Linn: Timing, feel en groove!


Sebastiaan de Vries | 30 mei 2002 | Linn


De Set


Gek genoeg ontbreekt de naam “Linn” vaak in het bekende rijtje namen van top hifi producten. Ik denk niet dat dat bewust gebeurt, ik zie het er nooit tussen staan. Toch heeft Linn een eigen solidaire gebruikerskring die, eens voor Linn gekozen, nooit meer anders wil. Deze mensen staan vaak ook fanatiek achter hun product en bevinden zich dan op bijvoorbeeld eigen Linn gebruikersclubs en online forums. Een andere groep Linn liefhebbers is er een van niet audiofiele muziekliefhebbers die een goed systeem kopen en er verder enkel van genieten, zonder er ooit naar om te hoeven kijken. Linn biedt voor deze groep tevens prachtige multiroom oplossingen.

Bij de `analoog liefhebbers` heeft Linn natuurlijk hoge ogen gegooid met de beroemde LP-12 draaitafel, die nog steeds in productie is. Ik heb deze draaitafel bij verscheidene audiofielen gehoord. Telkens weer met een andere arm- en elementcombinatie. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik elke keer weer zwaar onder de indruk was van vinyl in het algemeen en de LP-12 in het bijzonder. Deze audiofielen hadden ook een niet verkeerde CD speler staan, maar de overgang van LP naar CD viel elke keer zwaarder dan verwacht. Steeds weer prefereerde ik de LP boven de CD. Bovenstaande is niet bedoeld om de LP te promoten, maar hiermee wil ik eigenlijk mijn eerste kennismakingen met Linn aangeven.

Verder heb ik nooit veel ervaring met Linn opgedaan. Niet omdat ik dat niet wilde, maar gewoon omdat het nooit ter sprake kwam. Voordat ik deze set ter review had, was mijn enige affiniteit met Linn de LP-12 en de leuke reclames in de Nederlandse hifi bladen. In die zin werken de reclames goed, want de Linn reclames behoren tot de weinige reclames die me nog vers in het geheugen staan. Vooral de reclame met een schaarsgeklede jongedame die een Linn 5103 surround processor vasthoudt, kan ik om voor mij nog onduidelijke redenen maar niet vergeten. Helaas behoort de dame niet tot de bijgeleverde accessoires.

De eerste kennismaking

Opeens was het dus zover. Op de afgesproken dag stond Ed Verkerk van Latham Audio voor mijn deur met een bestelbusje gevuld met een complete Linn set.Met wel vijf man sjouwden we de enorme Linn producten de luisterkamer binnen…! Nee hoor, zo was het niet echt. Sterker nog, Linn producten zijn met hun breedte van 32 centimeter een stuk smaller dan de standaard 42 centimeter componenten. Ze zijn zeer compact en sober van uiterlijk. Ik vind het er persoonlijk bijzonder fraai uitzien. Daar waar veel Amerikaanse topproducten een groot en agressief uiterlijk hebben, staat het Schotse Linn in het teken van de functionaliteit en zit er niets op wat niet nodig is. Echte no-nonsense producten dus.

De set die ik gedurende een aantal weken tot mijn beschikking zal krijgen bestaat uit:
- Ikemi CD speler (3165,- Euro)
- Kairn voorrtrap Pro (2172,- Euro, zonder phonotrap)
- Twee LK-85 stereo eindtrappen (810 Euro p/stuk)
- Katan monitor weergevers (1063,- Euro p/set zwart, 1114,- Euro p/set Cherry/Maple)
- Linn Silver interlinks (41 Euro per mono meter)*
- Linn K-400 Biwire ls. kabel (25 Euro p./meter)
(* De Linn Silver interlinks dragen de naam `silver` maar zijn in feite koperen kabels - Linn’s gevoel voor humor; ze hebben een hekel aan zilver in kabels, aldus Ed Verkerk van Latham audio.)

De Linn Katan is een kleine 2-weg bassreflex weergever. De kast meet 34 x 17 x 23 (h x b x d) en is na de Kan het instapmodel. Het rendement is met 85 dB. (1 watt, 1 meter) behoorlijk laag. De zijwanden lopen taps naar achteren toe, dit om staande golven te voorkomen. De Katan heeft strakke en scherpe hoeken en dit staat haaks op de theorie van de luidsprekerfabrikanten dat de hoeken afgerond moeten zijn om diffricatie te voorkomen. Gek genoeg lijkt het erop dat dit aspect anno 2002 ineens niet meer belangrijk is (of is het misschien uit de hifi mode?): bij veel luidsprekerfabrikanten treffen we weer strakke baffles en scherpe hoeken aan. Het smallere achterpaneel biedt vier paar topklasse aansluitterminals. Spades passen er helaas niet in, enkel banaan stekkers. U leest het trouwens goed: vier (!) paar De eerste twee paren zijn voor de gebruikelijke bi-amp en bi-wire mogelijkheden. De naastliggende twee paar omzeilen het interne crossover filter. Dit voor actieve aansturing, wat een unieke Linn feature is (hierover vertel ik hieronder meer). De kast voelt akoestisch zo dood als een pier en is met groot vakmanschap gemaakt.

