Wilson Benesch Arc

Jan de Jeu | 16 november 2003 | Wilson Benesch

Luisteren

Wilson Benesch ArcNadat ik de ideale plaatsing eenmaal gevonden had kon ik definitief gaan luisteren. Trompettist Chet Baker mocht de spits afbijten met onder andere de LP ‘The Lyrical Trumpet of Chat Baker’. Een relaxte en sfeervolle LP met easy-listening muziek. Chet laat op deze LP over het algemeen de trompet lekker en luchtig klinken, doch hard en genadeloos op de momenten dat er uitgehaald wordt. Het inblazen van de lucht in de trompet en het weer zachtjes verlaten en laten uitsterven laat deze Wilson ongekend goed horen. Het geluid van de trompet die in het echt ook hard klinkt, blijft ten alle tijden gecontroleerd en wordt geen kattengejank. Stappen we van Chet Baker over naar Charles Mingus op zijn LP ‘At the Bohemia’. Op kant B staat het nummer ‘Work Song’ waarop Charles uiteraard zijn befaamde baskunsten laat horen. Hier hoor je dat de Wilson’s druk kunnen leveren in het laag, zeker voor hun grootte, de bas diep en strak weergeven. Detail van de percussie blijft daarbij behouden, hetzelfde geldt voor het nummer ‘Discussion’. Een samenspel tussen de gestreken bas en de percussie-instrumenten. Basie en Oscar Peterson kunnen hun kunsten gaan vertonen op de LP Satch en Jones Again. Twee grootheden die voor de tweede keer samenspelen. Op de track ‘Roots’ een heerlijk pianospel van beide heren. Het onderscheid in speelstijl tussen de heren is afzonderlijk goed te volgen; er staan twee piano`s en er spelen twee mensen. Na enkele ogenblikken komt de inzet van bassist John Heard. In mijn aantekeningen lees ik terug; formidabel, de bas wordt met kracht en drive naar buiten geblazen, definitie blijft daarbij bewaard.

Uiteraard is er digitaal gedraaid in de vorm van Diana Krall, Patricia Barber, Cassandra Wilson en ook popmuziek mocht zeker niet ontbreken. De fantastische MTV unplugged opnames van Alanis Morisette en The Corrs mochten het niet ontberen. De laagweergave van de Wilson’s is dik in orde, draai de cd`s ‘Café Blue’ van Barber of ‘Tempation’ van Holly Cole en hoor hierop dat het laag, begrijpelijk voor het formaat, misschien niet al te diep gaat maar zeker strak is. Het laat echter, en dat is veel belangrijker, een zeer gecontroleerd detailrijk gebied horen. Het solospel van gitarist John McLean op nummer 4 van de cd ‘Café Blue’ benadert het kippenvelgehalte, de titel ‘Romanesque’ zegt het al een beetje. Het gekraak, het gitaarspel, het geneurie en zeker niet te vergeten de bijna lijfelijke aanwezigheid van beide artiesten laten je meedwalen en doen je alles om je heen vergeten. Terug naar de harde werkelijkheid met geweld van Pink Floyd. Tijdens ‘Dedicated Sound Of Thunder’ spettert de muziek je tegemoet. Openingsnummer ‘Shine On You Crazy Diamond’ is langzaam opbouwend, gevolgd door krachtig en stevig inzetten van de drum. Enkele nummers later laten David Gilmour en de zijnen laten de ‘Dogs of War’ aanzwellen, het feest is compleet en het publiek roert zich. Het laag wordt de Wilson’s uitgeperst, de stem van David op de voorgrond, gevolgd door een wederom spetterend invallende drum van Nick Mason. Draai hierna de LP-versie en alles wordt door de Wilson’s met een extra dimensie van realisme weergegeven. Meteen gaat bij mij weer de vraag rijzen waarom de cd ook al weer uitgevonden was …..

In eerste instantie, nadat ik enkele muziekstukken had beluisterd, viel het middengebied mij op. En gaandeweg het draaien van meer cd`s en LP’s ondervind ik dat het midden een zeer groot en open bereik heeft. Vooral een stem krijgt een extra dimensie en ik werd gedwongen naar de teksten te luisteren die men zingt. Iets wat ik normaal nooit doe, maar waar ik bij de Wilson’s wel toe aangezet word. Het zwarte vinyl bleef nog op het draaiplateau van de VPI en ik ging naar een heel ander soort van muziek. Schrik niet, Rob de Nijs mocht zijn kunsten gaan vertonen. Wel eens geluisterd naar de LP ‘Springlevend’ van deze oer-Hollandse zanger? Nee? Doen! Leuke en bekende nummers die je doen meezingen en deinen. Laat je verbazen door het feit dat deze LP relatief goed opgenomen is. Er is een galm rondom het aanwezige publiek waardoor je een echte zaalambiance krijgt. De luidsprekers zijn absoluut vrij van harde ss-en en opvallend is, niet alleen bij Rob de Nijs, maar ook bij vrijwel alle andere zangers en zangeressen dat de woorden die zij zingen heel goed te verstaan zijn. Frappant detail is dat je op het nummer ‘Anna Paulowna’ hoort dat de zaalmicrofoons bijgeregeld worden, het ruimtelijk gebeuren neemt ineens toe en de galm en de zaalakoestiek worden eveneens vergroot. Om in de stemming te blijven van oubollige muziek en de stemmen te beoordelen heb ik de 180 grams versie van The Weavers maar weer eens van stal gehaald. ‘San Francisco Bay’ laat de stemmen naast elkaar staan en de aanslagen op de banjo worden vlijmscherp en strak weergegeven. ‘Guantanamera’ laat een duidelijk articulerende stem horen en dan met name de rollende R. De stem van zangeres Ronnie Gilbert wil door bepaalde systemen nogal eens hard ten gehore worden gebracht. Niet door de Wilson’s, deze geven haar open en eerlijk weer en dat is anders dan hard en schel. Daarbij wordt door de Wilson’s een vrij breed beeld neergezet, je ziet ze alleen staan en hoort ze niet (de luidsprekers). De kuchjes en hoestjes en het geklap van het publiek worden ook links en rechts buiten de luidsprekers neergezet.

MERK

EDITORS' CHOICE