Apogee PSX-100SE


René van Es | 03 december 2002 | Apogee

Hoewel ik door de band genomen heel tevreden ben met mijn familieleden is er toch een minpuntje te noemen dat zowel de eigen- als de schoonfamilie betreft. Ze hebben de verkeerde achternamen. Waarmee ik maar wil zeggen dat het erg leuk zou zijn als mijn vader of schoonvader Croesus zou heten. Zo zou schoonpa de gulle geste kunnen doen mij als zijn schoonzoon in de vorm van een extra bruidsschat een Apogee converter te geven. Zomaar omdat ik goed voor zijn dochter zorg. Ook mijn eigen vader gaat dit soort kadootjes te ver en daarom stap ik na ruim twee weken tijdelijke rijkdom terug op het niveau van mijn bescheiden stereo setup. Met pijn in het hart nam ik afscheid van een voor mij onbetaalbaar apparaat dat alle verwachtingen overtrof. Als ik als de Staatsloterij win koop ik er één. Maar laat ik niet vooruit lopen op de conclusie en u eerst trachten te boeien met mijn epistel.

 

PSX-100SE

De Apogee PSX-100SE a/d en d/a converter uit deze recensie is onderdeel van het aanbod van Apogee voor analoog naar digitaal en digitaal naar analoog converters voor professionele toepassingen. De aanleiding dat ik hem als muziekliefhebber thuis kreeg is de onlangs geschreven recensie over de Apogee Wyde-Eye kabel. Importeur TM Audio leek het een leuk idee als ik ook eens zou beschrijven wat mijn ervaring is met dit brok techniek. Al maak ik geen eigen opnames en beperk ik mij tot het afspelen van muziekdragers. In feite zijn in de kast van de PSX-100SE twee verschillende apparaten gemonteerd. In de eerste plaats is er de d/a converter die werkt met een maximale resolutie van 24 bit bij een sample rate van 96 kHz. Ingangen zijn er voor S/PDIF cinch, optical en twee maal AES/EBU. Twee XLR bussen vormen de uitgang voor het analoge signaal, in cinch is niet voorzien. Het andere apparaat is een a/d converter die een analoog ingangssignaal omzet naar een digitaal signaal. De ingang wederom uitgevoerd in XLR en de uitgang is twee maal AES/EBU naast S/PDIF optical en cinch. Toegevoegd aan deze vele aansluitingen een DB-25 connector voor speciale toepassingen en een AUX uitgang om meetapparatuur aan te sluiten. Tenslotte een ingang voor extern kloksignaal. En een soortgelijke BNC uitgang om de PSX-100SE als master clock te laten werken in een digitale omgeving. De aanduiding SE heeft betrekking op het analoge uitgangscircuit dat ten opzichte van de standaard PSX-100 sterk verbeterd is. Een verbetering die een bevriende relatie uit de studio wereld staafde.

De Apogee kent nogal wat mogelijkheden die thuis niet of nauwelijks gebruikt zullen worden als u geen eigen microfoon opnames maakt. Toch kunnen die opties deels zeer interessant zijn zoals ik u later aan zal tonen. Laten we eerst eens kijken hoe je een PSX-100SE aansluit. De meest gebruikte mode is de Confidence Monitor Mode. In deze stand zijn de a/d en de d/a converter gescheiden van elkaar. Een analoog signaal aan de ingang wordt omgezet naar een digitaal signaal dat opgenomen kan worden op een digitale recorder of een harddisk. Om het opgenomen signaal te monitoren gaat het terug naar de Apogee en de d/a converter sluit u aan op versterkers en luidsprekers. Voor wie vroeger met bandrecorders werkte voelt zich wel thuis met deze stand. De tweede optie is de Analog Monitor Mode. Het analoge ingangssignaal wordt omgezet naar een digitaal signaal en dat signaal is beschikbaar op alle digitale uitgangen. Daarnaast wordt het direct omgezet in een analoog signaal waardoor het mogelijk is om het resultaat te beluisteren. Dit maal niet via tape of harddisk maar rechtstreeks. Tenslotte bestaat de Digital Copy Mode. Hier wordt een aan de input aangeboden digitaal signaal gedistribueerd naar elke digitale uitgang en is via de analoge uitgang beschikbaar om af te luisteren. Deze stand gebruikt men voor formaat conversies in bit rate of sample frequentie.

