REVIEW

Mozart – Julia Fischer

Jan Luijsterburg | 08 december 2005

Na SACD’s met Russische vioolconcerten en met de Sonates en Partitas van Bach is dit alweer de derde productie in korte tijd van het fenomeen Julia Fischer voor PentaTone. Het 22-jarige Duitse vioolwonder dat momenteel de wereldpodia verovert, en trouwens ook perfect piano schijnt te spelen, blijft trouw aan het kleine Nederlandse label dat zo bekend staat om de opnamekwaliteit.

Mozart – Julia FischerDie is, op deze in de Waalse Kerk in Amsterdam vastgelegde werken, weer dik in orde, en net als het virtuoze spel van Fischer volledig in dienst van de componist. De vioolconcerten zijn overbekend en al vaak opgenomen, maar worden hier gespeeld met een enthousiasme en energie die verfrissend zijn.

De muziek klinkt daarbij, zoals altijd bij een goede uitvoering Mozart’s werk, bedrieglijk licht en eenvoudig. In werkelijkheid zijn het werken waarin het erg moeilijk is de juiste balans te vinden tussen dramatiek en luchtigheid. Fischer en Kreizberg slaan wat dat betreft precies de spijker op de kop, geholpen door een fraai slank spelend Nederlands Kamerorkest met orkestmeester Gordan Nikolić.

Het zijn echte spektakelstukken waarin violisten maximaal kunnen laten horen wat ze in hun mars hebben. Mozart speelde ze vaak zelf, in de periode voordat hij verliefd werd op de pianoforte en daar vooral voor ging componeren. Aan vioolconcerten kwam hij niet meer toe. Opvallend is dat niet naast het tweede en derde ook het vierde en laatste vioolconcert opgenomen is, dat vaak met de andere twee als onderdeel van een cyclus gezien wordt. In plaats daarvan zijn twee wat latere losse delen te horen, die gezien worden als materiaal dat delen van eerdere werken moest vervangen, zoals Mozart wel vaker op iets terugkwam. 

De cadensen, de soli aan het eind van ieder deel die naar eigen inzicht ingevuld mogen worden als in een jazznummer, zijn voor het grootste deel door Julia Fischer zelf geschreven.  Meestal worden bekende, niet zelden door de componist zelf vervaardigde cadensen gespeeld. Hiertoe aangezet door de dirigent kwam Fischer door het componeren naar eigen zeggen tot een nog groter inzicht in de partituren. Het zijn virtuoze passages die steevast naar een dramatische climax voeren, die vervolgens opgelost wordt in enkele maten orkestklanken waarmee het deel als op het nippertje naar een goed eind gevoerd wordt.

Juist ook in die solopassages is de klank van Fischer’s Giovanni Battista Guadagnini viool uit 1750 glorieus; warm, helder en krachtig. De violiste is daarbij nooit op goedkoop effectbejag uit. Het klinkt paradoxaal, maar haar klasse uit zich juist in een bescheiden opstelling, niet te veel willen scoren maar puur de muziek te dienen. Juist door de maximale beheersing van materiaal en instrument hoeft ze zich over de noten of het ego geen zorgen te maken en kan ze zich volledig richten op de muzikale expressie. Wederom een voltreffer van formaat van een rasmuzikante van wie we nog veel hopen te horen.

Aanvullende informatie:
Vioolconcert nr 3 in G, KV 216
Vioolconcert nr 4 in D, KV 218
Adagio in E, KV 261
Rondo in Bes, KV 269
Julia Fischer viool, Nederlands Kamerorkest o.l.v. Yakov Kreizberg
Speelduur 60:45
SACD Surround 5.0, CD stereo (hybride)
Uitgave: PentaTone Classics 
Distributie: Codaex
Website Julia Fischer: www.juliafischer.com


EDITORS' CHOICE