Wilson-Benesh / Dynavector


Kilian Bakker | 23 maart 2007 | Wilson Benesch

Wilson-Benesh wist in de jaren `90 iedereen te verbazen met de introductie van hun eerste product: de `Wilson-Benesh Turntable`. Die platenspeler was voorzien van hun A.C.T. toonarm (A.C.T. staat voor Advanced Composite Technology) en had een hardhouten console en een stofkap van echt glas. Toen de unieke Papst electromotor die werd toegepast in de W.-B. Turntable uit productie ging, moest Wilson-Benesh de productie van hun topmodel staken. Gelukkig was men reeds bezig met het ontwikkelen van een kleiner zusje, wat uiteindelijk de naam `Circle` zou dragen. Ook werd de toonarm aangepast, zodat de A.C.T. 0.5 ontstond. De Dynavector DV 20X is één van de jongere ontwerpen van dit alom gerespecteerde Japanse bedrijf. Voor deze recensie werd de DV 20X L (Low-Output) gekozen om de meest puristische uitvoering van dit Moving Coil element aan de diamanten tand te kunnen voelen.


 

Circle

Wilson-Benesh is gesitueerd in Sheffield, een Engelse stad met een roemruchte historie, aan de Limestone Cottage Lane. Toch is hier geen sprake van `cottage industry` want het bedrijf is gevestigd in een vrij modern gebouw. Dat sluit op zich weer goed aan bij de verschillende high-tech materialen (zoals carbon-fibre) die in de Wilson-Benesh producten worden toegepast.

Het Circle loopwerk heeft een gepaste naam want op de (ook weer cirkel-vormige) armboard na heeft het de vorm van een cilinder met een LP-formaat diameter. De Circle kan optisch `verdwijnen` wanneer hij van boven wordt bekeken met een LP op het draaiplateau. De Circle en A.C.T. 0.5 worden geleverd in een grote doos met genoeg schuim om de verschillende componenten om goed bestand te zijn tegen transport. De Circle wordt geleverd met een gereedschapsetje (inbussleutels, etc.) en een keurige handleiding, voorzien van ringbandrug met op elke pagina foto`s ter verduidelijking van de instructies. Het opbouwen van deze platenspeler bleek een vrij eenvoudige bezigheid (voor een ervaren techneut. Wanneer u geen of weinig ervaring heeft op dit gebied is het altijd aan te raden om de opbouw en installatie door uw dealer te laten uitvoeren). Het Circle  loopwerk wordt namelijk gemonteerd geleverd omdat het een vrij rigide constructie betreft. Toch gaat het hier om een echt subchassis-type, waarbij de veren zijn vervangen door carbon fibre staafjes. De bodem van de Circle bestaat uit twee MDF platen waarbij de twee door middel van kleine elastomeer dempers van elkaar zijn geïsoleerd. De motor, aan/uitschakelaar en een IEC lichtnetingang zijn op de onderste plaat gemonteerd terwijl aan de bovenste plaat drie aluminium cilinders zijn bevestigd (twee grotere en één kleine) in een driehoekopstelling. Het subchassis, wat ook uit een  cirkelvormige aluminium schijf bestaat, is via de eerder genoemde 3 dunne carbon fibre staafjes verbonden met die drie cilinders zodat een semi-rigide ontkoppeling ontstaat. Twee carbon fibre buizen met een grotere diameter verbinden de -alweer- cirkelvormige armboard met het subchassis. Het draaiplateau lager is uit het midden gemonteerd op het compacte subchassis. De stationaire lagerbus is vervaardigd uit fosforbrons terwijl de lagerspindel bestaat uit `tool-grade` staal. De lagerspindel vormt één geheel met een aluminium subplateau, waarop het uit Acryl gedraaide hoofdplateau rust. De motor is van een tweetraps messing poelie voorzien, zodat er door middel van het omleggen van de ronde snaar van toerental kan worden gewisseld. Een opvallend detail is de vilten mat die op het acryl plateau ligt. De meeste Pink Triangle-volgers (P.T. introduceerde het gebruik van Acryl als plateaumateriaal in 1983) laten de LP in direct contact met een Acryl plateau. Bij Wilson-Benesh denkt men daar blijkbaar anders over (direct contact heeft overigens zowel voor- als nadelen). De donkergrijze lak op de bodemplaten en de gematteerde afwerking van het draaiplateau geven de Circle een tijdloze uitstraling.


