vindingen lopen de patentaanvragen nog. Het is dan ook begrijpelijk en logisch dat ik bij een bezoek aan de fabriek de vraag kreeg om met enige discretie om te gaan met hetgeen ik daar te zien en te horen kreeg.

Allereerst erkende PIOSound dat de meeste problemen die worden geassocieerd met elektrostatische luidsprekers worden veroorzaakt door de dipolaire weergave van het geluid. Als je er dus voor kunt zorgen dat de luidspreker aan de achterzijde een ander afstraalpatroon heeft dan aan de voorkant schiet je al een aardig eind op. De oplossing die PIOSound heeft ontwikkeld bestaat uit een paar onderdelen. De eerste heet Active Diaphragm System (ADS), waarbij de geleidende folie die het geluid voortbrengt (het zgn. Electrostatic Element) dynamisch gedempt wordt door middel van nanofiber technologie. Dat betekent in gewoon Nederlands en nogal kort door de bocht dat de folie ‘bedrukt’ is met specifieke stroken die de laag/mid en hoge frequenties weergeven.

De tweede oplossing bestaat uit een geperforeerde folie die aan de achterkant van het paneel wordt aangebracht en die als een soort akoestisch filter werkt. Sommige frequenties komen er ongehinderd door, andere worden verzwakt of tegengehouden. Het gevolg is een afstraalpatroon dat eerder ovaal is dan rond, en dat zich voor het grootste gedeelte vóór de luidspreker bevindt. Toen ik de voltooide versie onlangs voor het eerst ging beluisteren bij AudioTVCentrum in Eindhoven stonden ze minder dan 30 centimeter van de achterwand, licht ingedraaid, en dat klonk voortreffelijk. Maar daarover later meer.

Opmerkelijk is ook nog dat op de folie een soort ultra-verfijnde grafische code is afgedrukt die allerlei unieke informatie over de weergever bevat. Een gepatenteerde en absoluut innovatieve manier om technische spionage en namaak tegen te gaan.

Soorten, Maten en Specificaties

Ik heb het tot nu toe vooral over de akoestische uitdagingen gehad waar PIOSound zich op heeft geworpen, maar er waren ook een paar notoire elektrische eigenschappen die ze wilden verbeteren. De meeste elektrostaten hebben een impedantie die oploopt naarmate de weergegeven frequentie toeneemt. Dat lijkt geen groot probleem. Hogere frequenties hebben immers relatief weinig vermogen nodig om te worden weergegeven en versterkers hebben juist graag een stabiele impedantie bij lage frequenties, die veel meer energie vragen. Maar als de impedantie onder de 1 Ohm duikt komt dat toch wel verdraaid dicht in de buurt van kortsluiting, en dan heb je hoe dan ook een zeer stabiele en doorgaans kostbare versterker nodig.

Maar PIOSound had juist de intentie om een elektrostaat te maken die zelfs met een relatief bescheiden versterker al zeer goed presteert. De geïnteresseerde klant hoeft dan namelijk niet meteen ook zijn versterker te vervangen. Vanuit marketing-oogpunt een briljante zet. Hoe ze er in geslaagd zijn is het geheim van de smid, maar de meetgegevens tonen een impedantieverloop aan dat nergens onder de 2 Ohm komt en dat nominaal op 4 Ohm ligt. Met een rendement van 86 dB levert dat inderdaad een luidspreker op die ook met niet al te kostbare versterkers met een ruim bemeten voeding heel goed uit de voeten moet kunnen.

Er zijn op dit moment twee luidsprekers van PIOSound, en de ambitie bestaat om de lijn uit te breiden tot ten minste vijf modellen. Maar vooralsnog kan de wereld prima vooruit met de Falcon en de Eagle. De Falcon is de kleinste van de twee, en heeft ter ondersteuning van de lage frequenties een dynamische subwoofer aan boord. Met een afmeting van 138 x 22,4 x 31 centimeter (H x B x D) is hij niet echt klein te noemen, maar omdat het eletrostatische paneel slechts 2,5 centimeter dik is oogt hij bijzonder elegant. De afwerking is van topkwaliteit, het frame is volledig opgetrokken uit gefreesde aluminium delen die vrijwel naadloos op elkaar aansluiten. Een flinke groep voltooide luidsprekers die in de fabriek om een technische test stonden te wachten vertoonde geen enkele onderlinge afwijking. Mooi werk!

