ARTIKEL

Surround: verleden, heden en toekomst (2)

Thomas van den Bossche | 08 april 2014

In 1992 draait 'Batman Returns' in de bioscopen. Niet bepaald een klassieker die je moét gezien hebben, maar het is wel de eerste film met een AC-3 soundtrack. Dat is een nagelnieuw surroundformaat, dat naderhand omgedoopt wordt tot Dolby Digital.

In tegenstelling tot de voorgaande surroundformaten, werkt Dolby Digital volledig in het digitale domein. Dat brengt met zich mee dat de overspraak tussen de verschillende geluidskanalen uit het analoge tijdperk voortaan tot het verleden behoort.Bovendien krijgen we nu de beschikking over twee gescheiden geluidskanalen achteraan (links en rechts) en worden de beperkingen qua frequentiebereik – voorheen kon het mono surroundkanaal enkel het gebied tussen de 100 Hz en de 7 kHz weergeven – opgeheven.

Low Frequency Effects

Ook het .1 geluidskanaal – dat we vandaag nog steeds volop gebruiken - is een nieuwigheid. Vroeger werden lage tonen soms ook al wel door de home cinema installatie uitgefilterd uit de soundtrack en werden deze naar een subwoofer gestuurd. Maar dat is nog iets anders dan wanneer je een 'echt' apart .1 kanaal – dit wordt ook het LFE (Low Frequency Effects) kanaal genoemd - ter beschikking hebt. Zo'n .1 kanaal is specifiek bedoeld voor (zeer) lage tonen, en dus dient de inhoud daarvan per definitie te worden doorgesluisd naar een subwoofer. Tenzij je die niet zou hebben.

In dat geval moeten de overige luidsprekers – meestal de front links/rechts luidsprekers – het zaakje maar zien weer te geven. Dat is op zich allemaal niet zo ingewikkeld, maar het is zo dat de technici die verantwoordelijk zijn voor het mixen van de soundtrack – vaak wordt voor de dvd/blu-ray een aparte eindmix/master gemaakt – dikwijls ook heel lage tonen in de andere geluidskanalen onderbrengen.

En omdat dergelijke tonen – in regel alles wat zich onder de 80 Hz bevindt – beter kunnen worden weergegeven door een subwoofer, is het slim om deze uit de andere kanalen weg te filteren, en ze gebundeld met het .1 kanaal naar de subwoofer te sturen. Dit alles krijg je voor elkaar door de bass management parameters in de AV-receiver correct in te stellen. Vandaag is Dolby Digital al enigszins voorbij gestreefd – zie verderop -, maar de aanpak qua bass management en het .1 kanaal is tot vandaag nog niet veranderd.

Het Dolby Digital formaat is bij het grote publiek bekend geworden door de dvd, maar het formaat maakte z'n home cinema debuut eerder al op laserdisc. Dat gebeurde in 1995, met de film 'Clearand Present Danger', waarin Harrison Ford een heldhaftige Jack Ryan neerzet.

De T-Rex revolutie

Het Dolby feestje duurt nu bijna een volledig decennium – van 1975 tot 1993 –, maar dan is het uiteindelijk over en uit met de alleenheerschappij van het merk. In 1993 verblijdt Steven Spielberg de wereld namelijk met het grensverleggende 'Jurassic Park'.

De film rijft drie Oscars binnen, waarvan er twee met geluid te maken hebben. Wie de film ooit gezien heeft in een goed uitgeruste bioscoop of in een 'serieuze' home cinema, vergeet allicht nooit meer het moment waarop de spanning tot een ongekende hoogte stijgt op het moment dat de protagonisten in hun gestrande auto wachten op redding, wanneer er in de verte een diep en bijzonder dreigend gedaver weerklinkt, dat kleine rimpels veroorzaakt in een bekertje water. Feit is dat de film een superieure soundtrack heeft, en dat Jurassic Park omdie reden een geweldig visitekaartje is om de dan nieuwbakken DTS surround technologie te lanceren.

Het letterwoord 'DTS' staat voor Digital Theater Systems. Het DTS surround formaat is gebaseerd op de door de gebroeders Mike en Stephen Smyth ontwikkelde Coherent Acoustics codec. De gebroeders Smyth hebben al lang niets meer met de firma DTS te maken. Wel hebben ze zich sindsdien beziggehouden met het ontwikkelen van een weergavesysteem van surround geluid voor hoofdtelefoons. En dat klinkt absoluut geweldig.


EDITORS' CHOICE