Ik weet dat het gros van u nu denkt wat moet ik met al die opties en die drie standen? Dat dacht ik ook tot in een ingeving kreeg die de ogen opende. Stel u hebt het nodige geïnvesteerd in een systeem waarbij de bron bestaat uit een hoogwaardige cd loopwerk met d/a converter en een hoogwaardige draaitafel combinatie. U investeert tevens in een room correction system van bijvoorbeeld TacT. Een degelijk correctie systeem werkt volledig in een digitaal domein. Er is dus een digitaal signaal nodig aan de ingang. Een cd loopwerk biedt u een dergelijk signaal. Een platenspeler niet. Uw room correctie systeem is dus uitsluitend bruikbaar voor de cd. Jammer, ware het niet dat een a/d converter hier uitkomst kan brengen. Maak van uw platenspeler een digitale bron. Ik weet het voor velen onder u is de gedachte een gruwel, maar bedenk dat room correctie zo’n enorm positieve invloed kan hebben op het eindresultaat, dat de nadelen en minimale verliezen van a/d en d/a conversie in het niet vallen. De keten kan er dan als volgt uitzien: van platenspeler naar phono versterker. Die wordt aangesloten op de voorversterker (net als een tuner etc), Van daar gaat de tape out naar de analoge ingang van de PSX-100SE. Het digitale signaal stuurt de TacT aan, wordt bewerkt en gaat voor uw luisterruimte gecorrigeerd terug naar de PSX-100SE. Daar zorgt de d/a conversie dat het signaal geschikt is voor de tape in van de voorversterker en de rest van de keten kent u. Op die manier is room correctie beschikbaar voor elke analoge en digitale bron in uw eigen systeem. Dat u dan ook nog kunt spelen met de bit en sample rate is leuk, maar heeft geen direct nut.

Een paar dingen aan de Apogee zijn het vermelden nog waard. Hierboven schreef ik dat er een in- en uitgang beschikbaar zijn voor kloksignaal. Binnen het digitale domein is tijd uitermate belangrijk. Afwijkingen in tijd nemen wij waar als jitter. In een studio is het daarom van belang dat alle digitale apparaten als recorders en converters exact geklokt worden vanuit een enkele bron. Aardvark brengt daar heel dure apparaten voor op de markt. Het kloksignaal wordt vanuit de Aardvark gedistribueerd. In een eenvoudiger opstelling kan de PSX-100SE als bron voor het kloksignaal dienen. Terug vertaald naar onze woning zou het ideaal zijn als een zuiver kloksignaal ter beschikking zou staan om ons loopwerk te voeden. Nu zien we dat een loopwerk een klok heeft en een converter. Die kunnen (sterker nog zullen) niet synchroon te krijgen zijn. CEC, Northstar en de nieuwste Teac hebben daar een oplossing voor, het data signaal en het kloksignaal gaan separaat over kabels van het loopwerk naar de dac. En dat hoor je erg goed. Wat zou het schitterend zijn om elke digitaal apparaat ook voor thuis uit te rusten met zo’n optie. Ik weet zeker dat als mijn loopwerk zou kunnen werken met een externe klok, of dat ik het signaal van de Trichord klok naar de dac kon voeren, ik winst zou hebben met het uiteindelijke geluid. Eén klok zou de Monarchy anti jitter box direct overbodig maken. Een ander belangrijk aspect aan de Apogee a/d conversie is het UV22HR proces. UV22HR decoding zorgt ervoor dat een 16-bit signaal zoals dat op een gewone cd wordt opgenomen beter klinkt dan een niet gecodeerd signaal. In het kort komt het proces neer op een vorm van dithering die zich gedraagt als de white noise karakteristiek van een analoge recorder. Het hoog wordt rond de 22 kHz extra aangezet om de verliezen in de filtering van de dac te beperken. Het lijkt wel wat op Legato Link maar is vele malen geavanceerder. Alleen belangrijk voor wie eigen opnames maakt en die tot 16 bit wil reduceren. Apogee claimt dat in de USA 80% van de opnames op 16-bit UV22 gecodeerd is. Het voert te ver nog meer opties aan te voeren als Apogee Bit Splitting en MDM channel multiplication. Op de site van Apogee staat de complete handleiding van de PSX-100SE in PDF formaat voor geïnteresseerden. Wie in een opname studio werkt zal de mogelijkheden ongetwijfeld gebruiken, mij gaat het voor thuis veel te ver.