De Linn Ikemi is de middelste CD speler uit de Linn serie. Na de Ikemi komt de CD-12 uit de referentie serie. Vermeldenswaardig is dat Linn zich lange tijd na de introductie van de CD speler heeft verzet tegen het op de markt brengen van een eigen CD speler. Dit omdat zij al snel de beperkingen van de 16 bits (in het begin 14 bits) CD speler techniek ondervond. Linn bleef nog (steeds) jaren trouw aan de draaitafel. Totdat in 1991 de bladen met een onverwachte primeur kwamen: de eerste echte Linn CD speler. Dit was het Linn Karik loopwerk, met de Numerik DAC. Deze bleef jaren in het programma.

In 1999 werd de hier onder andere besproken Ikemi geïntroduceerd. Deze moest een waardige opvolger zijn van de Karik/Numerik, maar dan als een geïntegreerde speler.
De kast oogt strak en sober en de bouw is zeer goed. Al had de aluminium bovenkap mechanisch iets beter gedempt mogen zijn. Hetzelfde geldt overigens ook voor de overige Linn componenten. De CD lade is extreem massief en dit toonde Ed overtuigend, toen hij de 4 kg. zware speler aan de lade omhoog tilde (don’t try this at home!). We kunnen ervan uit gaan dat het meeste gewicht van de 4 kg in het loopwerk zit. Linn is een van de weinige die de geschakelde voedingtechniek goed onder de knie heeft. Zo werken de reference versterkers uit de Linn Klimax serie met een geschakelde voeding. Zo ook de Ikemi. Geschakelde voedingen hebben als voordeel dat ze veel sneller zijn en een lage inwendige weerstand hebben. Dit onder andere door het ontbreken van een grote transformator. De geschakelde voedingtechniek is zeer ingewikkeld en het nadeel is dat als er eens een klein defect komt, dat het dan ook goed mis gaat en vaak het hele apparaat door het verkrijgen van een piekspanning onbruikbaar wordt. Linn heeft ongetwijfeld de voeding heel goed overdacht en ontworpen, zodat de kans op uitval zeer gering is.
De speler beschikt over zowel twee paar ongebalanceerde RCA als een paar gebalanceerde XLR uitgangen. Voor de volledigheid: de speler maakt gebruik van een 24 bits Delta-Sigma DAC en biedt de mogelijkheid om HD-CD’s af te draaien.

Wat ik overigens jammer vind is dat de Ikemi niet de mogelijkheid heeft om een eindversterker direct aan te sturen, al heeft dat natuurlijk wel als voordeel, dat er geen volume regeling in de signaalweg zit. De goedkopere Genki heeft wel een interne volumeregelaar, zodat het aansturen van een eindversterker met dat exemplaar wel mogelijk is.
In een qua uiterlijk gelijke behuizing, gaan we over naar de Kairn-Pro voorversterker. Deze is onder de Klimax serie de duurste uit de range en is al sinds 1991 in productie. Dit getuigt toch van een andere mentaliteit dan veel grote Japanse bedrijven die er een sport van maken om elk jaar maar weer met een opvolger te komen. De Kairn-pro beschikt over zes RCA line ingangen en maar liefst drie uitgangen om drie stereo eindtrappen aan te kunnen sturen. Het verschil met de Kairn-Pro en de Kairn zit hem in de phonotrap, die de Kairn-Pro niet heeft. Ook deze voortrap maakt gebruik van een geschakelde voeding. Het is jammer dat de Kairn geen gebalanceerde in- en uitgangen heeft. Dit omdat de Ikemi CD speler wel gebalanceerde uitgangen heeft. De laatste klonk gebalanceerd een fractie beter op de “real balanced” Krell KRC-3 voortrap. De Kairn is volledig `afstandbedienbaar`: met de centrale afstandbediening kunnen alle Linn componenten bediend worden. Verder kunnen de ingangen `gecustomised` worden met betrekking tot de gain per bron etc. Zowel de Ikemi CD speler als de Kairn voortrap zijn via RS-232 aanstuurbaar voor toekomstige software updates. Qua eindversterkers heb ik de beschikking over de instapmodellen LK-85. Maar liefst twee, omdat we de Katans ge-biampt aansturen. Het zijn lichtgewichten met hun 7 kg. Het vermogen bedraagt, zoals het type nummer al doet vermoeden, 85 watt aan 4 ohm. De versterkers schakelen automatisch standby als er gedurende 20 minuten geen signaal meer op de ingang staat.

Linn: Timing, feel en groove!

