ARTIKEL

De Bocama LA-224B revisited

Daarna werd het een tijdje stil. Tot Peter van Willenswaard in 1996 een artikel schreef onder de titel `De HF309 revisited`. Peter heeft in dat artikel geprobeerd al zijn kennis en inzichten die hij had opgedaan tijdens het repareren en beluisteren van honderden buizenversterkers te combineren in dit ontwerp. Bovendien had Peter door zijn werk voor DeJong-Systems een kijkje in de keuken gehad bij het (toen) succesvolle Audio Innovations. Peter vertrok vanuit de trafo van de 309 en een paartje EL84`s als eindbuizen. Hij probeerde schema zus en schema zo, component x en component y. Uiteindelijk eindigde hij met een schakeling die verdacht veel leek op de schakeling van Menno Spijker/l `Audiophile. Hij had het schema alleen wat vereenvoudigd. En verdomd: zowat alle Audio Innovations versterkers gebruikten dit schema. De AI500, de AI400, de AI300, de AI200, de First en de Second, ze waren allemaal herkenbaar vanuit deze opzet ontworpen. Zo wordt het wiel steeds opnieuw uitgevonden. Maar wat belangrijker is: er scheen zich een zekere consensus af te tekenen hoe je een simpel push-pull paartje eindbuizen (in dit geval EL84`s) gemakkelijk en goed kon aansturen. Peter maakte ook bij zijn keuze van onderdelen gebruik van zijn kennis van de Audio Innovations stal en uiteindelijk was zijn conclusie dat deze schakeling zeer muzikaal was en hem deed denken aan eerdere ervaringen met de multidollar Ongaku en andere single-ended triode-versterkers.

Ook dat is allemaal al weer wat jaartjes geleden. Maar toen ik op marktplaats.nl een Bocama-trafosetje geadverteerd zag staan (voor 150 gulden drie trafo`s) zag ik mijn kans schoon: de Bocama 224B revisited moest er komen. Inmiddels had ik ook goed naar het binnenwerk van een mij ter beschikking staande Audio Innovations 200 gekeken. Uiteindelijk ben ook ik na wat omzwervingen uitgekomen op een mix van Bocama, Van Willenswaard en Audio Innovations 200/400. Hier volgt het schema.


Bocama

Eenvoudiger kan het eigenlijk niet. Ik noem als eigenschappen:

  • Een paraphase-fasedraaier en ingangstrap met ECC88.
  • Een triode-geschakelde push-pull eindtrap met EL84`s en Bocama-trafo`s.
  • Geen overall tegenkoppeling (dat kan als je de versterker in triode schakelt).
  • Een buizenvoeding met de GZ34.
  • Alle gloeidraden ouderwets op wisselspanning.
  • Onderdelen gebaseerd op AI/PvW traditie: Jensen papier-in-olie koppel condensatoren, Beyschlag 1 Watt metaalfilm-weerstanden, Philips elco`s.
  • Uitgangsvermogen: 4,5 Watt per kanaal (in triode-stand).
  • Frequentiebereik: 13 Hz-43 kHz.
  • Ruis en brom: 70 dB ten opzichte van 1 Watt.
  • ECC88: gold-pin Philips SQ.
  • EL84`s: onbekende Russische makelij (Sovtek werkt ook prima).

Ik moet natuurlijk ook iets over de klank en de bouwprijs zeggen. Om met het laatste te beginnen, het hele spul heeft me ongeveer 500 gulden gekost. Maar dat komt ook omdat ik her en der nog wat spulletjes had liggen. Het lijkt met dat voor 750 gulden en een hoop geduld en tijd iedereen dit resultaat moet kunnen reproduceren. De klank? Ik ben het met Peter van Willenswaard eens, dit doet inderdaad denken aan goede triode-versterkers. De klank zit ergens tussen de AI200 en The First van Audio Innovations in. Het klinkt als een (omstreden) cliché, maar een transistorversterker hoef je hier echt niet naast te zetten, dat heeft geen enkele zin. De belangrijkste verschillen met de AI200 zijn dat ik de eindbuizen in triode heb gezet, gebruik maak van olie-in-papier condensatoren en een buis in de voeding heb staan. De First is een echte triode-versterker (die gebruik maakt van push-pull 2A3`s) maar die heeft een complexere schakeling met meerdere versterkende trappen en mist bovendien een buizenvoeding. De AI200 klinkt wat dunner en blikkeriger dan deze 224B-revisited. De kwaliteit van de First wordt niet helemaal gehaald, die heeft nog meer autoriteit, een mooier midden en laag en vooral een groter ruimtebeeld. Ik heb het idee dat met een paartje EL84`s de grenzen wel zo`n beetje bereikt zijn, veel beter dan dit kan gewoon niet (maar: dat hebben er wel meer gezegd, gewoon blijven proberen). Van Peter van Willenswaard begrijp ik dat ook hij ten opzichte van zijn eerdere artikel de EL84`s inmiddels in triode heeft gezet en ook de tegenkoppeling heeft verwijderd. Daarmee zijn de schakelingen van Peter en mij identiek, zij het dat ik een ECC88 gebruik en Peter een ECC83 en we gebruik maken van andere uitgangstrafo`s (waarbij we denken dat de Philipsen het net zullen winnen van de Bocama`s).


EDITORS' CHOICE