Tentlabs DIY hybride versterker


René van Es | 08 oktober 2009 | Fotografie René van Es | TentLabs

De term Do-It-Yourself, die Guido Tent aan zijn versterkers meegeeft, vind ik persoonlijk misleidend. De versterker, die in het rek staat te spelen, heeft niets weg van een DIY-product in de traditionele zin. Het is veel meer een "PTY"-apparaat, waarbij "PTY" staat voor Put-Together-Yourself, omdat de versterker bestaat uit gebouwde en geteste modules die samen met transformatoren, aansluitingen en bekabeling worden samengebouwd door de koper.

Tenzij de koper liever iets meer geld uitgeeft en de versterker laat samenstellen door Tentlabs zelf of een dealer. Ik ben in de gelukkige omstandigheid, dat ik een compleet apparaat heb ontvangen uit handen van de fabrikant. Zo wordt mij het bouwen bespaard.

Dat neemt niet weg, dat ik mij aan de hand van de bouwbeschrijving een idee probeer te vormen, hoe het samenstellen zou verlopen. Ik verzeker u, een Tentlabs versterker in elkaar zetten vraagt eerder handigheid dan elektronicakennis. Het is niet echt moeilijk als u een soldeerbout goed weet te hanteren en Nederlands kunt lezen.

Omgekeerd

In publicaties van anderen (en naar de eerlijkheid gebied te zeggen veelal ook in die van mijzelf) begint de auteur vaak met een lang verhaal over hoe een apparaat is opgebouwd, welke techniek is toegepast, tot aan de keuze van de condensatoren in de voeding. Op zich is daar niets mis mee, maar de vraag rijst: “Wie wil dat weten?” Is het immers niet zo, dat een versterker er is om muziek weer te geven? Dus zullen we ditmaal beginnen met hoe de Tentlabs DIY versterker op dat gebied weet te presteren en later iets aan techniek doen? Eigenlijk precies zoals mijn testen verlopen: kijken aan de buitenkant, aansluiten, langdurig luisteren in meerdere sessies en pas aan het eind gaat de kast open.

Bij de Tentlabs zit daar nog een stapje tussen. Ik kreeg bij het afhalen van de versterker de raad, hem eerst een paar dagen aan het lichtnet te hangen, zonder er intensief naar te luisteren of zelfs iets weer te geven, zodat de inwendige elektronica geheel kan stabiliseren. Hetzelfde heb ik gedaan met de op mijn verzoek meegeleverde Tentlabs DIY cd-speler ("PTY", weet u nog?). Daar stonden ze dan, wachtend en smachtend naar de eerste cd. Inmiddels wel aangesloten op een set Ruark Sabre III monitors via Chord Company luidsprekersnoeren. Het is Melody Gardot met My One And Only Thrill die het spits mag afbijten. Wat meteen opvalt, is de rust die de combinatie uitstraalt. Heel vloeiend en natuurlijk is de weergave die mij op aangename manier gevangen houdt. Nergens drukkend, opgezet in een goed stereobeeld, detailrijk zonder te neigen naar een "hifi-geluid" waarin informatie onder een vergrootglas komt. Dat gegeven blijft alle dagen, die de Tentlabs combi in de kleine luisterruimte bivakkeert, bestaan.

Heel wat cd’s draaien hun rondjes, waaronder veel Frans werk dat werd meegenomen in de laatste vakantie die (zoals gewoonlijk) naar Frankrijk voerde. Relatief onbekend werk en het biedt daarom weinig houvast, hoe de Tentlabs zich gedraagt ten opzichte van mijn vaste referentie. Daar komen twee dingen bij: ten eerste heeft de Tentlabs versterker niet de kans zich volledig te bewijzen in deze opstelling en ten tweede heeft de ervaring geleerd dat mijn Ruark`s hun beste prestaties leveren aan een zware push-pull buizenversterker of een tot ver in klasse A draaiende zware transistorversterker. Klasse D techniek is met de Ruark`s mooi, mist evenwel een zeker fundament dat juist deze monitor tot ver boven het maaiveld kan uittillen. Recente voorbeelden daarvan waren LFD, Krell en PrimaLuna. Vergelijkt u dat maar met een auto. Een V8 blijft superieur aan een 4-cilinder in lijn. Al is de 4-cilinder wellicht de betere auto. Dus verhuist na het aangenaam verpozen de set naar de huiskamer en laat ik achter mij de lege dozen.