De aandacht die door PIOSound aan het design is besteed werpt absoluut zijn vruchten af. Toen ik de Eagle voor het eerst zag op die woonbeurs in Eindhoven viel het me al op dat het luisterend publiek voor meer dan de helft uit vrouwen bestond. Ik wil me verre houden van rolbevestigende uitspraken, maar hifi is nu eenmaal van oudsher een mannending. Leo Weekers vertrouwde me echter toe dat deze luidsprekers ook in de winkel op meer dan bovengemiddelde aandacht van het vrouwelijk publiek mogen rekenen. Zeer opmerkelijk en de moeite van het vermelden absoluut waard!

De Falcon heeft binnen 3dB een frequentiebereik van 40 tot 22.000 Hz, en zoals eerder vermeld een nominale impedantie van 4 Ohm bij een rendement van 86 dB. De full-range Eagle valt in het laag net iets eerder af (in het laag bij 45 Hz) maar heeft verder dezelfde specificaties. Omdat de Eagle wel het volledige frequentiebereik met het elektrostatische paneel weergeeft is hij een stuk groter: 177 x 36 x 3,5 centimeter (H x B x D), maar ook hier maakt het strakke en slanke uiterlijk hem bijzonder acceptabel van formaat. Tijdens de eerder genoemde woonbeurs bleek de PIOSound styling bijzonder goed in de smaak te vallen bij het vrouwelijke publiek, en dat mag opmerkelijk genoemd worden voor een luidspreker met een formaat dat normaal gesproken onmiddellijk aanleiding tot verhitte echtelijke twisten zou geven.

Luisteren

Omdat de genoemde innovaties iets meer voordelen opleveren voor full-range elektrostaten dan voor hybride modellen concentreer ik me vooral op de Eagle. De eerste luistersessie vond zoals gezegd plaats bij AudioTVCentrum in Eindhoven met een bijzonder fraaie Musical Fidelity M6 500i versterker, de M6 CD/DAC cd-speler en de M1 CLiC netwerkspeler. De gebruikte luidsprekerkabel is tot mijn verbazing van zeer bescheiden komaf: een gewoon, vrij dun OFC-type met getwiste geleiders.

Dick van Geest van importeur Viertron - die de distributie van PIOSound hebben verworven - legt uit dat zelfs met deze kabel al een zeer goed resultaat kan worden bereikt. Luisterproeven met kostbare en exotische exemplaren laten echter horen dat het beslist zinvol is om extra te investeren. Maar daar kun je op je gemak voor sparen, als je al een aardige kabel hebt liggen kun je doorgaans meteen aan de slag thuis. Weer een prettige reden waarom het niet moeilijk hoeft te zijn deze luidspreker aan de man (of vrouw!) te brengen.

PIOSound op de AV-NU afgelopen najaar (PHOTO40)

De klank is echter het ultieme argument. In algemene zin kan ik zeggen dat de PIOSound Eagle een ongelooflijk snelle, transparante en dynamische weergave heeft, met een geweldige timing en coherentie, en ondanks de enorme resolutie ook een aangename rust en muzikaliteit. Vervorming is deze weergever ten enenmale vreemd, en dat betaalt zich terug in een heerlijk ontspannen geluid. Met enig schuifwerk bepaal ik de juiste toe-in (doe dat vooral thuis ook eens een keer!) waarmee ik niet alleen een haarscherp beeld tussen en vooral voor en achter de luidsprekers krijg, maar ook een ongelooflijk brede weergave.

De Bovenkerk in Kampen is het thuis van een bijzonder fraai Hinsz-orgel, en op de cd Koraalbewerkingen van organist Dick Sanderman (BRCD-281) staat een aantal bijzonder goed geregistreerde werken. Er is een enorme ‘bubble’ van geluid die me bijna geheel omhult. In de verte, hoog geplaatst, het orgel, en rondom mij de galm van de kerk. Hoewel het allerdiepste sublaag in de opname niet te horen is (in het orgel in Kampen is ook geen 32’register aanwezig dat voor het laagste laag (in het gebied 16-32Hertz) zou kunnen zorgen) worden de lagere registers van het orgel toch met de nodige druk weergegeven, dat is een effect dat ik nog niet eerder bij elektrostaten heb meegemaakt. Dat heeft te maken met de speciale folie op het paneel, die de luidspreker bij plaatsing dicht bij de achterwand toestaat om enige druk in het laag op te bouwen achter de speaker, zonder dat daar problemen door ontstaan. Verbluffend knap gedaan…

