Robbie Williams
Tijdens één van de luisteravonden die wij als bescheiden audio clubje met enige regelmaat beleggen wordt er een op dat moment vrij recente cd van Robbie Williams opgezet. Nu heb ik deze zanger altijd geassocieerd met de jongens band Take That en zij spelen niet de soort muziek die mij aanspreekt. Er wordt besloten om een drietal nummers van de cd te draaien en bij het beluisteren van de eerste keuze – “Somethin’ Stupid”, een duet met Nicole Kidman – ben ik niet bijster onder de indruk. Hetzelfde geldt voor het tweede nummer getiteld “It was a very good year”. Later is de enige herinnering die beklijft er één van de kwaliteit van de begeleidende bigband. En die gedachte komt weer boven wanneer ik maanden later in Duitsland de lp versie zie.
Het eerste nummer van kant één komt mij niet voor niets onbekend voor. Het is namelijk geschreven door Robbie Williams en Guy Chambers. Voor mij het minste nummer van deze lp. En dat ligt niet aan de opname, de band of de ambiance. Het lijkt eerder niet thuis te horen tussen de andere, reeds in vele uitvoeringen bekende, standards. De lp heeft, meer nog dan de cd die ik eerder beluisterde, dezelfde “feel” als de grote bigband opnames met gerenommeerde uitvoerenden als de eerder genoemde zangers en bandleiders als Count Basie. Voor een deel komt dit doordat de bandleden met zorg gerekruteerd zijn uit leden van de voormalige bigbands. Zo speelt de nu 83-jarige pianist Bill Miller, die Frank Sinatra vanaf 1951 tot aan diens dood begeleidde, piano op het nummer “One for my baby”. Ook Harold Jones, de drummer van Count Basie, drukt zijn stempel op de opname.
Na de lp diverse malen beluisterd te hebben moet ik bekennen dat mijn eerste, te snel uitgesproken, oordeel tijdens de luisteravond vooral ingegeven werd door mijn vooroordeel ten aanzien van Robbie Williams. De lp biedt een groot aantal van mijn favoriete vijftiger jaren nummers in een uitvoering die kan concurreren met andere meer bekende varianten. Dat geldt zeker voor een nummer als “It was a very good year” waarin de jonge stem van Robbie Williams prachtig contrasteert met de ingemixte stem van “Ol’blue eyes” waardoor het nummer aan kracht gewonnen heeft. Ook zijn interpretatie van “Mr. Bojangles”, een nummer dat Sammy Davis Jr. zo perfect gezongen heeft dat er al grote moed voor nodig is om de uitdaging van een eigen versie aan te gaan, is meer dan gelukt. De kracht van het totaal maakt dat ik het voor de stem van Robbie Williams kenmerkende gladde element, dat in sommige nummers naar mijn smaak wat te nadrukkelijk naar voren komt, voor lief neem. En het nummer “Somethin’Stupid” sla ik gewoon over. Daar kom ik zelfs mijn stoel voor uit.
Met deze lp heeft Robbie Williams de muziek uit zijn jeugd op de plaat gezet. Hij zegt dat hij de plaat gemaakt heeft voor de ouders van zijn fans, in de hoop dat die fans zelf ook de charme van deze muziek zullen ontdekken. Zelf betwijfel ik of hij daar op deze manier in zal slagen. Verder verwacht ik evenmin dat zijn nieuwe cd ( lp? ) die op 18 november uitkomt, getiteld “Escapology”, een vervolg zal zijn op deze lp. Maar het was een mooi uitstapje!