Meters maken

Twee maal 10 meter Crystal Cable Speak Reference verbindt de Tentlabs met een set Focal Diablo Utopia III luidsprekers. Vier bronnen staan mij ter beschikking: een Transrotor platenspeler met SME arm, Transfiguration element en HAT phonoversterker, een Magnum Dynalab tuner voor de zondagochtend-uitzendingen op Radio 2, een Cyrus cd-loopwerk met PSX-R voeding, gekoppeld aan een DHTRob non-oversampling buizenDAC en uiteraard de eerder gebruikte Tentlabs cd speler. Alle bekabeling is van Crystal Cable en voor een schone netspanning is ruim gebruik gemaakt van Kemp Elektroniks materiaal. Het is wel zo aardig om op het moment dat de aantekeningen gemaakt gaan worden, opnieuw de Tentlabs cd speler te laden met Melody Gardot.

Achter elkaar draai ik Les Etoiles en The Rain, mijn favorieten op de cd. In deze opstelling is er geen sprake van een ontbrekend fundament, de Focal’s hebben zelf al veel meer body dan de kleine Ruark`s kunnen bieden. Beetje jammer dat de aan mij geleverde Tentlabs versterker geen gebufferde pre-out heeft (wel verkrijgbaar gelukkig), waardoor de subwoofer niet mee kan doen. Wat ik voorgeschoteld krijg, is een grootse en vooral op The Rain intense Melody Gardot. Zo sfeervol als mogelijk, met een brede piano die zorgt voor de achtergrond van deze stemmige opname, waarlangs een sax zacht blazend een duet vormt met Gardot. Het zesvoudige bedrag uitgeven voor een set speakers ten opzichte van Ruark Sabre III monitors werpt ogenblikkelijk vruchten af. Dit is gewoon weergeven op topniveau. Met de opmerking dat de Tentlabs combinatie van cd speler en versterker samen heel erg goed speelt en de twee componenten volkomen natuurlijk in elkaars verlengde liggen.

Met Michael Bublé krijg ik het bewijs dat de Tentlabs voldoende in huis heeft om te spetteren. Op de eigen bescheiden wijze, waarin rust en afwezigheid van vervorming erg belangrijk zijn. Het is heel schoon, tegelijk organisch, streelbaar en natuurlijk van opzet. In de drukste passages loopt de zaak niet dicht en staat Michael telkens ruim op de voorgrond. De band lijkt meer kracht te hebben in de lage regionen dan mijn Manley buizenversterkers normaliter neerleggen; ik mis de sub daardoor slechts ten dele. Het ritme zit er goed in, het geluid is levendig, aan de andere kant nodigt het niet uit tot luidkeels meezingen en luchtgitaar spelen. De weergave heeft een zekere beschaving, waarin geen plaats is voor een Harley en een leren jack. Veel verder dan een half losse stropdas komt Bublé niet. Wat ademt is een nachtclub- of casinosfeer, met veel welgestelde bezoekers die aan hun champagne nippen. Op Comin’Home Baby, een duet met de leden van Boyz II Men, zijn de stemmen goed neergezet in de ruimte, waardoor alle zangers hun eigen klank laten horen en niet versmelten tot een brij. Slagwerk vormt de drive, de band vult de stage, duidelijk verder naar achteren geplaatst in de opname. Belangrijk punt: alles staat mooi op de juiste hoogte. Bublé het hoogste geplaatst, Boys II Men iets lager, de band in lagen opgebouwd van onder naar boven. We gaan over van een zanger met een big band naar klassieke muziek.