Actief

Om het geheel mooi op te stellen werd de set neergezet op een (nu niet meer leverbaar) Target rack dat precies de breedte heeft van de smalle Linn componenten. Een hele mooie filosofie van Linn is dat de gebruiker heel klein kan beginnen, maar in de toekomst langzaam kan upgraden naar een hoger niveau. Hiermee doel ik met name op de versterker-weergever combinatie. Terecht is Linn als een van de weinige fabrikanten fanatiek bezig met actieve versterker-luidspreker systemen. Het unieke hierbij is dat elke Linn speaker op verschillende wijzen te configureren is. Met de Katan als voorbeeld kan het systeem in zijn simpelste vorm gewoon ordinair passief aangestuurd worden met een enkele eindtrap. Wie daarna een stapje verder wil, kan bi-ampen met bijvoorbeeld twee LK-85’s. Zoals bij zoveel weergevers worden dan achterop de jumpers verwijderd.

Maar nu komt het unieke. De derde stap, actief draaien! Bij de derde stap kan de Katan op de achterzijde door de gebruiker zo worden ingesteld dat de interne scheidingsfilters worden omzeild. Het mooie gaat nog komen; elke Linn versterker heeft intern de mogelijkheid om met de zogenaamde “Linn Aktiv cards” actief te filteren. De laag-mid versterker wordt dus actief afgefilterd boven het midengebied. De tweede versterker neemt dan alleen het hoog voor zijn rekening en deze wordt dus in het laagmidden afgefilterd. Zo ontstaat er dus een op maat gemaakt echt actief systeem, maar dan met de eindtrappen extern. De Aktiv Cards kosten 228 Euro per stuk. Dat is relatief zeer goedkoop, want een goede externe actieve crossover kost al vaak het vijfvoudige van twee aktiv cards.
Het voordeel van het Linn principe is, dat er geen extra interlinks nodig zijn voor een extern actief crossover, zoals dat in andere gevallen bij actief draaien nodig zal zijn. Het filteren gebeurt nu exact op de plek waar dat het beste kan… namelijk in de versterker zelf!

Er zijn vele discussies mogelijk over het wel of niet actief aansturen. Ik ben van mening dat actief versterken grote voordelen heeft. Ten eerste, wanneer er elektronisch voor de luidspreker gefilterd wordt, gebeurt dit in het gebied waar we nog met veel lagere spanningen werken. Zo zijn er dus geen grote smoorspoelen etc. nodig. Ten tweede heeft de eindversterker nu direct kontact met de luidsprekerunit omdat er in de weergever zelf geen passief filter meer tussen het signaal zit. Dit komt de controle en dempingsfactor van de versterker ten goede.
Ten derde, wanneer elke unit met zijn eigen frequentiegebied door een eigen versterker wordt aangestuurd, dan zal de elektrische terugkoppeling van de woofer geen invloed meer hebben op het hoog en vice versa.

Helaas werd de set zoals bij mij neergezet bi-amped, passief aangestuurd. Dus wel met twee LK-85 eindversterkers, maar niet actief met de “aktiv cards”. Niettemin had bi-ampen hier weer een beter resultaat dan een enkele eindrap, maar daarover straks meer.
De reden dat ik een complete Linn set ter test kreeg, is omdat volgens Linn een complete set van Linn een synergie heeft. Dat wil niet zeggen dat Linn niet met andere componenten is te gebruiken maar als complete set komt de Linn filosofie beter over. Deze keer is dit geen verkoop praatje. Ik ondervond ook zelf dat een complete set van Linn niet uit elkaar getrokken moet worden, maar ook daarover straks meer.

De praktijk

Eigenlijk wordt dit een soort van twee-in-één review. Eerst wordt de set als totaal beoordeeld, maar vanwege hun bijzondere eigenschappen maak ik straks ook graag van de gelegenheid gebruik om de Ikemi CD speler de Kairn voortrap en de Katan speakers apart te bespreken.

De set werd compleet opgesteld door Ed Verkerk van Latham Audio. Na alle plugjes te hebben aangesloten was er al snel muziek en op het gehoor werd de set door Ed later nog wat gefinetuned.
Opvallend was dat er al meteen op hoog niveau muziek gereproduceerd werd en de plaatsing van de Katans veel minder kritisch is dan veel andere weergevers.

Voordat ik mijn onderstaande bevindingen noteerde heeft de set na Eds vertrek eerst enkele weken dagelijks gespeeld. Ik heb in de loop der dagen nog wel wat veranderd aan de plaatsing, maar de verschillen waren nihil.

Om de Linn set objectief te beoordelen ben ik, zeker de eerste week, gewoon elke dag muziek gaan luisteren zoals ik dat normaal ook met mijn eigen set doe. En daarbij luister ik niet als recensent, maar draai ik gewoon de CD’s waar ik zin in heb, zonder nog kritisch te gaan luisteren. Dit doe ik op deze wijze, omdat men onbewust veel meer oppikt van de kwaliteit dan dat men er meteen bewust op zou gaan letten. Bepaalde eigenschappen gaan vanzelf opvallen, zonder dat je er naar hoeft te zoeken. Op deze wijze gebeurt dit op een veel natuurlijker en ongeforceerde, maar vooral ook meer muzikale manier.

