Teac P-70 & D-70
Teac P-70 & D-70 - Esoteric products
Toch was er altijd één merk dat in de betere apparatuur zijn eigen loopwerk bouwde. Het geroemde en beroemde VRDS systeem. De maker? Teac. En wie dacht dat Teac de top al had bereikt heeft zich vergist. In de combinatie van loopwerk en d/a converter die voor mij staat heeft Teac zijn eigen grenzen fors verlegd. De zeldzame P-70 en D-70 mocht ik uitproberen.
Binnen Teac is een klein clubje actief met zeer hoogwaardige high-end apparaten. Dat clubje luistert naar de naam Esoteric en mag kennelijk gewoon zijn gang gaan zonder zich te hoeven storen aan marketing en inkoop. Binnen Esoteric maken ze CD spelers en nu een DVD speler die tot de top van de wereld behoort. Op een manier die iedereen jaloers maakt. Zonder beperking van budget. Dat heeft dan weer tot gevolg dat de prijzen ook aanzienlijk zijn. Beknibbeld is er nergens op. Te koop zijn de Esoteric producten niet eens altijd in Europa. Maar soms druppelt het toch door vanuit Japan en staat er ineens één in de winkel. Een net geïntroduceerde DVD speler, deels gebaseerd op deze combinatie zou makkelijker leverbaar worden. Binnen Europa is gebruik van de naam Esoteric verboden en zullen de apparaten netjes uitgeleverd worden met Teac logo’s.
De laser beweegt langs het oppervlak van de CD en volgt de gebogen vorm exact. Er staat dan een behoorlijke kracht op de CD en die moet opgevangen worden door een brugconstructie. Gebruikten de goedkopere VRDS modellen daar soms kunststof brugdelen voor, in de P-70 is 20 mm dik aluminium gebruikt dat nogmaals wordt verstevigd met een 5 mm dikke plaat gevormd uit gereedschapsstaal. De motor om het plateau aan te drijven is 10x krachtiger dan in voorgaande modellen en heeft een fors koppel. Om dat zware loopwerk ook echt stabiel te houden heeft Teac een 8 mm dikke, 8 kilo wegende bodemplaat gebruikt. De bovenkant van de kast is een 3 mm dikke aluminium plaat en aan de voorkant een 10 mm dikke frontplaat. Het chassis is gevormd met een twee-laags staalplaat die is verkoperd en vernikkeld om potentiaalverschillen te beperken en om magnetische invloeden uit te sluiten. Zo ontstaat een loopwerk dat op zware spikes rust en 25 kilo schoon aan de haak weegt. Nu is een loopwerk belangrijk, maar ook de elektronica daar omheen.
Anders dan in veel andere loopwerken is dat Teac een upconverter (=upsampler) inbouwt. Die upconverter heeft een filter dat sommige vervormingen die bekend zijn bij CD weergave elimineert. RDOT (Redifined Digital Output Technology) noemt Teac dat. RDOT heeft ook de eigenschap dat het frequenties boven de 20 kHz probeert te herstellen, al staan die niet op de CD zelf. Een beetje het idee wat Pioneer “Legato Link conversie” noemde. De gebruiker is trouwens vrij om diverse filter standen te gebruiken. De upsampling gaat tot 24 bits bij 88.2 of bij 176.4 kHz. Teac combineert een aantal technieken om jitter tot een extreem laag niveau te brengen. Eén daarvan is het clock signaal naar binnen brengen via een gescheiden link vanaf de d/a converter. Heel belangrijk als je het loopwerk en de dac synchroon wilt houden. Het signaal kan als normaal cd signaal van 16/44 naar buiten via twee optische aansluitingen en een cinch bus. Het bewerkte signaal is beschikbaar via een Toslink en een cinch aansluiting en via een dubbel uitgevoerde XLR bus. Teac volgt met het laatste een standaard in de professionele wereld. Het transporteren van digitaal signaal over twee AES/EBU aansluitingen. Elk één kanaal dragend en elk 24 bit 88.2 kHz. Samen goed voor digitaal transport van 24 bit op 176.4 kHz.
Tenslotte is er een Toslink digitale uitgang. Tussen de in- en uitgang gebeurt een heleboel. Het signaal dat binnenkomt, gaat door een digitaal filter. Dat filter sluit aan op de RDOT van het loopwerk maar kan ook overweg met HDCD signaal. Let op, HDCD signalen worden uitsluitend gedecodeerd wanneer het loopwerk op 44/16 draait. De eigenaar van de D-70 mag zelf kiezen hoe hij de filters instelt en combineert. Elk signaal gaat via een upconverter om naar maximaal 768 kHz te worden gebracht. Dan worden de bits tijdelijk opgeslagen in een 128 MBit SDRAM-buffer. Het voordeel daarvan is dat nu electronisch veroorzaakte jitter zo goed als wordt geelimineerd.
