Musical Technology M270


René van Es | 30 juni 2003 | Musical Technology

Musical Technology M270 - A-klasse klasse-A versterker

Ik ken Venetie nog slechts uit een vage herinnering aan het San Marco plein, de grachten met de gondels en een winkel waar men beestjes geblazen uit glas verkocht. Een herinnering van 40 jaar terug. Ik kreeg er een glazen hertje dat jaren lang boven op de tv thuis mocht staan. Tot van het hert een pootje afbrak en ding in de vuilnisbak belandde. Er is een lange tijd overheen gegaan voor een ander Venetiaans voorwerp de huiskamer zou sieren. Gemaakt ditmaal van metaal, koper en silicium. Niet geblazen, maar met zorg en aandacht in elkaar gezet door mensenhanden. Geen andere overeenkomst kan ik bedenken. Behalve dat de versterker de uitstraling heeft die mij bij bleef van Venetie. Schoonheid en oog voor detail. Liefde voor kunst in het algemeen. Liefde voor muziek in het bijzonder. Een kennismaking met een in Nederland relatief onbekend merk, Musical Technology.

Techniek

Voor ik aan de beschrijving van de M270 toekom, eerst een klein stukje theorie over versterker ontwerpen. Transitoren hebben een aantal nare eigenschappen. Zo moet een transistor altijd een drempel spanning over om te gaan geleiden. Die drempel is lastig en wil je vermijden. Om die reden loopt in een versterker een stroom door de transistoren die zo groot is dat de drempel waarde altijd wordt overschreden. De zogenaamde bias stroom. Dan een tweede eigenschap. In vrijwel elke transistor versterker tref je een gepaard setje transistoren aan die de luidspreker aandrijven. Eén transistor van het paar zorgt dat de negatieve spanning naar de luidspreker gaat, de andere genereert de positieve helft van het signaal. Samen vormen ze de gehele sinus die de luidspreker naar voren en naar achteren laat bewegen. Tijdens de overgang van positief naar negatief kruist het signaal de twee transistoren. De een neemt over, de ander stopt. In de ideale wereld merk je daar niets van, in een transistor versterker krijg je te maken met tijdverschillen en die laten zich uitdrukken in cross-over vervorming. Vroeger een enorm probleem, tegenwoordig goed in de hand gehouden. De twee gegevens samen, cross-over vervorming en de drempel, zijn oplosbaar door een versterker zo in te stellen dat altijd de maximale stroom door de eindtransistoren loopt. De bias (=ruststroom) zet men op maximaal. Is er stroom nodig voor de luidspreker dan kan dat worden afgenomen van het circuit, is er geen signaal dan zal het opgewekte vermogen geheel omgezet worden in warmte. Wij spreken van een zogenaamde klasse A instelling. In 99% van de gevallen beperkt de klasse A instelling zich tot een vermogen van ongeveer 1 tot 5 watt. Dat is een klasse AB instelling. Een klasse B instelling, waarbij dus de ruststoom nul is, komt niet voor in hifi gebruik. Het heeft echter voordelen om volledig klasse A te gebruiken, de versterker is dan beter in staat het signaal te volgen zonder de voeding wisselend te belasten. En wie iets van versterker techniek weet, kan op zijn klompen aanvoelen dat een wisselende belasting van een voeding funest is voor de kwaliteit van de weergave. Een versterker is in principe weinig anders dan een voeding die meer of minder vermogen kan afgeven. Moduleerbaar met een ingangssignaal. Fanatieke aanhangers van klasse A schakelingen met transistors zijn of waren onder andere Krell, Monarchy Audio, Sugden en Hiraga.

