Dynaudio Sub 250


René van Es | 02 juni 2005 | Dynaudio

Nog steeds lees en hoor ik te vaak dat het toevoegen van een subwoofer aan een stereo installatie afbreuk doet aan de set. Kopers van een subwoofer zouden slechts uit zijn op goedkoop effectbejag en het toevoegen van een boem bas, om de huiskamer te transformeren tot een van zwarte ramen voorziene Volkswagen Golf, waarvan het dak op en neer gaat op het dreunen van de bas. Storend voor de omgeving en de inzittenden jagend naar hun eerste hoortoestel. Niets is minder waar. Een goede subwoofer geeft zoveel extra aan een mooie set. Geeft zoveel meer informatie vrij en laat de ambiance ademen. Dynaudio snapt hoe je een subwoofer maakt. Zelfs een kleintje. Leest u maar.

De Sub 250 is een kleine gesloten kubus van ongeveer 29 x 29 x 32 cm. Waarin een woofer gemonteerd wordt van 240 mm. De woofer heeft een conus die is gemaakt uit magnesium silicaat op een polymeer. Aan de conus, opgehangen in een soepele rubber surround, zit een 100 mm spreekspoel uit aluminium draad gewikkeld. Dat het een echte Dynaudio unit is herken je aan de forse stofkap die wezenlijk onderdeel is van de conus zelf. De magneet van de woofer is relatief klein en de woofer weegt niet zoveel. Wat het geringe gewicht van de Sub 250 (10 kilo) deels verklaart. Het achterpaneel van de behuizing biedt plaats aan de versterker, die 230 Watt levert aan 4 Ohm. De versterker is opgebouwd rond een geschakelde voeding, die ondanks de kleine afmeting van de trafo, in staat is het vermogen te leveren. Geen klasse D schakeling zo te zien, maar klasse AB of B. De versterker heeft geen eigen compartiment en "kijkt" tegen de achterkant van de woofer aan. Een eigen compartiment vind ik altijd wat fraaier, omdat de elektronica dan geen mechanische stress ondervindt door de luchtwervelingen in de kast. Het frequentiebereik loopt van 29 Hz tot 250 Hz binnen +/- 3dB. De ingangimpedantie is 10 kOhm, uitgang 100 Ohm. Ingangen en uitgangen alle in cinch uitgevoerd. Een automaat zorgt ervoor dat de sub inschakelt als er signaal aan de ingang is. Wat perfect werkt, zelfs op heel lage volumes. Hulde.



Dynaudio maakt de Sub 250 zo flexibel als mogelijk. Hij is inzetbaar als subwoofer voor zowel een stereo set, een home cinema set en als centrale woofer bij satellietsystemen. De handleiding munt uit in de duidelijkheid hoe u e.e.a. aansluit, daar hoef ik niet op in te gaan. Van boven naar beneden zien we op het achterpaneel een volume regelaar, dan een low pass filter instelbaar tussen 50 tot 150 Hz en een fase schakelaar (0 of 180 gedraaid). Een volgende schakelaar laat u kiezen uit twee modes: slave waarmee de unit als slave werkt op een master Sub 250, dus bij het toepassen van twee subs tegelijk, of LFE, een niet gefilterde ingang die ervan uit gaat dat uw surround processor of extern cross-over filtert. Uiteraard is er een ingang voor de LFE input en een slave uitgang. Twee volgende ingangen zijn voor links en rechts stereo, gecombineerd met stereo uitgangen voor satellieten. Tenslotte nog een schakelaar die u laat kiezen of aangesloten satellieten (met eigen versterker) een volledig muzieksignaal zien, of dat ze afkappen op 60 of 80 Hz. Afhankelijk van de gekozen ingangen, uitgangen, versterker en luidsprekers configureert u uw systeem. Er is geen ingang om de Sub 250 aan te sluiten op de luidspreker uitgang van uw versterker, een methode die Rel vaak kiest, maar mijn voorkeur niet heeft.


