47 Laboratory 4717 Shigaraki


René van Es | 27 mei 2004 | 47 Labs

47 Laboratory is door mij voor het eerst gesignaleerd op de high end show in Frankfurt in 2002. De kleine kastjes met weinig opsmuk verbaasden de toehoorders vanwege de onverwachte kwaliteit. Heel even dachten we met een soort prototypes te maken te hebben, maar als ik de foto’s terug kijk is er niets veranderd. 47 Laboratory heeft zeker voor een merk met deze uitstraling veel aandacht gekregen in de internationale pers.

In het bijzonder Stereophile in de USA en HiFi+ in Engeland publiceerden over de producten die afwijken van het gangbare. In Nederland is er een kring van fanatieke aanhangers van 47 Laboratory die mij met regelmaat naar Audio-Cube in Utrecht wezen, de vertegenwoordiger in Nederland. Toen ook nog een vriend opbelde en vol verbazing sprak over de Shigaraki werd het tijd er één in huis te halen. Nieuwsgierig als ik ben.


4717 Shigaraki

De twee kleine kastjes staan allebei op een keramiek voet en stralen weinig uit. 2000 Euro lijkt heel veel geld voor de glad stalen behuizing met nauwelijks knopjes. De voeding is het zwaarste en bezit twee aansluitingen. Een euro connector voor 230 volt en één voor een kabeltje dat naar het andere deel van de versterker loopt. Op dat andere deel een schuifpotentiometer als volume regelaar. En drie tuimelschakelaars. Met de onderste activeer je de luidsprekers, met de bovenste twee kies je uit de drie ingangen. De achterzijde van dit deel toont de inputs, een line out, de speaker aansluitingen en de kabel voor de voeding. Het is even wennen om de ingangen te kiezen omdat de tuimelschakelaars samen werken. Als je het systeem door hebt blijkt het erg handig te zijn.

De producten van 47 Laboratory zijn van de hand van Junji Kimura. Een ontwerper die bij veel Japanse fabrikanten zijn sporen verdiende maar uiteindelijk zijn eigen pad koos uit ontevredenheid met het aanbod in high end. De onderhanden versterker is een afgeleide van de Gaincard van 47 Laboratory. Er wordt gebruik gemaakt van een op-amp wat het aantal componenten minimaal kan houden. Volgens Kimura is niet alleen de op-amp van belang maar zeker ook elk component daaromheen. Inclusief de opstelling van de componenten, de kast, de voet en de bedrading. Groot voordeel van en op-amp is de ultra korte signaalweg, snelle stijgtijden zijn mogelijk en de bouw blijft compact. Kimura hangt meer theorieen aan, zoals het toepassen van kleine condensatoren in de voeding om de snelheid in de versterker te houden. Er zijn niet veel kleintjes gebruikt, maar slechts een paar met juist genoeg filtercapaciteit. Er is geen groot stroomreservoir dat continue bijgeladen moet worden, maar de energie wordt als het ware direct uit het net afgetapt, waardoor de snelheid behouden blijft. Vandaar ook het afwijzen van netfilters, serie filters zijn remmers. Wat Kimura muzikaal nastreeft met zijn schakelingen is te vangen in het woord realisme.

Ik ben nu welgeteld 38 jaar bezig met audio en toch kunnen mensen mij nog altijd verbazen. Zo ook Junji Kimura. Ik heb de twee kastjes opengemaakt en eens gekeken wat er in zit. In het meest vierkante kastje huist een flinke transformator, een paar diodes op een printje, een weerstand en een LED. Het andere hogere kastje is nog het meest verbazingwekkend. Op twee mini printjes elk een tweetal elco’s, een enkele op-amp, een paar kleine condensatoren en weerstanden. Flinterdun draad verbindt in- en uitgangen met de print en de schakelaars. Toen ik het kastje opende vroeg ik mij af waar de versterker nu eigenlijk zit! Laten we het zo stellen, als ik eerst de kast had geopend en toen pas zes weken was gaan luisteren, dan had ik ongetwijfeld last gehad van een vooroordeel. Hoe deze schakeling 2 x 20 watt kan leveren en zoveel geluid kan produceren uit normale luidsprekers is mij een volslagen raadsel. Hier is niet alleen goed over nagedacht, dit is min of meer revolutionair. Ik kijk ineens ook heel anders aan tegen de keramiek voet die beide kastjes hebben en de RVS behuizing. Het kan haast niet anders dan dat ook die onderdelen invloed hebben op het eindresultaat en met veel zorg zijn gekozen. Mooi of niet mooi, het is allemaal wonderlijk. De importeur spreekt van minimalistische en pure ontwerpen. Nou dat statement doet Kimura eer aan.