Volgens het principe first in first out gaan de bits netjes op een rij gezet naar de eigenlijke d/a converter chip. Dat zijn in de D-70 vier Burr-Brown PCM 1704 dac’s. Daarachter elektronica om het analoge signaal via de gebalanceerde en ongebalanceerde uitgangen geschikt te maken voor een versterker. Teac somt nogal een lijst op van features in de dac zelf, waaronder GIC-filters, gescheiden trafo’s voor digitaal en analoge circuits, maar die loop ik niet allemaal langs. Belangrijker is wat gebeurt er nu eigenlijk met het signaal van de cd tot de analoge uitgang. Ik loop de stappen met u langs, waarbij de Teac staat ingesteld op de meest optimale stand. De laser voert het signaal naar het RDOT filter waarin het signaal van 16/44 naar 24/176 wordt gebracht met een upconverter.
Dan gaan we via digitale audio transmitters het loopwerk uit. De dac ontvangt het signaal in een receiver chip en voert het door een Dual AES converter. Dan komt er een FIR (Finite Impuls Response) filter dat 1x tot maximaal 8x upconverteert. Dan naar een RDOT digitaal filter dat 1x tot 16x RDOT conversie verzorgt. Het gevormde 24bit/786kHz bitpatroon gaat de SDRAM buffer in, er weer uit en via high speed isolators naar de dac chips. Daarachter zijn GIC low pass filters gezet die niet in de signaalweg zijn opgenomen maar waar het analoge signaal langs gaat. Rommel wordt min of meer “afgezogen”. En dan eindelijk via buffer versterkers als analoog signaal naar buiten. Los van het proces controleert het systeem zelf met behulp van microcontrollers de klok, de buffers, de logica, de displays etc.
“In de eerste plaats is het nog steeds niet duidelijk welk nieuw formaat gaat winnen. En als er een winnaar is, komt dan al het bestaande materiaal ook uit op dit formaat? De miljoenen muziekliefhebbers zullen niet opnieuw hun hele collectie gaan aanschaffen. Nu is het op deze manier mogelijk cd’s weer te geven beter dan of gelijk aan het niveau van SACD. In de tweede plaats is de D-70 voorbereid voor een DSD interface. Toen de D-70 vorig jaar uitkwam was er nog geen standaard voor de interface. Die is er nu wel; het wordt IEEE 1394”. Einde citaat.
Teac P-70 & D-70
De luisteropzet
Voor de kloklink was een Oehlbach kabel meegeleverd. De analoge tegenhanger vormt een Garrard 301 loopwerk + Pro-ject 9C arm + Benz-Micro Glider L2 element + Linn Phono pre-amp setup. Voorversterkers waren van Clearaudio (Balance), Lua (Serenada SEL) en Marsh Sound Design (P2000b). Eindversterkers komen van Monarchy Audio (SE-100 Delux). De kabels alle uit de Classic serie van Siltech, SQ-88 interlinks in cinch en XLR uitvoering en LS-110 luidspreker kabel. Omdat de Marsh Sound Design P2000b niet de gehele periode beschikbaar was is er geluisterd op cinch ingangen en niet op XLR ingangen van de versterkers. Stroomvoorziening gaat grotendeels door een Kemp netfilter met Siltech SPX-30, Kemp en Lapp netsnoeren. Luidsprekers waren onder meer JMLab Electra 926 met SW900 subwoofer, Harbeth Compact 7ES-2 monitors en Impulse IMP monitors. Her en der een tweakje in de vorm van Master Base, verder niet veel bijzonders.
Om te luisteren naar het effect van de dac en van het loopwerk alleen ben ik gaan schuiven met apparatuur zodat de volgende combinaties ontstonden:
Teac VRDS T-1 loopwerk
Monarchy Audio DIP II anti-jitter box
Assemblage DSD-1 upsampler
Teac D-70 d/a converter.
Het signaal is voordat het de D-70 ingaat van 16bit/44kHz naar 24bit/96kHz gebracht.
Alternatief
Teac P-70 loopwerk
Apogee Mini-Dac d/a converter (die net als de D-70 double AES/EBU accepteert).
Het signaal is voor het de dac ingaat van 16bit/44kHz naar 24bit/176kHz gebracht.
In beide gevallen geen wordkloklink. Het schuiven had tot gevolg dat mijn idee over het belang van loopwerken werd bevestigd, net als mijn gedachten over Teac als fabrikant van d/a converters. Maar evenzeer werden mijn ideeën over synergie aangescherpt. Laat ik echter niet op de zaken vooruit lopen. Ik ga mijn luisterervaring met u delen.
