Transrotor Leonardo 25


René van Es | 03 augustus 2002 | Transrotor

Zilverzachte glans

De zilverzachte glans van een Transrotor Leonardo 25 straalde mij tegemoet in Fankfurt tijdens de High End show 2002. Verlicht met halogeen spots vroeg de platenspeler mijn aandacht en keek mij bijna aan met een blik van “neem me mee naar huis”. Tja, tegen die verleiding kon ik niet op en via de Nederlandse importeur Monitor Audio Nederland stond er binnen een paar weken een Leonardo 25 in huis. Voorzien van een gemodificeerde Rega 2.5 arm, een Goldring Eroica LX element en op verzoek is ook een Transrotor Phono versterker meegeleverd. Ruimte genoeg op één van de twee Standesign`s om alles netjes op te stellen, kabels in de versterker en platen draaien. Het genoegen is geheel aan mijn zijde.

Leonardo 25

Transrotor is zeker bij onze oosterburen niet de eerste de beste fabrikant. Jochem Räke speelt mee in de hoogste regionen met de onbetaalbare Gravita, maar schuwt ook eenvoudiger spelers niet als de Porcino die voor 1360 euro over de toonbank gaat inclusief element en arm. De hier besproken Leonardo 25 kost in de winkel 1680 euro. Een prijssegment waarin Clearaudio en Pro-ject het nodige te bieden hebben. Thorens zit vooralsnog veel lager, Michell en VPI hoger om nog wat andere namen op te hoesten. En Dual, die is failliet. De Leonardo heeft dus best een paar stevige concurrenten op de Nederlandse markt. Een markt die steeds meer en meer de genoegens van vinyl gaat ontdekken en de platenspeler omarmt binnen technieken als cd, dvd en sacd.

In basis is de Leonardo een 25 mm dikke transparante acrylaat plaat. Daarin is een geïnverteerd lager vastgezet. Op dat lager draait een 920 gram zwaar aluminium gedraaid plateau, waar ook de snaar langs loopt. Het 38 mm dikke half transparante acrylaat plateau gaat daar overheen en vormt de steun voor uw kostbare vinyl. Mijn weegschaal gaat niet ver genoeg om ook daar het gewicht van te bepalen, ik schat dat het rond de 2,5 kg is. Onder het chassis staan een drietal ronde voeten. Onderaan met een siliconen ring, bovenaan een siliconen dopje. De plaatsing is twee voor en één achter. Links achter is een rond gat waar de motor door heen steekt. De motor staat geheel los van het chassis en gaat met een kabeltje naar de trafo aan de stroomvoorzienig. Persoonlijk vind ik dit een heel fraaie oplossing. Ondanks dat de motor “in het chassis” zit, is deze geheel los en kan dus geen trillingen overbrengen. Met een ronde snaar drijft de motor het plateau aan. Toerental van 33 naar 45 rpm brengen is een kwestie van de snaar een niveau lager op de as laten lopen.

Transrotor Leonardo 25

Rechts achter is op een groot plateau de Rega 2.5 arm gemonteerd. Daar is nogal wat aan verandert. Ten eerste is de arm in hoogte instelbaar door de eigen constructie van Transrotor. Een grote vooruitgang voor wie met Rega werkt en zich beperkt voelt in element keuze. De arm is niet langer zwart maar zacht glanzend zilverkleurig. Aan de achterzijde zijn de plastic delen vervangen door een metalen as waar een eveneens metalen contragewicht met schroefdraad op verstelbaar is. De spoed van de draad is fijn genoeg om een nauwkeurige afstelling van de naaldkracht mogelijk te maken. Een schaalverdeling zult u tevergeefs zoeken, een naaldkrachtweger is noodzakelijk. Transrotor gebruikt verder eigen bekabeling aan de arm. De familie gelijkenis met de Rega arm is er nog, al was het maar door het groene schuifje voor de dwarsdruk compensatie, maar het eindresultaat van de ombouw van Jochem Räke mag er zijn.