A.C.T. 0.5

De A.C.T. 0.5 toonarm is geheel gebaseerd op het huidige topmodel, de A.C.T. 2 en beide armen zijn op alle belangrijke punten gelijk aan elkaar. Het meest opvallende aan de A.C.T. 0.5 is de uit carbon fibre vervaardigde en taps toelopende armbuis.
Carbon fibre heeft betere dempingeigenschappen dan de meeste metaallegeringen en is temperatuurongevoelig. De armkop vormt één geheel met de armbuis en zelfs de `vinger-lift` is integraal maar ook minder praktisch in het gebruik dan een gebogen type. Ook lagering van de A.C.T. toonarmen is een pure Wilson-Benesh vinding en wordt `Kinematic Bearing` genoemd. De ene helft van dit lager bestaat uit drie tegen elkaar geplaatste stalen kogels (die daardoor een driehoek vormen) en de andere helft bestaat uit één enkele kogel die in het hart van de kogeldriehoek loopt en dus frictieloos en vrijelijk kan bewegen.



Deze constructie kan worden gezien als semi-unipivot, want de drie minuscule contactvlakken zorgen voor een vrije beweging in zowel het horizontale als het verticale vlak. Dit lager-systeem is in feite zelfstabiliserend en minder kwetsbaar dan een traditioneel uni-pivot (éénpunts) lager, aldus de fabrikant. De A.C.T. 0.5 is voorzien van een lagerblokkering die tegen de onderkant van de arm duwt en zodoende de twee lagerhelften van elkaar scheidt en de arm blokkeert zodat de A.C.T. veilig kan worden vervoerd. Het contragewicht bestaat uit een driehoekvormig gewicht dat onder de middenlijn van de armbuis hangt en is voorzien van twee ronde staafgewichten. Naast het instellen van de naalddruk kan het contragewicht ook dienen als Azimuth-regelaar. Door het gewicht iets om zijn as te draaien veranderd de balans tussen de twee staafgewichten en daarmee de laterale balans van de arm. De  dwarskrachtcompensatie is van het welbekende `statisch gewicht` type, met een gekerfde stang aan het ei-vormige lagerhuis en een geleiderstang voor de draad met een kogel-gewichtje. De A.C.T. 0.5 heeft ook een  instelbare V.T.A. (verticale aftasthoek) in de vorm van een in de armboard verzonken inbusbout die de armbasis in een ronde opening klemt. De vaste signaalkabel is van professionele Neutrik Cinchpluggen voorzien. De armsteun bestaat uit een aluminium cilinder met twee piepkleine nylon schroefjes -die als zitting voor de armbuis fungeren- en een soepel werkende klem.

Dynavector DV 20X L

Dynavector werd opgericht in 1975 en staat vooral bekend om hun hoogwaardige `High Output` Moving Coil elementen. Dynavector heeft daarvoor een eigen spoelwikkelmachine ontworpen en gebruikt ultradun draad, zodat het dynamische gedeelte van de `motor` (de spoelen aan de achterzijde van het cantilever) ook bij een groter aantal wikkelingen zo licht mogelijk blijft.
Voor deze recensie werd echter voor de Low Output versie van de DV 20X gekozen, omdat een dergelijk type nog altijd zeer goede prestaties kan leveren wanneer het in combinatie met een gevoelige en ruisarme Phonotrap wordt gebruikt (in dit geval de Moth Group 30-Series RIAA).

