RoomPerfect

Guido de Kanter | 19 oktober 2006 | Lyngdorf Audio

Toen de test eigenlijk al afgelopen was, arriveerde, vroeger dan verwacht, Lyngdorfs reikhalzend tegemoetgeziene uitbreidingskaart voor de ’2200 genaamd RoomPerfect, dat geavanceerde kamercorrectie voor zijn rekening neemt. Ik zal mijn uiteindelijke oordeel uitsluitend baseren op de lyngdorfinstallatie mét RoomPerfect. Zonder deze 1800 euro kostende uitbreiding biedt het systeem weliswaar al een ongeveer 20-bands digitale equalizer; maar daarbij gaat het in feite om niet veel meer dan een ‘equalisatie’ die de frequentiekarakteristiek van de kamer min of meer negatief in het uitgangssignaal kan projecteren. Ik zeg bewust ‘kan projecteren’: de resultaten hangen met een dergelijke equalizer sterk af van geduld en vakkundigheid van de gebruiker. Het vaststellen van het te corrigeren kamerkarakter ging vóór RoomPerfect bijvoorbeeld op basis van hooguit een handvol metingen, die met een microfoon verricht moesten worden op en vlakbij de luisterpositie; vervolgens moest er spiegelbeeldig aan de frequentiekarakteristiek van de kamer gecorrigeerd gaan worden.

RoomPerfect is technisch een stuk geavanceerder, terwijl het inregelproces niet gemakkelijker kan. Ook dit systeem is voor de kamercorrectie afhankelijk van een meetmicrofoon (bijgeleverd), maar het proces verloopt geautomatiseerd. De gebruiker krijgt instructies vanaf het scherm op de TDA 2200. Daarbij zijn de plekken waar er gemeten wordt totaal onbelangrijk. Sterker nog, op hoe meer plekken in de kamer u de Lyngdorf testtoon met de microfoon “inleest”, des te nauwkeuriger het beeld wordt dat het correctiesysteem zich van de kamer vormt. Elke keer dat u een nieuwe meting verricht, stijgt het “wijsheidspercentage” met een aantal procent. De importeur, het Belgische Hifi Corner, bezweert bij monde van hun Nederlandse partner Erik van Doorne zelfs dat metingen op bizar aandoende plekken, zoals tegen het plafond, zelfs heilzaam zijn voor het leerproces. Tijdens de eerste handvol metingen loopt het percentage het snelst op: bijna altijd tot meer dan negentig, en dat is op zich voldoende voor RoomPerfect om de kamer zijn naarste eigenschappen af te leren. De eerste metingen nemen ook niet meer tijd in beslag dan maximaal twintig minuten. Hierna gaat het percentage nog maar heel langzaam vooruit. Honderd procent bereikt het systeem in de meeste gevallen na vijftien tot twintig metingen.

De tot inzicht gebrachte module heeft grootse talenten. Niet alleen is RoomPerfect op de hoogte van de frequentiekarakteristiek waar dan ook in de kamer, het systeem weet ook welke “duikers” in de frequentiekarakteristiek op te lossen zijn door extra nadruk te leggen, en waar dat geen zin heeft. Andere systemen zouden daar grondig de mist in gaan: door veel nutteloze extra geluidsdruk te genereren in deelbereikjes die de kamer grondig absorbeert, veroorzaken normale kamercorrectiesystemen in veel gevallen luistermoeheid. Het omgekeerde, pieken in de karakeristiek, gaat RoomPerfect te lijf door, u raadt het al, energie weg te nemen. Het resultaat is een optimale, hoewel niet uiterst gladde, frequentiekarakteristiek, die op veel meer plaatsen in de luisterruimte een bevredigend resultaat geeft. Van een piepkleine sweetspot, dé tekortkoming van traditionele digitale kamercorrectie, is absoluut geen sprake. Een bijkomende, unieke factor is dat RoomPerfect door de vele en ‘willekeurige’ metingen (en véél rekenkracht) kan achterhalen wat de frequentiekarakteristiek van de gebruikte boxen zou zijn in een akoestisch ideale kamer (!). RoomPerfect laat de luidsprekers standaard zoveel mogelijk volgens die karakteristiek spelen.

Een uiterst belangrijk onderdeel van het lyngdorfsysteem zijn de woofers. (Van de benaming “subwoofers” willen Lyngdorf en de zijnen absoluut niets weten: dat is in hun ogen een term voor ‘die andere’ ondersteunende woofers, die een zootje maken van tijdgedrag en tot maximaal 100 hertz fatsoenlijk kunnen meedoen.) Lyngdorfs passieve laagweergevers onder de naam W210 worden aangevuurd door een Lyngdorf SDA 2175 klasse-D eindversterker van 2 x 175 watt aan 8 ohm. Door de aankoppeling boven 400 Hertz daalt de mechanische belasting van de satellieten met meer dan negentig procent (!). Niet alleen dat, ook wordt van de versterker veel minder gevraagd. Sowieso klinkt elke eindversterker beter als hij zich maar een deel van het frequentiespectrum hoeft bezig te houden. En in het midden/hoog is veel minder vermogen nodig dan voor het laag.


