LFD Integrated Zero Mk. III LE


René van Es | 11 december 2008 | Fotografie René van Es | LFD Audio

Lezers die bekend zijn met het Engelse tijschrift Hifi News, of die bekend zijn met publicaties van The Audio Engineering Society, kennen wellicht de naam van professor Malcolm Omar Hawksford. Hoogleraar aan de universiteit van Essex in Colchester. Een persoonlijkheid op het gebied van audio, die in zijn zeer interessante lezingen diep zowel ingaat op techniek, als op aspecten die niet meetbaar zijn, maar wel door ons gehoor worden waargenomen.

Lang geleden was Dr. Richard Bews één van zijn begaafde studenten, met een open hart voor muziekweergave. Het kwam tot een samenwerking tussen de twee heren. Het bedrijf LFD (Low Fuzzy Distortion) werd opgericht in de Engelse kustplaats Clacton-on-Sea. Bews als directeur van het bedrijf, Hawksford als consultant. Na een succesvolle start met een phonotrap verscheen rond 1995 een geïntegreerde versterker van de heren, de LFD Mistral. Intussen, met het beschikbaar komen van betere onderdelen en groeiend technisch inzicht, is de versterker steeds verder geevolueerd en veranderde de naam van Mistral naar Integrated Zero Mk. III Limited Edition.


Muziek

De filosofie van de heren laat zich in korte kernwoorden samenvatten. Het product staat in dienst van muziek. Niet techniek staat voorop, nee, het gaat om het overbrengen van de boodschap. LFD is een Brits bedrijf, waar Bews met de hand zijn versterkers bouwt, en zal dat altijd blijven. LFD koopt zijn onderdelen wereldwijd, houdt daarvan een grote voorraad aan, om consistente kwaliteit te kunnen leveren. Opmerkelijk is, dat Bews en Hawksford in hun ontwerpen liever draad gebruiken dan printplaten voor de meest belangrijke verbindingen. Ze gaan niet zover dat ze hardwired transistorversterkers leveren, maar aan de binnenkant zien we meer draad dan normaal.

Waar LFD de nadruk op legt is transparantie, resolutie en dimensie. Het weergeven van muziek zoals die is opgenomen. Bij LFD doen ze niet aan compromissen als een afstandbediening of RS-232 ingang. Geen home cinema doorvoer. Zoals Bews het verwoordt: “Fashions come and go, true quality always stays”. LFD is een versterker die hoort in de Britse audiogeschiedenis, deels geschreven door Quad, Leak, B&W, Croft, Radford, SME, Garrard, Spendor, kortom vult u zelf de namen maar in. De Zero Mk. III LE bouwt voort op die tradities. De toevoeging LE (Limited Edition) aan de naam vind ik trouwens wel grappig. Eigenlijk is elke LFD een “limited edition”, er zit simpelweg een grens aan het aantal versterkers dat Bews met de hand kan bouwen. Brits gevoel voor understatement.

Luisteren

Het gebeurt niet zo vaak dat ik met de mond vol tanden sta. Ik mag graag opmerkingen maken waarmee de knuppel vol door het hoenderhok gaat. Het kan even duren, maar dan is mijn mening gevormd, die soms dwars tegen de gevestigde orde ingaat. Familieleden uit Noord-Hollandse contreien noemen mij `zeggerig`. Dit maal is mijn mond gesloten en staar ik al een paar dagen naar een wit beeldscherm waar geen woord verschijnt in Word. Ik word geacht te beschrijven wat ik na ruim vier weken luisteren naar een LFD Zero Mk. III LE heb ervaren. Dat valt niet mee. De reden is, dat de Zero na een inspeeltijd van ongeveer een week langzaam verdween in de totale set. De aandacht naar de prestaties laten uitgaan bleek een proces dat continu overvleugeld is door muziek, of de aandacht ging uit naar de bronnen en luidsprekers. Het idiote in dat geheel is, dat welke bron ik ook gebruikte, of als ik andere luidsprekers aansloot dan mijn eigen Ruark monitors, ik telkens naar muziek luisterde en niet naar de techniek. Eventueel luisterde naar de verschillen tussen bronnen/weergevers.

