Apple TV - van hobby naar liefhebberij


Guido de Kanter | 01 november 2011 | Apple

Niet lang na de introductie van de eerste Apple TV in 2007 noemde Steve Jobs het ding “een hobby”. Oftewel: het product had geen prioriteit, wat ook wel te merken was aan het jarenlange gelijk blijven van modellen en software. Maar in de herfst van 2010 kwam er een nieuwe versie (120 euro) op de markt, die sinds oktober 2011 eindelijk ook in Nederland verkrijgbaar is.

Deze nieuwe versie is nauw verwant aan iOS-apparaten als de iPhone en de iPad, en leunt sterk op diensten uit ‘de cloud’, zoals online videoverhuur uit de iTunes Store. Is de Apple TV met deze nieuwe versie het hobbystadium ontgroeid?

Al sinds de eerste Apple TV op de markt is, heerst er bij potentiële kopers verwarring over waarvoor het product nu eigenlijk bedoeld is, en wat voor mogelijkheden hij wel en niet biedt. Is het een Home Theater-PC? Nee. Is het dan een soort videorecorder of tv-tuner? Ook niet. Aan vrienden en kennissen omschreef ik het apparaat altijd als een ‘iPod voor je thuistheater’. De iPod maakt de inhoud van je iTunes-bibliotheek toegankelijk als je onderweg bent, en de Apple TV maakt diezelfde content beschikbaar op je televisie (eventueel aangevuld met een geluidsinstallatie, natuurlijk). Vandaar de naam.

De eerste generatie Apple TV was in feite een kleine Mac: er draait een gestripte versie op van Mac OS X 10.4 ‘Tiger’, en wat betreft de hardware is er 256 MB werkgeheugen en een 1 GHz Pentium M aan boord. (Het ding wordt ook verdacht heet, zelfs als je er niets mee aan het afspelen bent.) Muziek en films komen uit de computer, maar die hoeft niet per sé aan te staan, omdat er een harde schijf in zit. Daarop kun je, net als op een iPod, muziek en films zetten.

 
Foto: Apple TV; erg compact

Inmiddels is de eerste generatie Apple TV van Apple’s prijslijsten verdwenen, maar zijn opvolger is nog niet in Nederland verkrijgbaar. Maar dat hoeft een Nederlandse koper niet tegen te houden: diverse Nederlandse webshops bieden hem aan, en in de ons omringende landen Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië is hij wel op de markt. In de eurolanden kost hij 120 euro.

Aansluiten
Het allereerste dat opvalt aan de nieuwe Apple TV is het piepkleine formaat. Het kunststof behuizinkje uit één stuk meet 10 x 10 x 2,3 cm. Op het apparaat is een beperkt aantal aansluitingen voorhanden: beeld en geluid (HDMI), netwerk (ethernet en WiFi), geluid ‘los’ (alléén optisch digitaal, niet analoog), en ‘220’. Inderdaad: Apple slaagt erin om in dit mini-apparaat ook nog de voeding onder te brengen, in plaats van de gebruiker op te zadelen met alweer een onhandige losse adapter. Prima gedaan. Minder is dat er geen HDMI-snoer wordt bijgeleverd, een ‘accessoire’ waar de meeste winkels al gauw een paar tientjes voor vragen. Ten slotte is er ook nog een Micro USB-aansluiting aanwezig, maar die is volgens opgave van Apple bedoeld voor reparatie-doeleinden en doet standaard niets.

 
Foto: de achterzijde van de Apple TV 

Hardwarematig lijkt de Apple TV sterk op de iPad. De gebruikte Apple A4-processor, het 256 MB werkgeheugen, en de netwerkcontroller zijn allemaal hetzelfde. Ook heeft de Apple TV flashgeheugen aan boord, 8GB om precies te zijn, maar dat geheugen is niet bedoeld als opslag. iPods, iPhones en iPads, en ook de vorige Apple TV, zijn met content te vullen vanuit iTunes, maar op de nieuwe Apple TV ontbreekt die mogelijkheid. Hier is het flashgeheugen alleen bedoeld om van op te starten, en als tijdelijke opslag voor gehuurde films.

