REVIEWPrimaLuna

Review: PrimaLuna EvoLution EVO 100 Tube Digital Analogue Converter

SAMENVATTING

De EvoLution EVO 100 DAC kan wat mij betreft meespelen in de hoofdklasse en zal zeker voor eigenaren van PrimaLuna versterkers een welkome aanvulling zijn op de set. Voor ieder ander is de EvoLution EVO 100 DAC mogelijk het eerste product van PrimaLuna in huis, met deze weergave kwaliteit vast niet het laatste

PLUSPUNTEN

  • Gebouwd voor muziekweergave en niet voor techniek
  • Oerdegelijke bouw
  • Vooral stemmen scoren hoog
  • Dynamisch en stil

MINPUNTEN

  • Geen DSD, MQA, et cetera
  • Lage tonen minder strak dan met transistor
  • Beperkt aantal dealers

De vraag naar hoogwaardige digitaal-naar-analoog converters neemt met de opkomst van online muziekdiensten steeds verder toe. Het gebruik van Tidal, Qobuz en Spotify is als aanvulling op de eigen muziekcollectie niet meer weg te denken. Logisch dat ook een bedrijf als PrimaLuna uitkomt met een DAC: de EVO 100.

Een eerdere opzet in de vorm van een ProLogue Classic DAC werd in de ijskast gezet omdat de gehele reeks van PrimaLuna versterkers verschijnt in de EvoLution lijn. Het gaf PrimaLuna de tijd en de mogelijkheid de DAC op sommige punten verder te verfijnen en een uiterlijk mee te geven dat past bij de vormgeving van de EvoLution lijn. Daarna is de EVO 100 in productie gegaan en inmiddels verkrijgbaar.

EvoLution EVO 100 DAC

Hoewel de DAC sterk leunt op de CD spelers van het merk zijn er uiterlijk en inwendig de nodige verschillen. Naast het ontbreken van een CD lade valt het uiterlijk op met de nieuwe frontplaat, waarin twee smalle tekst display’s te vinden zijn, één voor de aanduiding van de gekozen ingang, de tweede geeft de sample rate aan. Naast de displays zitten druktoetsen om een ingang te kiezen als u de remote even niet bij de hand hebt. Bij de speler is standaard een onverwoestbare afstandsbediening aanwezig in de doos, waarmee ook de display in stappen kan worden gedimd en er is een Mute knop.

De kap over de buizen bestaat uit een metalen rooster, rondlopend met horizontale spijlen en glas aan de zijkanten. De behuizing is smaller dan diep, aan/uit schakelaar aan de zijkant en ingangen alleen aan de achterzijde. De 12 kilo zware DAC doet eerder denken aan een versterker dan aan een converter. Interessant is bij PrimaLuna altijd de gekozen techniek, waarvoor we afdalen in het inwendige van de DAC, om direct daarna een muzikale wereld openen. Als ik de kap weghaal is daar de EVO 100 schakeling met ECC83/12AX7 buizen voor de versterking, ECC82/12AU7 stuurbuizen en GZ34/5AR4 gelijkrichters, alles in een dubbel mono opstelling. Een paar flinke Nichicon condensatoren flankeren de gelijkrichterbuizen. Mooie keramische buisvoeten omsluiten de pinnen van de buizen, die allemaal het PrimaLuna logo dragen. De prijs van het moois is 3.100 euro.

SuperTubeClock

Als ik de bodemplaat losmaak ontdek ik nog een extra buisje dat op één van de printplaten zit, dicht bij de sample rate converter en de Burr Brown PCM1792 converter chip. Dat is een onderdeel van de SuperTubeClock, die synchroon zowel de Sample Rate Converter als de DAC chip van kloksignaal voorziet. De oscillator genereert een schone sinus van 24,576MHz, welke met behulp van specifieke hoogfrequent technieken is omgezet in een blokgolf met zeer hoge flanksnelheden, zodat er geen (tijd-)ruimte ontstaat voor jitter-generatie op de SRC en de DAC chip. Geheel in lijn met het gegeven dat de steilheid van de flanken omgekeerd evenredig is met de hoeveelheid lokaal -on-chip- ontstane jitter.

