REVIEWAstin Trew

Intern en aansluiten

Intern is de At2000 een druk bezet apparaat met een aantal bijzondere kenmerken. De voorversterker is aangesloten op een Never Connected voeding. Een NC voeding geeft een resultaat dat bijna vergelijkbaar is met een batterijvoeding. De versterkerschakeling “ziet” niets van het lichtnet. Geen brom, geen storingen door verontreiniging. Onder andere Trichord en Michell passen NC voedingen toe. De voeding van de eindtrappen is evenmin conventioneel. Om de twee paar MOSFET transistoren de juiste bias stroom te geven, past Astin Trew ECC82 buizen toe (geschatte levensduur 20.000 uur). De buizen zitten daarmee niet in de signaalweg, maar dienen als stroombron. Heel slim, want een buis heeft in een voeding betere eigenschappen dan een traditionele diode. Een forse trafo zorgt voor de juiste spanningen.

Daarmee zijn we er nog niet. De hoofdtelefoonuitgangen hebben een eigen versterker, de XLR in/uitgangen hebben een eigen circuit, net als de CAT-5 koppelingen. Alles is gedaan om de signaalweg voor muziek optimaal te houden. Technisch valt op, dat alle IC’s netjes zijn gebufferd met een condensator, de condensatoren in de voeding merendeels afkomstig zijn van Rubycon of Nichicon en koppelcondensatoren door Bennic zijn geleverd. De circuits zijn zo te zien deels discreet met transistoren, deels rond IC’s opgebouwd. De volumeregeling gaat bijvoorbeeld via een IC. De meeste IC’s hebben als opdruk het merk “That”. Alle ingangen worden met relais geschakeld.

Dat de stroom en spanning aan de luidsprekers wordt geleverd met aan elke kant Ă©Ă©n paar MOSFET transistoren leidt vaak tot bijzonder goede luisterresultaten. Al zal daarmee het vermogen beperkt blijven. In dit geval tot 2 x 65 Watt bij 230 Volt aan 8 Ohm of 2 x 85 Watt aan 4 Ohm. Dit soort versterkers zijn geen goede stroombronnen voor heel lastige luidsprekers. Aan 2 Ohm zakt het vermogen meestal helemaal in elkaar. Een MOSFET heeft vaak een zeer aangename klank, die aan een goede buizenversterker kan doen denken. Vandaar deze keuze door Astin Trew.

Gecombineerd

De importeur van Astin Trew was zeer gecharmeerd van het feit dat ik zijn cd-speler aansloot op de At2000 versterker. Als tweede bron had ik een V.Y.G.E.R. platenspeler beschikbaar met een SME 312 arm en een Phase Tech P-3 Alexandrite element, voorversterkt door een EAR 834P phonoversterker. Het analoge geheel is meer high end dan normaliter aan een At2000 zal komen te hangen. De opstelling was uitermate eenvoudig, een Supra kabel tussen de wandcontactdoos en een Supra blok. Een Hanze Hifi netkabel aan de At2000, een TAF kabel aan de At3500. Een netfilter aan de EAR, ook met Supra kabel. Aan de SME arm hangt een Van den Hul kabel, aan de EAR een Siltech MXT New York. Tussen de cd-speler en de versterker een Crystal Cable Connect Piccolo.

De luisterruimte is niet al te groot, maar zeer bekend in mijn oren. Twee Ruark Sabre III monitor luidsprekers staan op Target stands hun best te doen. Voor wie onbekend is met Ruark, denk aan Harbeth of aan Spendor qua filosofie/klank. De versterker en de cd-speler staan zeer oneerbiedig in een Ikea rek. Bewust is geen gebruik gemaakt van een aanwezig SEEC netfilter. Volgens Astin Trew is dat overbodig door de Never Connected voeding in de versterker. Geluisterd is daardoor op een heel pure manier. Haast minimalistisch. Geen extreem dure netkabels, geen extreem dure interlinks. Gewoon goed spul voor een modale prijs. In de verwachting, dat de meeste kopers van Astin Trew een vergelijkbare keuze zullen maken. Zeker in eerste instantie.

Om de grenzen te bepalen zijn de beide AT’s aan een set Focal Diablo Utopia speakers gehangen. Door hun lage rendement en zware belasting voor de versterker was dat geen optimale combinatie en is die weg verder niet gevolgd. Waarbij opgemerkt dient te worden, dat de At2000 met Focal een schitterend stereobeeld wist neer te zetten. Het ontbrak in dat geval alleen aan kracht en daardoor overtuiging. Een overtuiging die met de Ruark luidsprekers wel volledig bereikt kon worden.


EDITORS' CHOICE