Dan een tweede fenomeen. De snelheid waarmee een signaal kan worden verwerkt. Neemt u in gedachten een piano en een trommel. Als er een toets wordt aangeslagen, slaat een hamer tegen de snaar. Of de drumstick raakt het trommelvel. Op dat korte moment komt energie vrij. Energie die zich verplaatst als geluid door de ruimte en langzaam uitdooft. Hoe meer wij in staat zijn het moment van energie opwekking weer te geven, hoe natuurlijker de reproductie zal zijn. Dat valt echter niet mee, want wat wij willen is dat de elektronica zonder tijdvertraging reageert en dat de weergevers ultra snel zijn. Ultra snelle weergevers kunnen elektrostaten zijn of bandweergevers. Vanwege de minimale massa kennen zij weinig tot geen vertraging in de beweging. In versterkers werkt dat anders. Daar moet de elektronica in staat zijn binnen een heel korte tijd (micro seconden, miljoenste delen van een seconde) een sprong te maken in spanning. Dus van 0 naar bijvoorbeeld 10 volt. Net als de acceleratie van een auto kost dat tijd. Je bent niet ineens van 0 naar 10. Die tijd drukken wij uit met de term stijgtijd en wordt gemeten in microseconde per volt. Vaak is gebleken dat hoe korter de stijgtijd is, gegeven een bepaalde spanningssprong, hoe natuurlijker elektronica in staat is de klank van een instrument weer te geven. Veel instrumenten ontlenen een groot deel van de klank aan die eerste impuls en een ander deel van de klank aan het uitstreven van de toon. Drum en piano zijn goede voorbeelden daarvan. En dus lastig om weer te geven. Als ik terug ga in de tijd was Kenwood in begin jaren 80 al in staat ultra snelle versterkers te leveren. Waaronder de befaamde KA-660. Voor 1000 gulden speelde dat ding toenmalige versterkers die geen snelle stijgtijd hadden helemaal weg. Ik spreek uit ervaring. Mijn Dynaco/dB Systems combinatie die een veelvoud had gekost bleef nergens. De KA-660 was al snel uitverkocht en Kenwood heeft voor zover ik weet nooit meer deze prestatie geevenaard. Een heden ten dage belangrijke speler voor snelle versterkers is onder andere Spectral.

Waarom is een versterker niet altijd klasse A geschakeld of snel. Klasse A vreet energie. Je bent al spekkoper als je een rendement haalt van 45%. Dat komt er in de praktijk op neer dat als een versterker 45 watt moet kunnen leveren, hij 100 watt uit het lichtnet trekt en dat vrijwel permanent omzet in warmte zonder verder iets anders te doen. Die warmte moet je afvoeren aan de omgeving en daar zijn grote koeloppervlakken voor nodig. Bovendien werken alle componenten tegen de bovengrens van het maximaal haalbare in de versterker en moeten van hoge kwaliteit zijn. En tegen warmte kunnen. Een klasse A versterker dient altijd vrij te staan om zoveel mogelijk warmte af te kunnen voeren. En snelheid dan, waarom niet altijd ultra snel. Ook daar kleven bezwaren aan. Hoe groter het frequentiebereik van een versterker (een versterker met een korte stijgtijd haalt makkelijk de 500.000 hertz) kan gaan oscilleren. Oscilleren is een verschijnsel dat een versterker als toongenerator gaat werken op een bepaalde frequentie en steeds meer energie gaat afgeven. Helaas zijn tonen uit oscillatie in een dergelijk geval altijd op en hoge frequentie en hoor je ze niet. Je ziet wel rook uit de tweeter komen als die de geest geeft. Echter, zowel de warmte afvoer als de oscillatie problemen zijn zonder meer te ondervangen. Maar dat kost geld. Dat kost tijd om te komen tot een goed ontwerp (geld) en vergt aandacht bij de bouw (geld) en de componentkeuze (weer geld). Met andere woorden, je kunt een heel goede versterker bouwen, mits je als fabrikant bereid bent te investeren. Omdat een fabrikant iets wil verdienen zoekt die weer kopers die bereid zijn voor kwaliteit te betalen. Die laatsten zijn niet zo dik gezaaid, dus de massa markt ziet af van klasse A en ziet af van snelle versterkers. En eerlijk is eerlijk, het gros van de massa interesseert het ook geen biet. Of, en dat is jammer, heeft de middelen niet beschikbaar om genoeg geld te kunnen investeren. Een extra noot, het is niet zo dat een klasse A versterker en/of een versterker met een hoge stijgtijd per definitie goed is. Net zo min als andersom.

