REVIEW

Duke Ellington Meets Coleman Hawkins

Jan de Jeu | 15 mei 2008

Zoals wel vaker gebeurt bij het beluisteren van een eerste samenwerking van de echt groten uit de jazz wereld komt ook bij dit album de vraag naar boven waarom deze twee giganten van het swing tijdperk - The Duke als (één van) de beste componist(en) en bandleider(s) en The Bean als (één van) de beste tenorsaxofonist(en) uit de geschiedenis van de jazz - zo lang gewacht hebben met het gezamenlijk opnemen van een album.

Duke Ellington Meets Coleman HawkinsMisschien wel juist omdat het beiden zulke ongenaakbare grootheden waren. Maar even plausibel is de verklaring dat zij beiden op hun eigen terrein zo actief waren – o.a. met samenwerken met aanstormende begaafde jazzmusici uit jongere generaties – dat geen van beiden op het idee kwam om het eens opzij te kijken en het binnen de eigen leeftijdsgroep te zoeken.

Hoe het ook zij, de ware liefhebber van degelijke, goedklinkende, toegankelijke jazz, gespeeld door een septet met daaraan toegevoegd een tenorsax mag blij zijn dat de samenwerking in 1962 alsnog vorm kreeg door de opname van dit album. In het septet van ‘The Duke’ spelen op dat moment enkele grootheden waarvan altsaxofonist Johnny Hodges – met o.a. een prachtige solo in Wanderlust - misschien nog wel de bekendste is.

Tijdens de sessie legden Duke Ellington en zijn vaste componist/pianist/arrangeur Billy Strayhorn nog de laatste hand aan Self Portrait Of The Bean hetgeen meteen één van de hoogtepunten vormt waarin de soulful blazende Hawkins met zijn warme vloeiende toon tot grote hoogte rijst. Mood Indigo heeft de gemiddelde jazz liefhebber in meerdere uitvoeringen in huis maar deze is toch wel uitzonderlijk fraai; mellow, smooth en meditatief. Hawk’s volle, brede toon vloeit prachtig samen met de anderen op een wijze die je af doet vragen of het echt wel de eerste keer is dat de heren met elkaar spelen.

Opener Limbo Jazz ademt een calypso sfeer, is uptempo en klinkt nochtans heerlijk ongedwongen en relaxed. Het ontstond spontaan halverwege de opnamesessie en enkele bandleden dachten dat de band uitgeschakeld was. Daaronder drummer Sam Woodyard die een aanzet gaf tot de melodie en die continu onbewust woordloos mee zit te zingen. Het is tekenend voor de ongedwongen, amicale sfeer die in alle acht de door Ellington geschreven nummers doorklinkt. Een extra vermelding waard is het over het algemeen naar mijn mening ondergewaardeerde spel van Ray Nance die hier te horen is op kornet en op viool. Samen met Hawk en de ritmesectie – de bas van Aaron Bell, de brushes van Sam Woodyard en de piano van The Duke himself - zet hij met zijn viool een prachtige versie van The Ricitic neer.

De opname, die gemaakt werd op 18 augustus 1962 in Rudy van Gelder’s studio in New Jersey, wordt op de nieuwe 180 grams persing van Speakers Corner Records alle eer aangedaan.


Aanvullende informatie:
Format: 180 gram LP (re-issue)
Label: Speakers Corner Records (Original Impulse AS-26)


EDITORS' CHOICE