Totem Forest

Guido de Kanter | 12 oktober 2006 | Totem Acoustic

“Voor inheemse Amerikanen is hij een `guidance in life`, een gids door het leven en uiteindelijk naar de volgende wereld”, vertelt Wim Verellen van importeur Joenit over de betekenis van het woord ‘totem’. Oprichter Vince Bruzzese zou juist Totem als naam hebben gekozen voor zijn luidsprekerfirma, omdat die andere wereld voor Indianen de echte is. “En de totem zal je gidsen.” Nu moet de recensent eerlijk bekennen dat hij niet echt zit te wachten op een luidspreker die hem naar het dodenrijk begeleidt, maar Bruzzese’s kennelijke doel –een wegwijzende speaker te leveren– doet weldegelijk sympathiek aan. Maakt de Forest Totems belofte waar?

De Forest, Totems grootste tweeweg vloerstaander (4.000 euro/paar) wist zich voor het eerst onder mijn aandacht te brengen tijdens de Rotterdamse Doelen Lente Hifishow van 2005. Daar demonstreerde Joenit een combinatie van de platenspeler Rega P7 met Einstein elektronica en de Totem Forest. Ik was erg onder de indruk van de makkelijke, haast blije speelwijze van de relatief kleine Forests, die zonder problemen Joenits grote Rotterdamse demoruimte wisten te vullen met muziek. “Die moesten maar eens mijn kant op komen”, dacht ik.

En zo gebeurde het ook, al was het testen een langduriger proces dan ik in Rotterdam nog kon vermoeden. Net als een Almeerder woonerf zat de test vol hobbels en bochten. Dit had veel minder te maken met het product zelf dan met de waardeloze omstandigheden in de luisterruimte die ik ervoor bedacht had. De akoestiek was er onwaarschijnlijk slecht, zonder dat dit op het oog direct zichtbaar was. Een behoorlijke tegenvaller dus, en de uitstekende elektronica die ik bij de test aldaar gebruikte hielp er helaas niets aan. En weliswaar heb ik de Forest ook bij me thuis kort aan de tand gevoeld, maar op een oppervlak zo klein als in mijn toenmalige woonruimte, en aangesloten op apparatuur uit de middenklasse, is het niet erg veelzeggend, laat staan fair, om een oordeel te vellen over luidsprekers van het kaliber van de Forest. (Ik wil er wel dit over zeggen: de combinatie speelde wel geweldig. Goedkope elektronica en de ruimtelijke beperkingen lieten de Forest weliswaar niet op zijn best opklinken, maar van halfbakken geluid als gevolg van incompatibiliteit was geen sprake. Integendeel zelfs.)

Mijn afsluitende oordeel heb ik dan ook geveld op basis van een langdurige zitting in Mechelen, waar importeur Joenit me de Forest optimaal opgesteld ter beschikking stelde. Als elektronische omgeving dienden beurtelings de transistoren van Rega, dan wel buizenapparatuur van Einstein. Einstein maakte het enorme prijsverschil in zijn nadeel goed met over het geheel genomen betere akoestische eigenschappen - maar de wisselingen tussen de geniale gloeiers uit Duitsland en de conventionelere trappen van Rega bevestigden naar mijn smaak wèl heel duidelijk één vooroordeel: dat transistoren in het laag strakker zijn en dat ze een drogere, contrastrijkere transientweergave hebben.

Enfin, ik wil hier helemaal niet te lang uitweiden over de gebruikte apparatuur; die was bij Joenit dik in orde. Bovendien heb ik de Forest sowieso met veel verschillende apparatuur gehoord, en daarbij is hij geen moment op me overgekomen als erg kieskeurig. Met één restrictie: als de voorgeschakelde elektronica in het hoog fris klinkt of zelfs meer dan dat, dan zal een combinatie met de Forest hoogstwaarschijnlijk geen gelukkige zijn. Daarover later meer.


MERK

EDITORS' CHOICE