Omstandigheden


Gezien de toepassing van de Sub 250 in mijn set, vol stereo met full range satellieten, sluit ik de twee stereo ingangen aan op de pre-out van een Van Medevoort MA240 versterker. Door die keuze te maken staat de volumeregelaar ter beschikking evenals de fase schakelaar en kan ik spelen met het laagdoorlaat filter. Ik kom al gauw op 180 graden fase draaien en een afsnij frequentie die afhankelijk van de luidsprekers ligt tussen 50 en 65 Hz. 50 Hz op Impulse IMP monitors met basreflexpoort en 65 Hz op ATC SCM 12 wat een gesloten systeem is. Bron is een Marantz CD 63Se met Trichord klok, die een Musical Fidelity X-Dac V3 aanstuurt. Interlinks Chord Chameleon Silver Plus en Chord Odyssey 4 luidspreker kabel. Stroomvoorziening is opgebouwd met behulp van Supra LoRad kabel en een Supra verdeelblok. Stands tenslotte, een paar Alphason Aragon AG-60s, zonder spikes vanwege de linoleum vloer die ik graag heel wil houden. De kamer waarin de set staat is 2,85 meter bij 4,40 meter en redelijk levendig. Door het ophangen van boekenplanken en het neerzetten van een logeerbed heb ik nauwelijks last van staande golven. Een luie stoel op 2,50 meter van de luidsprekers maakt het luisteren tot near field monitoring. Een prettige ervaring die erg veel inzicht geeft in de muziek en de opname.


Meelopen


De Sub 250 staat al een fors aantal weken op permanente basis mee te spelen als ik de pen ter hand neem. Luiigheid is de oorzaak dat ik nu pas een recensie maak. Gecombineerd met het feit dat de sub een wezenlijk onderdeel van de set geworden is, die ik liever niet zie vertrekken uit de luisterruimte. Zelfs in de beperkte ruimte met een inhoud van 33 kubieke meter blijkt de ondersteuning van een subwoofer cruciaal voor muziek plezier. Met de nadruk op subwoofer. Teveel verwart men een centraal geplaatste baskast, die dient om satelliet speakers en mini monitors te voorzien van het broodnodige laag, met een subwoofer die niets anders doet dan het laag van het hoofdsysteem, dat op zich prima in staat is tot full range weergave, naar onder toe met één of meerdere octaven uit te breiden. Een subwoofer ademt mee in een systeem, vraagt nimmer de aandacht, en als hij goed staat afgesteld vraagt u zich met regelmaat af of het nodig was om er geld voor uit te geven. Zo zacht staat hij. Tot u hem uitzet en de volle stemmen en klankrijke bas in het niets verdwijnen. Het voordeel van een sub, of liever nog twee subs in master-slave opstelling, is dat u al het goede behoudt van een monitor luidspreker (plaatsing, stereobeeld, definitie, snelheid) en toch bas krijgt. Zonder te hoeven vervallen in grote vloerstaanders. Bovendien kunt u met een losse sub zelf regelen hoeveel laag u erbij wilt. Uw hoofdversterker hoeft minder te zwoegen en visueel acht men een sub met monitors vaak aantrekkelijker. Dat laatste argument geldt voor ons audiofielen uiteraard niet.

Sub 250 op de korrel

Toen de Sub 250 binnenkwam speelde ik met ATC SCM 12 monitors, een zeer hoogwaardig systeem met een Engelse klanksignatuur. Een zeer krachtige en precieze monitor die geweldig definieert en buitengewoon snel is. Maar ook een luidspreker die door de gesloten kast veel vermogen eist en niet erg diep gaat in het laag. Rond de 65 Hz houdt het echt een beetje op. Ik was er erg van onder de indruk en was bang snelheid en puntigheid te verliezen door het toevoegen van een sub. Gelukkig bleek dat ongegronde angst, de Dynaudio Sub 250 is een snel systeem dat deze monitor met gemak kan bijhouden. Zodra ik de sub toevoeg aan de ATC verandert die van een klein zuiver, snel en bij vlagen hard systeem, naar een volwaardig groot systeem waarin plaats blijft voor snelheid en dynamiek, nu gekoppeld aan een rondere en rijkere klank, waarin elk spoor van hardheid verdwenen lijkt. Het systeem groeit zelfs met de relatief kleine Sub 250 uit tot een groot en indrukwekkend systeem. Ik schreef over de ATC dat hij met de Sub 250 de indruk geeft van een Magnepan speaker. In opbouw van het beeld, de druk in het laag, de openheid in het midden en het transparante maar aangename hoog. Het gegeven dat Magnepan luidsprekers tot mijn favorieten behoren maakt dat tot een groot compliment. Slechts weinig conventionele systemen evenaren het specifieke voordeel van grote panelen. De Sub 250 was verantwoordelijk voor de totaal indruk. Zette ik die uit dan keerde ik ogenblikkelijk terug tot het geluid van een monitor op een stand in een beperkte ruimte.