Musical Technology M270

Musical Technology M270

U voelde het al op de klompen aankomen. De M270 is én een klasse A versterker én een heel snelle versterker. En in het licht van afmeting, geboden opties en uiterlijk, een dure versterker die in de prijslijst staat voor 2500 euro. Over de verhouding prijs versus weergave kwaliteit gaan we het straks uitvoerig hebben. Aan de voorzijde de aan/uit schakelaar, de bronkeuze, volume regeling en een tape monitor knop. Achterop ingangen voor cd, tuner, aux 1-2-3 en tape in/uit. Twee luidspreker aansluitingen en een euro connector voor een netsnoer. In de kast een grote trafo die 380 watt levert. Met gescheiden wikkelingen per kanaal. Daarachter de voeding die is afgevlakt met in totaal 4 x 20.000 micro farad. Aan de uitgang Mosfets (buz900P + buz905P), per kanaal twee paar van elk. De volumeregeling gaat met een Alps Blue. Voor de luidsprekers een Zobel netwerkje en op de koelplaten is een thermische beveiliging voorzien. De gehele versterker is discreet gebouwd op een keurige printplaat. Zonder een overvloed aan draad of draadbruggetjes. Een doordacht ontwerp. Het gewicht van de versterker is ongeveer 8 kg en de afmetingen zijn 435 x 85 x 355 mm. Het te leveren vermogen is 2 x 70 watt aan 8 Ohm tot 2 x 110 watt aan 4 Ohm. Frequentiebereik is 2 Hz tot 150 kHz binnen -3 dB. De ingangsgevoeligheid is 200 mV voor volle uitsturing bij een lage impedantie van 20 kOhm. Veel meer meetgegevens zijn niet beschikbaar, maar wie de tijd neemt de filosofie van de fabrikant te bestuderen komt uit op hoge dempingfactoren, snelle stijgtijden, overbemeten voedingen, in ruime mate in staat stroom te leveren en betrouwbare werking. Alles om recht te doen aan het nagestreefde principe, een optimaal resultaat halen uit klasse A versterkers, zonder te lijden onder de beperkingen van halfgeleiders. Bereikbaar door toepassing van eenvoudige circuits waar elk onderdeel is gewogen en geschikt bevonden voor de toepassing.

Aansluiten

De Musical Technology M270 neemt de plaats in de van de eerder geteste Anatek klasse A versterker en moet het opnemen tegen de huisset. Clearaudio Balance voorversterker met twee Monarchy Audio SE-100 Delux mono klasse A eindblokken. De luidsprekers zijn aangesloten met lange lengtes Siltech LS-110 Classic. Ter beschikking staande luidspreker modellen zijn mijn JMlab Electra 926 full range systemen en verder Mordaunt-Short 902 en 912 monitoren op Target Stands. Aan de bronzijde het gebruikelijke: een Garrard 301 met Pro-ject Carbon arm en Benz-Micro Glider L2 element op een Linn Linto phono versterker. Dan een Teac VRDS-1 gemodificeerd loopwerk met een Monarchy Audio anti-jitter box en een M-Audio Superdac 2496 d/a converter. Daarnaast een NAD S500i cd speler, een Marantz DV6200 dvd speler en een tuner. Interlinks veelal van Siltech uit zowel de nieuwe G3 Classic serie als de MXT lijn. De netspanning is voorzien via een Kemp Elektroniks netfilter en diverse Siltech SPX-30 Classic netsnoeren. Op een separate audiogroep. En sinds ik een galvanische scheiding heb weten te maken met de Casema kabel behoort restbrom tot het verleden. Zoals het een goede klasse A versterker betaamd laat ik hem steeds warm worden voor ik ga luisteren. In de zomerse temperaturen die soms heersen, wordt de versterker net niet te warm. De temperatuur loopt behoorlijk op, maar je handen brandt je er niet aan. Al met al is aan alle voorwaarden voldaan om de M270 de ruimte te geven zijn beste beentje voor te zetten. Geen subwoofer dit keer, de M270 ontbeert net als de Anatek een pre-out. Een minpuntje in mijn optiek.