Zien, zwijgen, horen
Dat wil zeggen ik laat de P-70 vier maal upsamplen. De klok synchronisatie is actief, double AES/EBU, de SDRAM buffer staat aan en de digitale volume regelaar op de D-70 staat vol open. Het digitale filter in de D-70 staat in deze set up automatisch in de beste stand. Vanaf dit moment is elke andere instelling van mindere kwaliteit dan wat ik nu heb gekozen. Dus minder upsampling klinkt minder goed. Geen klok synchronisatie klinkt minder goed, geen SDRAM idem, digitaal via cinch of Toslink idem, andere filterstand idem. Ergo, de D-70 en de P-70 kennen samen één enkele stand voor een optimale weergave en die gebruik ik dus ook. Nu ik het zo heb gezien ga ik zwijgen om te kunnen horen. De display’s gaan uit en het volume van de versterker open.
Nadat ik dus geruime tijd op diverse sets de P-70 en D-70 heb beluisterd start ik met het aantekenboek op de knieën met Patricia Barber. Ik heb dan allang een mening maar moet die proberen uit te schrijven aan de hand van voorbeelden. Barber dus, haar stem staat naar achteren. Achter de instrumenten. Een vreemd effect dat zich normaal zo niet laat beluisteren. Als ik ‘Ode To Billy Joe’ draai van de CD ‘Split’ krijgen de knippende vingers een echo die ik alleen ken van absolute top spelers. De weergave is ongeloofwaardig goed, zuiver, exact, helder, open en transparant. Ik bespeur slechts een zweem van versluiering die ik wijt aan de D-70. Er zijn dac’s die de dunne vitrage ook nog weg kunnen halen. Maar wel ten koste van andere kwaliteiten.
Als ik vervolg met Kari Bremnes en haar CD ‘Norwegian Mood’ staat haar stem wel voor de instrumenten. De speler zorgt voor de nodige drive en power. De stem is bij vlagen dwingend, de piano heeft een diepe natuurlijke en rijke klank. ‘The Copenhagen cavern’ heeft de gewenste dramatiek. Het is puur genieten met de Teac. Alles is tot in de puntjes op zijn plaats, heeft een enorme rijkdom aan geluid in de zin van lang uitstervende klanken en klinkt zo af. Neem nu eens een bekken. Het is het meest natuurlijke bekken dat ik ooit via CD mocht beluisteren. Nog een stap dichterbij en je kunt er zelf op slaan.
‘Love Scenes’ waar ik het over heb is misschien wel haar puurste en nog weinig door de commercie beïnvloede CD. Zeker als je hem draait op de Teac. Jacky Terrasson draai ik met regelmaat, al boeit ze mij minder dan andere zangeressen. Haar CD staat bol van technisch mooie opnames. Wat je ook pakt of waar je ook op let, de Teac maakt er iets speciaals van. Stem, trommels, piano, tamboerijn, ze zijn rijker aan klank met een grotere diepgang en natuurlijkheid dan normaal in mijn woning klinkt. Zo vol details dat ze je niet eens opvallen tot je omschakelt naar een mindere opstelling. Dan merk je dat je iets mist. Daar komt wel iets voor terug in levendigheid, maar dat weegt niet op tegen het verlies. Natuurlijkheid kent met de Teac zijn weerga nauwelijks. Over verborgen geluidjes gesproken, luister eens naar Carla Bruni. Die CD staat er vol mee. Hoe wisselend echter ook de weergave van stemmen. Carla lijkt op de Teac meer een losstaande mond dan een mens. Ik chargeer uiteraard, maar wil de subtiele verschillen onder woorden brengen.
Als ik later met deze CD het laag van converters vergelijk heb ik de indruk dat de Teac strakker zou kunnen zijn. Ik verdenk weer de dac en niet het loopwerk. Maar ga straks daarnaar op zoek. Waar de excellente eigenschappen weer naar voren springen is met akoestische instrumenten. Zonder elektronische poespas. Hout is hout, metaal is metaal, ontegenzeggelijk hoor je de timbres. De Teac plaatst lichtvoetig op deze manier en benadrukt niet de techniek “an sich” maar de virtuositeit van de artiest. Een zegen voor klassieke meesterwerken die met regelmaat uit de CD kast komen.