Het album Schoolyard Ghosts van No-Man bevat dromerige en perfect geproduceerde progressieve popmuziek met een rocksausje. De melancholieke track Truenorth bouwt langzaam op, en als na vier en een halve minuut de prachtig gespeelde dwarsfluit van Theo Travis weerklinkt realiseer ik me dat ik echt volledig in de muziek zat. Wat eveneens betekent dat ik absoluut niet meer technisch luisterde. Een fraaier compliment kan ik deze luidspreker eigenlijk niet geven. De laatste drie en een halve minuut van het ruim 11 minuten durende nummer zijn iets minder dromerig, met de bijna als een tikkende klok fungerende snare uit een drumcomputer die strak omlijnd precies midden voor me in het geluidsbeeld zweeft.

De tweede luistersessie vindt plaats in de grote en vrij levendige luisterruimte van de fabriek in Eersel. Hier dient een goede maar relatief eenvoudige receiver van Yamaha als versterker, en is de bron een SACD-speler van Marantz. De Eagle staat hier een stuk verder de kamer in, en dat blijkt toch een iets ander geluidsbeeld te geven ten opzichte van plaatsing vlak bij de achterwand. Het ruimtelijk beeld bij de opname van Dick Sanderman is nog net wat guller, en er is nog wat meer diepte in het geluidsbeeld. Wat je wel een klein beetje mist is de drukopbouw in het laag. Meer nog dan bij de weergave vlak bij de achterwand worden de allerlaagste frequenties niet weergegeven. De in de specificaties opgegeven 45 Hertz op -3 dB lijkt me volkomen realistisch. Niet dat het dun klinkt, verre van zelfs, maar de illusie van ‘punch’ verleent sommige muziek mijns inziens net dat beetje extra spanning. De Falcon deelt heel veel van deze familietrekjes, maar is net wat ‘commercieler’ van afstemming met zijn dynamische woofer. De Eagle is duidelijk de meest verfijnde van de twee.

Conclusie
De allerdiepste bassen geeft de Eagle dus niet weer. Ook de ultralage hartslag in de track The Drug Mule op Jan Bang’s onvolprezen meesterwerk ...And Poppies From Kandahar is niet te horen, maar ik vind het prijzenswaardig dat niet uit alle macht geprobeerd is die laagste frequenties er toch uit te persen. Dat gaat steevast ten koste van de dynamiek, neutraliteit en coherentie, en dat zijn nu juist de ijzersterke punten van de Eagle. Desgewenst kan een goed afgestemde actieve subwoofer nog net dat beetje extra impact toevoegen, maar ik zou heel goed zónder kunnen leven.

De mensen van PIOSound hebben wat mij betreft een zeer bijzondere luidspreker gebouwd, die ik met zijn paarprijs van 8000 euro kostbaar maar niet duur zou willen noemen. Anders gezegd, het is een hoop geld, maar hij is elke euro waard. Eén kanttekening is er wel: als je op zoek bent naar een luidspreker om elk weekend een dansfeest te geven of waarbij je als metalhead ongegeneerd kunt headbangen ben je bij de PIOSound Eagle aan het verkeerde adres.

Maar wanneer je als gevorderd muziekliefhebber met een uitgebreide collectie klassiek, jazz en de kwalitatief hoogwaardige popmuziek in de markt bent voor een zeer ontspannen en uiterst natuurlijke weergave dan loont het absoluut de moeite om ook eens naar de Eagle te gaan luisteren. En dan mag ik de volgende aanbeveling niet achterwege laten: neem vooral je vrouw of vriendin mee naar de luistersessie, haar reactie op het design en de geluidskwaliteit zal je verbazen. En als ze hoort dat deze luidspreker in de nabije toekomst tegen een bescheiden meerprijs met verschillende kleuren doek kan worden geleverd is de kans groot dat zij als eerste naar de hamer grijpt om het spaarvarken te slachten…

Aanvullende informatie:
www.piosound.com
www.viertron.nl