Ik kan u vertellen dat de set bijzonder verslavend werkte. Qua grootte is deze set van een totaal andere orde dan het grote Infinity IRS beta systeem waar ik doorgaans naar luister. Niettemin had ik dagelijks als ik na het werk op weg naar huis was het opwindende gevoel, “thuis weer lekker naar het Linn systeem luisteren”.

Iets wat de magische grens deed overschrijden was de enorm losse plaatsing van het systeem. Men ziet niet alleen maar de instrumentalisten, maar de set zet een compleet klankvenster neer, dat zowel heel breed als diep is. Om deze eigenschap verder uit te leggen hier een voorbeeld. Stel je neemt een stoffige deken en een halogeen zaklamp. Deze nemen we mee naar een pikdonkere kamer. Vervolgens schijnen we met de lamp naar voren, terwijl we de deken uitschudden. Wat je dan ziet is een straal licht, met daarin allerlei kleine verlichte stofjes. Los van de instrumenten hoor je binnen het klankvenster een bepaalde sfeer, waardoor het net lijkt alsof je dwars door het klankbeeld heen kijkt. Heel bijzonder!

Het tweede dat opvalt, is de enorme timing en het enthousiasme van de set. De set swingt enorm en sommige nummers klinken veel enthousiaster dan op veel andere sets. Daarmee laat de Linn set tevens zien dat woorden als `Timing`, `Pace` en `Rythm` wel degelijk van belang zijn bij hifi. Zoals ik al een eens vaker heb aangegeven, de timing wordt in eerste instantie bepaald door de muzikant. De timing van een muzikant zorgt er juist voor of een stuk nou `grooved` of niet is. Het is heel erg `feel` georiënteerd, en verschillen van enkele milliseconden hebben al invloed, daar wij in staat zijn die te horen. Wie wel eens een bigband, of percussie groep in het echt heeft gehoord, of zoals ik er zelf middenin heeft gespeeld, weet hoe snel, dynamisch en opzwepend het klinkt als er goede muzikanten spelen.

Sommige hifi-componenten doen de timing en feel van de muzikanten tekort. Laatst nog, toen ik voor mijn werk in de studio bezig was met het uittesten van de daar gebruikte koptelefoon distributiekastjes en daarover mijn George Duke (Illusions) CD draaide, dacht ik dat er iets mis was omdat track 11 veel langzamer leek te klinken. Alles bleek toch in orde. De relatief slechte ontwerp schakeling van de koptelefoon distributiekastjes zorgt ervoor dat het nummer sloom en vertraagd klinkt. Met het bovenstaande wil ik aantonen dat elke audio component wel degelijk invloed heeft op de uiteindelijke timing van het te reproduceren muziekstuk. Hoe beter de timing, hoe meer het stuk klinkt zoals het oorspronkelijk is bedoeld.

Weer terug naar de Linn set. Deze klinkt opvallend snel en pakkend. Nummer een van de allerbeste drummer ter wereld Dave Weckl (Synergie) liet mij details horen als een heel ver weggemixte tweede slaggitaar die ik nooit eerder (ook niet op de eigen set) had gehoord. Het komt allemaal ineens heel subtiel naar voren. Wie Dave Weckl’s muziek kent, weet dat deze virtuoos allemaal extreem moeilijke en snelle ritmische dingen doet. Deze man heeft gewoon vier ledematen die totaal onafhankelijk van elkaar functioneren. Het Yamaha slagwerk met het typische Dave Weckl geluid, wordt los en dynamisch afgebeeld, waarbij de hiat partij die soms wel doorgaat tot zeer snelle 32e noten zeer goed te volgen is en gewoon opzwepend klinkt. De Katans kunnen voor zo’n kleine monitor behoorlijk druk zetten in het midlaag. Het laagspel is tevens zeer subtiel. Ik denk dat het frequentiebereik van deze monitor weergever recht is tot zo’n 55 Hz. Ook de tik van de kickdrum komt er goed uit en staat echt helemaal los in het midden. Juist door de subtiliteit is het laag onderscheidend.

De Silver interlinks voldoen voor het geld goed. Het vergelijk met de Monster Sigma en koolstofkabels leerde dat de Silver interlinks tonaal in balans zijn en geen hinderlijke dingen die er niet horen aan het geluid toevoegen. Vergeleken met de veel duurdere Monster Sigma biedt de Monster een strakker laag en een nog losser en relaxter klankbeeld. Vooral de sustains in uitstervende tonen zijn dan langer. Dit laatste was goed te horen met de blazerssectie op de debuut CD van Alain Garon.