De klok is gebouwd rondom een Russische mini triode buis, ooit speciaal ontworpen voor oscillator circuits. Triode buizen hebben een lage eigen ruis en zijn extreem lineair als ze op de juiste manier worden ingezet. De blokgolf die wordt opgewekt is haast ideaal en vrij van ruis tussen 10 Hz en 100 kHz ten opzichte van de oscillatie frequentie. Het digitale PCM (of DoP) signaal dat binnenkomt via Toslink, RCA, AES/EBU of USB brengt de DAC altijd via asynchrone sample rate conversie naar 24bit/192kHz. Daarmee ontstaat een effectieve jitter-onderdrukking met frequentie- en fase lineair gedrag tot ver buiten de audioband. Als direct gevolg daarvan treedt er geen fasedraaiing op binnen de audioband, altijd verwijtbaar aan digitale en analoge filters, waarmee de implementatie van MQA niet meer nodig is. Geaccepteerd aan AES/EBU, RCA coax en optische ingangen zijn sample rates tot 24 Bit/192 kHz PCM en DSD DoP64. Op USB gaat dat door tot 32 Bit/384kHz PCM en DSD128. Voor DSD gaat het om DoP en D2P, geen DSD Native Mode.

Scheiden en koppelen

Wat vervolgens opvalt aan de binnenzijde is het gescheiden houden van de aarde van de digitale en analoge circuits en RF ontkoppeling om onderlinge beïnvloeding te voorkomen. Daarboven op is er een galvanische scheiding tussen de digitale trappen (tot en met de I/V converters) en de analoge trappen, gerealiseerd met voor PrimaLuna ontwikkelde gebalanceerde 1:1 transformatoren. De stroom/spanning (I/V) omzetting vindt gebalanceerd plaats met als gevolg halvering van de harmonische vervorming, verdubbeling van dynamisch bereik en verdubbelde signaal/ruisverhouding. Dat laatste is puur theoretisch want de converters hebben al een S/R van 127 dB. De losse USB print werkt op basis van een XMOS chip en de AES/EBU ingang is met een digitale transformator gekoppeld.

In de DAC zie ik de nodige voedingen voor de digitale circuits en voor de analoge. In het hard wired analoge buizengedeelte wemelt het van de DuRoch premium audio condensatoren. De EvoLution EVO 100 levert een uitgangsspanning van 2Volt nominaal, heeft een frequentiebereik van 20Hz-20kHz +/- 0.5dB, een kanaalscheiding van 90dB met een dynamisch bereik van minimaal 120dB. De uitgangimpedantie is 2800 Ohm. Dat is hoog voor belastingen die tot onder de 10 kOhm kunnen zakken. Het uitgangssignaal neemt op dat moment proportioneel af, de vervorming neemt beslist niet toe. Dat komt omdat de "eind" buis (ECC82/12AU7) heel ver in klasse A staat ingesteld, met de twee buishelften parallel, waardoor het lineaire gebied nog eens tweemaal zo groot is.

Van file tot conus

Een opstelling is gemaakt met een Melco N10 Digital Library als opslag, verbonden op de Player poort met een Auralic Aries G1 Digital Transporter. Koppelingen naar de EvoLution EVO 100 DAC gaan afwisselend via AES/EBU, RCA en USB. Het analoge signaal uit de DAC voert via Crystal Cable Connect Ultra kabels naar mijn geliefde Audia Flight Strumento No.1 lijnversterker en gaat vervolgens met gebalanceerde Yter kabels naar een Pass Labs X250.5 eindversterker. Die voedt een paar PMC fact.12 luidsprekers met Townshend Audio Maximum Supertweeters. De EvoLution EVO 100 DAC neemt het op tegen mijn referentie DAC, een Metrum Acoustics Pavane Level II, welke gebalanceerd is aangesloten met een set Yter interlinks. Alle voedingen krijgen hun netspanning vanuit een PS Audio P5 Power Plant, alleen de Pass Labs staat rechtstreeks op de audiogroep. Dat USB werkt zal niemand verbazen, maar gezien de grote en onberekenbare invloed van een PC als bron, of de Melco N10, of de Auralic Aries G1, allemaal afhankelijk van het OS, de drivers, de Apps en de interface, neem ik die in de beoordeling niet mee. Wel gebruik ik afwisselend de Lightning DS software van Auralic of werk met Roon via een NUC als besturing voor de Aries G1.