In de arm wordt door Transrotor een Goldring Eroica LX low output moving coil element gemonteerd. Dit element kost los pakweg 250 euro. Een Eroica heeft een Gyger II stylus met een statische compliantie van 18 mm/N. De afstasthoek is 20 graden bij een naaldkracht van 1,7 gram. Het element dankt zijn lage eigen gewicht van 5,5 gram aan de gebruikte krachtige Neodymium magneet en de Pocan (kunststof) body. De output is (voor mc hoog met) 0,5 volt bij 5 cm/sec rond 1 kHz, dus een voor-voorversterker blijft noodzakelijk. De lage output draagt bij tot een mooier frequentie verloop dan dat van het high output Eroica broertje. Aanbevolen is een afsluitimpedantie van 100 Ohm. Iets lager mag, veel hoger liever niet. Goldring levert sinds jaar en dag elementen en heeft een gedegen reputatie. Kortom een goede allrounder voor wie met moving coil betaalbaar aan de slag wil. Ooit ben ik kompleet van slag geraakt van een Goldring G900se moving magnet in een balsa houten Pritchard arm, maar dat is een heel ander verhaal dat zich 25 jaar geleden afspeelde.

Transrotor Leonardo 25

Phono voorversterker

Graag had ik u de naam genoemd van de Transrotor Phono voorversterker, maar het ding heeft geen naam. Wel heel prettige mogelijkheden en eigenschappen. Zoveel dat een separate recensie op zijn plaats zou zijn. De Phono is meegeleverd omdat ik niet tevreden ben met mijn eigen versterkertje en de Leonardo 25 goed wil kunnen beoordelen. In de het luisterdeel zult u lezen dat de keuze voor de Phono een verstandig plan was. De voeding van de phono bestaat uit een netsteker met ingebouwde trafo. Een dunne afgeschermde kabel loopt naar het relatief grote kastje. De voorzijde is verchroomd en oogt “Duits”, met een felle blauwe led. Naast de Leonardo is het wat te chromerig. De kast is verder opgebouwd uit een chassis waar een koellichaam overheen schuift. Ook het koellichaam heeft meer een cosmetische dan een nuttige functie en werkt ongetwijfeld kostenverhogend. Inwendig is het spannender. Een keurig printplaatje vormt de versterker zelf. Herkenbaar enige op-amps voor versterking en voor de spanning regulatie. Een schema heb ik niet, dus hoe de werking is kan ik u niet zeggen.

De in totaal twaalf dipswitches per kanaal maken het mogelijk voor moving magnet en moving coil elementen optimale instellingen te kiezen. De versterking is instelbaar op 0.15, 0.25, 0.3, 0.4 en 0.5 mV voor mc en 2 en 3-7 mV voor mm. Afsluitimpedantie voor mc instelbaar op 470, 220, 100 en 47 Ohm standaard en wie speelt met de switches haalt tussenliggende waardes. 47 kOhm voor mm is vast, maar wel kan de capaciteit variëren van 470 via 220 en 100 tot 47 pF. De signaal/ruis afstand is 66 dBA bij maximale versterking van 65 dB en 80dBA als er slechts 40 dB wordt verlangd. In gebruik is de Phono opvallend stil en volkomen bromvrij, zelfs als hij angstig dicht in de buurt van mijn eindversterkers staat. Dat ik mijn kostbare euro’s uit moet geven aan een voor mij te overdreven uiterlijk, maakt de ruime instelmogelijkheid inwendig en de afscherming helemaal goed. Ik ken geen mm of mc element dat niet zou werken met de Phono. En de fel blauwe led? Die schijnt zacht over de vacht van de kat gedurende de nacht. Enige overgebleven wens voor een recensent is natuurlijk dat de dip switches van buiten af bereikbaar zouden zijn. Maar je kunt niet alles hebben.