Opstelling

Zo minimalistisch als de Shigaraki is de randapparatuur om de versterker niet. Te beginnen bij de bronnen komen we achtereenvolgens een draaitafel tegen, een cd speler en een Magnum Dynalab MD-90 tuner. Inzoomend op de platenspeler staat er een Garrard 301 loopwerk met Pro-ject 9 carbon arm en Benz Micro Glider L2 element op een Target wandbeugel. Een Siltech MXT New York vormt de verbinding naar een Linn Linto phono versterker. Vanaf de Linto gaat er een Crystal Cable interconnect naar de Shigaraki. De tweede bron is een Teac VRDS T-1 loopwerk met Tentlabs klok en power supply die een Monarchy Audio DIP Upsampler van signaal voorziet. Het inmiddels naar 24 bit 96 kHz getransformeerde signaal loopt via een Assemblage D2D-1 jitter reductie naar een Apogee Mini-Dac. Alle digitale verbindingen zijn Wyde-Eye van Apogee. Wederom met een Crystal Cable interconnect is de verbinding gemaakt naar de Shigaraki. Aan de uitgang van de versterker hangen via Crystal Cable Reference luidspreker kabels mijn paar Focal/JMlab Electra 926 luidsprekers. Geen subwoofer want er is geen pre-out op de Shigaraki (de line-out kan hiervoor worden omgezet door Audio-Cube). De apparatuur staat op een Spectral meubel en voor de ontkoppeling is veel gebruik gemaakt van Acoustic Analysing TVA dempers. In de stroomvoorziening een Kemp Powersource netfilter, Crystal Cable Reference power kabels, naast snoeren van Lapp en Kemp.

Voordat mijn huiskamer op zijn kop werd gezet voor een breedbeeld TV is er naar de 4717 geluisterd met andere kabels, allemaal uit de Classic serie van Siltech en bestaande uit de LS-110 luidspreker kabels, de SPX-30 netsnoeren en de SQ-88 interconnects. Toen draaide de Shigaraki zonder netfilter en rechtstreeks op het stopcontact. In de laatste en definitieve luistersessies werd alle voeding gehaald via het Kemp filter al is de importeur hier geen voorstander van. Mijn persoonlijke indruk is dat de Shigaraki geen enkele hinder van het filter ondervindt en dat in positieve zin wordt bijgedragen aan de rust in de installatie. De verschillen met de toegepaste kabels zijn significant maar veranderen het karakter of de kwaliteit van de versterker niet zodanig dat hier speciale aandacht aan is gegeven in de recensie. In de laatste opzet, dus met netfilter en alleen Crystal Cable profileerde de 4717 zich naar mijn smaak het beste. Waarbij ik de kanttekening maak dat de Siltech SQ-88 Classic te prefereren was boven de Crystal Connect als ik met een mix van kabels speelde.

47 Laboratory 4717 Shigaraki

Een stapel muziek

Zoals ik hierboven schreef, ik ben eerst gaan luisteren naar de 4717 voor ik aan de binnenkant keek. Gedurende twee langere periodes met enige tijd daartussen, waarbij de versterker vanaf binnenkomst tot weer inpakken continue aanstond. Dat verklaart mogelijk waarom ik de versterker later meer ging waarderen. De inspeeltijd schijnt erg lang te zijn. Zowel met Patricia Kaas, Mary Black als met Kari Bremnes was ik er eerst niet kapot van. Weinig mis maar ook weinig opwindend. Veel nadruk lag er steeds op de stemmen die wel uitermate goed presteerden. En weer eens op de juiste hoogte stonden en niet toebehoorden aan lilliputters. Patricia maakte me niet blij. Ze was gewoontjes en bij vlagen vervelend en irritant. Pas bij een cd van Fay Lovsky kwamen leukere kanten naar boven. Heel schoon, heel pakkend, heel dynamisch. Een simpele schoonheid zonder franje waar ook de lage tonen weergave opvallend goed werd. Meer muziek kwam langs tot de kamer veranderde.

