REVIEWA Capella

Korato KVP10PH & KTA100

Jan de Jeu | 30 juli 2002 | A Capella

Het beeld doet me denken aan dat van de Karan Ka-i180 maar voor mijn gevoel is het groter; zowel breder als dieper. En het klinkt losser dan met de geïntegreerde Karan. Wat dat betreft doet het me meer denken aan het beeld van de geïntegreerde hybride versterker Pathos Twin Towers tegenwoordig TT genaamd. Ook in dat ontwerp spelen buizen in de voorversterker en transistors in de eindversterker tezamen een sublieme rol. Hoewel die combinatie voor mij niet altijd het beste resultaat geeft – in het verleden gaf ik, in combinatie met een Marsh Sound Design eindversterker, eerder de voorkeur aan een transistor voorversterker dan aan een buizenvoorversterker van datzelfde merk – denk ik dat die combinatie in dit geval wel voor een belangrijk deel de oorzaak is van het fraaie geluidsbeeld.

Achteraf blijken de buren de trompet van Clark Terry in dit nummer te hebben gehoord. Zo hard stond hij dus terwijl ik dat gevoel totaal niet had. Ik was er namelijk helemaal niet; ik was in de DePaul University Concert Hall bij een opname van een bigband en voor mij was het 1 december 1994. Deze ervaring heeft zich nog een aantal malen voorgedaan in de daarop volgende weken. En dat terwijl ik me nog zo voorgenomen had om niet echt te gaan luisteren!
Wat steeds weer bleek was dat ik de volumeknop niet echt open hoefde te draaien om in de muziek getrokken te worden. Ook viel op dat het uitgangssignaal van de voortrap hoog moet zijn want de volumeknop is nooit voorbij de negen uur stand geweest terwijl er soms hard gedraaid is.

Als ik dan eindelijk begin met kritisch luisteren kan ik niet anders dan weer starten met een big band opname. Dat is dan een lp op het fameuze Pablo label van Norman Granz. Een plaat die Sarah Vaughan opgenomen heeft met het orkest van “ The Count “. Op zich vrij uitzonderlijk omdat zij over het algemeen optrad met haar eigen trio.” I gotta right to sing the Blues ” zingt “ Sassy “ en het is puur genieten van deze geweldige stem die een bereik heeft van drie octaven en die doorloopt tot aan het bariton gebied. En de band! Nergens loopt het beeld vast. De grote dynamische swings worden moeiteloos en met een heerlijk gemak weergegeven. Los, vol en dynamisch. Geen luidspreker te bekennen. Ze zijn totaal verzwolgen; omspoeld door de vloedgolf van geluid die op me afkomt. Heerlijk! Zelden, nee nooit, hoorde ik de muted trombone van Mitchell “Booty” Wood voller, natuurlijker en beter doortekend dan via deze Joegoslavische versterkers. Zij maken dat ik me meer dan ooit aanwezig voel bij de opnames in de Hollywoodse studio. Ook de solo saxofoon van Kenny Hing in “All the things you are “, het nummer waarin duidelijk wordt hoe laag Sarah werkelijk kan gaan, maakt dat ik het gevoel heb dat, wanneer ik dat al zou willen, ik het zweet van zijn voorhoofd af kan vegen.

Een andere grootheid van de Amerikaanse jazz, nu met een begeleiding van een kleine bezetting, is te horen op “The best of Ella Fitzgerald”. Op nummer vier van kant twee wordt Ella in het nummer “ Can’t we be friends “ begeleid door een zingende en trompet spelende Louis Armstrong, Oscar Peterson op piano, Ray Brown op bas, Herb Ellis op gitaar en Buddy Rich op drums. Hoe bedoelt U; “all star” bezetting? In deze “soort van ballad” komt het warme, vloeiende in haar stem prachtig tot uitdrukking. En de versterkers geven fraai het verschil weer met de wel zeer karakteristieke stem van Louis Armstrong. Ook zijn trompet heeft een zeer natuurgetrouwe klank via deze Joegoslaven.