Combineer

De Leonardo 25 mag het opnemen tegen een Pro-ject Perspective met een Highphonic MC-A300 element dat reeds lang niet meer leverbaar is. De Pro-ject is eerst aangesloten op een Clearaudio Basic phono amp via Siltech Mxt New York en later op de Transrotor Phono met dezelfde kabel. De Leonardo is met de eigen bekabeling op de Phono en later ook op de Clearaudio gespeeld. Vanaf beide phono versterkers ga ik met Van den Hul The Source Hybrid naar een Clearaudio Balance voorversterker, die geen eigen mm of mc ingang heeft. Daarachter staan twee Monarchy Audio SE-100 delux eindversterkers die een set JMLab Electra 926 aandrijven via Ocos kabels. Vanuit de voorversterker gaan tevens kabels naar een actieve SW900 subwoofer, die eveneens uit de Electra range van JMLab komt. De Pro-ject heeft als ondergrond een Target wandbeugel met glasplaat. Stevig verankert in de muur. Voor de Transrotor vind ik een plek op mijn Standesign rek. De ondergrond is daardoor voor de Leonardo 25 eveneens van glas. Deze opstellingen kan ik niet veranderen. De Target beugel is namelijk niet waterpas tegen de muur gezet (ik ben niet zo handig) en de Leonardo 25 heeft geen instelmogelijkheden om zelf waterpas te zetten. Het rack staat stevig op een betonnen vloer en is met spikes waterpas gezet. Als tegenhanger voor het analoge geluid een cd en een dvd speler. De cd speler bestaat uit Teac/Monarchy Audio componenten, de dvd speler is een Marantz DV6200. Een complete lijst van alle spullen en kabels staat onderaan deze tekst.

Transrotor Leonardo 25

Op het gehoor

In de afgelopen week is er genoeg gedraaid met de Leonardo 25 om er serieus voor te gaan zitten en u kond te doen van mijn persoonlijke waarnemingen. Het blijft altijd een truc om een mix te maken van oud en nieuw materiaal, zodat het voor u als lezer interessant blijft en u wellicht muziek ideeën opdoet. Bij platen is dat lastiger dan bij cd’s. Er is niet zoveel nieuw materiaal en oude bronnen zijn niet altijd even mooi. Dan maar weer een bekende op het acrylaat plateau. Kari Bremnes met Norwegian Mood. Een paar zaken vallen gelijk op. Het geluid hangt tussen de speakers en komt er niet buiten. De stem staat voor de instrumenten en diepte is wel aanwezig. Kari’s stem is volkomen natuurlijk. De percussie op de achtergrond sterft mooi langzaam uit. The Copenhagen Cavern is een juweeltje. Waar mijn eigen combinatie uit de pas dreigt te raken in dit nummer, behoudt Goldring / Rega een goed geluid. Het eerste nummer van kant drie, Day, laat een strakke piano horen zonder zweving. Ook hier veel diepte en de vleugel heeft voldoende lucht om als vleugel te klinken. Een licht romantische tint ligt over de hele weergave. Er straalt vooral rust uit de muziekweergave. Tweede nog altijd favoriete plaat is van Oscar Peterson, We Get Requests. You Look Good To Me met de gestreken bas is vol in het laag. Krachtig, overtuigend en donker. De phono trap lijkt het soms zwaar te hebben als er zwaarder wordt gemoduleerd, maar dat stoort niet echt. In de volgende nummers is het laag wat minder aangezet en swingt het de pan uit.

Een oude Japanse persing op Three Blind Mice laat het trio Tsuyoshi Yamamoto het bekende Misty de kamer in slingeren. Erroll Garner heeft daar toch een meesterwerk geschreven. De plaat is helaas erg beschadigd en het valt mij mee dat de Goldring er zo netjes door heen ploegt. De oppervlakte ruis is opvallend laag bij dit element. Veel muziek en weinig ruisen en kraken. De piano is hard maar minder fel dan ik gewend ben. Ook op cd is de piano veel harder opgenomen. De ondersteunende bas en percussie laten het solo instrument volledig in zijn waarde en overheersen nergens. Het leidt ertoe dat ik vergeet aantekeningen te maken en van de muziek geniet. Een compliment voor Transrotor. Gekocht in Frankfurt een lp van Suzanne Vega met onder andere Marlene On The Wall. De 180 gram hernieuwde uitgave van Vivante in Londen klinkt gemakkelijk en stevig. Het hoog is mooi, idem het laag, de stem staat strak op zijn plaats en alles staat ook op de juiste hoogte in de kamer. De druk in het laag is heel natuurlijk en neigt niet naar bonken of gestommel (rumble maskering). Voor ik aan oude lp’s begin nog een stuk van The Tube op het Tacet label. In andere recensies staat al hoe ik aan de plaat kom en de techniek erachter. Heel kort, van microfoon tot snijmachine, overal zijn buizen toegepast en geen halfgeleiders. Het Stuttgarter Kammerorchester kan er wat van. Werken van Vivaldi, Correlli en Bieber gunnen mij een kijkje in het orkest. Niet helemaal de magic touch, toch weer de romantische kant die extra wordt belicht. Maar wel aangenaam en echt. De violen noch overheersend, noch te lief naar mijn smaak. Het werk van Correlli staat bol van pure schoonheid. Dit is nu net waarom analoog zo de moeite waard is. Ook als het hard gaat en het element het te verduren krijgt, blijft de muziek zuiver en intrigerend. Hier speelt een orkest van grote klasse op een zeer goede platenspeler.