Buitenlandse dames

Sharon Bezaly is een fluitiste die samen met het Ostrobothnian kamerorkest werken heeft opgenomen van W.A. Mozart. Een erg mooie sacd waarvan ik alleen de cd-laag kan afspelen op de Tentlabs. Levendigheid is het toverwoord met de dansende fluit van Sharon. Hoewel de dame ook de piccolo, de alt- en basfluit beheerst speelt ze dit keer alleen op haar Muramatsu fluit, die uit puur goud speciaal voor haar is gemaakt. Ze is het waard, de subtiliteit en de virtuositeit springen juichend uit de luidsprekers. Lichtvoetig en zwevend in de huiskamer, met een ouderwetse knusheid omgeven. Een rondo is een feest om van te genieten. Veel aandacht voor de soliste, het orkest dringt slechts af en toe naar voren, waarbij het van plaats lijkt te veranderen bij toename van het volume. Alsof het hele orkest naar voren komt en om de soliste heen loopt. Een fenomeen dat ik niet goed kan verklaren en dat me nog niet eerder is opgevallen met andere apparatuur.

Van de prestaties van de cd-speler was ik al veel eerder overtuigd (zie de recensie op Hifi.nl), daarom beluister ik de versterker ook graag met andere bronnen. De afhankelijkheid van de kwaliteit van de uitzending op de radio is mij te groot, dus gebruik ik de tuner alleen om vast te stellen dat een Tentlabs versterker zich lang laat beluisteren en niet "in de weg gaat zitten" op een lome zondagmorgen. Vervolgens is de beurt aan mijn eigen cd-speler, die ik inmiddels van haver tot gort ken. Eveneens meegenomen uit Frankrijk is een cd van een dame die zich “La Grande Sophie” laat noemen en die haar inmiddels vijfde album de titel gaf Des Vagues Et Des Ruisseaux. Op de plastic folie waarin de cd was verpakt, zat een sticker met ffff dat aangeeft dat de weergave kwaliteit uitstekend is. Om dat ffff er uit te krijgen is een meer dan goede set nodig. Een eenvoudige opstelling laat La Grande Sophie niet uit de verf komen. De Tentlabs versterker heeft er geen moeite mee. Hij benadrukt de haast subtiele details, geeft ruimte aan het orkest, laat een achtergrond koor los staan en Sophie vormt de verbindende factor. In de speciaal voor mij gebouwde D/A-converter is de nadruk gelegd op levendigheid, fundament en echtheid. Vooral is vermeden een analytische "hifi-DAC" te bouwen. Dat is goed te merken, al snel heb ik met deze speler/DAC wèl de neiging mee te zingen en te dansen. Inspirerend is daarbij de titel van het nummer Danser Sur Le Disco. Je kunt van Sophie houden of niet, feit is dat met een goed gekozen installatie de cd en daarmee Sophie veel meer tot zijn/haar recht komt. Franse dames zijn verslavend, dus is het niet verwonderlijk dat ik moeite heb de stopknop in te drukken om iets anders op te zetten.

Buurland Italië bracht Cecilia Bartoli voort. Het contrast tussen Sophie en Cecilia kan nauwelijks groter zijn: van vrolijke pop naar opera, in de voetsporen getreden van Maria Malibran. Ook via de Tentlabs versterker is haar stem van ongekende schoonheid. Zij ontroert mij telkens weer. Een onlangs uitgezonden programma over het ontstaan van deze cd, waarin veel aandacht voor de zangkunsten, deed mij de rillingen over het lijf lopen. Nu staat ook zonder beeld, zonder uitleg, zonder de zelfs maar tweedimensionale aanwezigheid van Bartoli het kippenvel op mijn armen. Punt van aandacht is, dat de Tentlabs opnieuw zijn bescheidenheid toont. Mijn eigen HAT/Manley buizencombinatie schept een nog levendiger en dynamischer beeld, vertoont meer enthousiasme, springt verder uit de band. Het zijn aspecten die de luisteraars onderling onderscheiden. De één legt de nadruk op rust, nummer twee op snelheid, nummer drie op analytisch vermogen, nummer vier ……………. enzovoort. Los van die voorkeuren is kwaliteit immer te onderscheiden, kwaliteit die in de Tentlabs in ruime mate aanwezig is. Ondanks het heldere glas van de interne buisjes heeft de Tentlabs zijn eigen signatuur, het is geen “versterkende draad”, hij heeft tot mijn vreugde een karakter dat veel luisteraars zal aanspreken en dat het mogelijk maakt langdurig van muziek te genieten.