De koolstofkabel (ik bezit de echte voorganger van de Van den Hul The First) biedt niet de prestaties van de Monster Sigma, maar gaat wel een stap verder dan de Silver in rust en stilte. Wie dus het Linn systeem aanschaft, doet er goed aan ook andere kabels uit te proberen. Bij voorkeur zeer neutrale kabels die niet als finetuner worden gebruikt.

Met betrekking tot de complete set heb ik ten slotte nog aan paar kantekeningen. Om te beginnen de displays. Enkele seconden nadat men het volume regelt op de voorversterker, of een andere track kiest op de CD speler schakelen beide displays semi uit. Dat is ok, maar ik had liever gezien dat ze helemaal uitgeschakeld werden. In plaats van helemaal uit, blijven er twee streepjes van de digits zichtbaar. Ten eerste is helemaal uit beter voor de audioschakeling omdat displays kunnen storen. Nu zal dit nihil zijn, daar Linn totaal gescheiden voedings circuits gebruikt voor digitaal en analoog. De tweede reden, ik ben een luisteraar die regelmatig graag in het donker luistert. Elk lichtje leidt dan af.

Is dit dan de perfecte set? Perfectie bestaat niet, maar de Linn set zorgt voor een bepaalde verslaving, omdat elke CD die ik al heel goed ken zo ontzettend ritmisch en open klinkt. Ook komen er details naar voren die ik nooit eerder heb gehoord. Als je zo intens geniet van een set, dan vind ik het bijna jammer dat ik toch heel kritisch moet kijken naar eventuele minpuntjes. Dit wordt echter als recensent van me verlangt en ik heb ze ook gevonden. Het feit dat ik ernaar moest zoeken geeft al aan dat deze set geen uit het oog springende fouten maakt.

Linn: Timing, feel en groove!

De individuele componenten


De Linn Katan weergever

Na heel veel CD’s te hebben gedraaid, waaronder ook klassiek, kan ik concluderen dat het tophoog van de Katans kwalitatief iets achter blijft op het wonderschone middengebied. Met strijkers, hiats maar ook de topnoten van de hoge G-snaar van een basgitaar is het tophoog iets minder los geplaatst in de ruimte. Daarmee bedoel ik dat dit gebied net niet die magie heeft als de rest van het spectrum. Denk aan het zaklamp verhaal. De tweeters presteren zeer goed, en ook zeker tonaal in balans, maar iets meer finesse en losheid zou het plaatje helemaal af maken. Als we deze eigenschap sterk onder de loep nemen, dan is het net alsof het hoogste region wat wordt tegengehouden en dat de impulsresponse iets minder is. Ik neem even de klank van letters als voorbeeld, een S klinkt dan meer als een Z en de letter F meer richting V. Niet dat het tophoog dof klinkt, maar het zit hem in de articulatie. Het puntige is wat minder. Vergelijk het met een diaprojector die ietsie onscherper wordt gezet.

Ten tweede is er een kleine kleuring rond de 60 Hz. Ik vermoed dat de achterwaartse reflexpoort ergens in dat gebied afgestemd is. Met contrabassen, basgitaren maar ook een basklarinet trad er een klein herkenbaar donkerbruin randje op.
Elke instrument wat in dat gebied komt krijgt het mee. Qua plaatsing heb ik de Katans zowel in de breedte, als in de lengte van de luisterruimte gehad. Telkens bleef deze eigenschap. Let wel bovenstaande eigenschappen zijn zeer sterk uitvergroot en laten we vooral niet vergeten dat ik denk in absolute termen. Vanuit dat standpunt gezien kunnen we aannemen dat elk hifi component fouten maakt. De Linn Katans maken zeker voor het geld heel weinig fouten en veel belangrijker nog, ze klinken natuurgetrouw en hebben een extreem open en los klankbeeld. De enorme `pace` en `rythm` is ook een eigenschap van de Katans. Ook op de Rotel RB-1090 en op de Accuphase E305 laten ze hetzelfde enthousiasme horen. Nu moet me wel van het hart dat de combinatie met twee linn LK-85`s de magische grens overschrijdt. Met twee Rotel RB-1090 (bi-amp) was het laag iets puntiger en heerste er zelfs op deze kleine weergevers het enge gevoel van enorme power en drive.
Gezegd moet wel worden dat twee Rotel RB-1090 eindversterkers meer dan het dubbele kosten dan de LK-85’s, en zwaar overkill zijn voor een kleine monitor speaker. Ik denk dat zo’n configuratie niet veel zal voorkomen, al zijn er volgens Ed gebruikers van de Katan die ze met grote Klout eindtrappen aansturen. En in die filosofie kan ik me goed vinden. Voor wie dus nog meer controle en power wil binnen de Linn-lijn kan in de toekomst altijd upgraden naar de zwaardere LK140 versterkers, of zelfs de bovengenoemde Klouts’s. Ik denk dat er dan eenzelfde soort effect optreedt.
Biampen maakte ook deze keer weer een groot verschil. Ter experiment heb ik even met een enkele LK-85 gedraaid. Het eindresultaat is nog steeds zeer goed, maar het klankbeeld verliest het grootse en trekt iets meer terug naar de weergevers.

