REVIEWPASS LABS

Review: Pass Labs XA25-eindversterker

Nelson Pass is een legendarische ontwerper van versterkers, voornamelijk eindversterkers, die nooit stilzit en als credo heeft dat werken gezond is. Inmiddels is hij 65 geworden en nog altijd druk bezig zowel voor Pass Labs als voor een grote groep mensen die zijn andere ontwerpen nabouwen en gebruiken. Want Nelson Pass deelt graag zijn kennis. In het 22ste productiejaar van de X en XA versterkers brengt zijn bedrijf een nieuw type versterker op de markt dat duidelijk afwijkt van wat wij gewoon zijn van Pass Labs, zoals de rijen transistoren, gebalanceerde schakelingen en overmatig grote transformatoren. Niet omdat Pass zo nodig anders wil, maar omdat de hedendaagse elektronica het toelaat om goedkoper en toch betrouwbaar te fabriceren zonder aan het karakter van een echte Pass Labs afbreuk te doen.

De XA25 is een pure klasse A versterker en dat is te zien aan het vele koelmateriaal dat aan de zijkanten is gemonteerd. De versterker levert 2x25 Watt aan 8 Ohm dat oploopt tot 2x200 Watt piekvermogen aan 2 Ohm. Want al is de instelling klasse A tot 25 Watt, daarna gaat een Pass gewoon nog een heel stuk verder als kortstondig vermogen nodig is voor muziek en blijft tot zelfs 50 Watt in puur klasse A werken. Om maar gelijk door te gaan met specificaties: de totale versterking is 20 dB, de dempingsfactor aan 8 Ohm is 500, de stijgtijd 100V/µS en de ingangsimpedantie een voorversterker vriendelijke 47 kOhm. Als ik mijn klassieke Pass Labs XA30.5 open maak, die maar iets meer vermogen kan leveren, dan zie ik maar liefst 20 eindtransistoren per kanaal zitten.

In de XA25 tref ik er per kant slechts twee aan, die er heel anders uitzien dan vroeger. Deze nieuwe FET vermogens transistoren staan in push-pull opstelling en kunnen per stuk 700 Watt verwerken. Ze koppelen direct aan de luidsprekers, zonder bias weerstanden, en zorgen zo voor een hoge dempingfactor en lage vervorming. Resulterend aldus Nelson Pass in een grotere dynamische impact dan verwacht mag worden van een 25 Watt versterker. Gebleven zijn de klassieke low power JFET en in cascade geschakelde MOSFET transistoren die de X en XA versterkers sinds jaar en dag kenmerken. De gehele versterker is gelijkstroom gekoppeld en bestaat uit maar drie versterkertrappen, alle drie in push-pull opstelling. In de nieuwe schakeling is minder feedback nodig en hij werkt met een hogere bias stroom, terwijl de thermische stabiliteit zelf is verbeterd.

Er worden geen gelijkstroom servo’s gebruikt of frequentie compensatie. Kosten konden bespaard worden, op het uiterlijk en daarom vindt u geen biasmeter op de voorzijde, op de voeding waarin een kleinere voedingstransformator gebruikt kan worden dan in de klassieke, energie slurpende X en XA serie, uiteraard de hoeveelheid uitgangstransistoren en het circuit is niet gebalanceerd maar single ended. Dus geen XLR aansluitingen op de achterzijde maar alleen RCA, het maakt het elektrische circuit wel eenvoudiger en minder onderdelen zitten in de signaalweg. Zoals het Pass Labs betaamd is er niet bezuinigd op essentiële zaken, zoals op de voeding die opgebouwd is met een pakket aan condensatoren, de degelijkheid van de kast, de zware Furutech luidspreker-aansluitingen of de koeling. Een Pass Labs wordt warm en moet ruimte om zich heen hebben, tegelijk wordt een Pass Labs nooit te heet onder normale omstandigheden, zelfs niet na uren te hebben staan werken op een mooie zomerse dag.

Op het gefreesde aluminium voorpaneel zit slechts een enkele, zwak lichtgevende blauwe LED (hulde!) en de aan-/uitschakelaar. Op de achterzijde de in- en uitgangen, de netentree en een paar handgrepen om de ongeveer 25 kilo zware versterker wat handzamer te maken. De versterker meet 43 x 43,5 x 15cm en dat is inclusief de handgrepen en aansluitingen. De XA25 heeft een inspeeltijd van ongeveer twee weken en daarna is hij na circa één uur volledig op klank en temperatuur.

Pass Labs XA25 - Kleine opstelling

Ik speelde eerst met de XA25 in mijn kleinere opstelling bestaande uit een Bluesound Node 2 als digitale bron, een Metrum Acoustics Adagio DAC/voorversterker en een paar Harbeth P3ESR luidsprekers op Tonträger stands. Tussen DAC en eindversterker een Crystal Cable interlink, tussen Node en DAC een AudioQuest kabel. Netsnoeren komen ook van AudioQuest, de luidsprekerkabels zijn Simply Audio Cadenza. Omdat de DAC een eindversterker rechtstreeks kan aansturen gebruik ik geen lijnversterker. De tweede set is mijn hoofdsysteem waarin een NAD M50/52 combinatie een Metrum Acoustics Pavane Level 2 DAC van digitaal signaal voorziet, een Audia Flight Strumento No.1 lijnversterker is opgenomen met een paar PMC fact.12 luidsprekers die op Townshend Seismic Isolation Podiums staan.

Kabels hier merendeel Crystal Cable, met uitzondering van een Yter analoge, gebalanceerde interlink tussen DAC en lijnversterker en Apogee digitale kabels. Een PS Audio P5 voedt alle bronnen en digitale apparatuur, de eindtrappen staan rechtstreeks op het lichtnet aangesloten. In de kleinere opstelling staat normaliter een Pass Labs XA30.5 te spelen, aan de PMC’s hangt een X250.5. Pass Labs. De klank van Pass Labs is mij dus niet vreemd, wel moet ik toegeven dat ik de nieuwere .8 series alleen ken van beurzen en nooit thuis heb beluisterd.


EDITORS' CHOICE