Zelf draai ik normaal met Impulse IMP monitors, die een reflexpoort hebben en naar onderen verder doorlopen dan een gesloten ATC doet. Gekozen om de compacte afmeting, het stereobeeld dat ze neerzetten, de detaillering en omdat ik dacht daar geen sub bij nodig te hebben. Tot de Sub 250 ernaast kwam te staan. In de ruimte, met de luisterplaats dicht bij de luidsprekers, is het ideaal om Q-Sound opnames te draaien. Roger Waters is zo’n voorbeeld. Nu heeft de CD "Amused to death" erg veel informatie in het laag, wat je niet hoort op een monitor. Zelfs haast niet op mijn vloerstaanders in de huiskamer, ook die krijgen daartoe ondersteuning van een forse subwoofer met een 33 cm conus. "Amused tot death" heeft dat laag nodig voor de effecten en de beleving. Dankbaar is daarom de Dynaudio ingezet en zo afgeregeld dat je hem "alleen" niet hoort, maar dat hij wel een rol van betekenis speelt. Het Q-Sound beeld dat zorgt voor surround weergave over twee kanalen, wordt er groter mee en de muren van de luisterruimte lijken te wijken. Het is met de Sub 250 meer grommend laag dan rollend laag, wat gezien de afmeting van de kast niet verwonderlijk is. Grommend is voldoende in 33 kubieke meter, anders wordt het donderen (ook met de buren). Laag is ook nodig met een CD van Stanley Clarke waarop hij zijn bassolo "Spanish phases for strings & bass" speelt. We noemden Stanley vroeger "Jan met de betonnen handjes". Hij ramt en trekt aan de snaren zo hard als hij kan en het geweld rolt de kamer in. De Impulse staat heftig te bewegen om flink volume te maken. Met de Sub 250 erbij kun je zachter spelen en toch de impact behouden. Gevolg een afname van de hoeveelheid vervorming die grote conusuitslagen altijd met zich brengen. Dat het laag dieper gaat is evident.

Snelheid merkte ik al op haal je uit een systeem als de sub traag en sloom is. Iets wat subs lange tijd een slechte naam bezorgde. Wie nu een subwoofer aanschaft van klasse, hoeft niet bang te zijn voor snelheidsverlies en blubber laag. Wat bewezen is met "Talking hands" van Deborah Henson-Conant. Haar harpspel, aangevuld met bas en percussie, vraagt heel wat van een systeem. Heb je snelheid voor elkaar dan is de muziek haast explosief, uiterst gedetailleerd en expressief. De Sub 250 maakt de afbeelding nog fijner en explicieter. De toename in ambiance zorgt ook voor een toename in detail, althans je neemt de details eenvoudiger waar omdat het beeld opener is. Gek genoeg, al veel vaker geconstateerd, is een goed fundamenteel laag mede verantwoordelijk voor een open middengebied en een transparant hoog. Wie zijn fundament niet voor elkaar heeft ziet de totale weergave inzakken als een bouwwerk op natte kleigrond. Het verzakt en scheurt. De Sub 250 maakt stemmen rijker en voller, meer natuurlijk en haalt de "hifi" uit het geluid. Dat de bas dieper gaat is voor deze CD niet essentieel, de toename in natuurlijkheid wel.