Top of the bill is mijn platenspeler die, critici van het zwarte goud ten spijt, muziek nog altijd het mooiste weergeeft. Een gegeven dat los staat van nostalgie, vals sentiment, voorkeur of het willen tegenhouden van moderne techniek. Ik ben altijd zuinig geweest op mijn platen en kan daarom rustig Randy Crawford opleggen, haar lp Secret Combinations is uit 1981 en heeft nog geen fractie aan schoonheid ingeboet. De voeten gaan van de vloer, de platenspeler voedt de Tentlabs met muzikale brokken en de luidsprekers krijgen glanzende ogen en een glimmende vacht. Of droom weg op de muziek van Rainy Night In Georgia. Een tikje her en der hoort erbij, daar luister ik wel doorheen. Waar het om gaat is het overbrengen van de boodschap, het creëren van de sfeer, het vermogen het hart van de luisteraar te raken. Ik ben helemaal geen speciale fan van Crawford, ik kwam de lp pas tegen op zoek naar iets anders, maar dit grijpt me. Heerlijk die funky bas op de achtergrond, de in die tijd altijd slepende violen, een koortje dat ik in gedachten zie swingen, een mooie zangeres die je meevoert in haar wereld. Ben ik te poëtisch? Kennelijk staat er een versterker te werken die daartoe aanzet en dat kan ik niet anders dan als een goed teken beschouwen.

Lang niet altijd raak ik zo betrokken in de weergegeven muziek, ongeacht genre, ongeacht de bron. Het zijn de lichtpunten in audioland. Het trekt een glimlach op mijn gezicht die minstens zo breed is als die op de foto van een nog jonge Crawford. Mijn grande finale vormt de lp The Best Of Dire Straits & Mark Knopfler, recent uitgegeven op zwaar vinyl. Muziek die je nooit vergeet, die altijd boeit. Ik heb zo links en rechts wat van die `nooit en te nimmer vervelende dingen`: Oscar Peterson, Fleetwood Mac, Ella Fitzgerald, Cecilia Bartoli, Rachelle Ferrell, Patricia Kaas, Vivaldi. Het zijn de rotsen in de branding die telkens de kast uitkomen. Totaal verschillende stijlen en muzieksoorten, ik ben de `barbaarse muziek-omnivoor` in optima forma. Het maakt me niet uit, als ik maar altijd zo kan genieten als nu. Uren draai ik al muziek, ik ben het nog lang niet zat en zie met lede ogen de klok alsmaar verder draaien, terwijl ik weet dat ik nog een stuk techniek heb te gaan. Weet u wat, ik maak dat technische deel niet al te lang. Op de site van Tentlabs staan hele stukken technische uiteenzetting, mij gaat het meer om de weergavekwaliteit, want die heeft Guido in zijn bescheidenheid nergens beschreven. Dat was een mooie taak voor mij, die ik met plezier hierboven inhoud heb gegeven.