In het verleden vond ik het jammer toen Peter Gabriel besloot om de groep Genesis te verlaten. Nog steeds vind ik de platen van Genesis uit de tijd waarin hij nog meespeelde en zong veruit te prefereren boven de latere opnames. Zijn solo lp’s heb ik altijd van een goed niveau gevonden. Op “So” staan meerdere fraaie nummers. De percussie op “Mercy Street” komt in al zijn, als het ware filigrane, verfijning over via deze combinatie. De door de valve van de voortrap geïntroduceerde warmte wordt vertaald in muzikaliteit zonder dat daarmee de detaillering geweld aangedaan wordt. Leuk is het om daarna de versie van Christy Baron op cd te draaien. Bij A / B vergelijking valt direct in positieve zin de ruimte op waar de recording gemaakt is. St. Peter’s Episcopal Church in New York City - een locatie waar David Chesky, zoals hij me in een recent interview vertelde, vaker gebruik van maakt vanwege de excellente akoestiek – wordt magistraal neergezet door KVP10PH & KTA100. De magnifiek opgenomen stem komt in al zijn doortekende pracht over.

Ook synthesizers worden heel fraai voor het voetlicht gebracht door deze combo. Bijvoorbeeld op een al wat oudere opname van Lori Spee. De nummers waarin keyboards en synthesizers een belangrijke rol spelen zijn weliswaar niet mijn favoriete nummers maar ze komen wel heel goed over. Ook de backing vocals - waarin o.a. de stemmen van Margriet Eshuys, Sandra Reemer en Hans Vermeulen terug te vinden zijn – worden mooi uitgelicht. Mijn favoriet blijft echter een nummer als “Time Alone“ waarin niet alleen de harde maar ook de zacht / warmere stemnuances van deze Nederlandse Amerikaanse naar voren komen. En dat doen ze in al hun nuances via deze testapparaten.

Wat ik deze giganten – jazeker, wacht maar tot U de prijs van deze hardware verneemt – ook voorzet, ze verblikken of verblozen niet. De Slovak Philharmonic Hall in Bratislava, Slovakia moet een geweldige zaal zijn want zo wordt hij geportretteerd door deze Korato’s. Deel V van “The Agnostic” van David Chesky in de uitvoering van het Slowaaks Filharmonisch Orkest onder leiding van Stephen Somary knalt letterlijk uit de Concerto’s die het duidelijk naar hun zin hebben en die ik al eerder verdacht heb van masochistische trekjes. Zowel de muziek als het koor laten horen waartoe de compact disc bij een goede opname in dynamische zin in staat is. En hoewel ik altijd hoor zeggen dat de dynamische competentie van de lp het niet haalt bij die van de cd is daar niets van te merken in het stuk uit de opera “La Bohème” van Puccini dat verhaalt over de dood van Mimi. Het is wel degelijk de dynamiek van een filharmonisch orkest die ik hoor.

Hugh Masekela? Geen krimp. Integendeel; een stuk als “Uptownship” , en zelfs het op Nederlandse audio shows volledig uitgekauwde, afgesabbelde, en daardoor voor velen niet meer interessante nummer “Stimela” klinkt magistraal. Het laatste nummer klinkt mij bijna als nieuw in de oren. De “live” ambiance, de hoeveelheid lucht om stemmen en instrumenten is ongekend, de trompet heb ik nimmer fraaier gehoord. De dynamiek? Wat denkt U……….
Ik kan door blijven gaan. Goed, nog één voorbeeld. De schitterende registratie van het meesterwerkje van Janis Ian. Nee, maakt U zich geen zorgen; ik ga niet weer uitweiden over Doug Sax en zijn Mastering Lab. De transparantie van de nummers is “breathtaking” terwijl in de dynamiek, o.a. in het nummer “Breaking Silence”, te horen is hoe perfect de luidsprekers in een ijzeren greep gehouden worden. Geen naijlen; de beweging van het membraam wordt net zo abrupt stopgezet als het in gang gezet is. In de stem van Janis klinkt in het nummer “Through the years” een trefzeker weergegeven mengeling van gevoelens door. Tederheid, verlangen, melancholie, vertrouwen, heimwee, kwetsbaarheid etc.; het is er allemaal.


EDITORS' CHOICE