Veel later, op een andere plek, met andere kabels en via een netfilter waren de eerste zinnen die ik opschreef: “Wat een tegenstelling. Er is sfeer, emotie, een drie dimensionaal beeld. Een diep doortekent laag gecombineerd met ultieme pingels in het hoog. De zaal staat ver van het podium in een heel schone weergave die rust en kwaliteit uitstraalt”. Het ging om dezelfde Mary Black Live cd als destijds. Een soort Dr. Jackel & Mr. Hide transformatie lijkt het wel. Op het puntje van de bank beluisterde ik “The crow on the cradle” en nu vroeg de stem niet om aandacht, maar eiste alle aandacht. Diep emotioneel klinkt de Ierse anti-oorlog traditional door de kamer.Ondersteund door het instrumentarium op het toneel. Als ik later de lp van Mary draai en haar veel jongere stem herken raak ik thuis niet in tranen, maar dat lukt me thuis nooit. Het geluid is open, hard waar het hard moet zijn en lieflijk op andere momenten. Waar de 4717 in achterblijft op dit moment is de presentatie zoals een grote USA versterker die neer kan zetten, zowel in rauwe kracht als in de breedte. Het muziek maken blijft tussen de speakers en niet of nauwelijks daarbuiten.

Hup, kijken of Kari Bremnes net zo weet te verrassen. En ja hoor, hetzelfde als met Black. Vol leven en vol vuur klinkt de muziek. Het laag te zwaar aangezet, waar de technici van Kari kennelijk nooit genoeg van krijgen en wat afbreuk doet aan de opname. Lichte percussie zweeft boven de zware bastonen. Transparant zijn de instrumenten en helder de stem en achtergrond stemmen. Dat de weergave tussen de speakers blijft ervaar ik ook met Dead Can Dance. De spreiding is klein ten opzichte van wat haalbaar is. De percussie is uitgelezen goed. Die staat telkens fraai geprojecteerd. Hoogstens mis ik een stukje spanning en sensatie die de Marsh wel voortbrengt. Het is razend knap van Kimura hoe hij de zaak zo schoon houdt, mogelijk is het dat wat een waar spektakel in de weg zit. Als ik een lp van de Carpenters draai moet ik zoeken naar de iele kinderstemmen. En ik bespeur teveel aan hoge tonen informatie. Beperkt maar het maakt ook de stem van Karen harder en directer dan ik gewend ben. Jammer dat ik niet in staat ben via een line-out de sub bij de weergave te betrekken want ik kan keer op keer bewijzen dat goed laag het hoog opwaardeert. En misschien zoek ik teveel spijkers op laag water. Tenslotte zijn de piano loopjes sprankelend en klinkt er regelrecht muziek met sfeer en emotie uit de luidsprekers voor mij.

Briljant is Dire Straits. De muziek leent zich zeer goed voor deze weergave. Puntig en snel zijn de tikken op de bekkens. Knopfler op gitaar met zijn eigen spel is meeslepend en je speelt luchtgitaar voor je het weet. De 4717 verhult zo weinig dat kleine krasjes op de lp opvallen waar ze vroeger verzonken in het totale beeld. De lp is 2e hands en mag krassen, maar niet eerder viel het zo duidelijk op. Ondanks de kwaliteit dwalen mijn gedachten vaak af naar andere dingen. De betrokkenheid bij de muziek is lager dan ik met andere versterkers ervaar in deze opstelling. Op mijn gevoel afgaande is dat te wijten aan mijn voorkeur voor groot en heftig. Het ‘Wall of Sound’ syndroom. De Shigaraki is zo puur en eenvoudig in de weergave als de Japanse keuken. Minimale ingrediënten met een maximale kwaliteit. Perfectie in het kleine en tot in alle details. De filosofie van de ontwerper dringt keer op keer tot je door. Maar je moet ervan houden en door gegrepen worden. Ter illustratie Juliette Greco die ineens minder Frans klinkt en een stukje zwoelheid in de stem ontbeert. Greco met en zonder make up in het bühne licht. Maar dat kan ook zo zijn voordelen hebben. Met name bij klassieke muziek.

