REVIEW

Front Page

Dr. Longbeard & Marja | 21 november 2000

Front Page

Voorpagina nieuws

Het mooie van trio muziek is dat dit formaat de muzikanten verplicht naar elkaar te luisteren en elkaar te inspireren. Niet iedere muzikant is in staat dit te doen en toch een geheel te vormen. Een goed trio is als een gelijkzijdige driehoek. Als een van de hoeken afwijkt, is meteen de vorm en de eenheid verloren.

Front Page is een trio dat niet de som van gitarist Bireli Lagrene, bassist Dominique Di Piazza en drummer Dennis Chambers is, het is meer. De muzikale eenheid steunt op een basis die heel divers is; van zigeuner jazz tot rock. Oudgedienden Di Piazza en Chambers hebben sinds de jaren `80 hun lauweren verdiend in veel ritme secties. Beiden zijn uitgenodigd door Bireli Lagrene, een relatief jonkie, maar wel een wonderkind. Opgegroeid in een zigeunerfamilie in Frankrijk, speelde hij al gitaar op zijn vierde jaar. Niet verwonderlijk, want de familie Lagrene is gerelateerd aan Django Reinhardt.

De invloed van Reinhardt op het spel en de muziek van Lagrene is ook op deze CD weer duidelijk aanwezig. Maar ook de invloed die John McLaughlin op alle drie heeft komt toch origineel naar voren. Op het sluitstuk van de CD is McLaughlin de vierde man met zijn onmiskenbare techniek en klank.

De CD opent met de Di Piazza compositie Intro Jingle/First Step. Na fraaie flagoletten ontspint het nummer zich als een voertuig voor alle drie om hun instrument beheersing te tonen. Razendsnelle bas loopjes ondersteunen de hier en daar erg `Django` achtige gitaar rifs. Dennis Chambers laat hier goed horen dat je op een drumstel ook melodie kunt spelen.

Het titelnummer is vrolijk met mooie interactie tussen de beide snaarinstrumenten. "Marie Tcha Tcha" doet veel aan McLaughlin denken en het vierde nummer heeft een wat Stanley Clarke achtige structuur en klank. De trio compositie "D.B.D" is duidelijk een eerbewijs en een herinnering aan de andere held van de bas, Jaco Pastorius. Het legendarische duo Lagrene/Pastorius komt weer een beetje tot leven zo.

Het 1`10 durende "Dinello" is een staaltje zigeuner jazz van de bovenste plank. Heel subtiel en toch razendsnel. Heel anders is het funky "Chutes Libres" wat de luisteraar alvast voorbereid op de bijna heavy eerste maten van "Zoe`s Little Waltz", wat een lief nummer in de gitaar-jazz traditie blijkt te worden.

Het minste nummer is het elfde, "Timothee", dat in een strakke 4/4 maat een beetje teveel hier en daar geleend heeft bij Stanley Clarke en zeker met de `zang` van Lagrene, bij Airto. Een stijl `lenen` kan geen kwaad, maar hier is het wat doorgeslagen naar de kopie-kant. Gelukkig is het al genoemde sluitstuk met McLaughlin van hoge kwaliteit en maakt de afwisseling tussen de gitaren van Bireli en John veel goed.


EDITORS' CHOICE