REVIEWB&W

Koopgids 42 inch schermen 2007

Gastauteur | 19 juli 2007 | B&W
Dit artikel is eerder verschenen in FWD Magazine

De in het artikel genoemde prijzen dienen als richtlijn. Voor informatie betreffende actuele prijzen verwijzen we u graag naar ons winkeloverzicht


42-inch televisieschermen

Koopgids

Ze zijn ontegensprekelijk een paar maten groter dan de ‘gewone’ 32-inch tv-toestellen (zie het dossier in FWD10) maar nu ook weer niet zó groot dat je er een hele muur voor hoeft vrij te maken. 42-inch (107 cm) schermen openen de poort naar echte home cinema, terwijl je er net zo goed comfortabel tv op kunt kijken… 

Wie vandaag een 42-inch tv-toestel wil aanschaffen, wordt geconfronteerd met een zeer uitgebreid en divers winkelaanbod. Daar komt bij dat de prijzen sterk uiteen lopen. Zo kost het goedkoopste scherm uit de test – de LG 42PC1RR – 1.300 euro, terwijl je voor het duurste exemplaar – de Philips 42PF9831D – zo maar eventjes 4.000 euro moet ophoesten. We hebben hieronder een aantal aandachtspunten verzameld die je helpen de juiste aankoopbeslissing te nemen.
 

Plasma versus lcd

Er is al heel wat inkt gevloeid over dit onderwerp, maar we zetten de belangrijkste voor- en nadelen van de beide technologieen toch nog even op een rijtje. De lcd-techniek is oorspronkelijk ontwikkeld om zo goed mogelijk stilstaande beelden weer te geven. Lcd-schermen waren in eerste instantie namelijk bedoeld als computerschermen. Pas veel later is men de lcd-techniek ook gaan toepassen op tv-toestellen. Intussen waren de eerste plasmaschermen al op de markt verschenen, zodat bij velen de idee leeft dat lcd een nieuwere techniek is dan plasma. Niet dus. Plasmaschermen zijn daarentegen van in het prille begin ontwikkeld om bewegende beelden optimaal weer te geven. Technisch gezien kan een plasmascherm prima als computermonitor worden ingezet, maar eigenlijk zijn die dingen daar ongeschikt voor. Andersom kan je stellen dat lcd-schermen in het begin feitelijk niet geschikt waren om bewegende film- en tv-beelden weer te geven. De R&D-afdelingen van de grote lcd-fabrikanten hebben intussen echter veel werk verzet, zodat heel wat lcd-schermen tegenwoordig wél vrij goed snelle bewegingen kunnen weergeven. Maar zelfs de beste lcd-schermen moeten op dat vlak nog steeds de duimen leggen voor de betere plasmaschermen.

Een ander punt dat in het voordeel van plasma pleit, is de contrastweergave. Plasmaschermen zijn beter in staat om verschillen tussen licht en donker weer te geven (lees: ze hebben een grotere ‘contrastratio’) en bieden meer detail in de zwarten. Een grote contrastweergave is een erg belangrijke parameter als het gaat om de beeldkwaliteit van een tv, maar speelt een veel minder grote rol bij een computermonitor. Ziedaar de reden waarom lcd-schermen het op dat vlak minder goed doen. Desondanks moet gezegd worden dat de contrastweergave van lcd-tv’s er de laatste jaren met sprongen op vooruit gegaan is.

Een parameter die wél van groot belang is bij computermonitoren is de resolutie. En, toeval of niet, op dat punt winnen lcd-tv’s het dan weer van hun plasma-tegenhangers. Lcd-toestellen met een eigen resolutie van 1.920 bij 1.080 pixels (Full HD) zijn al lang geen uitzondering meer – we hebben er verschillende in de test opgenomen – maar een plasmascherm dat evenveel pixels kan genereren hebben we in de 42-inch klasse nog niet gezien. De hamvraag is dus of de traditionele voordelen die plasma biedt tegenover lcd – de superieure contrastweergave en de meer natuurlijke weergave van bewegingen – opweegt tegen het nadeel van de lagere resolutie. In veel gevallen blijkt dit wel degelijk het geval te zijn, maar in andere gevallen dan weer niet. Feit is dat de meeste plasmaschermen prima resultaten neerzetten in de test, maar dat andere exemplaren dan weer onder de voet worden gelopen door de lcd-jongens. Kortom: het blijft spannend…  

MERK

EDITORS' CHOICE