Onderweg naar het schrijven van dit verhaal snuffel ik rond op de web site van 47 Laboratory en wat lees ik: Junji Kimura luistert het liefst naar strijkkwartetten. Ik zweer u, dat lees ik nadat ik onder meer Locatelli uitgevoerd door Jaap van Zweden de revue liet passeren. Want wat daar mee gebeurde was ongelofelijk goed. Zo mooi, zo puur en zo zuiver. Aanwijsbaar elk instrument dat mee speelde binnen een raam van barokke klanken. Haastig grijp ik naar meer van dit werk en of het nu Handel, Bach of Vivaldi betreft, het is wonderschoon. Het Engelse enfant terrible Nigel Kennedy laat hier en nu horen welke begaafdheid verscholen gaat achter zijn punk uiterlijk in zijn vertolking van de “Vier Jaargetijden”. Magnifiek. Tot rust gekomen na de klassieke revolutie trek ik de stekker pas uit de 4717 na Keith Jarret’s “Köln Concert”. Terug op aarde bekruipt mij weer het gevoel te luisteren naar een kleiner podium in een kleinere zaal. De vleugel is wel erg heftig. Vol kracht en losgeslagen. Net als Jarret zelf. Hoe hard hij ook speelt nergens vloeit het geluid in elkaar, hoe is het mogelijk met deze 2 x 20 watt mini versterker. Jarret is bijna op zijn best. Zo snel en zo transparant.

47 Laboratory 4717 Shigaraki

Puur en minimalisme

Het is niet de eerste keer en het zal niet de laatste keer zijn dat ik slecht tot een conclusie kan komen. De 4717 laat twee indrukken na. Die van zuivere pure schoonheid bij weergave van klassieke werken tot aan voor mij minder boeiende pop muziek. Waar klassiek mij continue betrok tijdens de uitvoering dwaalden mijn gedachten onder de pop muziek nogal eens weg. Wie weet mis ik een bepaald soort kleuring waar ik in de loop der jaren aan gewend ben geraakt. Mogelijk is de match met de rest van de set niet optimaal. Ik draai 90% pop en 10% klassiek. Zou het andersom zijn dan was de 4717 bijna kritiekloos door de test gekomen. Opvallende zaken waren de enorme transparantie, niet waarneembare vervorming, de puurheid in de weergave, wel het vermogen ver in de diepte weer te geven maar minder in de breedte, de snelheid en de dynamiek omvang. Het beste kan ik elke lezer daarom raden zelf een oordeel te vellen over dit minimalistische design. Grijpt het u dan bent u spekkoper want ik heb zo het vermoeden dat u heel veel geld extra moet uitgeven om dit niveau te halen. Maar evenzeer kan ik begrijpen dat de 4717 u niet geheel aanspreekt. Vergeet wat erin zit. Ga niet prijskaartjes aan hoeveelheid componenten hangen, dat is zinloos. Het is mij bijvoorbeeld een volslagen raadsel hoe je met zo weinig componenten twee grote speakers zo hard kunt laten werken zonder ooit gas te kort te komen. Maar toch gebeurt het. Geniet eenvoudig weg van de weergave. Proef van Japan. En geef de versterker de tijd op niveau te komen. Gewoon aanzetten en een paar maanden vergeten. Laat hem maar zachtjes rijpen. De 4717 is een Bonsai, gecultiveerd tot in perfectie.

