REVIEWMarantz

SA-10 en PM-10

Ruud Jonker | 27 september 2017 | Fotografie Fabrikant | Marantz

Marantz heeft in het verleden best een aantal top-producten gemaakt met een hoger prijskaartje. Maar, over het algemeen bouwde en bouwt het merk betaalbare hifi met een voortreffelijke prijs/kwaliteitsverhouding. De SA-10 en PM-10 vormen de nieuwe top van het merk.  Daarmee legt Marantz het prijsniveau ook hoger. Dat komt uiteraard voort uit de bouwkwaliteit, de ontwikkeling van het loopwerk en uit prestaties.

De SA-10 speelt cd’s en sacd’s, maar het ontwikkelde SACDM-3 transport speelt ook cd-rom’s en dvd-rom’s met onder andere high-res bestanden. Die kunt u op een computer makkelijk zelf maken en voorzien van content in de volgende formaten: ALAC, AIFF, MP3, FLAC (t/m 24bit 192kHz), DSD2.8 en DSD5.6. Op de USB-A input kunnen externe harde schijven en USB-devices aangesloten worden. De SA-10 kan ook als dac worden gebruikt en heeft daarvoor S/PDIF-ingangen (coaxial en optical) en USB-B ingangen. DSD kan dan uiteraard alleen via de USB-B ingang. Via deze input kan de SA-10 computerbestanden afspelen tot en met PCM 32-bit 384 kHz (DXD) en DSD 11.2MHz. De analoge uitgangen zijn balanced (XLR) en cinch/rca. Digitale uitgangen zijn er in S/PDIF-vorm. De constructie van de SA-10 is subliem. Een verkoperd chassis, de behuizing van dikke aluminium panelen en nickel-plated koperen RCA uitgangsterminals dragen bij aan het gewicht van over de twintig kilo.

Ken Ishiwata stuurde het ontwikkelingsteam rondom de nieuwe speler en de versterker aan en daarin was een plaats voor Rainer Finck, die eerder bij Philips werkte aan de bekende TDA1547. De originele Philips dacs deden een upsampling en omzetting van het 16-bit/44.1kHz signaal naar 1 bit/2.8MHz. Door de 5th-order noise-shaping bleef er voldoende dynamisch bereik over en werd de ruis buiten de audioband gehouden. Marantz doet enigszins geheimzinnig over de werking van de zogenaamde MMM-dac, maar de hieronder beschreven inschatting van de werking zal niet ver naast de waarheid zitten. Het geheim zit voornamelijk in de (filter)software die de uit analoge pulsen bestaande bitstream vertaalt naar analoog. Dat is dus de eigenlijke dac en daar kun je natuurlijk een aantal slimme oplossingen voor bedenken.

Het eerste deel van het gevolgde proces is feitelijk niet zo spannend. In de SA-10 worden inkomende LPCM en DSD-data omgezet naar 1-bit/11.2MHz (= MMM-stream = DSD256-stream). Deze signalen passeren tijdens die omzetting dan een digitaal filter (één van de twee aanwezige FIR-filters) met door de gebruiker instelbare noise-shaping, dither en roll-off. De noise-shaping wordt tijdens de omzetting binnen de vriendelijker 3th of 4th order gehouden. 4th-order noise-shapping geeft veel minder high frequency noise en vervorming. Ook de dynamiek wordt beter. Die single-bit MMM-stream komt vervolgens in de MMM-dac. Zo’n single bit datastream bestaat uit analoge pulsen die omgezet worden naar analoog door de filtering (het tweede aanwezige filter). Zoals al genoemd zijn dither, noise-shaping en de roll-off van de filters door de gebruiker instelbaar. Dat heeft uiteraard geen effect op DSD-bronnen. Marantz heeft de software voor de upsampling, filtering en conversie naar analoog opgeslagen in FPGA’s. De software draait vervolgens op sterke processoren. Achter de converter bevinden zich de HDAM-2 modulen. Die vormen een gebalanceerd differentieel audio-circuit, want de uitgang van de SA-10 is balanced. 

Marantz PM-10

Deze integrated amplifier toont met een gewicht van 25 kg dezelfde sublieme en degelijke constructie als de SA-10. Opvallend zijn de grote luidsprekerterminals, die uit massief koper zijn gemaakt. De PM-10 is een analoge versterker en gebalanceerd opgebouwd. Marantz wil alles simpel houden. Binnen de hele versterker is het signaalpad volledig analoog. Er is dus geen digitale volumeregeling en er zijn geen converters aan boord die inkomende digitale signalen omzetten. Er is wél een microprocessor die de ingangsomschakeling en de (analoge) volumeregeling aanstuurt. Volgens Marantz hebben digitale schakelingen namelijk altijd invloed op het analoge circuit. Vanwege het gebalanceerde karakter zijn er dus vier eindversterker-modulen aan boord. Die staan per twee stuks in een bridged-configuratie, waardoor elk kanaal 400 Watt kan leveren bij 4 Ohm (200 Watt bij 8 Ohm). Het zijn schakelende versterkers, maar die zijn uiteraard analoog. De voedingen voor de voorversterker en de beide eindversterkers zijn separaat. Elke eindversterker heeft een schakelende voeding. Ook in dit Marantz-component zijn de HDAM-modulen ingezet.

De versterker heeft een tweetal gebalanceerde ingangen (XLR), lijningangen (RCA), phono (MC en MM), een power amp-input en een recorder-uitgang. De RCA-ingangen voor phono en cd zijn weer uitgerust met de fraaie nickel-plated terminals. Deze integrated kan ook als eindversterker worden gebruikt in combinatie met een andere voorversterker. Het is grappig dat Marantz komt met een (fixed) recorder-uitgang. Dat is een knipoog naar de terugkeer van cassettedecks en open reel recorders, maar je kunt daarmee natuurlijk ook naar analoge ingangen van digitale machines. 

Voor de schakelende analoge eindversterkers zijn Ncore-modulen ingezet van Hypex. Hypex levert OEM-versies van deze modulen in verschillende vermogens-klassen. Het door Marantz gebruikte model lijkt op de NC500. Deze OEM-module komt overeen met de modulen uit de PM-10, maar het lijkt erop of het uitgangsvermogen daarvan enigszins is teruggebracht. Zoals gebruikelijk sleutelen de meeste fabrikanten zelf nog wat aan die modulen om de prestaties te fine-tunen. Daarin heeft zeer waarschijnlijk Grimm Audio een rol gespeeld in opdracht van Marantz. 

MERK

EDITORS' CHOICE