De Katans zijn een perfecte referentie voor studiogebruik etc. Je hoort letterlijk alles, en voor het afmixen van muziek producties zouden ze uitmuntend presteren. Een goede kennis van mij uit de pro-studio- en videowereld, die eigenlijk op bezoek kwam om naar mijn eigen set te luisteren, werd spontaan verliefd op de Katans hij heeft een hele middag en avond ademloos geluisterd, om vervolgens te besluiten ze aan te schaffen.

Voor dit geld zijn het fantastische weergevers, die een klankbeeld neerzetten dat vergelijkbaar is met bijvoorbeeld de veel duurdere Thiel vloerstaanders. Het spreekt voor zich dat het laag onder de 55 Hz. snel wegvalt. Dat valt een monitor van deze afmetingen ook niet verwijten. Een combinatie met een goed afgeregelde sub zou er een ongekend systeem van maken. Al zal het moeilijk worden om een sub te vinden die de snelheid en timing van de Katans kan volgen. Misschien de Linn SIZMIK waar ik zeer lovende recensie over heb gelezen?
Tot slot wat betreft de Katans. De Katan heeft een licht forward karakter. Normaliter niet `my cup of tea`, maar bij de Katan vond ik het voor het eerst niet erg, omdat het nooit naar de keel greep, of vermoeiend werd.

Kairn voorversterker

Omdat de totale set zo uitmuntend presteerde met de Kairn voorversterker was ik ook benieuwd naar de Kairn in mijn eigen set. Deze verving de Krell KRC-3 die doorgaans zijn diensten bewijst en stuurde de twee Rotel RB-1090 eindtrappen aan. Deze geven het signaal weer door aan de subwoofer towers, en aan de magnetostatisch mid-hoog panelen van het IRS Beta systeem.

De bronnen waren de eigen gemodificeerde Sony 559Es CD speler, en de Linn Ikemi die ik straks apart zal bespreken. Ik heb enkele dagen naar de Kairn geluisterd en daarna de Krell weer teruggezet voor het vergelijk. De drie keer zo dure Krell is een klasse voortrap die op zijn manier zijn eigen kwaliteiten bezit. Toch voor vooral pop, fussion en jazz muziek gaf ik in de eigen set de voorkeur aan de Linn Kairn. Qua absolute detailweergave ging de Kairn gewoon een stap verder. Kleine dingen als backing vocals of shakers werden ineens hoorbaar. Bij nader inzien hoor ik ze ook wel op de Krell, maar daar zijn ze me nooit opgevallen. De Kairn heeft een doorzichtiger beeld met gewoon meer lucht en informatie tussen de instrumenten. De Krell is een voortrap die het klankbeeld van achteren opbouwt. Vanuit de diepte komt de muziek rustig de luisterruimte instromen. Voor klassiek is dat heel erg fraai. De Kairn plaatst meer naar voren, maar laat wel een klankbeeld tot in de diepte horen. Het laag is ook strakker met de Kairn, met gewoon meer puntigheid. Het is altijd de combinatie die een set maakt of breekt, en deze resultaten hoeven zich niet in elke set voor te doen. Bij mij was dit wel het geval.

Op technische punten scoort de Kairn wat minder. Zo is de signaal-ruis verhouding slechter en is de Kairn niet absoluut stil. Ik ben een nachtluisteraar en ‘s nachts in de prille stilte valt de ruis soms heel lichtjes op in stille passage’s. Ook als er geen CD speelt trouwens. Ik heb er geen problemen mee, maar het is wel een punt dat opvalt. Het tweede probleempje is de digitaalgestuurde volumeregeling. Met het regelen van het volume zijn er zachte plopjes hoorbaar. Op het Linn systeem was dit geen probleem, maar op het Infinity IRS Beta systeem, dat recht doorloopt tot 15 Hz., waren deze plopjes ook hoorbaar (en voelbaar) in het subregion, waardoor er zeer laagfrequente `rumble` schokgolven teweeg gebracht werden met het regelen van het volume. Ik denk dat de externe servo controler van het IRS Beta systeem door deze plopjes in de war raakte. Hij ziet ze als muzieksignaal en gaat het signaal door de servo sturing van de woofers versterken. Dit is niet hard, maar de Krell KRC-3 die ook gebruik maakt van een digitaal gestuurde volume regeling is doodstil. Dit zijn kleine schoonheidsfoutjes die in de toekomst wellicht verbeterd kunnen worden.

Over de klank niets meer dan lof. De Kairn brengt het snelle pace en rythm verhaal ook in mijn set en ik ben er persoonlijk helemaal verliefd op geworden. Overigens is de enorme detailrijkdom en snelheid niet overanalytisch of hinderlijk. Met de Kairn kan men ook rustig muziek opzetten als achtergrond, zonder dat het gaat irriteren.