Lyngdorf Audio SDA2175

Gegeven de extreem hoge aankoppeling, standaard bij 400 Hz maar naar wens zelfs nog iets hoger – brengt het gebruik van vloerstaanders als satellieten geen voordelen, in tegendeel. In de eerste plaats zijn goede monitors, zoals velen wel bekend zal zijn, in het midden en het hoog minstens zo goed als grote high-end systemen. En verder hebben die laatsten nog als handicap dat ze de verspreiding van het laag dat uit de twee hoekwoofers komt, letterlijk in de weg staan. In dat opzicht draait Lyngdorf oude wetten om: met relatief kleine monitor luidsprekers is een beter resultaat mogelijk dan met vloerstaanders. Daarbij zijn monitors die luchtig en met veel detail spelen, de meest geschikte. Een perfect voorbeeld is de Dali Ikon 2, die met zijn dubbele tweeter configuratie excellente detaillering, precisie, lucht en ruimtelijke plaating biedt. In die zin zijn qua grootte vergelijkbare, en in een directe vergelijking ‘solo’ onvergelijkbaar veel betere luidsprekers zoals de B&W 805s (2.500 euro per paar) niet noodzakelijkerwijs in het voordeel. Het omgekeerde is zelfs waar.

De Ikon 2 kende ik alleen van Lyngdorfs demonstratie in Veldhoven in 2005, en daar vond ik de set, hoewel fascinerend, wel een fractie te helder, en met een licht ‘koel’ middengebied spelen. Ook bij de Ikon 5, een technisch gezien zéér vergelijkbare vloerstaande broer van de Ikon 2 die ik in het voorjaar testte, hoorde ik in het middengebied een vergelijkbare koelte (die niet persé fout is, maar niet naar mijn smaak. Ik wil dat stemmen véél uitdrukkingskracht hebben). De B&W 805s is koelte absoluut niet aan te rekenen. Nochtans: met álle laagweergave uitbesteed aan Lyngdorfs woofers, verliest de 805s een belangrijk deel van zijn voordelen. Het enige dat satellieten in het lyngdorfsysteem écht moeten doen is véél detail leveren, en precies zijn: in tonaliteit en ruimtelijke plaatsing. In die opzichten heb ik de Ikon 2 (tot mijn verbijstering, mag ik erbij zeggen) gewoon beter bevonden. Dat laat onverlet dat de tonaliteit van de Deense monitors me niet voor honderd procent aanstaat, maar –en ik ga nu iets écht controversieels zeggen– met een digitale equalizer (!) heb ik de Ikon 2 tonaal gewoon naar mijn hand gezet. Zie ook de afbeeldingen.

Merk wel op dat de gebruikte karakteristiek nodig was in de versie van het systeem zonder RoomPerfect; u ziet dus ook meteen hoe droevig het gesteld is met de gebruikte luisterruimte. Energiewegnames van 6 en 7 dB zijn extreem fors, net als de middentoevoeging van 2,6 dB. Een voicing-naar-smaak van de Ikon 2 zou in combinatie met RoomPerfect veel minder rigoureus uitpakken. Maar u krijgt wel een idee. Ik heb in de RoomPerfect-vrije versie een breedbandige piek aangebracht rond 1.000 hertz, een (iets smaller) dal rond 16 KHz, die tegen 20 KHz weer helemaal afgelopen is (om een indruk van dofheid te voorkomen). Ik ben ook een dreunhater; ik heb ook (niet breedbandig, maar ‘diep’) energie weggenomen tussen 80 en 125 hertz. Digitale toonregeling heeft geen nadelen in het tijdsdomein; en aangezien de Ikon 2’s zeer veel detail leveren, blijft de vrij avontuurlijke tonale bijregeling bijna zonder gevolgen voor de informatierijkdom van het resulterende spel.

Dat ik überhaupt de mogelijkheid héb om screenshots uit Windows laten zien is omdat voordat RoomPerfect uitkwam, de in de TDA 2200 ingbouwde equalizer per PC (via de seriële aansluiting) bereikbaar en in te regelen was. Contact met de equalizer vanaf de computer is sindsdien even niet meer mogelijk geweest. “Ik wilde ter introductie van RoomPerfect laten zien wat de kracht was van het nieuwe systeem, en het toevoegen van regelbare voicing had roet in het eten kunnen gooien”, zo zegt Lyngdorf nu. Maar inmiddels ziet hij ook wel dat de onmogelijkheid om het nu-perfect lineaire spel naar behoefte te equalizen een spijtige aderlating is. Weliswaar biedt de TDA 2200 na inbouw van RoomPerfect vier voorgekookte tonale instellingen: naast Neutraal ook Soft, DeSharp en Open en elk daarvan in twee sterktes, voor een totaal van zeven tonale instellingen. Maar wilt u meer, dan moest de bijregeling aanvankelijk met extra equalizende hardware gebeuren. Of in software: tijdens de test had ik mijn laptop-met-iTunes voorhanden, waarmee ik binnen het digitale domein wat aan voicing kon doen. Luisteraars die weten wat ze doen, kunnen binnenkort ook weer hardwarematig elke gewenste afstemming creëren: Lyngdorf belooft dat de PC-connectiviteit en de fijngevoelige equalizingmogelijkheden spoedig zullen terugkomen. Dit zal de vorm krijgen van een firmware-update, die ook beschikbaar zal zijn voor bestaande bezitters.

MERK

EDITORS' CHOICE