Gebruikservaring

Het apparaat bevat zelf dus geen muziek, foto’s of films, en heeft daarom een PC of Mac nodig waarop iTunes aan staat. Computer en iTunes leveren dan via het netwerk de content die op de Apple TV kan worden afgespeeld. Voor de energierekening is dit minder goed nieuws: de Apple TV zelf is met zijn verbruik van 5 watt zeer energiezuinig, maar dat de computer er permanent voor moet aan blijven staan is een milieuonvriendelijke bijkomstigheid. Zeker voor wie nog een Pentium 4 gebruikt of een zwaar werkstation dat veel stroom verbruikt.

Dit nadeel zou nog tot daar aan toe zijn als de Apple TV de iTunes-computer met Wake-On-LAN uit de slaapstand kon wekken. Zo’n voorziening zou makkelijk aan de software toe te voegen moeten zijn, maar ze ontbreekt. En er is nog meer weggelaten. Anders dan andere netwerkspelers communiceert de Apple TV niet zelfstandig met NAS-schijven. Mediaservers die onder iTunes op PC of Mac worden herkend als iTunes-server, worden niet gezien op de Apple TV. En met UPnP/DNLA weet het apparaatje ook geen raad.


Foto: Apple TV afstandsbediening 

Gebruikservaring
Zoals van Apple verwacht mag worden, is de gebruikersinterface aantrekkelijk om te zien en intuïtief te bedienen. De besturing gebeurt met het aluminium afstandsbedieninkje dat is bijgeleverd, en dat maar zeven knoppen heeft. Volumeregeling hoort daar overigens niet bij; de mogelijkheid om de geluidssterkte te regelen ontbreekt geheel op de Apple TV.

Het gemis aan knoppen draagt wel bij aan het grote bedieningsgemak. Behalve als er eens tekst moet worden ingegeven, bijvoorbeeld om een wachtwoord op te geven. Dan blader je je een ongeluk door het menu van tekens. Best frustrerend.

Gelukkig is de Apple TV ook te bedienen met een iOS-apparaat –dus een iPod Touch, iPhone of iPad–; en daar is dan een qwerty-toetsenbord voorhanden. En de iOS-apparaten kennen sinds versie 4.2 van het iOS nog een kunstje: AirPlay. Daarmee kun je content: muziek, films en foto’s – naar de Apple TV streamen.

 


Foto: Apple TV

Met de iPad 2 kwam ook de mogelijkheid tot mirroring: het weergeven van wat er op het scherm van de iPad 2 te zien is via de Apple TV op de televisie. Alles wat op het scherm van de iPad te zien is, wordt daarbij draadloos verzonden naar de Apple TV. De televisie en de iPad 2 tonen dan precies hetzelfde beeld, wat je ook aan het doen bent. De enige beperking is dat bij video het iPadscherm zwart blijft, en deze alleen op de televisie te zien is. Deze mirroring-functie werkt ook met de nieuwste iPhone, de 4S.

Eén van de redenen om een Apple TV aan te schaffen is natuurlijk de mogelijkheid om films te huren. Een film huren kost 3 of 4 euro, afhankelijk van de leeftijd van de film. Voor de HD-versie, mits beschikbaar, betaal je een euro meer. Na het downloaden heb je 30 dagen de tijd om de film te gaan bekijken, en heb je de film eenmaal gestart, dan heb je 24 uur de tijd om hem af te kijken. Dit kan wel een onbeperkt aantal keren. De kwaliteit van de films is prima: SD-films liggen op dvd-niveau, en de HD-films zijn duidelijk scherper. Helaas is de resolutie ervan wel beperkt tot 720p, ook al omdat de Apple TV niet meer aan kan. Het 5.1 surroundgeluid is goed, ook al worden sommige films slechts met stereo aangeboden.

Conclusie

Het voordeel van een online videotheek is natuurlijk overduidelijk: onmiddellijke levering, niet het gedoe van naar een reguliere videotheek moeten fietsen, geen boetes wegens te laat terugbrengen, of, als je het huren vergelijkt met illegaal downloaden: je steelt niet, en de film komt razendsnel binnen. Maar dan moet er wel een groot assortiment beschikbaar zijn! En daar wringt het voorlopig. Het aantal Nederlands gesproken of ondertitelde titels is zeer beperkt. Daarbij: de films die voorhanden zijn, zijn voor het grootste deel mainstream titels. Liefhebbers van documentaires of ‘filmhuisfilms’ komen met het huidige aanbod vermoedelijk niet voldoende aan hun trekken.