Linn: Timing, feel en groove!

Ikemi CD speler

Net als de Kairn voortrap heb ik ook de Ikemi CD speler in de eigen set opgenomen. Deze heeft zowel op de Krell KRC-3 voortrap gespeeld als op de Linn Kairn.
Het mag duidelijk zijn dat de Ikemi een grote klasse beter is dan mijn toch niet verkeerde gemodificeerde Sony ES speler. De Ikemi klinkt veel rustiger en vooral natuurlijker. Hoewel ik de eigen Sony binnen de grenzen van de 16 bits CD kwaliteit nooit plat heb gevonden, klinkt deze in vergelijking met de Ikemi plat en qua dynamiek is het alsof iemand een voetje op de rem houdt. Een AB vergelijking met andere topklasse CD spelers heb ik niet, maar afgaand op mijn eerdere ervaringen met de Wadia 830 in vergelijk met de Sony 779ES kan ik stellen dat ik de Ikemi muzikaler vind. Een Wadia kan details nog beter uitpluizen en letterlijk elke stem uit een koor los plaatsen. Dit doet de Wadia zo goed dat het realisme minder wordt. Op het conservatorium moest ik als verplicht vak in een groot koor zingen. In een grote zaal met meer dan 75 man stond ik daar altijd bij de alten. Uit respect voor de mooie Mahler muziek die we moesten opvoeren zong ik maar niet mee, maar stond ik met mijn ogen dicht ademloos te luisteren naar de mooie harmonieën. Waar ik heen wil is dat toen ik daar in die grote concertzaal tussen het koor stond, ik de stemmen helemaal niet zo los kon plaatsen als sommige hifi sets dat doen. Sterker nog, het geluid vermengt zich razendsnel met de lucht en op de plek waar ik stond kreeg ik een totale klank, waarbij er van plaatsing nauwelijks sprake was. Natuurlijk zijn de bassen en de sopranen nog wel aan te wijzen qua richting, maar de individuele koorleden zijn echt niet te onderscheiden.

De Ikemi brengt details precies op een manier zoals je dat in het echt ook ervaart. De klank is ontzettend analoog en ook het hoog is ragfijn en relatief minder korrelig dan veel CD spelers dat laten horen. Het prachtige Ivan Fischer Budapest orkest dat uitgebracht is op een hybrid SACD klonk wonderschoon. (Voor de volledigheid, een hybrid SACD bevat twee lagen. Een SACD laag voor SACD spelers, en een 16 bits laag voor alle “ordinaire” CD spelers. Op de Ikemi wordt dus de 16 bits laag gebruikt en is dus gelijk aan elke andere CD.)
Het mooie intro van de Slavonic Dance van A. Dvorak wordt realistisch weergegeven. Links de dramatische mineur melodie van de strijkers en rechts het grommen van de contrabassen. De strijkersklank van de Ikemi behoort tot het beste dat ik ooit op CD speler gebied heb gehoord. Ook hobo’s en fagotten klinken zeldzaam vrij rustig en natuurgetrouw. Veel spelers voegen een neuzig randje toe aan deze moeilijk blaasinstrumenten. Pop en funk klinkt weer snel en dynamisch. Iets waarvan ik nu kan stellen dat dit in de hele Linn lijn wordt doorgevoerd. Met een stuk van Herbie Hancock hoor je de Fender Rhodes piano brullen. Maar voor het eerst hoorde ik nu ook het meetrillen van de plastic kap bovenop de Rhodes. Ronduit prachtig.

Het enige puntje waar ik over viel is de wat ingetogen laagweergave. Het laag heeft minder slam en drive dan de eigen Sony ES speler. Dit viel op met de aanzetten van de contrabassen bij het Budapest concert, maar ook met de kick drum van Dave Weckl, de droge lage E snaar van Marcus Miller. Ook met het contrabass spel van Stanley Clark hadden de aanzetten iets minder drive. Wel is de definitie van het laag heel erg goed! Zo hoor je dus goed de galm op de bühne van de aanzetten van Stanley Clark. Iets dat me eerder ook nooit opviel.
Op het kleine kritiekpuntje op het laag na, is dit een absolute topklasse CD speler, die ik tot het beste reken van wat ik ooit heb gehoord. De Merididan 508-24 komt heel dicht in de buurt, maar de Ikemi wint het hier qua snelheid, groove en ritmiek.

Linn: Timing, feel en groove!