Oud werk uit de kast. Pink Floyd’s Dark Side Of The Moon heb ik in mijn jeugd aan flarden weten te draaien. Time schudt me wakker uit de mijmeringen. Klokken en wekkers die natuurgetrouw hun klank laten horen. Onder het tikken van de klok vangt de muziek aan en sleept je mee in de wereld van vroeger. De grote staande klok zou net zo goed in de kamer hebben kunnen staan. Veel van de bijzondere klanken op de lp komen juist naar voren en laten de speelsheid van Pink Floyd herleven. Niet alles wat oud is klinkt goed. Laten we de lp niet teveel ophemelen. Linda Ronstadt is een dergelijk voorbeeld. Hoe tranentrekkend Prisoner In Disguise ook is, het klinkt nergens naar. Linda kweelt, de band jankt, maar de emotie wint niet van de slechte opname. Iets anders dan maar uit de oude doos. Haar concurrent in die tijd, Dolly Parton, had een betere studio ter beschikking. Helder en fris komen nummers voorbij als Touch That Woman, Bargain Store en Coat Of Many Colours. Daags erna zing ik nog over die speciale jas die Dolly’s moeder naaide. Dit mag nooit verloren gaan. Haar stem haalt het beste in je boven en je voelt haast haar aanwezigheid. Deze plaat mag in de buurt van de Leonardo 25 blijven. Mijn eigen speler weet hier toch minder van te bakken. Die benadert haar te technisch. Oh u wilde techniek, goed dan, het achtergrond koor staat op de achtergrond, de stemmen makkelijk van elkaar te onderscheiden en Dolly de diva staat vooraan op de bühne. Er zijn meer platen langs geweest dan hierboven beschreven. De eindindruk is dat de Leonardo 25 / Rega 2.5 / Goldring Eroica LX / Transrotor Phono overtuigt in muzikale zin. Romantisch is eerder een beschrijving dan analytisch. Je hoort een beeld dat vooral in de diepte goed wordt weergegeven. Transparant genoeg om te kunnen onderscheiden, rustig genoeg om violen binnen de perken te houden. Met een mooie opname komt kwaliteit naar voren, een slechte opname is genadeloos afgestraft. Zo hoort het ook. Eerlijk duurt het langst. Dit is een pure “ik geniet ervan” speler. Een instrument op zichzelf.

Transrotor Leonardo 25

Switchen

Niet tevreden met de combinatie Highphonic / Clearaudio kan ik het niet laten de Phono van Transrotor als pre amp in te zetten. Laat ik beginnen met klankbeeld zoals dat nu is. Helder, detailrijk transparant, strak, analytisch en te fel in het hoog om echt mooi te zijn. Dat hoog gaat me echt tegenstaan. Platen waar de opname erg mooi van is blijven goed, maar er hoeft maar even een te diep gemoduleerde groef langs te komen of het kan er rauw worden. Stemmen willen dan niet meer. Het is sterk overdreven het geluid te vergelijken met het scheuren van een laken, maar zo in die richting moet u het zoeken. Vervanging van de Linn door de Siltech kabel werkt positief in het geheel, maar dat alleen is niet genoeg. De Phono van Transrotor staat toch op 100 Ohm en dat is de goede waarde voor de Highphonic. De versterkingsfactor staat iets te laag, een MC-A300 geeft maar 0.25 mV af, maar het ruist niet, dus gaan met de speler. Direct valt op dat stemmen natuurlijker zijn. Juliette Greco neigt veel meer naar de ongekende charme die ik ooit hoorde op een La Musica uitgewogen set. Het lijkt dat detaillering iets afneemt maar daarvoor in de plaats komt rust en muzikaliteit terug. Ook de ruimte afbeelding is iets minder, doch wel stabieler. Dire Straits heeft meer power en is overtuigender. The Weavers hebben dat scherpe randje niet meer en ik loop niet langer risico “het laken” weer te horen. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik veel, veel meer geniet van muziek. Jammer dat de Clearaudio niet instelbaar is, wie weet klinkt die wel nog fraaier als het element ook dan 100 Ohm aan de ingang zou zien. Ik besluit op dit punt wel om de Clearaudio te gaan vervangen door iets anders. De Highphonic wil ik namelijk zeker geen afscheid van nemen. “Best of both worlds” is bereikt. Nieuwsgierig geworden sluit ik de Leonardo met Goldring aan op de Basic. Binnen twee platen weet ik het zeker, “Worst of both worlds” staat aan de poort. Jammer, een mislukte poging om twee apparaten samen te voegen. Ook mede auteur Phil van Deijk die langs komt, is het volledig met mij eens. Zijn Weavers Gold cd laat het overigens volledig afweten tegen beide platenspelers. En zeker met de Phono ingeschakeld.