Kastinhoud

Straks de kastinhoud, eerst de buitenkant. Het front heeft een blauwe display waarop staat aangegeven hoe hoog het volume is opgeschroefd, of welke ingang actief is. Twee toetsen voor het volume up/down, twee toetsen voor ingangkeuze. Een enkele toets voor aan/standby. Los van het gegraveerde logo is dat de hele voorkant. De achterkant van de versterker is niet veel imposanter. Aan/uit schakelaar, netentree, één paar luidsprekerklemmen, vier ingangen en een uitgang. De kast is zwart en aan de zijkanten vinden we houten panelen. Het is geen schoonheid, net zo min als de vrijwel identiek ogende cd speler. Typisch een functionele versterker van een techneut en muziekliefhebber, niet `behandeld` door een marketingafdeling.

Door een zestal schroeven los te draaien kan de kap eraf. Goed te zien is de opbouw met modules, die samen met de diverse voedingen de versterker vormen.Van voor naar achter. De volumeregeling en ingangselectie bestaan uit Omron relais, die zowel de ingang schakelen als onderdeel vormen van de met Dale weerstanden opgebouwde signaalverzwakker. De aanwezige microprocessor zit niet in de signaalweg en schakelt uit als er geen commando via de druktoetsen op de voorkant of via een afstandsbediening wordt gegeven. Het muzieksignaal gaat via een afgeschermde kabel naar de eerste versterkertrap. Een ontwikkeling van Tentlabs en Audiomagic samen, bestaande uit een eenvoudige versterkertrap met aan elke kant een ECC88 buisje. Netjes via potmeters instelbaar op de juiste stroom. Het signaal uit de buis, met een hoge uitgangsimpedantie, is geleid naar een interstage transformator. Veel ontwerpers kiezen hier een kathodevolger en koppelen zo de buis aan de eindtrap. Volgens de filosofie van Tentlabs en Audiomagic kun je dat beter via een trafo doen. De trafo heeft een verhouding van 5:1 (een versterking van 6x) en gaat uit met 150 Ohm. Daarachter vormen twee Hypex UCD400HG modules de vermogensversterker. Geheel werkend in de energiezuinige klasse D schakeling. De modules zoals Hypex die levert worden ontdaan van de versterkende opamps aan de ingang. Die zijn namelijk niet meer nodig, omdat er voldoende signaal uit de interstages komt. De modules zijn rechtstreeks aan de luidsprekerklemmen gekoppeld.

Elke versterker is zo goed als zijn voeding. Er wordt wel eens gezegd dat je niet naar de klank van een versterker luistert, maar naar de klank van de voeding. De voeding van de volumeregeling/ingangkeuze is niet erg kritisch, immers die volumeregeling is geheel passief en verzwakt alleen maar. De eerste versterkertrap heeft de beschikking over een eigen ringkerntransformator, een buisgelijkrichter (6X4 buis) en een hybride stabilisator (FET met de buis samen). De voeding is gelijkstroom gekoppeld en maakt het gebruik van een ontkoppelcondensator in de eerste versterkertrap overbodig. De UCD400HG modules hebben elk een eigen 300 VA ringkerntransformator en een eigen voedingsprint ter beschikking. Deze UCD-module kan maximaal 400 Watt leveren aan een 4 Ohm luidspreker, maar dan kun je geen impedantie onder de 4 Ohm aansturen. Tentlabs heeft om die reden gekozen voor een lagere voedingsspanning met behoud van een hoge stroomafgifte. Dat garandeert een stroomreserve tot 20A per kanaal en daarom zullen zelfs luidsprekers met een impedantie, die onder de 4 Ohm duikt, goed werken. Het netto vermogen per kanaal komt op `slechts` 230 Watt continu. Uiteraard is er zelfs op hoog vermogen nauwelijks warmteontwikkeling vanwege de gebruikte klasse D schakeltechniek. Het rendement van de versterker is enorm, al doen de buizen dat rendement een beetje teniet. Tenslotte twee laatste technische opmerkingen: de lay-out van de printplaten is zodanig gekozen dat storingen (RF) en emissie (EMC) geen kans maken. De volumeregeling is door de gebruiker zelf te programmeren met RC5 en sommige Sony codes.

