REVIEW

geen cd-speler

De set bestaat uit een met Kemp Elektroniks componenten gereinigde voedingsspanning. Netsnoeren komen van Kemp en van Crystal Cable. Naast of beter achter de cd-speler staat een EAR voorversterker die een Ayon Audio 300B versterker met Focal Electra 937Be luidsprekers aanstuurt. Ter vergelijk beschik ik over een Marantz SA8400 Van Medevoort (SA)CD speler en een Lua Cantilena SEL cd-speler. Analoge bron is een Transrotor platenspeler met SME 5009 arm, Phase Tech P-3 element en EAR phono versterker. Interlinks en luidsprekerkabels zijn van Crystal Cable, variërend van Connect tot Connect Ultra op de belangrijkste verbindingen. De Tentlabs speler staat in eerste instantie op Quadraspire QX25 voetjes – die overigens een opmerkelijk resultaat boeken onder elke cd-speler, en dat voor 35 euro per set van vier. Onder de voetjes een Target wandbeugel, onder alle andere spullen een Spectral meubel. Pas als de Quadraspire voetjes retour importeur moeten realiseer ik me hoeveel die bijdroegen aan het opmerkelijke resultaat dat met de Tentlabs speler te boeken is.


Geen cd-speler

Vanaf de eerste noten die uit de Tentlabs speler rollen voel ik een opwinding die maar weinig cd-spelers in me wakker weten te maken. Met als gevolg dat ik een paar weken speel zonder een enkele aantekening te maken. Sterker nog: Ik weet niet eens wat op te schrijven omdat de Tentlabs presteert op een niveau waar geen schoonheidsfoutje te ontdekken is. Moet ik dan steeds weer “geweldig” noteren?

Het wordt tijd muziek te zoeken waarmee ik die term kan vertalen naar mijn lezers. Met de voetjes onder de speler plaatst hij Patricia Barber`s muziek exact op de juiste hoogte. Bekkens bovenaan, piano in het midden, bas laag bij de grond. Snelheid en dynamiek zijn gepaard aan details. De plaatsing is schitterend. Het laag gaat diep zonder een moment te kleuren in bruine tinten. Percussie tikt af op formule-1 niveau. Als op track 11 de drumsolo van Nardis begint is het vooral de basdrum die opvallend overkomt. Het fijne tikken op bekkens geeft een haast sensueel genoegen. Het “Café Blue” heeft zelden zo geboeid als op de Tentlabs. Vienna Teng levert een unieke combinatie die zowel permanent de aandacht vasthoudt als vloeiend en ontspannen overkomt. Telkens vallen details op die eerder verborgen bleven of ondersneeuwden in het geheel. Tegelijk realiseer ik me dat de techniek aanvoelt als een verfrissende douche op een warme zomerdag aan het strand. Soepel, to the point, fris en helder, wijd uitspreidend: cd na cd bloeit open. Alles wat via de putjes in polycarbonaat is opgeslagen voert de Tentlabs naar de rest van de keten. Lastig recenseren als er niets mis is of gaat. Daarom noteer ik dat de speler groot gemak koppelt aan het gevoel dat noodzakelijk is om muziekweergave tot in de essenties tot realiteit te verheffen. Loreena McKennitt maakt complexe muziek op haar cd “Ancient Muse”. De Tentlabs ontrafelt die complexiteit vlijmscherp, zonder zich te verliezen in een analytisch kille weergave. De rondgang die Loreena onderneemt langs de vele culturen is pakkend en oorstrelend. Een diepe rust gaat uit van de weergave, die u in geen geval mag vertalen in dufheid of traagheid. Het is een rust die normaal wordt toegeschreven aan de betere analoge bronnen. Zelden of nooit gewoon binnen cd-techniek. Dat de speler een paar elektronenbuisjes bevat kan nooit de oorzaak zijn van de analoge rust. Het is de combinatie van buis, converter, voeding, loopwerk en non-oversampling die het geheel vormt. Het zou onterecht zijn de speler te scharen onder cd-spelers die een buis gebruiken voor het romantische effect. Hier heeft de buis kennelijk een echte functie.

Dead Can Dance haalt op de Tentlabs het niveau van de LP. Anders, maar met een gelijke kwaliteit. Rotsvaste stereo afbeelding. Wijd en diep. Mystiek en zweverig. Zo vol details dat de hele cd als een spannende film voor je ogen afdraait. Een zeldzame harmonie tussen digitaal en analoog. Lang luisteren is alleen maar fijn en nimmer een straf, zo wil ik altijd recenseren. Qua klank heb ik niets aan te merken, onvoorstelbaar zuiver en gemakkelijk. Tijdens het draaien van Jheena Lodwick is het duidelijk hoe goed de Tentlabs in staat is de gekunsteldheid van de opname bloot te leggen. Net als Sheffield opnames uit de glorietijd van het label, is geprobeerd de luisteraar zoveel mogelijk te imponeren met effecten en geluidjes. Zonder daarbij de artiest aan te tasten die een stem heeft die kan leiden tot een haast seksueel genoegen. Moet ik nog melden dat het laag tot in de fundamenten gaat, het hoog ruist als de zomerwind en het middengebied open ligt als een akker onder de zon? De Tentlabs behoort tot de kleine kring topspelers die mijn hart raakt. Zoals een Lindemann SACD speler die romantiek combineert met detail, een Micromega Aria met zijn eigen geluid of een Meridian 808i die tot in de diepste details weet te geraken. Spelers die stuk voor stuk een veelvoud kosten. Neem nu eens een klassieke opname zoals die van het Combattimento Consort Amsterdam. Mijn eigen drie cd-spelers lijken permanent haast te hebben als ik de muziek draai. Onrustig en vermoeiend op de lange duur in vergelijking met de Tentlabs: De reden dat ik nog steeds platenspelers blijf gebruiken. De Tentlabs heeft een eigen tempo. Heel toegankelijk en zonder onrust. Dat er veel diepte is in de afbeelding doet er dan nog nauwelijks toe. Dat instrument voor instrument een plekje heeft beschouw ik ineens als normaal. Het is het geheel dat de Tentlabs optilt tot het hoogste niveau. Een opname met Arthur Rubinstein op vleugel, samen spelend met het Boston Symphonic Orchestra, is mij normaal veel en veel te druk. Tchaikovsky is mijn muziek nu eenmaal niet. De opname uit 1963 daarentegen heeft een diepe klankkleur en is een lust voor het oor. De weergave van de vleugel is haast uniek te noemen. De weergave loopt nergens vast, alleen daar waar de microfoons ons in de steek laten neemt vervorming toe. Het zijn de momenten dat het orkest samen met de vleugel uithaalt en de decibelmeter omhoog jaagt. Drie stukken Tchaikovsky achtereen is meer dan ik ooit verdroeg.


EDITORS' CHOICE