Van start

Ik kan het niet laten, Patricia Barber bijt met ‘Early Autumn’ de spits af. Dat nummer moet swingen en spetteren anders is er iets mis. De M270 bewijst direct een sterk gevoel voor ritme te hebben. Kreten als vol uitdaging, swingend, ritmisch, snel, accuraat en boeiend zijn op zijn plaats met de M270. De bas gaat dieper dan met de Monarchy haalbaar is en blijft redelijk transparant. Iets hoger in het frequentie spectrum laat de piano van Barber exact horen waarom een snelle versterker voordelen biedt. De aanslagen zijn puntig, de klank natuurlijk en de tonen sterven langzaam uit. De dynamiek is groter dan met menige versterker haalbaar is. Dat maakt je betrokken bij de muziek. De stem weergave is opvallend mooi, zuiver en laat veel articulatie horen. De eerste indruk is dan ook dat hier een echte klasse A versterkers staat te spelen die waardig snuffelt aan de topklasse. Om nog eens extra van de snelheid te genieten verdwijnt Deborah Henson-Conant in de lade. Achtereenvolgens in de Teac en daarna de Nad. Zonder met de led op het front te knipperen laat de M270 horen waar de verschillen zitten in de beide spelers. De Teac up front en fel, de Nad plaatst meer naar achteren en is iets rustiger en bescheidener aanwezig. Snelheid hoor je en hoe beter de bron in staat is die aan te leveren, hoe meer de M270 tot zijn recht komt. De Frans sprekende bedpartner van Deborah is gemakkelijk verstaanbaar, al staat in mijn herinnering nog de Chord dac die dat beter deed dan mijn M-Audio. Het neerzetten van een drie dimensionaal beeld is geen probleem voor de Musical Technology. Dat kan hij als de beste. Mijn huidige voorliefde voor kleine geïntegreerde klasse A versterkers wordt extra gevoed met de M270. Ik zie de bui al hangen, straks weer een afscheid waarbij ik mij afvraag of het niet verstandiger is om te gaan investeren in een enkel apparaat dat subliem werkt. In plaats van een voor eind combinatie met kostbare snoeren en interlinks.

Nog altijd blijft analoge weergave mijn referentie als het gaat om sfeer, stereobeeld en snelheid. Tot ik een dac heb gevonden die ik kan betalen en het niveau haalt van de Garrard. Ik start met Juliette Greco en ik geniet. Wat een goed getroffen sfeer. Het Parijs van weleer ontrolt zich aan je voeten. Juliette staat ver voor de musici, die vele nuances uit hun instrument halen. Het gebeurt niet vaak dat deze plaat dit niveau speelt. Daar is een erg goede set, waarin componenten elkaar ondersteunen, beslist voor nodig. Ooit beluisterde in deze muziek nog een fractie beter, maar dat was in een andere ruimte en met kostbaarder middelen. De grens van het bereikbare is eerder de ruimte en de akoestiek thuis, dan een beperkende factor van de versterker. De opname is miraculeus goed wat in volle glorie ten toon gespreid is. Door met vinyl in de vorm van ‘Die Röhre’, een klassieke opname. De solisten gaan op de ontleedbank en worden uiteengerafeld als door een vergrootglas. We hebben te maken met een krachtige weergave die het orkest als een geheel laat horen, zonder het individu onder te sneeuwen. Het is voetjes van de vloer en de oren open. Ik kan de platenverzameling nog niet met rust laten en pak Toshima Yamamoto. Het verkrachte ‘Misty’ hamert door de kamer. Waar andere versterkers hard gaan klinken of zelfs clippen speelt de M270 feilloos door. Geen krimp hoever ik het volume ook opendraai. De opname is keihard en laat zich exact zo weergeven. De technicus heeft destijds de microfoon veel te dicht bij de piano gezet. Tonen sterven langzaam uit en hangen in de ruimte. Gelukkig maar dat de Garrard weinig last heeft van wow en flutter, anders was het niet om aan te horen geweest. De adrenaline stoten die de muziek opwekt doen mij terug denken aan de glorie tijd van de Kenwood, die immense transmission lines aanstuurde in een 12 meter lange kamer. De volgende track is jazzy. De bas ronkt en de bekkens suizen. Het staat allemaal vrij in de ruimte en je ziet de solisten voor je. Ik moet zeggen dat in vergelijk tot de Anatek de M270 wint aan de bovenzijde, wat sprekender en helderder, maar aan de onderzijde minder transparant is. Wie graag de bekkens of piccolo hoort zal met de MT beter uit zijn. Wie de bassist liever volgt zal een Anatek prefereren. Wie met monitors luistert, merkt het verschil in de bas minder gemakkelijk op. In het middengebied en als het gaat om stereobeeld zijn ze behoorlijk aan elkaar gewaagd. De M270 iets levendiger mede door het vermogen de hoge tonen verder door te laten lopen. Een van de weinige kritiek punten op de Anatek destijds.