Wie zijn of haar dvd’s wil zien op de Apple TV, of films heeft in DIVX, XVID, mkv en dergelijke – die zal dat materiaal moeten omzetten naar een formaat waar iTunes en de Apple TV mee overweg kunnen. Hiervoor is een programma als Handbrake nodig. Dit extra werk (en de lange tijd die er met het ‘renderen’ gemoeid is) maakt de Apple TV er niet aantrekkelijker op, ook al omdat vergelijkbare netwerkspelers allemaal met veel meer formaten compatible zijn.

Beeld en geluid
Over de kwaliteit van beeld en geluid kan ik kort zijn: daar laat het kleine Appletje niks aanbranden. Met goed videomateriaal levert de Apple TV een uitstekende beeldkwaliteit, ook al is die, als gezegd, beperkt tot 720p. Voor muziek is de Apple TV ook een verantwoorde bron. Met een goede optische kabel aangesloten op mijn Behringer upsampler en de Apogee MiniDAC, klonk de Apple TV met mijn iTunesmuziek (voor het grootste deel in AIFF, WAV en Apple Lossless) net zo goed als uit de Mac.


Foto: Apple TV in actie

Alternatieven
De Mac waar ik het over heb is in gebruik als een multimedia-computer voor in de huiskamer, en die doe ik niet weg – en zeker niet ten gunste van een Apple TV. Ik ben beslist een voorstander van een multimedia-computer in de installatie, omdat zo’n apparaat in mijn ogen elke netwerkspeler –van Apple of welk ander merk ook– met groot gemak verslaat.

Neem een Mac Mini: zo’n ding kost 600 euro, en met Bluetooth toetsenbord en trackpad erbij 740 euro. Wie al een goede losse DAC in zijn of haar installatie heeft, heeft verder niets nodig. Daarmee vergeleken: een ‘audiofiele’ netwerkspeler kost hetzelfde of meer, en zo’n apparaat speelt alleen maar muziek. Een ‘mainstream’ audio/video-netwerkspeler is een stuk goedkoper, maar levert meestal niet dezelfde kwaliteit, is vaak omslachtig te bedienen en is een stuk minder veelzijdig. En er is nog een netwerk-harde schijf of een server bij nodig. De Apple TV levert goede kwaliteit, maar heeft relatief al helemaal weinig mogelijkheden.

Een multimedia-computer kan worden geladen met software om alle mogelijke formaten en streams af te spelen en eventueel te bewerken; je kunt erop downloaden, beheren en bewaren; en je kunt er eventueel nog andere dingen op doen die in de huiskamer nuttig, makkelijk of leuk zijn, zoals even je mail controleren, surfen of full-screen videochatten. Je navigeert makkelijk op sites als YouTube. Een mooi vormgegeven setje van Apple’s Bluetooth toetsenbord en trackpad is fraai genoeg om op de salontafel te laten liggen. Klaar ben je.

Conclusie
Het is een mooi kastje met goed beeld en geluid, een aantrekkelijke gebruikersinterface, een groot bedieningsgemak, en niet te vergeten een heel schappelijk prijsje. De Apple TV slaat, met wat hij doet, lang geen onaardige figuur. Maar wat de Apple TV allemaal níet doet, is alles bij elkaar best een waslijst. Geen 1080-video. Geen ondersteuning voor video buiten de iTunes-codecs. Geen volumeregeling. Geen HDMI-kabel bijgeleverd. Een beperkte afstandsbediening. Beperkte aansluitmogelijkheden. Koppeling aan een online videotheek waar de keus niet eindeloos is. iTunes (en dus een PC) moet aanstaan. Geen ondersteuning voor industriestandaard mediaservers. 

De Apple TV is onwaarschijnlijk goedkoop voor Applebegrippen, maar ik zou liever iets meer betalen voor meer mogelijkheden. Trouwens: veel van de minpunten zijn makkelijk op te lossen met uitgebreidere software. Dus: hoop doet leven. Er schuilt een killer in de Apple TV!