Datzelfde geldt voor fado zangeres Mariza. Een huidige favoriet die heftig gedraaid wordt. De haar begeleidende band, waarin uiteraard gitaar en bas een hoofdrol spelen, laat meer diepgang horen met de Dynaudio erbij. De kast van een gitaar verandert van klein en onaanzienlijk als een kindergitaar, naar vol en rijk. De stem van Mariza, die al snel de neiging tot hard en agressief heeft op monitors, is milder en natuurlijker. Met als gevolg dat het harder kan en mag en dus de "echtheid" ten goede komt. Het lijkt gemakkelijk, maar het is een hele toer voor een installatie om zonnig Portugal thuis meer te zetten. Heeft de Sub 250 dan geen enkel nadeel? Nee, niet in de set-up die ik gebruik, een setup waarbij de laagweergave veel meer op de proef gesteld wordt dan in 99% van de home cinema systemen. Ik vraag niet alleen kracht, maar ook en vooral snelheid en zuiverheid. En een eenvoudige inpassing in een bestaand systeem. Met pop en bij het draaien van klassieke muziek. Neem nu eens de "Vier jaargetijden" van Vivaldi. Dit keer gespeelt door enfant terrible Nigel Kennedy. Hoe wilt u de onstuimige stormen die over de Italiaanse velden razen weergeven op een systeem zonder of met beperkt laag? Hoe bootst u de donder na die de hemel opensplijt en de dieren naar bescherming doet vluchten? Dat doet u of met een grote vloerstaander (desnoods met een sub erbij), of met luidsprekers op stands die aangevuld zijn met een krachtige en snelle subwoofer (verplicht). Anders mist u echt een deel van de beleving van de muziek. Met als bonus dat weer te geven instrumenten veranderen van honky tonk in superieur. Natuurlijk chargeer ik hier, een monitor kan wel degelijk zeer natuurlijk en vol klinken, waar het mij om gaat is die extra dimensie die strak, diep laag toevoegt aan een systeem.


Sub 250 op de korrel


Mijn oordeel over kleine subwoofers en mijn oordeel over subwoofers in een kleine ruimte is bijgesteld. Dynaudio ziet met de Sub 250 kans een echte subwoofer op de markt te brengen, die ondanks de geringe afmetingen mee kan met grotere broers. Het volume blijft beperkt en voor grof geweld moet u naar grotere systemen als de Sub 300 of 500. Maar wie niet het budget heeft voor een veel krachtiger woofer of niet de ruimte bezit om een forse kast te plaatsen en toch wil genieten van een fundamenteel goed laag, doet met de Sub 250 een goede keus. Een eerlijke en snelle weergever die met liefde integreert in een systeem. Nooit storend, nooit het laag vervormend tot trage blubber, altijd op zijn qui-vive, meegaand en ondersteunend. Dat is hoe en sub behoort te zijn en Dynaudio heeft dat begrepen. Daaraan toegevoegd is keur aan instellingen die de Sub 250 biedt en de mogelijkheid sub en satelliet met hoog en laag doorlaat filters optimaal op elkaar aan te passen. Of de sub met een tweede sub in master-slave configuratie neer te zetten.

Tweede punt is dat zelfs een kleine ruimte baat heeft bij een laagweergave die dieper gaat dan de ruimte in theorie toelaat. Het is gemakkelijk een sub in een grote kamer te plaatsen, het is lastig een sub te vinden die zich zo goed gedraagt dat hij aanvult zonder te overheersen. Met het afscheid nemen van de Dynaudio Sub 250 verdwijnt een stukje muziekplezier, plezier aan beleving, en is het moeilijker de beperkingen van monitors te accepteren. Zeker omdat ik in de huiskamer wel vloerstaanders met een grote sub heb staan. Het zal daarom niet lang duren voor het tweede systeem definitief een sub erbij krijgt. En dat mag wat mij betreft, graag zelfs, de Dynaudio Sub 250 zijn. Klein, dapper, snel en zuiver, de kernwoorden die de Sub 250 in mijn ogen tot een succesnummer maken.

Prijs:
Dynaudio Sub 250 835 euro (kersen, palissander, maple, essen zwart fineer)

Importeur:
Dynaudio Nederland
Dhr. Jan Laffra
Postbus 2022
9704 CA Groningen
Tel. 050-5710710
Fax 050-5710730
Mobiel 06 53213351
E-mail: info@dynaudio.nl
Web: www.dynaudio.nl

Gebruikte Hardware: 

Digitaal:

Marantz CD63SE CD speler met Trichord Clock 2 modificatie Musical Fidelity X-DAC V3 d/a converter met extra zware voeding

Versterking:

Van Medevoort MA240 geïntegreerde versterker

Luidsprekers:

Impulse IMP ATC SCM 12 Dynaudio Sub 250

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Supra LoRad Netspanning: Supra MD-06 EU Mk II verdeelblok

Kabels en accessoires:

Interlinks digital: Canare Digiflex II Gold Interlinks analoog: Chord Chameleon Silver Plus, No-name subwoofer kabel LS-kabels: Chord Odyssey 4 Meubels: Ikea Oppli LS-stands: Alphason Aragon AG60-s