Kent u die serie nog, “Wie betaalt de veerman”? Heel Nederland zat voor de buis. De plaat met de muziek staat hier in de kast. De muziek is deels traditioneel en deels modern. Diep is de aanzet van de trommels op de plaat. De druk wordt opgevoerd in de luisterruimte. De hele breedte van de kamer is benut en je voelt de spanning van weleer en beetje terug komen. Mooi hoor dat zulke versterkers bestaan. Er klink lef in de weergave door, overtuiging en gemak. De vereisten om lang te kunnen luisteren en geboeid te blijven. De Musical Technology is terechte klasse A versterker die in de A-klasse thuishoort. Kleine luidsprekers en stevige versterkers vormen soms een goed huwelijk. Om die reden trek ik twee sets Mordaunt Short uit de kast. Opvallend dat de Musical Technology zo duidelijk laat horen wat de eigenschappen van de twee types zijn. Alsof er niets in de weg staat. Het grotere systeem (de MS912) trekt het beeld wijd open. De MS902 is daarin beperkter, weet echter beter weg met stemmen. Het is niet de opzet van deze recensie de luidsprekers te gaan vergelijken, maar een instrument als de M270 zou daar een uitermate goed hulpmiddel bij zijn. De controle is groot en de units hebben maar te doen wat de versterker van ze verlangt. Precies zoals ik dat graag zie. Jammer dat ik geen top monitor hier heb staan. Ik zou er iets voor over hebben om de MT te koppelen aan een LS3/5A van vroeger. De combinatie laat zich raden.

Musical Technology M270

Mooi

Mooi en af. Woorden die van toepassing zijn op de Musical Technology M270. In de weken dat de versterker vrijwel onafgebroken onderdeel van mijn set is geweest heb ik genoten van muziek. Importeur BSA gaat bescheiden om met de Venetiaanse producten en dat is niet terecht. Dat weet hij ook wel, maar de markt moet opnieuw wennen aan stereo apparatuur die hoogwaardig muziek weergeeft. De tijden van vroeger, toen de Britten de markt bepaalden met illustere merken, zou terug moeten komen. Weer is het een kleine klasse A versterker die mijn bewondering oogst. Anders dan de voorgangers, maar net zo intens. Grote pluspunten zijn de bereikbare dynamiek, het schier onbegrensde vermogen impulsen exact weer te geven, de wijze waarop een 3D beeld neergezet wordt, het gevoel voor ritme, de accuratesse en de hoogwaardige muzikaliteit. Minpunten het ontbreken van een pre-out (van geen enkel belang als u geen sub wilt of niet wilt bi-ampen) en de laagweergave. Waarbij in ogenschouw dient te worden genomen de moeilijke akoestiek in mijn kamer. Laag is bij mij al snel rommelig. Veel meer kritiek, positief of negatief heb ik niet. De loftrompet is reeds gestoken in de beschrijving van de luistersessies. Het is nu aan u of u een imponerend innerlijk en uiterlijk terzijde wilt schuiven in het voordeel van dit soort witte raven. Ik zou dat zeker kunnen en willen, omdat ik geniet van techniek in dienst van muziek. De M270 heeft mij wel heel nieuwsgierig gemaakt naar de grote broers die vanuit Venetië geïmporteerd zijn. Kunst staat daar inderdaad hoog in het vaandel, zoals als ik mij herinner van vroeger.

Importeur :
BSA
Postbus 1809
5200 BB Den Bosch
Tel. 073 6419431
E-mail info@bsaudio.nl
Web www.bsaudio.nl/MusicalTechnology

Gebruikte apparatuur

Garrard 301 motor unit op DIY console met Pro-ject 9” carbon fiber arm
Benz-Micro Glider L2 low output MC element
Linn Linto phono amp
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
M-Audio Superdac 2496 D/A converter
NAD S500i cd speller
Musical Fidelity Elektra E50 tuner
Marantz DV6200 dvd speler
Clearaudio Balance voorversterker
Monarchy Audio SE-100 klasse A mono eindversterkers
Musical Technology M270 geintegreerde versterker
JMlab Electra 926 luidsprekers
Mordaunt-Short MS902 luidsprekers
Mordaunt-Short MS912 luidsprekers
Interlinks analoog: Linn Analogue, TAF Next II2, Belden, Profigold S-video, Siltech Mxt Professional Series New York, Siltech SQ-88 Classic
Interlinks digital: Apogee Wide-Eye
LS-kabels: Siltech LS-110 Classic
Accessories: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target HS40 speaker stands, Master Base Mbase/1 plaatjes, Kemp, Lapp, Siltech  SPX-30 Classic en rubber netkabels, WBT stekker materiaal, Rothwell In-Line Attenuators, separate audiogroep