TIP

Mythen en Misverstanden 7: Bigger Is Better

Redactie HiFi.nl | 05 november 2009

Met behulp van zowel een goede adviseur als een eigen mening kan elke HiFi-liefhebber zijn of haar droomsysteem samenstellen. Uiteindelijk hoeven we immers enkel ons muzikaal gehoor te gebruiken.

Bij het zoeken naar nieuwe audiojuwelen is een nuchtere instelling van belang want sommige dingen in de audiowereld zijn eerder verwant aan het welbekende `bling-bling` effect dan puur noodzakelijk. Vergulde pluggen en aansluitingen zijn steeds meer populair geworden omdat ze mooi ogen, terwijl het goud eigenlijk als anti-corrosielaag moet dienen. Dat goud heeft dus wel degelijk een praktische functie maar groter-dan-groot luidsprekerklemmen klinken niet beter dan een paar goede maar onopvallend ogende 4 mm banaan-bussen.

De ultradikke fronten waarmee sommige apparatuur is versierd zeggen op zich ook weinig over de verdere constructie en vrijwel niets over de weergavekwaliteit. Een dergelijk front zou dus geen hoofdrol moeten spelen in de koopbeslissing (maar het oogt natuurlijk wel mooi). Waar de zwaardere bouwkwaliteit van betere HiFi echt helpt is in de algehele constructie van het chassis en vooral (SA-)CD-spelers hebben daar veel baat bij. Het chassis zou niet resonant moeten zijn (wat gemakkelijk kan worden gecontroleerd door er op te kloppen). Een doordachte constructie is daarom belangrijker dan een fors gewicht.

Aardig wat nieuwe kwaliteits-HiFi wordt tegenwoordig voorzien van zogeheten `schakelende voedingen` en dergelijke apparatuur is nou eenmaal vrij licht op de hand, zodat men onderhand anders tegen het gewicht-onderwerp zal moeten aankijken. De notie: `bigger is better` gaat met name bij electronica in het het geheel niet op. Natuurlijk zal een versterker met een 500 Watt RMS vermogen nooit erg petite uitvallen, maar een daadkrachtig 50 Watt klasse A/B exemplaar kan zo compact als een schoenendoos worden gemaakt.

Dat is met name in Groot Britannië al jaren een nationale audiosport, vandaar dat er tegenwoordig aardig wat `shoebox` (Cyrus, Heed, DNM) of `LP-box` (Quad, Linn, Meridian) apparatuur verkrijgbaar is. Helaas hebben Linn en Meridian de LP-breedte/diepte schaal losgelaten maar compact zijn de apparaten uit Glasgow en Huntingdon nog altijd. Zelfs in de Verenigde Staten wordt electronica in toenemende mate zeer compact uitgevoerd en gevat in fraaie behuizingen (Ayre, Bel Canto, PS Audio).

Uiteindelijk zal elk apparaat op de klankmatige merites moeten worden beoordeeld; niet op het gewicht, het formaat of het uiterlijk. Wel kan er worden gesteld dat hoogwaardige audio-electronica in het klein heel fijn kan zijn.


EDITORS' CHOICE