REVIEWSonus faber

Sonus Faber

Jan de Jeu | 13 augustus 2003 | Sonus faber

Installeren en aansluiten

Sonus Faber Cremona AuditorIn de kleine topplaat van de dedicated stand van de Auditor zitten twee gaten. Door deze gaten worden van onder af de bijgeleverde schroeven geschoven die vervolgens in de bodem van de speaker gedraaid worden. Daarmee vormen speakers en stands een onwrikbaar hechte eenheid. Een beproefd concept dat ik ken van mijn eigen luidsprekers.

Onder de spikes van de stands komen Master Base 1 plaatjes. De opstelling aan weerszijden van mijn USM Haller kast laat voldoende ruimte rond de speakers en de beide fase pluggen liggen twee en een halve meter uit elkaar. De fabrikant adviseert een onderlinge afstand van anderhalve tot twee en een halve meter. Aan de achterzijde zou er 70 tot 80 cm ruimte moeten blijven. Bij mij krijgt de baspoort aan de achterzijde in de uiteindelijke opstelling meer dan een meter ruimte om te ademen. Niet alleen omdat dit het ruimtelijke beeld hoorbaar goed doet maar ook omdat mijn echtgenote dermate gecharmeerd is van de visuele aspecten van deze speaker dat ze het waarschijnlijk zelfs niet erg zou vinden wanneer de Auditors uiteindelijk op de plek van de voorbij het midden van de kamer staande salontafel beland zouden zijn.

De speakers worden net zo lang ingedraaid tot het beeld op zijn plek valt en dan zijn de zijkanten van de weergevers niet meer te zien. De ‘snaren’ die de units afdekken maken deel uit van het akoestische ontwerp en blijven derhalve de gehele periode dat de mini Cremona’s in mijn huis staan in gespannen toestand het geluid filteren. Twee en een half jaar oude Isabeau kent alleen luidsprekers met ‘naakte’ units en wanneer ze de indringers voor het eerst ziet blijft ze dan ook aandachtig naar de ‘snaren’ staren, onderwijl smakkend van haar bodempje appelsap genietend. “Mooi hè?” vraagt mama Antoinette. De kleine fronst, wijst naar de terzijde geschoven Concerto’s en roept; “O, mooi!” Wanneer Antoinette nog eens naar de nieuwe luidsprekers wijst en de vraag herhaalt begrijpt dochterlief wat er van haar verwacht wordt en herhaalt ze dezelfde woorden. Ditmaal echter op nog enthousiastere toon en wijzend naar de nieuwelingen. Mama knikt tevreden en papa ziet in gedachten al een loopbaan als diplomate voor zijn dochter in het verschiet liggen.

De schroefklemmen op de achterkant worden eerst los en vervolgens weer vast gedraaid. Niet om er blanke draad of spades tussen te steken maar om de functionaliteit te beproeven en er vervolgens achter te komen dat het aandraaien werkelijk zo makkelijk gaat als ik al dacht. Tenslotte gebruik ik WBT banaanstekers voor aansluiting van de Siltech Classic LS88 die aan de andere kant hun signaal ontvangen van de GamuT D200. De regelmatige lezer kent de rest van mijn installatie met Clearaudio draaitafel, Sphinx phono voorversterker, CEC CD loopwerk, North Star D/A en D/D converter en GamuT voorversterker. Van draaitafel naar phono voorversterker loopt het signaal via een Clearaudio Sixstream kabel terwijl tussen CD loopwerk en de beide North Stars gebruik wordt gemaakt van gebalanceerd uitgevoerde Siltech G3 HF-9 bekabeling. De rest van de interlinks zijn van het type SQ28 van de Classic lijn van Siltech waarbij de verbinding tussen de beide GamuT’s gebalanceerd van aard is. Alle netsnoeren zijn van het type SPX-30 van Siltech. 

Wordt er nu ook nog geluisterd?

Sonus Faber Cremona AuditorInmiddels zal het u duidelijk zijn dat de beide Auditors door mij en de mijnen – vrijwel unaniem – als visueel zeer aantrekkelijk ervaren worden dus wordt het de hoogste tijd om toe te komen aan datgene waar het uiteindelijk toch allemaal om draait; de klankmatige karakteristieken. Van die klank heb ik overigens al een idee wanneer ik de Concerto en de Auditor tijdens het verwijderen / opstellen kortdurend naast elkaar zie staan. De combinatie van mijn eigen speaker en stand is hoger waarmee de Auditor meegaat in de trend om units meer op oorhoogte te plaatsen. Op grond daarvan verwacht ik al een ‘directer’ klankbeeld nog voordat ik een toon gehoord heb.