Conclusie

Of ik een product nu goed of slecht vind, ik heb altijd respect voor een fabrikant met een echt eigen filosofie. Hiermee bedoel ik dat een fabrikant hoorbaar voor een bepaalde invalshoek kiest, en dat je dat terug hoort in elk product van dezelfde fabrikant. Dit betekent dat ze ergens voor staan en dat er is nagedacht over hun producten, het ontwerp etc. Het moge duidelijk zijn dat Linn een geheel eigen filosofie heeft die je terug hoort in elke component uit deze set, zelfs de weergevers. Deze eigenschap is zonder meer pace en rythm en betrokkenheid. Achteraf blijkt dit een bekende en typische Linn eigenschap te zijn, maar ik kwam er nu pas achter. Dit is een eigenschap die ik enorm waardeer, en ik ben er verliefd op geworden. Gelukkig maakt deze eigenschap de set niet minder muzikaal, of overanalytisch. Emotie en subtiliteit gaan hier gepaard met ritmiek en opzwependheid.

Wie echt om muziek geeft en geen zin heeft om te blijven tweaken, vervangen en hobbyen kan deze set in gesloten doos kopen. Het is als totaal set niet goedkoop, maar je krijgt er een set voor terug die je elke dag weer blij maakt en trakteert op een ware muziekbeleving. De Linn Ikemi CD speler, de Kairn voortrap en de Katan weergevers kunnen overigens perfect werken in bestaande sets. Maar een complete Linn set laat de absolute magie en filosofie van dit merk horen. In de complete Linn set heeft elke verandering invloed, en mijn ervaring is dat elke keer als ik een component uit de keten haal, en er een ander voor in de plaats zet, dat dan de magie in meer of mindere mate verdwijnt. De Linn speaker kabels en interlinks zijn goed, en natuurgetrouw. Al kan de set beter presteren met andere goede koperkabels. Absolute synergie ontstond er met de Monster Sigma interlinks. De Linn Silver interlinks voldoen prima, maar het klankbeeld heeft nog meer rust en gemak met de Monster Sigma’s.

De LK-85 eindversterkers voldoen uitstekend. Vandaag de dag zijn er voor 810,- Euro maar bar weinig eindversterkers te koop. Veel fabrikanten hebben zich massaal gericht op de home cinema wereld en simpele twee-kanaals eindversterkers hebben plaats gemaakt voor alles in één: multichannel receivers. De LK-85’s volgen genadeloos elke verandering van interlinks en componenten in de set. Ze zijn snel, dynamisch en bieden een groot klankbeeld. Het laag is goed gecontroleerd, maar voor wie meer power en drive wil moet misschien eens denken aan een LK-140. Met een enkele LK-85 wordt de magie een stapje minder. Het klankbeeld trekt iets meer terug naar de weergevers. Ook vanwege het lage rendement van de Katans kan een enkele LK-85 iets gaan knijpen bij felle piano aanslagen. In bi-amp mode met twee LK-85’s heb je meer dan genoeg power en ook geen problemen met grote dynamische uithalen.

De Ikemi CD speler heeft mij zwaar geïmponeerd. Deze biedt een zeer natuurgetrouwe strijkersklank en een snel en dynamisch klankbeeld. De speler blinkt uit in zijn analoge klank. Dit is denk ik het grootste compliment dat je een CD speler kan geven. Het laag heeft iets minder drive dan andere CD spelers, maar daartegenover staat een uitmuntende laag definitie, met een droge en strakke sound. De voortrap zorgt in de Linn set, maar ik denk ook in andere combinaties (in ieder geval in mijn eigen set) voor een swingende en opzwepende sound. Deze laat elke detail horen dat hij aangeboden krijgt, en in de eigen set presteerde de Kairn beter dan de veel duurdere Krell KRC-3.

De Katans zijn fraaie kleine monitor weergevers die een echt losse en totale soundstage afleveren. In deze prijsklasse zelfs onovertroffen. Qua dynamiek kunnen ze heel veel verwerken, zonder te gaan schreeuwen. Het laag is strak en op het gehoor behoorlijk diep voor zo’n kleine weergever. De kleine kleuring van rond de 60 Hz. moeten we dan maar voor lief nemen.

Deze totale set is het meest geschikt voor een pure muziekliefhebber. Men kan binnen de Linn lijn altijd doorgroeien om de set steeds te verbeteren. Het is een set om van te genieten en is minder geschikt voor audiofielen (die dus niet hun set als middel zien om van muziek te genieten maar als doel op zich) die elk halfjaar weer willen wisselen van componenten. Het is een set die verslavend werkt en je blij maakt door zijn schoonheid en enthousiasme. Van harte aanbevolen! Mijn nieuwsgierigheid is nu enorm gewekt voor het grote Keltik fullrange actieve weergever systeem.

Gebruikte apparatuur:
Eindversterking: 2x Rotel RB-1090, Accuphase E-305
Voorversterking: Krell KRC-3
Weergevers: Perfect Performer, Prince; B&W CDM-2 SE ; Infinity IRS Beta fullrange systeem met servo gestuurd laag.
Bronnen: CD speler, Sony 559 ES gemod. Draaitafel B&W Beogramm 4002
Bekabeling: Luidspreaker kabel: Monster M 2.4, Monster powerline 1.5. Interlinks: Monster Sigma, Gotham koolstof kabel