ARTIKEL

Beeld en grootte

Michel Hazen | 25 augustus 2003
Beeldverhouding, ofwel ‘aspect ratio’

De getallen die genoemd worden om het formaat van een scherm aan te geven is de verhouding tussen de breedte en de lengte.

Een vierkant scherm heeft een 1:1 verhouding, uw gewone TV is 4:3 en de breedbeeld verhouding is 16:9. Voor projectie van overhead projectoren en dataprojectie in zakelijke omgevingen is een vierkant scherm vaak het beste (1:1). Ook 4:3 is mogelijk voor dataprojectie vanaf een PC of een videopresentatie op normaal formaat.

Wilt u voornamelijk genieten van DVD’s e/o andere breedbeeld bronnen, kies dan voor een 16:9 formaat. Stem wel het formaat van de projector en het scherm op elkaar af. Heeft de projector 4:3 beeldpanelen, is het toch verstandig om voor een 4:3 scherm te kiezen. Doet u dat niet en kiest u voor een16:9 scherm, dan heeft u voor 4:3 beelden een veel minder groot beeldoppervlak beschikbaar en gebruikt u niet de volledige resolutie van uw projector. Bij een CRT-projector is de keuze van schermverhouding flexibeler en meer afhankelijk van uw smaak en wensen.

Projectieschermen

Grootte (diameter)

De grootte van het scherm is een afweging waarin 4 factoren een rol spelen:

1. De minimale en maximale kijkafstand
2. De kijkhoogte
3. De weergavemogelijkheden van de gebruikte projector
4. De locatie waar het scherm opgehangen wordt.

De minimale en maximale kijkafstanden zijn sterk afhankelijk van de gebruikte beeldtechnologie en resolutie van de beeldbron: de beperkingen van gebruikte beeldmedium bepalen de minimale kijkafstand: hoe dicht kunt u bij het display komen zonder teveel beperkingen (beeldlijnen, pixels, blokvervorming) te zien? De maximale kijkafstand wordt enigszins bepaald door de details die nog waargenomen kunnen/willen worden. Wordt de beperking van het beeldmedium niet in ogenschouw genomen, dan kan er gekeken worden aan een optimale kijkafstand, die bepaald wordt door de kijkhoek. Een optimale kijkhoek ligt tussen de 28 en 35 graden. Dit is te vertalen naar ongeveer 1,5 – 2,0x de beeldbreedte.

Er zijn niet zoveel dagelijkse omstandigheden waarbij we ons hoofd gedurende langere tijd zo weinig bewegen als bij het kijken naar TV of film. De stand van ons hoofd t.o.v. de nek is comfortabeler als we niet te lang òf naar beneden òf omhoog kijken. De optimale hoogte is  het midden van het scherm op ooghoogte, of iets daarboven of beneden, waarbij een mooie maximum hoogte de onderkant op ooghoogte is en de minimale hoogte er eigenlijk niet echt is.

De gebruikte projector heeft ook een minimale en maximale weergave diameter. Omdat dit van projector tot projector verschilt, kan ik hier geen regel voor geven, behalve dat het scherm een kleinere diameter moet hebben dan de maximale weergave diameter van de projector. Het laatste punt, de omstandigheden waar het scherm opgehangen wordt, mogen duidelijk zijn: je hebt natuurlijk de fysieke ruimte nodig. Bovendien zal een groter scherm ook minder licht per oppervlak bieden, waardoor er meer verduisterd moet worden en het beeld minder spetterend en scherp zal zijn dan met een kleiner scherm. De meest gebruikte fout bij projectie is een te groot scherm. Kies gerust het scherm dat bij uw smaak past, maar overdrijf niet met de grootte en probeer desnoods eerst eens te projecteren zonder scherm om uit te testen wat voor u een prettige beeldgrootte is. Doe dit tenminste een week of 2.

Projectieschermen (c) Xingo


EDITORS' CHOICE