Draai ik bijvoorbeeld Jacintha met haar heerlijke cd Lush Life, dan luister ik naar de dame. Geniet van mooi neergelegde strijkers op de achtergrond. Zie een mondharmonica door de ruimte zweven, ervaar een piano als een instrument dat gewoon aanwezig is. Met enige dwang laat ik termen los als: strakke basweergave, enorm aanbod aan details, natuurlijkheid en overwicht. Met dwang? Ja, ik wil veel liever over de muziek zelf praten. Wat Jacintha neerzet is een stage performance die heel dicht bij de sfeer en klank van een jazzclub terecht komt. Hetgeen Bews in gedachten heeft met transparantie, detail en herscheppen van dimensies, komt meer dan uitstekend naar voren. Op een manier die de hifi-set doet verdwijnen uit de gedachten. De LFD laat me in dat verband denken aan de mooie Sugden versterkers, evenzo aan een Pass Labs combinatie die ik onlangs in huis kreeg. Terwijl de LFD nauwelijks middelen nodig lijkt te hebben om die prestaties te evenaren of te overtreffen. Wat genoemde merken met elkaar verbindt, is dat ze alle drie werken met de meest eenvoudige schakelingen. Met zo weinig mogelijk onderdelen; onderdelen die wel zijn uitgezocht op basis van gehoormatige prestatie op die plek in de schakeling.

Jennifer Warnes op Gold-cd met Famous Blue Raincoat. Hier merk ik voor het eerst iets op waar de LFD achterblijft ten opzichte van buizenversterkers of een transistor topper. Het slagwerk bij het openingsnummer behoort een serie felle klappen op te leveren. Ik druk dat uit als “tak tak tak”.  Onlangs had ik een cd speler staan die daar “tikje tikje tikje” van maakte. De LFD gekoppeld aan de PrimaLuna PL8 zit daar tussenin. Het mag feller en agressiever. De enige klacht met de cd overigens. Over details hoort u mij niet mopperen. Evenmin in de basregisters. Het is een wonder hoe diep de Ruark wil gaan aan de LFD. De speaker lijkt fysiek te groeien. Uiteraard is dit gecontroleerd op een veel grotere luidspreker met dubbele woofer (Focal 716W), want ik wilde weten of de LFD de bas aanzet. Dat is niet het geval, het gaat in dit geval om pure, elektrische kracht, die ingezet wordt als dat nodig is. Het viel me al eerder op met een langspeelplaat van Kari Bremnes. Svarta Bjorn gaat heel erg laag. Dat kan de Ruark echt niet bijhouden. Toch stond ik oprecht verbaasd, wat een diepte er door het hele appartement stroomde. Met dank aan de uitstekend presterende LFD.

Intussen draait de titelsong van Warnes. Heerlijk hoe dat mens de teksten van Leonard Cohen weet te vertalen naar emotie. Prachtig de cello’s, die de stemming van het nummer vast houden. Geweldig de sax die met regelmaat de stem van Warnes vervangt. Dit heeft niets meer te maken met stoffige oude Leak en Quad 33/303 versterkers die betere tijden kenden. Dit is weergave op hoog niveau. Het spreekwoord wat ik graag gebruik schiet me te binnen: “Onderzoek alles en behoudt het goede”. Hawksford en Bews kennen dat spreekwoord ook. Intussen wil de speler doorgaan met Joan of Arc, echter de re-issue cd kent van dat nummer een live uitvoering, met groot orkest. Van studio naar stage laat ogenblikkelijk de totaal andere akoestiek horen. Ineens is het beeld vele malen groter en dieper. Het leeft in de ruimte. De stem minder precies, plaats van de instrumenten ook. Het laag vele malen overweldigender. Dit is een versterker die exact aanvoelt hoe hij moet handelen in deze wisseling van ambiance. De weergave is tot in detail te volgen, inclusief de fouten die gemaakt zijn in de oorspronkelijke mix. Je komt echt dicht bij `Warnes on stage`.

Luisteren 2 en Techniek

Mijn LFD Zero heeft geen MM ingang, dus om een plaat te draaien grijp ik naar een  minstens zo traditionele Engelse phonoversterker van EAR. Met ingebouwde step-up trafo voor een MC element. Uit de kast trek ik (de verzameling van mijn schoonvader) een Telefunken opname uit 1965, een klavecimbel (Kielflügel),  bespeeld in de hervormde kerk in Bennebroek door Gustav Leonhardt. De opgenomen werken zijn de Goldberg Variaties van J.S. Bach. Het speelt met een frisheid die in 2008 op weinig opnames beschikbaar is. Helder tinkelend, direct, echter met behoud van de akoestiek van de kerk. Dit juweeltje, gemaakt in dezelfde periode als de Telefunken buisjes in de EAR, smeekt haast om een buizenversterker. Niet nodig, de ultra-transparante LFD staat klaar. Hij heeft beslist iets weg van dat magische muziekelement dat vrijwel alleen een elektronenbuis in zich heeft. Een moeilijk te evenaren openheid en schoonheid. Kracht maakt moeiteloos plaats voor verfijning, tot in de laatste snaren die geraakt worden in het instrument.