De DV 20X L oogt klassiek maar is van Dynavector`s eigen `Flux Damping` en `Softened Magnetism ` systemen voorzien. Al met al een high-tech element dus en de gesloten zwarte body maakt hem juist praktischer (en beter beschermd) dan de tegenwoordig vaak geziene `naakte` elementen. Die body is vervaardigd uit een aluminium legering en is -zoals men zou mogen verwachten van een Japanse High End fabrikant- praktisch perfect afgewerkt. De DV 20X L wordt verpakt in een mooi en solide Acryl doosje wat weer in een grijze kartonnen verpakking zit. Het `survival-pakket` is heel compleet en bestaat uit een lichtmetalen schroevendraaier, een naaldborsteltje, een tweede set schroeven en ringmoertjes, een handleiding en een B&K `plotter`-printout van de frequentierespons. De respons van deze DV 20X L had een lineaalrecht en vlak verloop tussen 100 Hertz en 1 kilohertz waarbij de respons onder de 100 Hertz minder dan 1 dB opliep bij 50 Hertz en boven de 1 kilohertz opmerkelijk rustig en vlak verliep waarbij hij rond de 1 dB daalde tussen de 5- en 10 kilohertz en +0.5 dB was bij 20 kilohertz (met een daarna stijl aflopende lijn). Een keurig verloop dus, waarbij de vrijheid van scherpe pieken of dalen nog het meest opviel. De DV 20X L heeft een 6mm lang "hard aluminium pipe" cantilever waaraan hun speciale Perfect Elliptical (PE) naaldtip is bevestigd. De magneet is een Neodymium type en de DV 20X L weegt 8,6 gram.

Dynavector raadt voor dit element toonarmen aan van Linn, Naim, S.M.E., Well Tempered en "andere middenzware ontwerpen", wat ze mede baseren op de compliantie van 12 `cu` (compliance units). De eigen impedantie is een vrij lage 5 Ohm en Dynavector geeft daarom een minimum afsluitimpedantie van 30 Ohm op (een 68 Ohm Holco over de ingang van de Moth bleek uiteindelijk de beste resultaten te geven). Het naalddruk-bereik wordt opgegeven als 1.8 tot 2.2 gram. De meegeleverde naald-beschermkap past goed maar moet wel worden
verwijderd tijdens de montage.
 

Full Circle

Voor wie dieper in de buidel wil -of kan- tasten levert Wilson Benesh een eigen Moving Coil element, genaamd Ply (met, de oplettende lezertjes hebben het al geraden, een carbon fibre behuizing). De combinatie van dit element met het Circle loopwerk en de A.C.T. 0.5 toonarm wordt door Wilson Benesh `Full Circle` genoemd (weer een voorbeeld van de leuke taalgrapjes die de Britten vaak toepassen bij de benaming van hun vindingen). Overigens wordt bij de aanschaf van de Full Circle een pakket-prijsreductie geboden. De Ply was ten tijde van deze recensie niet beschikbaar maar een ander interessant element uit dezelfde prijsklasse als de Ply (rond de 1500 Euro) wordt momenteel beluisterd in combinatie met de Circle platenspeler.

Luisteren

Met een waterpas opgestelde Circle en het aanvankelijk nog kakelverse Dynavector element losgespeeld werd er eerst bij verschillende instellingen van naalddruk (binnen de door de fabriek opgegeven grenzen natuurlijk) en verticale aftasthoek geluisterd. De A.C.T. 0.5/DV 20X L combinatie gaf de beste resultaten bij een naalddruk van 2,05 gram en een neutrale V.T.A. (geen voorover of achterover hellende armkop). Het instellen van de correcte Azimuth was met behulp van een (LP-dikte) spiegeltje een fluitje van een cent, waarmee het W.-B. contragewicht zijn effectiviteit wel had bewezen.

Met een Original Master persing van Fleetwood Mac`s LP Rumours op de mat van de Circle werd eerst de track `Second Hand News gedraaid. Wat meteen opviel was de bovengemiddeld goede overzichtelijkheid wat ook bij hogere luisterniveaus in stand bleef. Deze track kreeg een solide laagweergave met een strak weergegeven percussie en een natuurlijk klinkende stemmenweergave mee. De track `Never Going Back Again` van dezelfde LP kwam met een uitgewogen en transparante stemmenweergave naar voren die tonaal iets aan de donkere kant was. Het gitaarspel werd met een natuurlijk timbre en op zowel plastische als soepele wijze weergegeven.