Niet mis

Het aantal woorden, waarmee dit verhaal is opgebouwd, is niet mis. Terecht is veel aandacht gegeven aan de muzikale eigenschappen van de versterker en minder aan de techniek. Immers, u zult er mogelijk heel veel naar luisteren en alleen in het begin willen weten wat er nou eigenlijk in zit. Kort samengevat: recht doende aan de uitstekende klank en het neutrale karakter kun je stellen dat de Tentlabs DIY versterker zich terecht bevindt in de versterkerklasse waar het kaf allang van het koren is gescheiden. Het is een uiterst muzikale versterker, die toont dat de ontwerpers heel goed weten welke richting ze kiezen, welk karakter wordt nagestreefd en hoe je een versterker neutraal laat klinken. Hij heeft pit, power, oplossend vermogen, een fraai stereobeeld en werkt daarbij probleemloos en veilig. De gebruikte klasse D techniek heeft als voordeel een groot beschikbaar vermogen tegenover een geringe warmteafgifte, vanwege het hoge rendement van klasse D schakeling. In die techniek ligt ook meteen de enige beperking van de versterker, het is in mijn ogen geen powerhouse zoals een echte klasse A/AB versterker of een forse KT-88 buizenbak. De Tentlabs kenmerkt zich eerder door een speelse lichtvoetigheid met voldoende, neutrale laagweergave. Hij heeft daarbij wat meer moeite met het neerleggen van een fundament. Compromissen. Alleen in een ideale wereld zijn alle goede eigenschappen van diverse technieken te combineren. Met een prijs voor de DIY kit van 2900 euro is de Tentlabs een voordelige high end koop, zelfs compleet gebouwd voor 3400 Euro is hij zijn geld meer dan waard. De Tentlabs DIY versterker staat garant voor uren luisterplezier met elke soort muziek die u kunt bedenken.

Prijs:

Tentlabs DIY versterker als kit 2900 Euro
Gebouwd 3400 Euro

Fabrikant:

Tentlabs
Eindhoven
Web: www.tentlabs.com

Gebruikte apparatuur:

Analoog: Transrotor Super Seven 40/60alu/TMD platenspeler Transrotor SME 5009 pickup arm Transfiguration Axia low output MC-element

Digitaal:

Cyrus CD Xt SE loopwerk Cyrus PSX-R voeding DHTRob Musique Juste non-oversampling, non-filtering, buizen D/A-converter Tentlabs DIY cd speler

Radio:

Magnum Dynalab MD-90 tuner Magnum Dynalab ST-2 FM antenne

Versterking:

H.A.T. PH-2 phono versterker met PHS-2 voeding H.A.T. LA2 Mk II lijnvoorversterker Manley Snapper mono eindversterkers Tentlabs DIY versterker

Luidsprekers:

Focal Diablo Utopia III Ruark Sabre III

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Kemp, Crystal Cable Power Reference, Crystal Cable Power Ultra, Supra LoRad (DIY), Hanze Hifi, TAF Netfilter: Kemp Elektroniks Power Source, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source Netspanning: Kemp Elektroniks Quantum Approach plug, Supra MD-06 EU Mk II verdeelblok, AHP Neozed zekeringen

Kabels:

Interlinks analoog: Crystal Cable Connect Ultra, Crystal Cable Connect Reference, Crystal Cable Connect Interlinks digital: Canare LV-77S LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference, Chord Company Odyssey 4

Accessoires:

Meubel: Spectral Straight TV915, Gingko Audio platformen, plexiglas plaatmateriaal LS-stands: Focal Diablo Utopia III, Target MR60 Overig: Master Base Mbase/1, Acoustic Analysing TVA dempers, Composite Products CF-Cones, Target SpikeShoes, Acoustic System diffusers, Acoustic System Resonators Basic + Silver, Okki Nokki platenwasser, Rothwell Attenuators, Allnic Absorb-GEL, Oehlbach Phaser