REVIEWAstin Trew

Eindelijk muziek

Na een ruime tijd “vrijblijvend luisteren” is het tijd om te gaan zitten met het aantekenboek in de hand. De eerste cd die op dat moment in de lade schuift, is Katie Melua met Pictures. Het is beslist niet audiofiel, maar ik word er zo vrolijk van. Inmiddels heeft het Philips JAN buisje er 75 uur continu spelen op zitten. Een buisje waar de speler een stapje hoger mee is getild. Niet dramatisch veel beter, de speler heeft voldoende kwaliteit in huis om zich met een Golden Dragon te bewijzen. Wat beter is geworden is het stereobeeld, dat zich meer laat horen in de diepte. De stem van Katie heeft meer overwicht en wordt natuurlijker neergezet. De lage tonen weergave heeft zich een tikje verdiept.



Over de lage tonen een paar algemene opmerkingen. Het valt me steeds op dat de speler probeert diep te gaan. Daar slaagt hij prima in, al gaat het ten koste van transparantie in dat gebied. Het is licht troebel in de laagste regionen, waar ik de buisschakeling verantwoordelijk voor houd. Als dat gebied zo strak zou zijn als de rest van de weergave, dan steeg de Astin Trew AT3500 nog meer boven het maaiveld uit. De diepe bas vormt wel het onontbeerlijke fundament dat de totale weergave draagt. Iets waar de Astin Trew zijn kwaliteit deels aan dankt.

Terug naar midden en hoog. Hier is niets om over te klagen. Breed beeld, goed op hoogte, komt ruim buiten de luidsprekers en plakt niet. De speler maakt een fraai, vol geheel dat zich de kamer in laat dragen. Geen kale speler die zich puristisch wenst te gedragen. Luister eens naar een akoestische gitaar. Die is vol en rijk. Met daarboven een stem die warmte uitstraalt. Precies hetgeen waarmee Katie de gevoelige snaar raakt en waarop haar succes voor een deel is gebaseerd. Lief, warm, knus, intiem. Overigens gaat dat het meeste op als upsampling uit staat. Schakel ik naar 24/96 dan verdwijnt die warmte. Wat ik terug krijg is meer definitie, meer openheid, een minder opeen gepakt beeld.



Na al die tijd draaien kan ik nog steeds niet goed besluiten welke "mode" ik prefereer. De ene dag 16/44.1, de andere dag 24/96. Met een voorkeur die uiteindelijk telkens naar 16/44.1 gaat. Omdat ik van stemmen houd en de stem in die stand het meest natuurlijk is. Ik hoop dat u sneller een besluit kunt nemen, welke stand het aangenaamste is. Dan bent u van het proberen en schakelen af. Ik word er neurotisch van. Omdat beide standen voors en tegens hebben.

Tijd voor een potje onvervalst pianospel van Keith Jarrett. Normaliter pak ik de langspeelplaat, maar die past jammer genoeg niet in de cd-lade. Wat de AT3500 uit de putjes in de cd laag haalt, is een echte vleugel in de akoestiek van een zaal. De akoestiek komt vooral naar voren in de upsampling-mode. Geheel in overeenstemming met de verwachting. Upsampling is luchtiger en ruimer. De snelheid van de speler staat goed overeind. Dit is geen trage bak die loom muziek weergeeft. Het is een speler die de juiste combinatie heeft van puntigheid en rust. Snel en toch niet vervelend analytisch. Muziek speelt als echte muziek. Dat maakt luisteren tot een uitermate plezierig tijdverdrijf. Waarin Jarrett nu de boventoon speelt.

Nog even terug naar de non-upsampling mode. Het maakt de vleugel voller en overtuigender. Meer direct. Alsof je een paar rijen naar voren schuift in de muziekhal in Keulen waar het concert is opgenomen. Het geniet mijn voorkeur. Dan maar iets minder akoestiek. Prettig is dat het stereobeeld niet kleiner wordt, het blijft ruim de kamer vullen. Meer naar voren. Indringender. Ik laat het maar zo en kies voor deze stand gedurende de 20 minuten dat het eerste deel van het concert duurt. Eerder in de week, tijdens de Golden Dragon periode, beleefde ik al veel plezier aan Jacky Terrasson en Cassandra Wilson. Met de Philips buis in de speler neemt dat plezier toe. Meer details laten zich sneller en beter ontdekken. Details waar de cd-opname geen gebrek aan heeft. De stem van Cassandra staat helemaal los van de band. Piano is strak. Percussie levendig en in de maat. Het is met deze cd dat ik mijn petje afneem voor de kunsten van Astin Trew.



De speler loopt nog niet mee in de absolute topgroep van veel kostbaarder spelers, maar mag zich wat mij betreft voor die kopgroep genomineerd noemen. Het is mijn stijl speler. Qua niveau is hij het beste vergelijkbaar met de PrimaLuna ProLogue 8 en de Esound 5SE. De PL8 heeft meer ruimte, is vriendelijker en meer relaxt in zijn presentatie, de Esound blijft ten opzichte van de AT3500 achter in detailweergave. De Esound heeft het wel in zich om een stevig beeld neer te zetten, met veel overtuiging. De AT3500 is daarin oppervlakkiger. Zaken die stroken met de prijsopbouw van deze drie uitstekende en bovengemiddeld presterende cd-spelers. Was ik niet “gestraft” met een PL8 en zou het budget daartoe niet toereikend zijn, dan koos ik òf voor een Esound òf voor een AT3500. Lucky me dat het budget wel rekbaar bleek. Blijft er iets te wensen met de AT3500? Ja, dat blijft er. Ik wil de bas nog strakker. Mijn probleem uiteraard, niet iedereen speelt met twee grote vloerstaanders en een overmatige grote subwoofer. Het kan laag, het gaat laag en laat op dat moment horen waar het aan schort in het laag. De licht overmatige aanzet die een kleuring geeft. Vergeten we dat aspect, dan laten we Cassandra vol aan het woord en doen we er zelf het zwijgen toe.


EDITORS' CHOICE