Leonhardt toont met dit zeer moeilijk speelbare werk zijn beste kant. Met dank aan mijn  schoonvader die altijd doodzuinig is geweest op zijn platen. Even op de platenwasser, daarna neemt LFD Integrated Zero Mk III LE je ruim 40 jaar mee terug in de tijd. Exact 40 jaar later opgenomen, nog steeds met volledig buizen van microfoon tot snijtafel, is een werk van W.A. Mozart, uitgebracht op het Tacet label en te koop bij onder meer Hifidelity Discs. Een vol orkest in plaats van een enkele klavecimbel. Het maakt de LFD niets uit. Achteloos volgt de LFD de dynamiek in de opname. Geen moment verslapt de aandacht, of loopt het muziekbeeld dicht. Met het grootste gemak weerklinkt Mozart in de luisterruimte. Breed neergezet, rijk aan klank en detail, mij vol overgave in de muziek trekkend. Deze versterker moet ware een nachtmerrie zijn voor koopverslaafde audiofielen. Want waar naar toe kun je in hemelsnaam betaalbaar upgraden als je een LFD hebt staan?

Techniek

Het merk LFD bestaat dus al jaren, ik ken het van beurzen in Engeland en publicaties of reviews. Toch is het merk voor zover ik mij herinner nooit eerder doorgedrongen tot onze contreien. Foto’s van de binnenkant van de versterker heb ik nooit gezien. Ik beheers mij tot het einde van de vele uren luisteren naar de Zero Mk. III, voordat ik hem openmaak. Dat heb ik onderhand geleerd, eerst luisteren, dan pas kijken waarmee muziek wordt gemaakt. Om vooral geen vooroordeel te vormen. Het meest historische voorbeeld is voor mij daarin 47 Labs. Het feit dat de kast geen enkel luchtgaatje heeft, geen externe koeling, maakt het product nog meer intrigerend. Met de kap er vanaf komen drie printplaten te voorschijn. Alle ingangen zijn op een verticale print gemonteerd. Vanaf die print lopen twee flatcables naar de voorkant van de versterker, waar de bron/tape keuze schakelaars op een tweede print zijn gesoldeerd. LFD doet continue onderzoek naar de gedragingen van geleiders in relatie tot audiosignalen, waarbij zowel materiaalkeuze als doorsnede van de geleider aan de orde is. Het is daarom niet vreemd dat vanaf de bronkeuzeprint twee verschillende  typen draad naar een miniatuur potmeter voeren. Om, opnieuw met andere draad, door te gaan naar de hoofdprint.

De hoofdprint vormt de eigenlijke versterker. Vast gemonteerd zijn vier eindtransistoren, twee complementaire paren MOSFET, die hun koeling krijgen van een aluminium beugel die de warmte afvoert naar de kast. De voeding bestaat uit een fors bemeten ringkerntransformator, losse diodes in plaats van een brugcel, per kanaal acht kleine elektrolytische condensatoren van elk 470 uF, waaronder twee van het merk Rubycon. Lokaal op de printplaat zitten nog een paar kleinere buffers van Elna. De print toont een volledig discrete schakeling. Via een netwerkje van Zobel-spoelen voert een alweer andersoortige draad het signaal naar de zware luidsprekerklemmen. De kast waarin het geheel een plek vindt, is van aluminium, met een 5 mm RVS frontplaat. Intern zijn plaatjes bitumen aangebracht om resonanties te dempen. De kap op de kast past perfect. De schroefgaten passen precies, vrij onbelangrijk, maar het geeft wel aan hoe zorgvuldig deze volledig handgebouwde versterker is gemaakt. Van buiten heeft de Zero Mk. III LE een luxe uitstraling, waarbij opvalt dat het ontbreken van enig ander opschift dan het logo op de voorkant zowel eigenzinnig als lastig is. Op de achterkant een sticker die vermeldt dat de versterker is gecontroleerd op specificaties en werking door Hanze Hifi in Zwolle.