Stemmen

Alsof het een buizenversterker betreft, wat het deels ook is, heb ik de EvoLution EVO 100 DAC de nodige tijd gegeven om te spelen in mijn set en telkens goed door te warmen. Dat opwarmen valt reuze mee omdat er geen eindbuizen gebruikt worden. Zelf raak ik opgewarmd door de stem van de Amerikaanse sopraan en jazz zingende Alicia Olatuja die op haar CD “Intuition songs” muziek van vrouwelijke componisten vertolkt. Haar uitvoering van “Ordinairy love” begint met een stuwende bas, waarna stem, slagwerk, trompet en meer wordt toegevoegd. De EVO 100 legt veel nadruk op de stemmen, zonder dat de hoge tonen worden vergeten. Het zijn de bassen welke in lichte mate achterblijven, zo gaan niet zo afgrond diep als met de ladderconverter welke normaal aangesloten staat. Best wel fijn want (te) veel laag geeft alleen maar problemen in doorsnede huiskamers. Met wat heen en weer schakelen kom ik al snel uit op een voorkeur voor de AES/EBU aansluiting, die is warmer van klank, biedt een ruimer stereobeeld en legt wat meer details bloot dan de RCA, USB of Toslink variant. Heeft u op de streamer een AES/EBU uitgang gebruik die dan, zo niet dan kan een 75/110 Ohm digitale trafo van Neutrik of Canare tussen streamer en EVO 100 een zetje in de goede richting geven.

Alicia is inmiddels bezig met “Cheerokee Louise” van Joni Mitchell en dat brengt een fraai stereobeeld met een achtergrondkoor breed in de ruimte. Voorzien van een correcte hoogteafbeelding en genoeg diepte. Een andere vrouw, vooral bekend van audioshows, is Anette Askvik en haar track “Liberty” van de gelijknamige CD. Mocht u denken “het gaat toch om streamen”, dan heeft u gelijk, ik rip de CD’s naar mijn Melco en speel ze op die manier af. Anette heeft een stem op de EVO 100 die in je ziel graaft, omgeven door toetsen, cello, drums en meer. Als een saxofoon invalt zweeft hij door de ruimte, laat een spoor van klanken achter en vult Askvik perfect aan. De verstaanbaarheid van de stem is boven verwachting goed, lage tonen zijn gedefinieerd en via AES/EBU voldoende diep en zwaar. De EVO 100 DAC presteert geweldig in de opstelling en heeft zijn digitale maatjes gevonden in Melco en Auralic. Patrick Bruel vertegenwoordigt de mannen voor mij met “Drouot” dat oorspronkelijk van de Franse zangeres Barbara afkomt. Met alle muziek valt op dat het stereobeeld gevangen blijft binnen de fysieke opstelling van de luidsprekers, diepte en hoogte komen gemakkelijker los. Een observatie die in de afgelopen weken niet anders is geworden. Het zorgt ervoor dat ook Bruel heel gefocust blijft staan, dat zijn stem los is van de band, dat instrumenten achter hem weliswaar een compact geheel vormen, maar niet zo in elkaar overlopen dat de eigen identiteit verloren gaat. Integendeel, elk instrument behoudt de klank, de natuurlijke ambiance en blijft te volgen.

