REVIEW

Oscar Peterson & Nelson Riddle

Jan de Jeu | 11 april 2012

Wanneer de naam van de Canadese pianist Oscar Peterson valt dan wordt die naam in mijn omgeving in negen van de tien gevallen geassocieerd met zijn album ‘We Get Requests’. Een opname van The Oscar Peterson trio uit 1964 waarin, naast Oscar zelf, bassist Ray Brown en drummer Ed Thigpen excelleren. Niet voor niets natuurlijk, want juist in deze samenstelling heeft Peterson enkele van zijn sterkste albums gemaakt. Dat hij zo ontzettend veel albums gemaakt heeft komt voornamelijk doordat hij, naast Art Tatum, de favoriete pianist was van de grootste producer uit die tijd, zijn ontdekker Norman Granz. Granz koppelde hem aan een groot aantal andere grootheden uit de jazz. Maar zijn samenwerking strekte zich ook uit tot de pop.

In de zestiger jaren was de Amerikaan Nelson Riddle één van de belangrijkste arrangeurs/orkestleiders. Frank Sinatra noemde hem ooit zelfs de beste arrangeur ter wereld. Uiteraard is dit discutabel, maar dat hij behoorde tot de allergrootsten uit die tijd zal niemand ontkennen. Zelf plaats ik hem op één lijn met iemand als Gil Evans, de (eveneens Canadese) arrangeur die o.a. met Miles Davis de albums ‘Miles Ahead’, ‘Porgy and Bess’ en ‘Sketches of Spain’ maakte. Een jaar voordat ‘We Get Requests’ verscheen, maakte Oscar Peterson samen met Nelson Riddle in de Radio Recorders Studio in Los Angeles het album dat nu op mijn draaitafel ligt. Te horen zijn het Oscar Peterson trio (in de bovengenoemde samenstelling) en The Orchestra Nelson Riddle onder leiding van Nelson zelf. Zij spelen gezamenlijk tien evergreens die gecomponeerd zijn door mensen als Duke Ellington, Thelonius Monk en Kurt Weill. 

Oscar Peterson

Opener ‘My Foolish Heart’ zet de toon voor dit album. De meeste songs hebben een, door de aanwezigheid van de violen soms romantisch en warm, relaxed  swing karakter. Het opmerkelijkst van dit album is voor mij de ontdekking dat Peterson nu eens niet met zijn overdonderende virtuositeit alle aandacht op zich vestigt. De invloed van Riddle (?) maakt dat hij charmanter klinkt dan ik hem ooit tevoren gehoord heb. Juist daarom treedt zijn perfecte, ijzeren timing nog meer op de voorgrond dan anders.

Met dit verschil dat zijn touch nu volledig in dienst staat van het totale muziekgebeuren. Een enkele keer laat hij zijn ongekende virtuositeit wat meer de vrije loop, zoals in de opener van kant twee; ‘Nightingale’. En natuurlijk in songs als ‘My Prince Will Come’ (mijn favoriet op dit album) en ‘A Sleeping Bee’, waarin Nelson zijn hele orkest de vrije teugel geeft en de uitvoering die van bigbands á la Count Basie en Duke Ellington naar de kroon steekt. Maar zoals gezegd, dit zijn de uitzonderingen. De overheersende relaxte swing geeft dit album een wat ik noem ‘open haard’ karakter. Genieten; met de benen gestrekt en een glas in de hand. Heerlijk!

Nelson Riddle, hier met Frank Sinatra

Onbegrijpelijk dat dit heerlijk muzikale album bij de eerste release in 1963 niet hoog scoorde. Deze heruitgave van Speakers Corner Records verdient het om meer aandacht te krijgen. De persing is prima en zowel aan de hoes als aan de overbrenging van de muziek van de mastertape op het virgin vinyl is alle aandacht gegeven. 

Format: 180 gram vinyl
Label: Verve V6-8562 / Speakers Corner Records
Genre: Jazz/pop /swing


EDITORS' CHOICE