REVIEW

J.S. Bach

Sander Mijnster | 13 juni 2002

Sonates en Partita’s voor viool solo – Sonates voor viool en klavecimbel
Lucy van Dael, barokviool – Bob van Asperen, klavecimbel

Net als bij de Brandenburgse concerten bezit de autograaf van de Sonates en Partita’s voor viool solo een voor Bach ongekende precisie.

In veel gevallen noteerde Bach door de grote tijdsdruk waarin hij werkte weinig nauwkeurig zijn bedoelingen en liet hij het uitwerken en noteren over aan zijn vrouw Anna Magdalena of een enkele leerling. Zo kunnen we bij veel passages in bekende werken van Bach nog altijd vraagtekens plaatsen over de juistheid van uitvoeren. Inmiddels is er onnoemelijk veel werk verricht door historisch georienteerde musici en musicologen door telkens opnieuw terug te grijpen op de Urtext.

De autograaf van de werken voor solo viool is echter een voorbeeld van concentratie, nauwgezetheid en bezit een kalligrafische schoonheid die we zelden aantreffen in Bach’s handschriften. Wat dat betreft is reconstructie en onderzoek bij deze werken van minder belang, ware het niet dat natuurlijk nog steeds veel te ontdekken valt op het gebied van een historisch verantwoorde speelwijze. Zaken als stokvoering, spelen met of zonder kinsteun of de muzikale taal ten tijde van Bach zijn zaken die nog altijd onderwerp van studie vormen en een zekere mate van herbronning behoeven.

Dat barokviolisten, ondanks het historische geïnformeerd zijn tot geheel andere interpretaties komen bewijzen twee recent uitgekomen opnamen van deze uitermate moeilijke Bach werken. Zo trakteerde Sigiswald Kuijken ons onlangs op een starre en dogmatische interpretatie, die ondanks een verbluffende virtuositeit en enkele interessante aspecten al snel op de stapel goedbedoeld maar volgende keer beter belandde. Begrijpelijk dat liefhebbers, opgegroeid met Grumiaux, Milstein, Szeryng of Heifetz dit soort historische “correctheid” snel af zullen doen als een drammerig manierisme en zich hoofdschuddend en tot in het diepst van de ziel gekwetst kordaat de nog altijd tot tranen roerende opname van Grumiaux uit de kast halen. De argwanende houding bij het verschijnen van weer een nieuwe opname met het predikaat “historisch verantwoord” is wat dat betreft een dienende en gezonde om met het oog op de toekomst de inspanningen te blijven volgen van al die notenkrakers met hun darmsnaren en rebellerende opvattingen en zo ons gaandeweg leert het kaf van het koren te scheiden. Zo beklijfden uiteindelijk de prachtige uitvoeringen van grote musici als Philippe Herreweghe, Ton Koopman, Gustav Leonhardt, Frans Brüggen, Paul McCreesh en vele anderen in de oude muziek.

Naast historisch onderzoek blijft de muzikale persoonlijkheid nog altijd de doorslaggevende factor en bestaat er niet zoiets als het laatste woord. Een musicus aan het werk met deze Bach vioolwerken zal naast een onberispelijke techniek, moeten beschikken over de grootst mogelijke muzikale intelligentie en vooral een door de jaren gerijpt inlevingsvermogen.

En dan komen we bij Lucy van Dael, gepokt en gemazzeld in het oude muziek circuit. Al vroeg besloot ze, na haar studie aan het conservatorium in Den Haag, zich te specialiseren op de barokviool en werkte nauw samen met de veeleisende Gustav Leonhardt en samen met Frans Brüggen richtte ze het orkest van de 18de eeuw op.

En dan haar Bach: in één woord een droom! Hier speelt een violiste van uitzonderlijke klasse met een volstrekt eerlijke drang en vermogen om te komen tot de essentie van deze stukken. Vrij en ongebonden komt ze tot een zeer idiosyncratische interpretatie waarbij zaken als frasering, accenten, een geraffineerd gebruik van dynamiek en versieringen zo vanzelfsprekend zijn dat de luisteraar zich snel thuis voelt in deze tijdloze muziek. Zelfs de altijd vrij weerbarstige Chaconne uit de tweede Partita klinkt plotseling logischer en begrijpelijker door van Dael’s natuurlijke zinsbouw, haar vrije rubato en ongeforceerde toon. Gespeend van elke vorm van ijdeltuiterij of misplaatste zwaarwichtigheid voert zij ons door de wereld van Bach’s diepste ziele roerselen, in Sarabandes, Menuetten, Gigues, Fuga’s of trieste Graves. Een grootse interpretatie en uitvoering die zonder voorbehoud een plaats verdient naast die van Arthur Grumiaux, Nathan Milstein of Henryk Szyring!

Om de keuze gemakkelijk te maken rekent Naxos voor de 4 cd box slechts de prijs van twee cd’s. U krijgt er dan de al even schitterende uitvoering van de sonates voor viool en klavecimbel met Bob van Asperen als Lucy’s begeleider, geheel gratis bij.

Naxos 8504027 (4cd)


EDITORS' CHOICE