Van de Cremona demo herinner ik me het fijnzinnige hoog en wanneer ik dan ook begin met serieus luisteren werp ik als eerste het nummer ‘Jesus to a child’ in de strijd. Op de door George Michael gezongen s klanken zit in dit nummer een echo die mij stoort en in het ergste geval – lees; op mindere tweeters - mateloos irriteert. Ditmaal komt het niet tot de grootste ergernis. Een mooie CD om het hoog fraai uit te laten komen is de live CD van Rachelle Ferrell. Het vijfde nummer ‘My Funny Valentine’ bezorgt me ook nu kippenvel. Het intro met de heldere ivoren en de in wat mindere mate aanwezige houten klanken van Eddy Green’s piano vormen een prachtige prelude op de risico’s nemende, energieke stem van La Ferrell. De hoge uithalen zijn loepzuiver en prachtig gedefinieerd. De bas van Tyrone Brown is strak, doortekend en weet me, met de geringe diameter van de woofer in het achterhoofd, aangenaam te verrassen. Datzelfde lukt hem bij het intro van ‘Bye-bye Blackbird’ nogmaals. Het zingen van Rachelle ademt een tomeloze energie en klinkt krachtig, open, helder, gecontroleerd en verfijnd.

Ook Cristina Branco’s ‘Soneto de Separação’ laat datzelfde open, heldere, gecontroleerde en verfijnde beeld horen. Het specifieke geluid van de door Custódio Castelo bespeelde Portugese gitaar is via de Auditor niet te verwarren met dat van een gewone gitaar. Hij wordt met de juiste snelheid en balans van snaar- en kastklanken geportretteerd. De ‘gewone’ gitaar hoor ik later bij Russell Malone die Diana Krall begeleidt. Ook hier weer snelheid en tonale accuratesse. ‘They can’t take that away from me’ is close miked opgenomen en, hoewel de Auditors in alle nummers meer op de voorgrond staan dan mijn eigen referentie speakers, is het in dit nummer zelfs alsof de diva vlak bij mijn oor zit te ademen. Opvallend bij al deze opnames is de ‘schone’ weergave.

Sonus Faber Cremona AuditorDie schone weergave, mogelijk ten dele samenhangend met het ontbreken van enigerlei vorm van kastgeluiden, maakt tegelijkertijd dat de speakers wat minder ‘emotioneel’ klinken en de stem van een zangeres als Ella Fitzgerald in het in 1956 opgenomen ‘Too Darn Hot’ wat minder borst heeft dan ik gewend ben. Buddy Bregman’s orkest zorgt voor een met druk gepaard gaande stuwende begeleiding. Met een veel kleinere bezetting weet Doug MacLeod eveneens druk neer te zetten. Het geluid van zijn met een ‘nowhere near vintage, beat up, second hand, Fender Princeton amp’ versterkte Taylor 712 gitaar wordt zeer gedetailleerd neergezet en de percussie van Dave Kida op de achtergrond klinkt zeer ‘lifelike’. Ik weet dat het orkest dat Barbra Streisand begeleidt bij haar uitvoering van ‘Somewhere’ met geen mogelijkheid in mijn woonkamer in te passen is maar de Auditor klaarblijkelijk niet want hij waagt een, overigens verre van onverdienstelijke, moedige poging. Pace, rythm & timing zijn ‘foot tapping’ via de Auditor  wanneer ik de eerste kant van ‘Island Life’ draai. Van ‘La Vie en Rose’ tot ‘Dance to the Rythm.’

Ook de uit datzelfde jaar daterende LP van Elton John – zeker niet één van de meest audiofiele opnames - wordt op meeslepende wijze weergegeven. Veel fraaier is de opname van Daniel Lanois. In ‘Falling at your Feet’- het tweede nummer van kant één dat hij niet alleen samen met Bono geschreven heeft maar op deze LP ook samen met hem uitvoert - staan de stemmen en instrumenten prachtig gedefinieerd in een grote ruimte. Lucht en ruimte zijn er ook wanneer ik teruggrijp op de hulp van een LP die op dat gebied excelleert; Carnegie Hall wordt bij het weergeven van ‘Ramblin’ Boy’ tot in de hoeken uitgetekend door deze weergevers. Zoals het een loot aan de Sonus Faber stam betaamt worden de akoestische instrumenten met verve weergegeven waarmee voor mijn oren met name de ‘schone’, heldere, strakke, gecontroleerde banjosolo er in dit nummer uit springt. Dezelfde kenmerken tekenen het geluid van de vleugel van Keith Jarrett bij het spelen van het 26 minuten en 15 seconden durende eerste deel van zijn solo concert. Het stampen op de plankier van het opera gebouw klinkt helder en gecontroleerd op een wijze die me het idee geeft dat sedert mijn laatste bezoek de planken met extra spijkers vastgezet zijn.

 

MERK

EDITORS' CHOICE