REVIEWCYP

Best

Dat was trouwens met de AU-D250 wel anders. De AKG K701 heeft een impedantie van 62 Ohm, en dat ligt verdraaid dicht bij de 64 Ohm in het keuzemenu van deze multifunctionele DAC. Ook de veel betere voeding helpt natuurlijk, want nu was het geluid gul en krachtig, met mooi laag en veel dynamiek. Het eerste vakje bij de AU-D250 mag dus al worden aangevinkt. Goede hoofdtelefoonversterker: check!

In de grote set in de huiskamer gebruikte ik hem als DAC, dus stelde ik het volume in op 'Fix Level'. Als coaxiale digitale link gebruikte ik de AudioQuest Eagle Eye en de ongebalanceerde analoge uitgang werd met een Van den Hul Integration Hybrid verbonden met de Naim Supernait. Als referentiemuziek diende deze keer de naar mijn NAS geripte cd-layer van het voor SACD geremasterde meesterwerk Spirit Of Eden van Talk Talk. Ten opzichte van de interne DAC in de Naim klonk de CYP lichtvoetiger en gedetailleerder, maar hij leverde wat in op druk en laagdefinitie. Het beeld was dieper dan met de Naim maar iets minder breed, waardoor het geheel wel iets beter in verhouding leek. De grote dynamiek was vergelijkbaar, de kleine dynamiek kwam op de CYP zelfs iets beter uit de verf. Hmm...lang niet slecht.

Het effect van oversamplen was hoorbaar, maar ik ben er nog steeds niet uit of ik het echt beter vind. Het is denk ik vooral een kwestie van smaak. Omdat ik snel kon schakelen en vergelijken ontdekte ik zowel in het oorspronkelijke 44.1kHz signaal als in het kunstmatig gegenereerde 192kHz signaal bepaalde eigenschappen die me wel aanspraken. Het onveranderde signaal klonk aardser, wat compacter en meer 'together', het naar 176.4kHz ge-upsamplede signaal (een logisch veelvoud van 44.1) was verfijnder en leek ruimtelijker te zijn, maar miste tegelijkertijd een heel klein beetje de samenhang en de druk die het onbehandelde signaal wel had. Even voor de slimmeriken onder ons: naar de originele DSD samplingfrequentie van 88.2kHz omrekenen kon de illusie dat ik naar de originele SACD zat te luisteren helaas niet waarmaken. Maar toch: het volgende vinkvakje kon afgetekend worden.

Mijn settop-box van UPC heeft een optische digitale uitgang die normaal gesproken het audiosignaal van de televisie-uitzendingen naar de Supernait voert, maar omdat ik nog een ongebruikte HDMI-kabel had liggen moest de optie van HDMI beeld-doorvoer met upsampling door de AU-D250 natuurlijk onderzocht worden. Over het resultaat kan ik kort zijn: voor verknochte televisiekijkers is het alleen al hiervoor de moeite waard om de AU-D250 aan te schaffen. Het audiosignaal dat via mij Supernait werd afgespeeld kreeg rust en controle, veel meer ruimtelijkheid en stemmen die beter verstaanbaar waren. Derde vakje: check!

De vierde bijzonderheid heb ik getest terwijl ik er vanuit ging dat ik er in de dagelijkse praktijk nooit gebruik van zou maken. Ik vind namelijk dat analoog signaal analoog moet blijven. Het aansluiten van een phonotrap op een a/d converter is handig als je een kostbare of zeldzame plaat wil conserveren of digitaal restaureren, maar voor de rest: afblijven! Maar ik zei het al eerder: er komen steeds meer versterkers op de markt die (alleen maar) digitale ingangen hebben en dan kan het best handig zijn om je analoge signaal te kunnen digitaliseren. Nu heb ik geen recente ervaring met a/d converters op studio-niveau, maar ik durf desondanks te zeggen dat de AU-D250 het high-end niveau dat daarmee mogelijk is niet helemaal haalt. Is dat erg? Helemaal niet, want het resultaat is nog steeds behoorlijk goed.

Sterker nog (en nu ga ik hele rare dingen zeggen): de tijdelijk van mijn werkkamer naar beneden verhuisde Thorens TD160 met Audio Technica AT95E element en Musical Fidelity V-LPS II phonotrap profiteerden hoorbaar van de upsampling die dus ook op de analoge ingang werkt. Ik ga niet van mijn geloof vallen, hou me ten goede, maar de uitstekende doch nergens opzienbarende kwaliteit van het bescheiden Audio Technica elementje kreeg een forse boost. Meer ruimte, meer detail, meer dynamiek. Wat?!? Ja dus… Vakje vier: check!


EDITORS' CHOICE