De Apogee heeft door de directheid meer impact, geef meer een live beleving en is agressiever op een positieve wijze. Verliest dan weer als je luistert naar Patricia Barber in ‘A taste of Honey’. De Apogee laat de stem en de gitaar in elkaar lopen terwijl de Teac overduidelijk een stem neerzet en los daarvan een gitaar. De Teac is winnaar met het neerzetten van artiesten. Uit elkaar zonder het verband of het overzicht aan te tasten. De Teac is wat terughoudender qua klank ten opzichte van de Apogee, zowel in het laag als in het middengebied maar niet in het hoog. Waar de Apogee licht in het voordeel is blijft de basweergave en het wegtrekken van een stukje vitrage.
Wie echter denkt dat 3500 euro genoeg is om de kwaliteit van de Teac te halen moet ik teleurstellen. Over-all is de Teac gewoon beter dan wat ik ook in huis had. Mits ……. In de opzet D-70 met P-70. Zoals u hierboven hebt kunnen lezen ben ik de dac’s gaan wisselen. Dat geeft een verrassend resultaat. Neem eerst eens het loopwerk de P-70. Geeft dat aan de D-70 een superieur resultaat, ook aan de Apogee is het ook overduidelijk dat Teac een loopwerk specialist is.
Heel veel van waar ik jaloers op ben met de P-70/D-70 krijg ik zo maar in mijn schoot op deze manier. Impact, detail, natuurlijkheid en plaatsing combineren met een uitstekende klank en een mooi transparant en diepgaand laag. De andere combinatie is de minste van allemaal. De D-70 krijgt het alleen niet voor elkaar het niveau te halen wat wel bereikbaar is met of de D-70 en P-70 samen, of met de P-70 gekoppeld aan de Mini-Dac. Het bewijst voor mij dat Teac er nog niet helemaal in geslaagd is de ultieme dac te maken. Onbetwist winnaar blijft P-70 met D-70. Tegen dat tweetal lijkt geen kruid gewassen. Als alle beschikbare opties aanstaan en de kloklink tussen de twee componenten zijn werk doet heb je een machtige machine.
Teac P-70 & D-70
En nu?
Alleen voor CD zo’n bedrag uitgeven loont nog steeds. Onze ouderwetse standaard CD is dat nog altijd ten volle waard. Gegeven dat je hem op de juiste manier speelt. Neemt u na het lezen van bovenstaande tekst ook in ogenschouw dat mijn set lang niet op een niveau is wat een dergelijke kostbare speler zou rechtvaardigen. Natuurlijk ik heb ervan genoten, maar ik ben er ook vast van overtuigd dat een betere installatie nog meer de kwaliteit van de Teac naar boven zal kunnen halen. Hoe beschrijf je perfectie. Lastig als je niet steeds in superlatieven wilt vervallen. Tekortkomingen aangeven is vrij gemakkelijk, maar die waren er nauwelijks aan de P-70/D-70. De gehele testperiode heb ik genoten van muziek en het moeilijk gevonden mij te concentreren op de techniek en de beleving van de muziek los te laten. Een groot compliment.
Hoe dan ook, ik wanhoop niet met mijn CD speler, ik geniet dagelijks van de muziek die het ding weergeeft. Beter kan maar heeft een navenant prijskaartje. Dankbaar ben Teac Duitsland en Servi-Q wel voor het feit dat ze ons de kans gaven aan de P-70 en D-70 te snuffelen. Mijn referentie kader is aangepast. Ik wacht met spanning op de volgende kandidaat CD speler die een dergelijk weergave niveau denkt te kunnen halen. Chapeau Teac, Chapeau Esoteric.
Importeur :
Servi-Q
Gebruikte apparatuur Garrard 301 motor unit op DIY console met Pro-ject 9” carbon fiber armBenz-Micro Glider L2 low output MC element Linn Linto phono amp Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2 Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box Assemblage D2D-1 sample rate converter Apogee Mini-Dac d/a converter Teac P-70 cd loopwerk Teac D-70 d/a converter Musical Fidelity Elektra E50 tuner Clearaudio Balance voorversterker Marsh Sound Design MSD p2000b voorversterker Lua Serena SEL voorversterker Monarchy Audio SE-100 klasse A mono eindversterkers JMlab Electra 926 luidsprekers JMlab Electra SW900 actieve subwoofer Harbeth Compact 7ES-2 luidsprekers Impulse IMP luidsprekers Interlinks analoog: Siltech Mxt Professional Series New York, Siltech SQ-88 Classic cinch en XLR Interlinks digital: Apogee Wide-Eye LS-kabels: Siltech LS-110 Classic Accessories: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target VW1 wandbeugel, Target HS40 speaker stands, Master Base Mbase/1 plaatjes, Kemp, Lapp, en rubber netsnoeren, Siltech SPX-30 Classic netsnoeren, Sign PC-150 netsnoer, WBT en Sharkwire stekker materiaal, Rothwell In-Line Attenuators, separate audiogroep |