De muziek kwam met een stevige body maar ook veel `bloom` uit de weergevers, zodat de presentatie van deze analoge combo eerder als organisch dan analytisch zou kunnen worden omschreven. Een dergelijke presentatie heeft het voordeel dat er langer maar ook luider kan worden gedraaid zonder dat de weergave vermoeiend overkomt. Gezien Fleetwood Mac zo`n goede weergave van stemmen meekreeg werd de LP Illinoise van Sufjan Stevens uit de platenkast gehaald om de track `Decatur` te beluisteren. De elektrische gitaar kwam met een ronde en volle klank naar voren terwijl de accordeon met veel lucht en een iets `softe` klank werd weergegeven. De samenzang van de groep kreeg een opvallend goede verstaanbaarheid mee waarbij de stemmen op transparante wijze en met een rijke klankkleur werden gepresenteerd. De scheiding tussen de verschillende stemmen was goed in de breedte maar ook in de diepte kregen ze een duidelijke afbeelding mee. Het geheel werd met een uitstekende coherentie gepresenteerd waarbij de vrij intieme sfeer van deze track goed uit de verf kwam.

De fantastische Analogue Productions  heruitgave van de LP The Weavers Reunion At Carnegie Hall 1963 werd tevoorschijn gehaald om de track `Woke Up This Morning` door de `microridge` naaldtip van de DV 20X L te laten aftasten. De karakteristieke stem van Pete Seeger werd met veel presence en een goede articulatie weergegeven waarbij elke toonwisseling met groot gemak te volgen was. De andere zangers (en zangeres) werden met een natuurlijk klinkende tonaliteit en een scherpe focus gepresenteerd terwijl de tamboerijn op een behoorlijk pittige wijze naar voren kwam waarbij de slagen tegen het frame met een goede differentiëring werden weergegeven. De staande bas klonk lekker soepel maar ook stevig en kreeg een plastische weergave van de snaarplukken mee. Het geheel werd in een groot en open stereobeeld met een goede  dieptestaffeling geplaatst. Het applaus klonk verfijnd en rollend waarbij de akoestiek van de fameuze Carnegie Hall vooral in de hoogte goed uit de verf kwam. De track `Rambling Boy` van dezelfde LP was een belevenis. De samenzang van het publiek met Pete Seeger kwam met veel lucht, een goede diepteafbeelding en souplesse naar voren. De Circle/A.C.T. 0.5/DV 20X L combo wist zeer goed te presteren op de punten zang en ruimtelijke afbeelding.

Van John Lee Hooker`s LP The Healer werd de gelijknamige eerste track beluisterd. De intro werd met een brede `stage` en op ontspannen wijze gepresenteerd waarbij de Tom-Toms met stevige ballen lucht werden weergegeven en de metalen kokers van de Cowbells goed uit de verf kwamen. De drums klonken vrij droog en strak en kregen een goede intensiviteit mee. John Lee Hooker`s stem kwam op expressieve wijze naar voren met een stevig en donker stemgeluid. Bij zijn "Hey, Hey" in het midden van de track leek het bijna, of iemand net de ruimte was komen binnenlopen en reageerde op de muziek, zo levensecht was de weergave van die uitroep . Het gitaarwerk van meester Santana klonk lekker losjes waarbij de uithalen op pakkende wijze naar voren kwamen. De bas klonk wat slank maar bleef gedurende de track goed te volgen. Van Peter Gabriel`s LP US (Engelse persing) werd de track `Digging In The Dirt` beluisterd waarbij de diepe laag-`stompen` met articulatie en gemak naar voren kwamen. Sommige spelers zullen dergelijk laag wellicht met meer `push` en `drive` weergeven terwijl de Wilson Benesh-met-Dynavector platenspeler zich meer leek te richten op het tonale aspect van de muziek. In dat opzicht wist deze speler zich op positieve wijze te onderscheiden van meer `knallend` maar soms ook minder muzikaal klinkende collega`s. De goede tonale weergave werd nogmaals onderstreept door de meeslepende weergave van Peter Gabriel`s dramatische zangstijl. De bijzondere Steeple Chase LP Path`s Beyond Tracing van David Friesen werd op het vilt gelegd. David Friesen speelde tijdens deze opname op een zeldzame basviool uit de 18e eeuw. De in hoog tempo gepeelde plukjes kwamen met een goede timbrale weergave naar voren waarbij de akoestiek van de opnameruimte duidelijk merkbaar was. De stevige basplukken klonken opvallend los en snel maar kwamen net iets tekort aan  `gewicht`. De staccato gespeelde bassnaren kwamen met intensieve `grommen` naar voren waarbij de greepwisselingen, inclusief het natrillen van de snaren tegen de hals, met een duidelijke focus werden afgebeeld.