Apogee PSX-100SE

Thuis

De Apogee dac vervangt tijdelijk de M-Audio Superdac 2496. Als digitale bron dient mijn Teac VRDS-T1 met Trichord Clock II modificatie. Anti jitter box is de vertrouwde Monarchy Audio DIP Mk 2 en de kabels zijn Apogee Wyde-Eye resp. cinch en AES/EBU (XLR). Vanaf de dac gaat het verder met Van den Hul The First Ultimate naar de voorversterker van Clearaudio. De combinatie Monarchy Audio met JM Lab geeft het geluid weer op voldoende niveau. Alle apparatuur en kabels staan onderaan de recensie opgesomd. Om het geluid van de platenspeler om te zetten naar een digitaal signaal gebruik ik de tape out van de Clearaudio. Via een kabel achterop de dac verbind ik de a/d met de d/a converter. Door te schakelen tussen bron en tape monitor kan ik zo beluisteren wat het effect is van deze omweg. Alle aansluitingen op de Apogee zijn gerealiseerd met verloopjes van cinch naar XLR. Niet optimaal en gevoelig voor aardlussen, maar het is niet anders omdat mijn voorversterker geen XLR ingangen heeft en ook geen XLR tape out. Op een lichte brom na tijdens het afluisteren van de platenspeler merk ik er niets van dat cinch ontbreekt. De Apogee is zo ingesteld dat het ingang en uitgang niveau passend is voor de huiskamer. Dipswitches aan de achterzijde geven hiertoe de mogelijkheid. Het kloksignaal wordt niet gedistribueerd dus cd loopwerk, anti jitter box, a/d en d/a converter werken alle met de eigen ingebouwde klok. Geen Aardvark (wat een naam!) beschikbaar. DVD heeft een avond staan spelen, maar ik ben te weinig kritisch op dat gebied om daar een waarde oordeel over te geven, anders dan dat het uitstekend klonk en feilloos werkte. Hier gebruikte ik de optische ingang van de Apogee in combinatie met een Marantz DV6200. De tegenhanger voor het digitale geweld vormt een Garrard/Pro-ject/Highphonic/Transrotor platenspeler en later een Pro-ject/Shure/Transrotor geheel. Met Siltech MXT bekabeld van voor tot achter.

Marktplaats

Voor ik ga beginnen met de luisterervaring voel ik mij verplicht enige toelichting te geven op de prijs van dit apparaat. Ik besef terdege dat de aanschafprijs voor velen van u en voor mij zelf zo hoog ligt dat de wens er één te bezitten altijd een wens zal blijven. Kort door de bocht de PSX-100SE kost net iets meer dan 6200 euro inclusief BTW. Voor dat geld krijgt u het hierboven beschreven apparaat. Zonder kabels en zonder verloopjes. Die prijs is exact het 20-voudige van mijn eigen M-Audio Superdac 2496 (310 euro). Ontstijgt in het verleden gebruikte dac’s als Teac, Monarchy, PS Audio, en Northstar (ca. 1600 euro elk) en Audio Alchemy (1000 euro). Aan de andere kant zijn er converters die net zo veel of meer kosten te krijgen van Audio Note, Levinson, Wadia en Weiss. Of voor minder geld en eveneens voorzien van a/d conversie van onder meer Digital Audio Denmark. Alle goedkopere genoemde dac’s hebben bij mij thuis korter of langer gestaan of waren eigendom, de duurdere niet. Mijn referentie is dus ongeveer een kwart van de prijs van de Apogee.

Stel nu eens dat Apogee een converter uit zou brengen die geen a/d conversie in zich heeft. Dan zou de prijs een flink stuk kunnen zakken en meer in de buurt komen van het voor mij maximaal haalbare. Leuk voor thuis waarbij ik voorbij ga aan de markt van Apogee, de professionele opname studio. Want waar Apogee bekend door is, is de a/d conversie. Een studio verdient bovendien geld met het maken van opnames. Een converter is in dat geheel een stuk gereedschap dat dag in dag uit zijn werk moet doen. Feilloos en goed. Behorend tot een industrie standaard. Een uitgave van 6200 euro wordt gewoon terugverdient. Mijn korte kennismaking met de professionele wereld zet Apogee op een plaats waar in mijn dagelijkse professie IBM en Cisco staan als het gaat om ICT oplossingen. Waarom kiezen wij als bedrijf Cisco en betalen we daar veel voor? Omdat Cisco wereldwijd wordt ondersteund, een standaard is, voorop loopt en iedere router programmeur met Cisco kan werken. Dat gevoel heb ik ook met Apogee. Kwaliteit kost geld. Degelijkheid ook.

