Ringen

De afmetingen van de vijf kandidaten lopen uiteen en name de hoogte is dan een belangrijke factor bij een toonarm zonder hoogte-instelling van de toonarmbasis zoals de NAD (REGA) RB100. Overigens zijn de laatste generatie REGA toonarmen dankzij een Linn-achtige driepunts montage gemakkelijker op te hogen dan de oude typen, waarvoor men ringen of een moer met een grote diameter moest vinden. Drie, zes, negen enzovoort M4 ringen (van Nylon of RVS) volstaan om de huidige RB armen een zetje in de goede richting te geven. Reduceren van de standaard kolomhoogte is niet mogelijk zonder drastische mechanische ingrepen.

NAD C522

In verhouding tot het door NAD meegeleverde Ortofon element (wat op zichzelf een fractie aan de hoge kant is en dus voor een licht naar achteren aflopende armbuis zorgt) zijn de Nagaoka MM321EB en de Audio Technica AT95E vrijwel even hoog gebouwd en behoeven dus in principe weinig of geen VTA (Vertical Tracking Angle) compensatie. De Goldring Elektra en Tonar Birdy Zijn nog lager, vergelijkbaar met REGA`s eigen elementen wat pure `low-riders` zijn. Bij nog lagere/plattere modellen zou men het element kunnen ophogen door kleine M2,5 ringen tussen de armkop en de body van het element aan te brengen. De Grado Black is de enige aftaster die duidelijk hoger gebouwd is dan het standaard OMB 5E element.

Wie de armkop in de lengte-richting waterpas wil hebben (zero VTA) kan zoals gezegd M4 ringen aanbrengen tussen de armbasis en de chassisplaat van de platenspeler. Sommige Grado-fans zweren echter bij een zogeheten negatieve VTA omdat dat voor een weliswaar minder gestoken maar ook meer royale presentatie kan zorgen. Alle hier besproken aftasters werden in de standaard RB100 arm zonder VTA compensatie beluisterd, mede omdat de gemiddelde eigenaar van een sub-60 Euro aftaster en een platenspeler zoals de C552 op dat punt waarschijnlijk niet zal gaan tweaken. Bovenstaande info kan echter van belang zijn voor wie wel met ringen aan de slag wil gaan.

Blu-Tack

Dan komen we op het punt van de eigen massa van een aftaster en het balanceer-bereik van de toonarm. Behalve de effectieve massa van een bepaalde toonarm (gemeten zonder contragewicht, aan de tip van de armkop) wordt dat bereik bepaald door de massa van het contragewicht. Al gauw bleek, dat de twee lichtgewichten uit het quintet simpelweg te weinig massa bieden voor de RB100 arm. De kunststof armkop van de RB100 zorgt voor een lichtere armbuis dan dat van de RB250 terwijl een vergelijkbaar contragewicht wordt toegepast.

Resultaat; de gewenste 2/2,5 gram naalddruk oftewel VTF (Vertical Tracking Force) kon zelfs met het contragewicht geheel naar voren geschoven niet worden gehaald (bij de Goldring Elektra was het resultaat nauwelijks 1,25 gram).

Goldring Elektra

De oplossing? In dit geval een zorgvuldig afgemeten (1,5 gram) blob blauwe Blu-Tack bovenop de armkop waarmee een bruikbaar regelbereik van het contragewicht -en daarmee de optimale VTF- werd verkregen. Overigens is dat geen zeldzaamheid; zo waren de legendarische Moving Coil afasters van Monster (gebouwd door ZYX in Japan) in hun standaard uitvoering te licht voor de S.M.E. Series IV en Oracle 345 toonarmen, die echter tot uitstekende aftast-partners kunnen worden gemaakt door eenzelfde Blu-Tack blob bovenop de armkop aan te brengen (een minimale hoeveelheid Blu-Tack of Pritt Buddy en een -niet magnetisch- klein muntstukje werkt ook). Overigens maakt ZYX hoogwaardige armkop-gewichten voor hun nog altijd zeer lichte speurneuzen en ook Ortofon kan hun lichtste OM en OMB elementen met een gewicht leveren, wat het geval is bij het OMB5E element van de NAD C552. Oninstelbare VTA en eventuele massa-aanpassingen zijn zeker niet ongebruikelijk bij betaalbare platenspelers, men kan ze ook tegenkomen bij instapmodellen van Denon, DUAL, Goldring, REGA en Thorens.

 

MERK

EDITORS' CHOICE