Conclusie

Klankmatig gezien scoort deze platenspelercombinatie hoog op de punten tonaliteit en `lucht` waarbij de weergave vooral soepel overkomt. Het Circle loopwerk en de A.C.T. toonarm zijn prettig in zowel installatie als bediening waarbij de A.C.T. arm zich minder zenuwachtig gedraagt dan sommige `pure` Uni-Pivot`s. Het Dynavector DV 20X L Moving Coil element wist met een zowel organische als ruimtelijke weergave een zeer positieve indruk achter te laten. Wie de Wilson Benesh Circle / A.C.T. 0.5 platenspeler gaat aanschaffen zou de DV 20X L bovenaan zijn of haar analoge verlanglijstje moeten zetten maar hetzelfde advies kan worden gegeven aan een ieder die op zoek is naar een zowel organisch als gearticuleerd klinkende `M.C.` onder de 750 Euro.


Zelf Luisteren

Dealers met de mogelijkheid (én kundigheid!) om op correcte wijze een demonstratie van een loopwerk, toonarm of element te geven zijn helaas niet breed gezaaid, maar ze zijn er gelukkig wel. Op HiFi.nl kunt u via de Hi-Find informatie over producten en de verkoopadressen vinden en daarnaast is er de Vinyl Special, met meer analoog-gerelateerde artikelen en recensies. Wanneer het gaat om de aanschaf van nieuwe afspeelapparatuur is er niets doorslaggevender dan een luisterbezoek (met meegebracht eigen `zwart goud`) bij uw locale analoog-specialist.


Japans Drieluik

De Wilson Benesh Circle en A.C.T bleken een dusdanig goed platform voor hoogwaardige Moving Coil elementen dat in samenspraak met Audio Excellence werd besloten om deze mooie Britse platenspeler in te zetten voor in totaal drie recensie-primeurs van handgebouwde Japanse Low Output Moving Coil elementen, waarvan de hier beluisterde Dynavector de eerste is. In het volgende deel zal de nieuwe Lyra Argo i worden besproken, waarna de Shelter 7000 aan bod komt. Analoog is dood? Integendeel!                                                               



Importeur Wilson Benesh:
Audio Excellence; 0168-335180 
Importeur Dynavector: Latham Audio BV; 013-5082411 


Prijzen:

Wilson Benesh Circle loopwerk: 1450 euro
Wilson Benesh A.C.T. 0.5 toonarm: 1450 euro
Dynavector DV 20X L element: 562 euro

 

 Gebruikte Hardware:  
   
 Phonotrap:  Moth 30 Series RIAA
 Versterker:  Exposure Super XXV rc
 Weergevers:  Monitor Audio Studio 2SE
 Interconnects:  Monster M1000, QED Qunex 2
 Luidsprekerkabels:  QED Profile 4X4
 Lichtnet:  Lapp/Popp strip, Belden IEC, Kemp SNS Plug