 

Prijs:
47 Laboratory 4717 Shigaraki:  2000 euro

Importeur:
Audio-Cube
Telefoon 030 2333185
E-mail mail@audio-cube.nl
Web www.audio-cube.nl

Gebruikte apparatuur: 

Garrard 301 motor unit op DIY console met Pro-ject 9” carbon fiber arm
Benz-Micro Glider L2 low output MC element
Linn Linto phono amp
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Tentlabs XO 3/5 en XO Supply modificatie
Monarchy Audio DIP Upsampler sample rate converter
Assemblage D2D-1 sample rate converter (als anti jitter box)
Apogee Mini-Dac d/a converter
Magnum Dynalab MD-90 tuner
47 Laboratory 4717 Shigaraki geïntegreerde versterker
Focal/JMlab Electra 926 luidsprekers
Interlinks analoog: Siltech Mxt Prof. Series New York, Siltech SQ-88 Classic, Crystal Cable Connect
Interlinks digital: Apogee Wide-Eye
LS-kabels: Siltech LS-110 Classic, Crystal Cable Speak Reference
Netsnoeren: Kemp, Lapp, rubber, Siltech SPX-30 Classic, Sign PC-150, Crystal Cable Power Reference
Netspanning: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, ferriet clamps, separate audiogroep
Meubels en stands: Spectral Straight TV915, Target VW1 wandbeugel
Overige accessoires: Acoustic Analysing TVA dempers, VLS spikes, WBT stekkers

Ingezonden mededeling van de importeur naar aanleiding van bovenstaande recensie

Bedankt voor de recensie.

Inspelen van 47 Labs duurt inderdaad erg lang, de losse, rijke, organische klank, die sommigen doet denken aan een Single-Ended triodeversterker, komt pas na maanden. In onze ervaring geeft het gebruikte netfilter een wat schoner geluid, maar gaat het op deze versterker ten koste van de mooie natuurlijke klankleuren en levendigheid. Misschien vallen de verschillen niet direct op maar ze zijn wel belangrijk voor het genieten. Jammer dat de versterker slechts in één systeem is beluisterd. De luisterindrukken zeggen nu meer over de rest van de keten, temeer omdat deze versterker onzes inziens zelf het oorspronkelijke muzieksignaal vrijwel onaangetast laat. Veel systemen komen wat tekort aan natuurlijkheid, klankkleur, coherentie, etc. Een versterker die het signaal wat `opblaast` (voller en grootser maakt), kan deze problemen maskeren. Het nadeel is dat hierdoor wel het maximale niveau beperkt wordt. Alle opnames worden overgegoten met eenzelfde sausje waardoor alles meer hetzelfde gaat klinken. Op langere termijn leer je zo`n versterker kennen qua klank. Je hoort hem door elke LP/CD heen.

Een grootse en krachtige klank moet uit de opname komen, als het echter toegevoegd wordt door een versterker dan zal dat ten koste gaan van o.a. sfeer en intimiteit. Maar dat niet alleen, een degelijke versterker levert ook in aan snelheid en levendigheid. Bijvoorbeeld een harde basskick wordt logger en zal minder "knallen", hij verliest aan impact. Alleen een versterker die puur versterkt en het oorspronkelijke muzieksignaal niet aantast, zal alles kunnen weergeven, zowel groots en intiem, rauw en subtiel, warm en koud, scherp en zacht, etc. Een systeem dat dezelfde filosofie volgt heeft ook geen voorkeur voor een bepaalde stijl. Hij brengt je zo dicht mogelijk bij het origineel met een maximum behoud aan sfeer, emotie, passie, spanning, kracht, dynamiek, levendigheid, tastbaarheid, soundstaging, diepte, natuurlijke klankleuren, klankrijkdom, etc. Zo`n systeem kan je blijven verassen met nieuwe klanken.
 
Veel liefhebbers halen met 47Labs een hoger kippenvelniveau dan met dure, zware klasse-A transistorversterkers, ook met rock/pop etc. Maar dit is geen versterker die met "machogedrag" tekortkomingen in `n systeem zal maskeren. En zoals de legendarische buizencriticus Dr. Harvey "Gizmo" Rosenberg al aangaf is dit zeker geen versterker voor mannen die onzeker zijn over de grootte van hun apparaat.
 
Met vriendelijke groeten,
Wilco
Audio-cube Utrecht