Apogee PSX-100SE

Waard

Centrale vraag blijft, is een converter 6200 euro waard en hoor je dat er aan af. Het zou gemakkelijk zijn om twee dingen te doen. Ten eerste gewoon ja zeggen tegen beter weten of daar tegenover gewoon stellen dat het een veel te hoog bedrag is. In beide kampen zal ik mede- en tegenstanders vinden. Ik ben gaan luisteren met een open mind en zal trachten te verwoorden waar ik ben geraakt. Patricia Barber bijt weer eens de spits af. Early Autumn klinkt gedragen op een stevig fundament en beloofd veel. Als ik daarna Two For The Road draai raak ik behoorlijk onder de indruk van de knorrende en uiterst getailleerde bas, de duidelijk ruisende bekkens, een stem die totaal los staat en een piano die puntig en helder is. Dit is een weergave op hoog niveau waaruit je alles haalt wat je verwacht. Kracht, verve, vervoering, leven en echtheid. De hele cd luister ik ademloos uit. Een opname uit 1989 maar dat doet ineens niet meer terzake. Zou ik de op Garrard gebaseerde platenspeler nog niet in huis hebben, dan zou ik niet geloven dat mijn setje dit kan weergeven. De Pro-ject Perspective (analoge bron) is weggespeeld. Zelfs met een Patricia Barber cd waar het laag vaak roet in het eten gooit en de weergave nagatief overheerst. Een lieflijker dame dan de afstandelijke Barber is onze Ierse moeder Mary Black. Haar Adam In The Window laat een meerstemmige zang horen waar elk woord van elke zanger verstaanbaar is. Geen donkere gloed maar ook geen gebrek aan fundament. Het geluid is rijk en evenwichtig. Mary haalt met haar stem veel verder uit dan ik gewend ben, een toename in dynamiek kan haast niet maar lijkt wel zo. Geen digitale S en geen opdringerigheid. Haar stem staat van de luisteraar af, toch zo dichtbij dat je er niet omheen kunt.

Apogee wordt veel gebruikt in pop muziek. Ik pak uit de kast een tot nu onbeluisterbare cd van Sarah Connor. Gekocht omdat de radio vaak From Sarah With Love liet horen. De Apogee VU meters laten zien waarom dit niet mooi kan zijn. De dynamiek is minder dan 10 dB en vaak niet meer dan 6 tot 4 dB. Het 0 dB niveau wordt soms secondelang aangehouden. Goed zo heren opname technici overstuur de boel maar. Harde digitale S klanken vallen nog mee met de Apogee, de M-Audio kan het niet aan. Genieten is iets anders. Kunnen beluisteren zonder continue ergernis kan met Apogee wel. Meer pop volgt in de vorm van Emma Shapplin. Haar vertolking van Carmine Meo laat een donker orkest horen waar zij met haar stem bovenuit vecht. De stemmen in het koor laten zich onderscheiden. Op een goedkope set klinkt het totaal beter dan op zo’n dure converter. Een Apogee laat alles horen. Dat zelfde overkomt mij met Hélene Segara. Duidelijk wordt hoe haar zang in de opname is “geplakt”. Het is een track die je raakt met zuivere zang, ware het niet dat het laag rommelig is en ook hier technici de muziek om zeep helpen met hun wangedrag. Het kan heel anders. Ik luister naar Lori Liebermann opgenomen op een digitale Nagra met Cello apparatuur. Roots And Wings tekent een koor af achter Lori zelf. Een meesterlijke opname die instrumenten en stemmen in zuivere vorm weergeeft. Ik durf het bijna niet te melden, maar Cello maakt gebruik van de techniek van Apogee op digitaal gebied. Lori zingt verder op Home Of Whispers en ik geniet met volle teugen. Een teleurstellend resultaat is dus niet de fout van de set. Wel van de opname, dat is duidelijk (was het al).