De versterker heeft vijf lijningangen (waarvan er één tegen meerprijs voorzien kan zijn van een MM phono schakeling) en een tape in/out. Behalve de luidspreker-aansluitingen en de netentree zijn er geen andere aansluitpunten. Geen pre-out die bruikbaar zou zijn voor een subwoofer, geen home cinema aansluiting die om de volumeregeling heen gaat. De versterker levert volgens opgave 2 x 60 Watt aan 8 Ohm en 2 x 90 Watt aan 4 Ohm. Genoeg om vrijwel elke luidspreker van vermogen te voorzien.  Normaliter is 5 Watt al meer dan voldoende, een piek kan 10 tot 20 Watt vragen. Belangrijker dan specificaties is hoe de versterker omgaat met de eerste paar Watt. Het is juist dat punt waar de ontwerpers van LFD extra aandacht aan geven, om te zorgen dat alle details, verstopt in micro-informatie, behouden blijven en weergegeven kunnen worden. Punt van kritiek: de Zero heeft een heel hoge versterkingsfactor, waardoor de volumeregeling een veel te klein regelbereik openlaat. Ik moest zelfs Rothwell Attenuators gebruiken om met de tuner te kunnen werken.

Alles opgeteld

Toen ik begon over de muziek, om de weergave kwaliteit van de LFD Integrated Zero Mk III LE te beschrijven, gaf ik aan met de mond vol tanden te staan. Dat sta ik eigenlijk nog. Ik mis de woorden om nauwkeurig te beschrijven wat de LFD doet met muziek. Ongeacht of het gaat om stem, instrument, pop, jazz of klassiek. In grote opzet of juist in kleine bezetting. De LFD volgt slaafs wat hem wordt aangeboden. Met een in deze prijsklasse weinig voorkomende ultieme transparantie. Wars van hifi, gezegend met liefde voor muziek. Het kleine bedrijf in Clacton-on-Sea, dat zo strikt blijft vasthouden aan ontwerp en bouw, met levering vanuit Engeland, zet een versterker op de markt voor de liefhebber. Verwacht geen moderne techniek (wel een blauwe LED), geen comfort, verwacht slechts degelijkheid en een lichte “plop” als u hem aanzet.

Daarna volgt de kunst van het versterken van elektrische energie, tot het voldoende is om een luidspreker in beweging te krijgen. Verkijk u niet op het handjevol onderdelen in de kast, ze zijn allemaal geselecteerd voor slechts één ding: “Het weergeven van muziek”. In de schijnbare eenvoud van de schakeling, met zijn twee MOSFET torren per kanaal in de uitgang, schuilen essenties waar menig andere fabrikant voor het dubbele in prijs nog niet aan toekomt. Verkrijgbaarheid van een LFD kan een probleem zijn, het bezit van slechts één paar handen van Dr. Richard Bews is daarin de belemmerende factor. Ziet u een Zero Mk. III LE staan, aarzel dan geen moment. Want al kunt u 1750 euro op vele manieren besteden aan muziekweergave, het kan zelden zo goed besteed worden als aan de LFD Integrated Zero Mk III LE.

Prijzen:
LFD Integrated Zero Mk. III LE    1750,- euro
Idem met ingebouwde MM phono versterker  2100,- euro

Importeur:
Fritzz Audio
Oosterlaan 15
8011 GC ZWOLLE
Tel: 038 4221333

Gebruikte Hardware:

Analoog

V.Y.G.E.R. Baltic M platenspeler SME 312 pickup arm Transrotor Cantare low output MC element

Digitaal:

PrimaLuna ProLogue Eight CD speler

Radio:

Carat T57 tuner Magnum Dynalab ST-2 FM antenne

Versterking:

EAR 834P DeLuxe phono versterker (Telefunken buizen)   LFD Integrated Zero Mk III versterker

Luidsprekers:

Focal Chorus 716 W Ruark Sabre III

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Läpp (DIY), Supra LoRad (DIY), Hanze Hifi, TAF Netspanning: SEEC HQSN-4U netfillter, Supra MD-06 EU Mk II verdeelblok

Kabels:

Interlinks analoog: Linn Analogue, Siltech Mxt New York, Crystal Cable Connect Reference LS-kabels: Chord Company Odyssey 4, Chord Company Epic Super Twin, Supra 2 x 4 mm2 Classic

Accessoires:

Meubels: Ikea Ivar LS-stands: Target MR60

Overigen:

Target SpikeShoes  Okki Nokki platenwasser Rothwell Attenuators