Genoeg gepraat, aan u om te genieten

De Leonardo 25 met gemodificeerde Rega 2.5 arm en het Goldring Eroica LX element staat zijn mannetje. De concurrenten hebben niet zozeer het nazien, maar wel een probleem in hun markt aandeel. Transrotor zet een mooi product neer dat in alle opzichten werkt als mag worden verwacht. Fluisterstil drijft de motor het plateau aan en element/arm/phono amp zetten alle zeilen bij om muziek uit de groeven op te diepen. De geboden klankmatige eigenschappen zijn van hoog niveau. Ik luister met plezier naar vele platen in even zovele genres. Klassiek, pop, jazz, zang nergens word ik teleurgesteld. Opmerkelijk dat de Goldring op de Leonardo veel informatie uit de groef haalt terwijl de oppervlakte ruis van de plaat ver naar achteren is gedrukt. Dat gaat lang niet altijd goed samen. Het gevoel om een plaat op te zetten is robuust en de arm zakt recht naar beneden. Dat een vast chassis is gebruikt zonder zwevend subchassis zal velen aanspreken in bedieningsgemak. De prestaties gekoppeld aan het verzorgde uiterlijk van de speler en de zacht glanzende uitstraling, maken de Transrotor Leonardo 25 tot een begerenswaardige speler. En de “Teutonische” phono amp mag daar best naast staan. Maar kan eveneens heel goed meespelen in een veel hogere prijsklasse. Het uiterlijk riekt daar al naar. Zeker eens gaan kijken en luisteren bij uw dealer naar speler en Phono versterker. En wie weet krijgt u een clamp/stabilizer tegen een aardige prijs er wel bij geleverd.

Prijzen
Transrotor Leonardo 25 incl. arm + element: 1680 euro
Transrotor Leonardo Doppio: 1980 euro
Transrotor Leonardo High End: 2300 euro
Transrotor Phono voorversterker: 600 euro
Transrotor Stabilizers vanaf: 95 euro
(Optioneel is een stofkap leverbaar en een extra chassis met voeten (Doppia uitvoering))

Gebruikte apparatuur:
Pro-ject Perspective platenspeler
Highphonic MC-A300 moving coil element
Transrotor Leonardo 25 platenspeler
Goldring Eroica LX moving coil element
Clearaudio Basic phono voorversterker
Transrotor phono vooversterker
Teac VRDS-T1 cd loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
Monarchy Audio M22B Dac
Marantz DV6200 dvd speler
Musical Fidelity Elektra E50 tuner met Musical Fidelity X-10D
Sony MDS-JE500 minidisk speler
Clearaudio Balance voorversterker
Monarchy Audio SE-100 klasse A monoblokken
JMLab SW900 actieve subwoofer
JMLab Electra 926 luidsprekers
Interlinks: Linn Analogue, VdH The First, The First Ultimate, The Source HB, Puresonic XLR, TAF Next 1 en 2, Gotham GAC-2, Belden, Siltech City Line New York en SQ-28G3
LS-kabels: Ocos, Supra 2 x 4 mm2 Classic
Optisch: Audioquest, Deltac
Accessoires: Kemp Elektroniks Power Source, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target VW1 muurbeugel, Target HS40 LS stands, Kemp, Lapp en rubber netkabels, WBT en Sharkwire steker materiaal, separate audiogroep