Klassiekers 

Sharon Bezaly heeft in 2005 een prachtige CD uitgebracht met fluitconcerten van Mozart. Zij speelt samen met het Ostrobothniam Chamber Orchestra en verwent mijn oren met haar fluitspel. Waar stemmen erg ver naar voren staan heeft Bezaly juist een plekje gevonden dicht bij de orkestleden, een meer natuurlijke opstelling voor klassiek werk. Heel speels zweven de fluittonen de ruimte in, waarbij de violen achter haar geen moment scherpte aanraken, wel helder en spits van klank zijn. De fluit is geen gemakkelijk instrument om weer te geven, die kan behoorlijk uitschieten op mindere sets, hier zorgt de EVO 100 voor een ronde klank, helder en zuiver, nimmer ondergesneeuwd door het orkest. Nog een stukje gemener is de blokfluit van Pamela Thorby op de CD “Garden of early delights” en ook hier schiet de fluit niet uit de bocht. Erg mooi opgenomen, met veel ruimte om de fluit, zodat de blokfluit ver verheven is boven nijvere pogingen tot musiceren tussen de schuifdeuren in onze jeugd.

Een werk van één van mijn favoriete orkesten, de Academy of St. Martin-in-the-Fields, is het “Concerti grossi” van Händel. Heel fraai staat de solo viool van Iona Brown naast het orgel en omgeven door de andere leden van het orkest. Zo behoort klassiek in mijn oren te zijn: op enige afstand gehouden, in een halve cirkel opgesteld, soliste centraal in de halve cirkel, links en rechts komen net zo ver naar mij toe als Iona. Spits, detailrijk, soepel en muzikaal. Detailrijk genoeg om de kwaliteit van de DAC te herkennen, niet zo uiteen gerafeld dat alleen details nog opvallen en de muziek wordt vergeten. Ik kan wegdromen op deze klanken, de ogen gesloten, luidsprekers verdwijnen virtueel uit de kamer, ik zink weg in mijn eigen bubbel van geluk.

Klassiek zonder aandacht te geven aan piano is onmogelijk, liefst met werk van Chopin en ditmaal uit de vaardige vingers van Arthur Pizarro. Wat ik wil horen en gelukkig te horen krijg zijn het klavier, de snaren en vooral de romp van het instrument al zou de romp nog iets meer aan mogen zetten. Met hetzelfde gemak ligt dat aan de opname waarin de producer meer aandacht heeft gegeven aan de snaren en het klavier dan aan de romp, hoe dan ook, wat ik beluister is een fraaie en natuurlijke klankbalans omgeven met de akoestiek van de opname ruimte. Geen concertzaal, daarvoor is de klank te direct en te klein. Waar Pizarro de dynamiek laat springen volgt de EVO 100 slaafs en gewillig. In zachte passages blijft de EVO 100 presteren en doodstil op de achtergrond, al haalt de EVO 100 niet de absolute rust van een topklasse solid state ladderconverter. In de harde passages is er nooit adem te kort om te accelereren naar een hoog volumeniveau. Daar zitten de grote voordelen van een buis met zijn spanningszwaai die mogelijk is, waar een torretje niet verder komt dan een paar volt.

Niet te vangen jazz

Jazz is zo veelzijdig, je kunt het niet vangen onder één noemer. Ik maak een kleine doorsnede van jazz die mij raakt en waarvan de opname vaak bovengemiddeld goed is. Neem Jim Tomlinson met “Manha de carnaval”, een beetje buiten de boot vallend met de bossa nova compositie, maar wel heel lekker. Waar ik trouwens een hogere mate van spetteren van had verwacht. Het nummer is levendig met een heerlijks sax en snelle klanken van piano en slagwerk, het is mij iets te braaf wat ik nu beluister, te glad en het neemt mij niet mee de muziek in. Opschroeven van het volume helpt niet, dan maar door naar iets anders, het Bobo Stenson Trio met “Song of Ruth” van de CD “Cantado”. Hier is de rust wel op zijn plaats en laat ruimte voor sidderende bekkens, tomtom, piano, gestreken en later geplukte bas. Dynamiek is veel meer benut en details in de hoge tonen zijn heerlijk om tot mij te nemen. De kleinste geluidjes van het slagwerk dansen voor mij in een mooie bol van geluid.