Rachelle Ferrell zong live in Montreux en dat is voor het nageslacht vastgelegd. Heel even heb ik het gevoel dat ik op het podium sta. De band met de rug naar het publiek gekeerd en de zangeres kijkt mij aan. Het publiek is namelijk ver achter de artiesten hoorbaar. Heel smerige piano loopjes vinden geen wanklank. Elke stembuiging van Rachelle leeft in de kamer als onder een vergrootglas. Idem klinkt de contrabas en het slagwerk. De schoonheid en zuiverheid van de opname ontplooit zich aan de luisteraar in volle glorie. Dan hoor ik aan het eind van Prayers Dance een paar klappen op een basdrum die mij volkomen omver gooien (figuurlijk). Een power, een kracht en zo gort droog en echt. Dit heb ik niet eerder gehoord. Norah Jones zingt Don’t Know Why, wat ongeveer mijn gedachten op dit moment weergeeft. Hoe kan een cd zo mooi zijn. Dat hoort toch gewoon niet met 16 bit 44 kHz? Er is zo’n rust in de weergave dat ik niet anders kan dan vertellen dat dit het niveau van analoog overstijgt. Een lp die niet ruist en waar element, loopwerk en arm in harmonie en volmaakt zijn afgesteld haalt deze hoogte ook. Maar helaas met plaatruis en aftastvervorming. Wat ook opvalt, is dat alles in proportie is. Stemmen zijn niet groter dan in het echt. Je visualiseert kipsimpel de artiest die in de kamer lijkt te staan. Ik ben redelijk geschokt. Live boeit mij altijd wel en daarom draai ik Time After Time gespeeld door Miles Davis. Geen favoriete muziek van mij. Tijdens het spel kun je in de zaal werkelijk een speld horen vallen. Hoe zacht er wordt gespeeld maakt via de Apogee niet uit. Waar andere goedkopere converters het opgeven bij zulke lage niveau’s speelt de Apogee door. Zo subtiel en zo sprankelend en vrij van vervorming. De drums zijn bloedstollend en overtuigend. De trompet van Davis laat net als elk instrument ook de zaalakoestiek in volle glorie horen. Weer heb ik het idee op het podium zelf te staan en de zaal in te kijken. Elke Davis liefhebber moet dit een keer horen via een Apogee. Zoiets als eerst Napels zien en dan sterven.

Ik krijg van deze converter geen genoeg. Klassiek is aan de beurt. Het Combattimento Consort Amsterdam heeft een heel fraaie opname afgeleverd op een hybride SACD. Bij gebrek aan een SACD speler draai ik hem op de Teac. Het eerste dat mij in gedachten schiet is dat ik een plaat aan het draaien ben. Het gemak en de klank is zo puur en schoon. Het karakter van de dac overduidelijk. Open, doorzichtig, zuiver en analoog. Elk instrument op zijn plaats en op de juiste hoogte en in proportie. Hoorbaar op de stereo mix is een heel zacht gestommel op de achtergrond. Ergens in de lage regionen gebeurt er iets dat ik niet anders kan verklaren als voetgestommel en podium geluid. Musical Fidelity heeft ook enige cd’s uitgebracht met klassiek. Een klarinet concert van Mozart waar ik een stukje van wil draaien blijft op staan tot het eind. Een muzikale belevenis. Klankrijkdom vol vuur en spetterend waar dat verwacht wordt. Ik luister met veel plezier en besef dat er eens een moment komt dat ik afscheid moet nemen van dit geluid. Een gedachte die ik heftig tracht te verdringen. Ik draai daarom nog veel meer muziek en cd na cd komt de komende dagen nog aan bod. Tot ik niet verder kan en in wanhoop een vriend probeer over te halen zijn huis te verkopen en mij 6200 euro te lenen. Hij weigert bruut, gaat zelfs zo ver dat hij in dat geval zelf wel een Apogee wil horen en eventueel kopen. Teleurgesteld wend ik mij af van de telefoon die zoveel onbegrip laat horen. Laat ik maar genieten zolang het nog kan.