Ik wil zeker weten waar het “inhouden” vandaan komt en speelt “Song of Ruth” nog eens af maar dan met de Auralic Lightning DS software en laat Roon voor wat het is. De weergave is nu intenser, wint aan impact en drama, het stereobeeld komt helaas erg dichtbij, plaatsing van instrumenten is minder natuurlijk, het drumstel lijkt wel om de bas en de piano heen gebouwd. Wat ik zeer waardeer is de hoe de DAC reageert, middelmatigheid zou weinig verschil aangetoond hebben, de EVO 100 legt de verschillen als onder een vergrootglas bloot. In de jazz speel ik daarom zonder Roon door. Afsluiten doe ik met Nik Bärtsch Mobile, van de CD “Continuum” komt “Module 24 19” langs. Een 24 bit op 48kHz resolutie opname en nu eens geen geripte CD. De zware trom welke Bärtsch inzet op de track laat zich gelden, minder dan op mijn referentie DAC, wel met een paar forse dreunen die de vloer doen meebewegen. Het vele slagwerk laat zich in alle facetten beluisteren, de bas en de piano zorgen voor de achtergrond. Muziek staat breed en diep in de kamer, boeit en voert je mee langs de klank- en tempowisselingen die elkaar subtiel afwisselen.

Wijze raad: zoek naar een streamer-oplossing welke het maximale uit de EvoLution EVO 100 DAC zal trekken en laat u niet wijsmaken dat alle streamers en software aan elkaar gelijk zijn. De tijdelijk voor mij beschikbare Auralic Aries G1 is in mijn ogen een aanrader mits gespeeld wordt met de uitstekende Lightning DS software voor jazz of Roon voor klassiek en stemmen. Naar een generieke oplossing kan uw dealer u wellicht leiden en natuurlijk zal uw eigen voorkeur voor de weergave een belangrijke rol spelen.

Het laatste woord

Met de PrimaLuna EvoLution EVO 100 DAC is techniek snel vergeten en verschuift het accent naar het spel en de muziek. Zoals het hoort en waar lang niet iedere DAC aan kan voldoen, ongeacht de prijsklasse. Soms voert techniek de boventoon en heeft het aanbieden van opties als diverse filters, DSD, MQA, analoge ingangen, volumeregeling enzovoort een hogere prioriteit, om toch vooral de vluchtige of met audio minder bekende koper te imponeren. Dat is iets waar geen enkele PrimaLuna zich toe heeft laten verleiden. Het is muziek, muziek en nog eens muziek waar het om gaat. De EvoLution EVO 100 DAC heeft heel wat uren tot groot genoegen staan spelen. Zoals ik gewend ben van een merk als PrimaLuna zonder enig mankeren en de reputatie kennende zal dat tot in lengte der jaren zo kunnen blijven.

De EvoLution EVO 100 DAC kan wat mij betreft meespelen in de hoofdklasse en zal zeker voor eigenaren van PrimaLuna versterkers een welkome aanvulling zijn op de set. Voor ieder ander is de EvoLution EVO 100 DAC mogelijk het eerste product van PrimaLuna in huis, met deze weergave kwaliteit vast niet het laatste. En het mag gerust het enige apparaat zijn waar buizen inzitten, een buizenversterker ernaast is mogelijk heel fraai, maar is echt niet persé nodig.

PrimaLuna EvoLution EVO 100
Tube Digital Analogue Converter
Adviesprijs 3.100 euro

Durob Audio BV
Postbus 109
5250 AC Vlijmen
Telefoon: 073 511 2555
Mail: info@durob.nl
Web: www.durob.nl


EDITORS' CHOICE