Apogee PSX-100SE

Tenslotte

Ik neem het recht een mening te geven zonder naast de Apogee andere dac’s thuis te halen in een vergelijkbare prijsklasse. De reden daarvoor is dat ik ontzettend gegrepen ben door dit weergave niveau. Als trotse eigenaar van een heel goede platenspeler heeft de vaste overtuiging dat analoog altijd beter zal zijn dan digitaal een deuk opgelopen. Een deuk? Total loss is een betere uitdrukking. Het kan dus toch wel, ook met de normale commercieel verkrijgbare cd. Mits aan de opname kant goed werk is verricht (laten we wel zijn met de lp is dat net zo). Dan speelt deze dac op top (=puur analoog) niveau. Althans in mijn huis op mijn set. Zou ik het aankoopbedrag ter beschikking hebben, dan trok ik direct een spurt naar een audio winkel en zou de Apogee gaan vergelijken met andere dac’s in dezelfde of hogere prijsklasse. Om er acuut één te kopen. Geen vergelijk mogelijk, dan komt zonder mankeren de Apogee PSX-100SE in huis. Zo ultiem klonk het hier nog niet eerder en ik vermoed dat ik lang kan wachten voor ik thuis weer dit niveau haal. Voorgoed verpest zou je wel kunnen stellen. De harde realiteit die bestaat uit gebrek aan baten, dwingt mij terug te keren naar een lager peil.

Hoewel ik niet in staat ben digitaal op te nemen heb ik toch geprobeerd tenminste een mening te kunnen geven over de a/d conversie. Om die reden heb ik de tape out van de voorversterker verbonden met de ingang van de Apogee, het digitale signaal doorgezet naar de d/a conversie en zo kunnen schakelen tussen origineel en omweg. Op 24 bit is verschil nauwelijks waarneembaar. Zak je met de bit rate naar 20 of 16 bit dan verlies je iets aan kracht in het laag. De Apogee maakt het origineel slanker dan de weergave direct van de plaat. Niet veel maar goed hoorbaar. Een soort mini blind test tussen plaat en digitale bypass geeft de onzinnige uitkomst dat ik op 24 bit 96 kHz geen voorkeur heb. Zou ik een TacT systeem hebben, dan staat de volgende dag de Apogee ertussen. Let wel ik ben een analoog liefhebber in hart en nieren die deze ketterij verkondigd. Als ik maar niet eeuwig zal branden in de digitale hel.

Is daarom een prijs van 6200 euro van een apparaat met functies die u thuis nooit zult gebruiken gerechtvaardigd? Wie ben ik om daar in uw positie ja op te zeggen. Voor mijzelf is het dat wel. Omdat ik nu pas weet wat een cd kan. Zelfs met mijn “eenvoudige” loopwerk. Waar is het eind? Kan het nog beter? Op mijn set is de Apogee een klapper van de eerste orde. En ik hoor u zeggen dat mag ook wel tegen die prijs. Inderdaad dat mag ook wel, gelukkig wordt de belofte waargemaakt. Aanbevolen is een understatement. Een laatste opmerking, misschien bent u van mij gewend dat ik meer in ga op de techniek en de onderdelen op de print. Dit keer niet, om vooroordelen te voorkomen en omdat Apogee de zaakjes muzikaal zo goed voor elkaar heeft. Techniek in dienst van muziekweergave. Niet andersom.

Gebruikte apparatuur

Pro-ject Perspective platenspeler met Pro-ject 9 inch arm
Garrard 301 motor unit in DIY console met Pro-ject 9 inch carbon arm
Highphonic MC-A300 element
Shure V15VxMR element
Transrotor Phono amp
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
M-Audio Superdac 2496 D/A converter
Apogee PSX-100SE A/D – D/A converter
Musical Fidelity Elektra E50 tuner gecombineerd met MF X-10D
Marantz DV6200 dvd speler
Clearaudio Balance voorversterker
Monarchy Audio SE-100 klasse A mono eindverstekers
JMlab Electra 926 luidsprekers
JMlab Electra SW900 actieve subwoofer
Interlinks analoog: VdH The First Ultimate, Linn Analogue, TAF Next II, Belden, Profigold S-video, Siltech Mxt Professional Series New York
Interlinks digital: Apogee Wide-Eye
Interlinks digital optisch: Audioquest
LS-kabels: Ocos
Accessoires: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target VW1 wandbeugel, Kemp, Lapp en rubber netkabels, WBT en Sharkwire steker materiaal, separate audiogroep